Regeling instelling Geschillencommissie woonruimteverdeling

Een geschillencommissie (hierna te noemen: de commissie) in te stellen die tot taak heeft:

• a)

  klachten van woningzoekende huishoudens te behandelen omtrent verlening, weigering dan wel intrekking van urgentieverklaringen als bedoeld in artikel 11 van de Overeenkomst Woonruimteverdeling (hierna te noemen: de overeenkomst);

• b)

  omtrent de sub 1. bedoelde klachten adviezen uit te brengen aan de urgentieverlener als bedoeld in artikel 1, sub j. van de overeenkomst;

• c)

  de uitgebrachte adviezen strekken de urgentieverlener tot bindend advies;

• d)

  een klacht moet bij de commissie worden ingediend.

De commissie bestaat uit tenminste drie leden en drie plaatsvervangende leden:

• b)

  zij worden door burgemeester en wethouders benoemd voor een jaar en kunnen telkens voor een (1) jaar worden herbenoemd maar niet langer dan voor acht jaar;

• c)

  burgemeester en wethouders dragen zorg voor de benoeming van commissieleden en plaatsvervangers die onafhankelijk zijn van de contractpartijen van de overeenkomst;

• d)

  burgemeester en wethouders wijzen een van de leden aan tot voorzitter. Uit de plaatsvervangende leden wordt door hen een plaatsvervangende voorzitter benoemd.

De commissie bepaalt haar werkwijze in een door haar zelf vast te stellen reglement. Zij vergadert in beginsel besloten.

Een advies wordt in een vergadering door tenminste twee (plv.) leden afgegeven.

Burgemeester en wethouders wijzen de directeur Juridische diensten van de Servicedienst van de gemeente Rotterdam, met recht van plaatsvervanging, aan als secretaris van de commissie. Hij neemt namens hen deel aan de beraadslagingen van de commissie, maar kan geen deel hebben aan het commissieadvies.

Voor het bijwonen van een vergadering ontvangt een (plv.) lid een vast bedrag per dagdeel dat gelijk is aan de vergoeding van een (plv.) lid van de Algemene Bezwaarschriftencommissie.

Een aanvrager van een urgentieverklaring kan tegen een beslissing van de urgentieverlener binnen zes weken na verzending van een beslissing omtrent verlening, weigering of intrekking van een urgentieverklaring, bij de commissie een klacht indienen.

De commissie brengt binnen tien weken nadat door haar is bepaald dat het van de klacht gevormde dossier volledig is, aan de urgentieverlener advies uit.

Het commissieadvies geldt als besluit van de urgentieverlener. De urgentieverlener zendt binnen twee weken na ontvangst het advies aan klager dan wel diens gemachtigde.

Dit besluit treedt na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2005.