Overheidsorganisatie | Gemeente Rotterdam |
---|---|
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit inzake weigeren of intrekken exploitatievergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van Wet BIBOB |
Citeertitel | Mandaatbesluit inzake weigeren of intrekken exploitatievergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van Wet BIBOB |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Hierbij vervalt Gemeenteblad 2003, 135: Mandaatbesluit inzake weigeren of intrekken exploitatievergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van Wet BIBOB
Algemene Wet Bestuursrecht, afd. 10.1.1
Submandaatbesluit inzake weigeren of intrekken exploitatievergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van Wet BIBOB.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2004 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 24-08-2004 Gemeenteblad 2004-136 | Voorstel van de directeur Algemene Zaken van de Bestuursdienst, 24 augustus 2004, 04BSD15244 | |
01-09-2004 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 24-08-2004 Gemeenteblad 2004-136 | Voorstel van de directeur Algemene Zaken van de Bestuursdienst, 24 augustus 2004, 04BSD15244 |
De ,
Gelezen het voorstel van de directeur Algemene Zaken van de Bestuursdienst van 24 augustus 2004; 04BSD15244;
overwegende, dat het om reden van doelmatigheid wenselijk is zijn daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden ten aanzien van het weigeren dan wel intrekken van vergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) te mandateren aan de directeur van de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger;
gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
1. de directeur van de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam en bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger te machtigen om in zijn naam en onder zijn verantwoordelijkheid te beslissen over het weigeren, het intrekken van een vergunning, alsmede het verbinden van voorschriften of beperkingen aan een vergunning tot het exploiteren van:
een inrichting als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam (horeca-inrichtingen inclusief coffeeshops);
een inrichting als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 3A van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam (seksinrichtingen);
een inrichting als omschreven in artikel 3.2.1 onder f van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam (speelautomatenhallen);
op grond van de Wet BIBOB.
2. de directeur van de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam te machtigen de aan hem gemandateerde bevoegdheden te submandateren aan door hem aan te wijzen ambtenaren van zijn dienst;
3. de directeur van de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam en bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger op te dragen bij de besluitvorming in het kader van de onder punt 1 genoemde bevoegdheden rekening te houden met het vastgestelde beleid, zoals dat is neergelegd in de Beleidslijn inzet Wet BIBOB met betrekking tot horeca-inrichtingen, seksinrichtingen en coffeeshops;
4. de directeur van de Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Rotterdam op te dragen jaarlijks een overzicht aan hem ter kennis te brengen van de in mandaat genomen besluiten;
5. te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 september 2004 en dat met ingang van deze datum het Mandaatbesluit inzake weigeren of intrekken exploitatievergunningen betreffende openbare inrichtingen op grond van Wet BIBOB (Gemeenteblad 2003, nr. 135) wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld op 24 augustus 2004.