Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rotterdam

Controleverordening gemeente Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rotterdam
Officiële naam regelingControleverordening gemeente Rotterdam
CiteertitelControleverordening gemeente Rotterdam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 213, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2003nieuwe regeling

18-12-2003

Gemeenteblad 2003-233

Voorstel van B&W van 21 november 2003, 03FIN02501; raadsstuk 2003-1463
18-12-200305-04-2012nieuwe regeling

18-12-2003

Gemeenteblad 2003-233

Voorstel van B&W van 21 november 2003, 03FIN02501; raadsstuk 2003-1463

Tekst van de regeling

Intitulé

Controleverordening gemeente Rotterdam

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2003, 03FIN02501; raadsstuk 2003-1463;

overwegende dat de dualiseringswetgeving gronden geeft om de Verordening op de controle van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden van de gemeente Rotterdam te vervangen;

gelet op artikel 213, eerste lid, van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de hierna volgende Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Rotterdam (Controleverordening gemeente Rotterdam) alsmede te wijzigen, de Verordening financiering decentrale besturen.

ARTIKEL I

De controleverordening gemeente Rotterdam komt als volgt te luiden:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.ADR:Accountantsdienst Rotterdam;
b.de accountant: de door de raad aan te wijzen externe accountant bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die is belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening;
c.accountantscontrole:    
 1ehet onderzoek door een accountant inzake de getrouwheid en de rechtmatigheid van de verantwoording;
 2ede controle van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening, uitgevoerd door de accountant met inachtneming van het Besluit accountantscontrole Gemeenten van:
   -het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;
   -het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;
   -het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
   -de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken; en
   -rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole;
d.rechtmatigheid in het kader van accountantscontrole:het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheerhandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten;
e.concernrekening:de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening van de Gemeente Rotterdam;
f.dienstrekening:de jaarstukken van de diensten die bij uitvoeringsbesluit van het college zijn ingesteld.

Artikel 2 Opdrachtverlening en onafhankelijkheid

  • 1. De accountantscontrole van de concernrekening, bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet, wordt opgedragen aan de accountant.

  • 2. Het college geeft de ADR opdracht de concept-concernrekening en de dienstrekeningen te controleren.

  • 3. De in lid 1 bedoelde accountant en directeur ADR alsook hun medewerkers zijn in de uitoefening van hun werkzaamheden onafhankelijk van degene omtrent wiens aangelegenheden verklaringen worden afgegeven, alsmede van degene die belangen heeft bij of afhankelijk is van een van hen, of van beiden.

  • 4. De directeur ADR wordt benoemd door het college en de Accountantsdienst Rotterdam wordt direct geplaatst onder het college.

Artikel 3 Aanbesteding

  • 1. Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole van de concernrekening voor.

  • 2. De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen en het aansluitende contract worden voor de jaarlijkse controle opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties bij de controle van de concernrekening;

    • b.

      de rapporteringstolerantie(s);

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen en de te rapporteren onderwerpen;

    • d.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de bij de beheershandelingen te onderkennen relevante wet- en regelgeving;

    • f.

      de posten van de concernrekening met bijbehorende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden;

    • g.

      het gebruik bij de controle van de werkzaamheden die de Accountantsdienst Rotterdam heeft verricht bij de controle van de concept-concernrekening. Hierin wordt betrokken hetgeen in artikel 5, vijfde lid, hierover is bepaald;

    • h.

      in geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging.

Artikel 4 Informatieverstrekking door college

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor het opmaken van de concernrekening conform de geldende wet- en regelgeving en overlegt de concept-concernrekening aan de ADR voor accountantscontrole.

  • 2. Het college legt in een besluit op de ADR vast dat alle aan de concept-concernrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, dienstrekeningen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de ADR ter inzage liggen en onbelemmerd toegankelijk zijn. Daarnaast bevestigt het college schriftelijk aan de ADR, dat alle haar bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 3. Na afronding van de in het eerste lid genoemde controle overlegt het college de concernrekening met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen van de ADR aan de accountant voor accountantscontrole.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, dienstrekeningen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en onbelemmerd toegankelijk zijn.

  • 5. Alle informatie die na het opmaken van de jaarrekening en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

  • 6. Indien dit voor de weergave van het getrouwe beeld noodzakelijk is maakt het college een aangepaste jaarrekening op, die aan de accountant ter controle wordt aangeboden.

Artikel 5 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. De raad draagt er zorg voor dat een of meer vertegenwoordigers uit de raad periodiek een afstemmingsoverleg heeft met de accountant.

  • 4. De accountant is bij de uitvoering van zijn opdrachten gehouden aan de voorschriften inzake geheimhouding conform de vigerende Gedrag- en Beroepsregels Registeraccountants.

  • 5. De accountant maakt bij de uitvoering van zijn opdracht zo veel mogelijk gebruik van de door de ADR verrichte werkzaamheden. De ADR voert op grond van een van tevoren met de accountant overeengekomen werkprogramma, de controles uit.

Artikel 6 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is zonder meer en zonder nadere aankondiging bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige informatiedragers, waarvan zij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde en onverwijlde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, archieven, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren en collegeleden mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die de dienst voor de uitvoering van zijn opdracht vindt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat collegeleden en de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat alle diensten van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat deze zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie, alsmede met betrekking tot het vormen van een juist en volledig oordeel over de getrouwheid van de gecontroleerde verantwoordingen.

Artikel 7 Overige controles en opdrachten

Het college geeft de opdracht van de controlewerkzaamheden met betrekking tot de overige verantwoordingen, waaronder die van de specifieke uitkeringen, in het algemeen aan de ADR.

Artikel 8 Rapportering

  • 1. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen omtrent het onderzoek van de concernrekening worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze documenten te reageren.

  • 2. De accountant rapporteert tussentijds omtrent uitkomsten van het onderzoek naar de concernrekening indien naar zijn mening bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken.

  • 3. De accountant bespreekt vooraf aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van de bevindingen en de strekking van de accountantsverklaring met een of meer vertegenwoordigers uit de raad.

  • 4. De ADR brengt over de door hen uitgevoerde (deel)controles verslag uit van zijn bevindingen van niet bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, de administratie en of de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de dienst waar de ambtenaar werkt, de (concern)controller en of het hoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren. Hierbij past de accountant de ADR zo nodig het beginsel toe van hoor en wederhoor.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 18 december 2003, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de concernrekening en de dienstrekeningen vanaf het verslagjaar 2004.

  • 2. Met ingang van vaststelling door de raad van de concernrekening 2003 wordt de Verordening op de controle van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden van de gemeente Rotterdam ingetrokken.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als 'Controleverordening gemeente Rotterdam'.

ARTIKEL II

In artikel 18 van de Verordening financiering decentrale besturen wordt de tekst “een accountant, aangewezen overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet” vervangen door een nieuwe tekst, luidende: “de Accountantsdienst Rotterdam”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2003.

De GriffierR.H. van Luyk
De Voorzitterplv. I.W. Opstelten