Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling melden integriteitschendingen |
Citeertitel | Regeling melden integriteitschendingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 2003-95 gecons |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2012 | 2012-50 wijz. 3 | 29-05-2012 Gemeenteblad 2012-18 | Voorstel van de wethouder Financiën, Bestuur, Organisatie en Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987 | ||
19-06-2003 | nieuwe regeling | 10-06-2003 Gemeenteblad 2003-95 | Voorstel van de wethouder van Middelen en Sport, 4 juni 2003, P&O nr. 03/2314 |
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,
Gelezen het voorstel van de wethouder van Middelen en Sport van 4 juni 2003, P&O nr. 03/2314;
Gelet op artikel 125, derde lid, juncto artikel 125, eerste lid, onder m, van de Ambtenarenwet.
Vast te stellen het hierna volgende BESLUIT betreffende de Klokkenluidersregeling.
De leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie een misstand wordt gemeld, hoort de melder en draagt er zorg voor dat de concerndirecteur zo spoedig als nodig en mogelijk is op de hoogte wordt gesteld van een gemeld vermoeden van een integriteitschending en van de datum waarop de melding is ontvangen. De ambtenaar kan de vertrouwenspersoon verzoeken zijn identiteit bij de concerndirecteur of de leidinggevende niet bekend te maken. De ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.
Door de concerndirecteur wordt aan ambtenaar die een vermoeden van een integriteitschending binnen zijn cluster heeft gemeld, een ontvangstbevestiging gestuurd. In de ontvangstbevestiging wordt gemeld welk vermoeden het betreft en het moment, waarop ambtenaar het vermoeden aan zijn leidinggevende of de vertrouwenspersoon heeft gemeld. Indien de ambtenaar verzocht heeft zijn identiteit niet bekend te maken aan de concerndirecteur, dan wel zijn leidinggevende, zendt de concerndirecteur een ontvangstbevestiging aan zijn vertrouwenspersoon.
Binnen een periode van acht weken vanaf het moment van de interne melding wordt ambtenaar dan wel, indien de ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan de concerndirecteur, de vertrouwenspersoon, door of namens de concerndirecteur schriftelijk op de hoogte gebracht van een inhoudelijk standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een integriteitschending.
Indien het standpunt niet binnen acht weken kan worden gegeven, wordt ambtenaar dan wel, indien de ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan de concerndirecteur, de vertrouwenspersoon, door of namens de concerndirecteur hiervan in kennis gesteld en wordt aangegeven binnen welke redelijke termijn hij een standpunt tegemoet kan zien.
De gemeentelijke Ombudsman onderzoekt een door ambtenaar gemeld vermoeden van een integriteitschending en legt zijn oordeel voor aan ambtenaar en aan de betreffende concerndirecteur. De ambtenaar kan de gemeentelijke Ombudsman verzoeken zijn identiteit bij de concerndirecteur of de leidinggevende niet bekend te maken. Ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.
De gemeentelijke Ombudsman bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een integriteitschending aan ambtenaar en stelt indien nodig de concerndirecteur op de hoogte van de melding.
De redelijke termijn, bedoeld in het eerste lid, onder c, is verstreken indien:
vanaf het moment van de interne melding binnen een periode van acht weken niet een standpunt van de concerndirecteur aan ambtenaar dan wel, indien de ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan de concerndirecteur, de vertrouwenspersoon die het vermoeden van een integriteitschending heeft gemeld, is bekendgemaakt, tenzij de concerndirecteur aan ambtenaar of de vertrouwenspersoon heeft medegedeeld dat hij niet binnen een periode van acht weken een standpunt van de concerndirecteur kan verwachten;
Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een integriteitschending is de gemeentelijke Ombudsman bevoegd bij de concerndirecteur alle inlichtingen in te winnen, die hij voor de vorming van zijn oordeel nodig acht. De concerndirecteur verschaft aan de gemeentelijke Ombudsman zowel schriftelijk als mondeling de gevraagde informatie.
Informatie, die op grond van enige wettelijke bepaling niet openbaar kan worden gemaakt of die een zodanig geheim karakter draagt, dat openbaarmaking naar het oordeel van burgemeester en wethouders het gemeentelijk belang ernstig zou kunnen schaden, wordt aan de gemeentelijke Ombudsman slechts ter hand gesteld onder voorwaarde, dat deze ter zake geheimhouding zal betrachten.
Indien de resultaten van een onderzoek daartoe aanleiding geven kan de gemeentelijke Ombudsman aan dit rapport aanbevelingen verbinden. De concerndirecteur deelt de ombudsman mee op welke wijze aan de aanbevelingen gevolg zal worden gegeven. Indien de concerndirecteur zich om dringende redenen van beleidsmatige aard niet met de aanbevelingen kan verenigen, stelt het de gemeentelijke Ombudsman zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen veertien dagen van die redenen op de hoogte.
Het rapport wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan de gemeentelijke Ombudsman verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die de gemeentelijke Ombudsman geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. De kosten van openbaarmaking komen ten laste van de concerndirecteur die het aangaat.
Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op personen die in dienst zijn van de gemeente Rotterdam, maar op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 2, tweede lid, onderdeel j., van de Wet privatisering ABP geen overheidswerknemer in de zin van deze wet zijn, uitzendkrachten en stagiaires.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 juni 2003.
De Secretaris, N. van Eck
De Burgemeester,R.M. de Faria, l.b.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 18 juni 2003
In dit artikel wordt een aantal definities gegeven. Ambtenaar wordt gedefinieerd als ambtenaar. Eveneens wordt in deze bepaling een definitie gegeven van een vermoeden van een integriteitschending.
In deze artikelen wordt de interne procedure vorm gegeven. Voorkeur heeft het dat ambtenaar het vermoeden van een integriteitschending meldt bij zijn leidinggevende. Acht ambtenaar het niet mogelijk de melding aan zijn leidinggevende te doen, kan hij de vertrouwenspersoon inschakelen. Deze stelt de leidinggevende en de concerndirecteur op de hoogte.
Indien zwaarwegende belangen toepassing van de leden 1 tot en met 6 in de weg staan, kan ambtenaar een vermoeden van een integriteitschending rechtstreeks melden aan de gemeentelijke Ombudsman volgens de externe procedure.
Dit artikel regelt de taakstelling van de gemeentelijke Ombudsman met betrekking tot de melding van een vermoeden van een integriteitschending.
In dit artikel wordt geregeld dat de gemeentelijke Ombudsman een ontvangstbevestiging stuurt naar ambtenaar die een vermoeden van een integriteitschending bij hem aanhangig heeft gemaakt. Indien nodig wordt eveneens de concerndirecteur waar ambtenaar werkzaam is, op de hoogte gebracht van de inhoud van de melding.
De gemeentelijke Ombudsman verklaart de melding niet ontvankelijk, indien de melding niet voldoet aan een aantal inhoudelijke en procedurele voorwaarden. In artikel 6, eerste lid, wordt aangegeven welke ontvankelijkheidseisen worden gesteld.
De gemeentelijke Ombudsman kan elk onderzoek, dat hij noodzakelijk acht, instellen naar aanleiding van de melding. Een cluster verleent alle medewerking aan het door de gemeentelijke Ombudsman gekozen onderzoek. De eventuele kosten van het onderzoek komen ten laste van het cluster die het betreft.
Daarenboven is de gemeentelijke Ombudsman ten behoeve van het onderzoek bevoegd alle inlichtingen bij het bevoegd gezag, te weten de concerndirecteur, in te winnen die hij voor zijn advies nodig acht. Het bevoegd gezag verschaft de gemeentelijke Ombudsman mondeling dan wel schriftelijk de gevraagde informatie met inachtneming van de wettelijke bepalingen ter zake.
Vraagt de gemeentelijke Ombudsman om informatie die niet kan of mag worden openbaar gemaakt, dan dient dit bij de aanbieding van de informatie aan de gemeentelijke Ombudsman te worden bekend gemaakt. Het derde lid van artikel 7 treft hiervoor een voorziening.
Indien een melding ontvankelijk is, staat de gemeentelijke Ombudsman voor de taak om de concerndirecteur te adviseren omtrent het gemelde vermoeden van een integriteitschending. Indien de resultaten van het onderzoek daartoe aanleiding geven, kan de gemeentelijke Ombudsman aan dit rapport aanbevelingen verbinden. De concerndirecteur deelt de gemeentelijke Ombudsman mee op welke wijze aan de aanbevelingen gevolg zal worden gegeven. Indien de concerndirecteur zich om dringende redenen van beleidsmatige aard niet met de aanbevelingen kan verenigen, wordt de gemeentelijke Ombudsman zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen veertien dagen van die redenen op de hoogte gesteld.
Het rapport wordt gezonden aan de concerndirecteur die het aangaat. Eveneens wordt het rapport in afschrift gezonden aan ambtenaar die het vermoeden van een integriteitschending heeft gemeld met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de informatie en de bestaande ter zake geldende wettelijke bepalingen.
In geanonimiseerde zin wordt het rapport openbaar gemaakt door de gemeentelijke Ombudsman met inachtneming van het vertrouwelijk karakter van de informatie en de bestaande ter zake geldende wettelijke bepalingen. De kosten, verbonden aan publicatie, komen voor rekening van het cluster die het betreft. De gemeentelijke Ombudsman kan besluiten van publicatie af te zien indien zwaarwegende belangen zich verzetten tegen openbaarmaking.
Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen hoe de aanbeveling wordt geïmplementeerd binnen het betreffende cluster. Er bestaat derhalve geen verplichting om de aanbeveling van de gemeentelijke Ombudsman over te nemen. Het oordeel is niet bindend, maar dient in dit verband wel als gezaghebbend te worden beschouwd. In artikel 9, tweede lid, is geregeld dat de concerndirecteur de gemeentelijke Ombudsman mededeelt of de aanbeveling al dan niet wordt opgevolgd.
Deze artikelen bevatten aanwijzingen over de wijze van publicatie van de jaarverslagen van de clusters en van de gemeentelijke Ombudsman.