Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Arbeidsovereenkomstenverordening 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingArbeidsovereenkomstenverordening 2002
CiteertitelArbeidsovereenkomstenverordening 2002
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGemeenteblad 2015, nr. 206

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 134, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2020Artt. 6, 9, 15

15-12-2015

Onbekend

Voorstel van de wethouder Financiën, Bestuur, Organisatie en  Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987
01-06-201201-01-2016wijz. 4

29-05-2012

Gemeenteblad 2012-50

Voorstel van de wethouder Financiën, Bestuur, Organisatie en  Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987
25-10-2004art. 9

23-10-2007

Gemeenteblad 2007-169

Voorstel van de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 23 oktober 2007; 07BSD15902
23-10-200423-11-2002art. 12

19-10-2004

Gemeenteblad 2004-166

Voorstel van de wethouder van Middelen en Sport, 8 oktober 2004, 04BSD17229
23-11-2002nieuwe regeling

19-11-2002

Gemeenteblad 2002-130

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 13 november 2002, P&O nr. 02/3790

Tekst van de regeling

Intitulé

Arbeidsovereenkomstenverordening 2002

Burgemeester en wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder Middelen d.d. 13 november 2002, (PenO nr. 02/3790);

gelet op artikel 134, tweede lid, van de Ambtenarenwet;

 

Besluiten:

vast te stellen de hierna volgende VERORDENING:

 

Arbeidsovereenkomstenverordening 2002

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1
  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder werknemer: degene met wie door of namens burgemeester en wethouders overeenkomstig de bepalingen van deze verordening een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten.

  • 2.

    Voor de toepassing van de artikelen van het Burgerlijk Wetboek, waarnaar in deze verordening wordt verwezen, wordt verstaan onder:

    • a.

      werkgever: burgemeester en wethouders;

    • b.

      arbeider: de werknemer.

Artikel 2

In bepaalde hogere functies kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen op verzoek van de werknemer een arbeidsovereenkomst afsluiten, waarbij besluiten en verordeningen die betrekking hebben op de werknemer in de zin van deze verordening, ten aanzien van de betrokkene geheel of gedeeltelijk buiten toepassing worden verklaard.

Artikel 3
  • 1.

    Arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht worden slechts gesloten met personen die op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 2, tweede lid, onderdeel j., van de Wet privatisering ABP geen overheidswerknemer in de zin van deze wet zijn.

  • 2.

    Artikel 125h van de Ambtenarenwet is van overeenkomstige toepassing op de persoon met wie een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten.

Artikel 4
  • 1.

    Van het sluiten der arbeidsovereenkomst wordt een schriftelijke akte in tweevoud opgemaakt, welke door beide partijen wordt ondertekend.

  • 2.

    In de akte worden behalve de gegevens, bedoeld in artikel 7:655, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, in elk geval de volgende gegevens vermeld:

    • a.

      de voornamen en geboortedatum van de werknemer;

    • b.

      indien de loonregeling geschiedt volgens de loonregeling voor overeenkomstig personeel in ambtelijke dienst, de functionele salarisklasse;

    • c.

      het cluster waar de werknemer zijn arbeid zal verrichten;

    • d.

      indien het een arbeidsovereenkomst op afroep betreft, de hoogte van het uurloon en de tijden waarbinnen de werkzaamheden waartoe kan worden opgeroepen, mogelijk zijn.

Artikel 5

Ten aanzien van minderjarigen met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht wordt gesloten is artikel 7:612 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Artikel 6
  • 1.

    Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in de door werkgever aangewezen functies kan in de regel slechts plaats vinden nadat betrokkene blijkens een geneeskundig onderzoek medisch geschikt wordt geacht voor de door hem te vervullen functie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat indienstneming in door hen aan te wijzen functies in de regel slechts kan plaats vinden, nadat ten aanzien van betrokkene een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag.

Artikel 7
  • 1.

    Behoudens het bepaalde in artikel 8 wordt de arbeidsovereenkomst gesloten volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst of bindend vastgestelde regeling, geldende voor overeenkomstig personeel in het particuliere bedrijf.

  • 2.

    Indien voor overeenkomstig personeel in het particuliere bedrijf geen collectieve arbeidsovereenkomst of bindend vastgestelde regeling tot stand is gekomen, zullen de bepalingen gelden van één der bedoelde regelingen vastgesteld voor een naar het oordeel van burgemeester en wethouders vergelijkbare personeelsgroep in het particuliere bedrijf.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat de loonregeling geschiedt volgens de loonregeling voor overeenkomstig personeel in ambtelijke dienst.

  • 4.

    Artikel 7:633 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing.

Artikel 8

Als naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen toepassing kan worden gegeven aan artikel 7, eerste en tweede lid, wordt de arbeidsovereenkomst beheerst door Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek en door het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk IV van het Ambtenarenreglement.

Artikel 9  

Op de werknemer is van toepassing het bepaalde bij of krachtens:

  • a.

    artikel 14a van het Ambtenarenreglement;

  • b.

    hoofdstuk VI van het Ambtenarenreglement, voor zover deze bepalingen niet in strijd zijn met de artikelen 7:634 tot en met 7:645 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 106, vijfde lid, 107, 108c, 119 en 120, derde lid, van het Ambtenarenreglement, tenzij voor hem op grond van artikel 7, eerste en tweede lid, soortgelijke regelingen gelden;

  • c.

    de artikelen 18a, 18b en 20 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016;

  • d.

    artikel 10 van de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

Artikel 10
  • 1.

    De werknemer die door ziekte is verhinderd zijn arbeid te verrichten heeft gedurende een periode van ten hoogste 52 weken, dan wel bij eerdere beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot de datum van beëindiging, recht op doorbetaling van de beloning. Op de beloning, als bedoeld in de vorige volzin, wordt het door de uitvoeringsinstelling aan de werknemer toegekende ziekengeld in mindering gebracht.

  • 2.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek is de werkgever verplicht bij de dood van de werknemer aan diens nagelaten betrekkingen over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die, waarin het overlijden plaatsvond, een uitkering te verlenen ten bedrage van het loon, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam.

  • 3.

    Onder nagelaten betrekkingen wordt verstaan de langstlevende der echtgenoten, van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, of bij ontstentenis van deze de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen.

  • 4.

    De overlijdensuitkering, bedoeld in het tweede lid, wordt verminderd met het bedrag van de uitkering, dat aan de nagelaten betrekkingen terzake van het overlijden van de werknemer toekomt krachtens een wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid.

Artikel 11

Ten aanzien van arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten volgens de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten of bindend vastgestelde regelingen, is het bepaalde in de artikelen 7:611, 7:652, 7:659 tot en met 7:661 en 7:667 tot en met 7:686 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, voor zover hiervan niet in die bepalingen wordt afgeweken.

Artikel 12

De arbeidsovereenkomst van een vreemdeling als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 kan te allen tijde zonder opzeggingstermijn worden beëindigd indien de vreemdeling niet langer beschikt over een tewerkstellingsvergunning, tenzij hij van deze verplichting is uitgezonderd krachtens artikel 3 of 4 van de Wet arbeid vreemdelingen.

Artikel 13

In de centrale commissie van georganiseerd overleg, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Ambtenarenreglement, wordt overleg gepleegd over voorstellen tot wijziging van deze verordening, alsmede over de op grond van deze verordening te treffen algemene regelingen, voorzover daarin niet wordt voorzien door het centraal overleg tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de tot dat overleg toegelaten centrales van overheidspersoneel.

Hoofdstuk II. Bijzondere bepalingen voor arbeidsovereenkomsten op afroep

Artikel 14

Dit hoofdstuk is slechts van toepassing op de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer zich heeft verbonden tot het op afroep verrichten van werkzaamheden van een in omvang wisselend karakter.

Artikel 15
  • 1.

    Het loon van de werknemer wordt uitgedrukt in een uurloon. Dit uurloon bedraagt 1/156ste deel van het loon bij een volledigdienstverband.

  • 2.

    In afwijking van artikel 7 en 8 is artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.

  • 3.

    Indien de werknemer arbeid verricht, heeft hij aanspraak op ten minste twee maal het uurloon.

  • 4.

    Op maandbasis wordt aan de werknemer ten minste een bedrag van vijftien maal het uurloon uitbetaald.

  • 5.

    Aan de werknemer die in een kalenderkwartaal gedurende meer dan 45 uren heeft gewerkt, wordt het loon over de uren waarmee het aantal van 45 uren is overschreden, uitbetaald in de eerste maand die op dat kwartaal volgt.

Artikel 16
  • 1.

    Indien zich binnen het cluster waar de werknemer zijn arbeid zal verrichten, werkzaamheden voordoen die een beroep op de arbeid van de werknemer rechtvaardigen, worden deze werkzaamheden aan hem aangeboden. Indien meerdere werknemers voor zo'n aanbod in aanmerking komen, worden de werkzaamheden naar evenredigheid aan hen aangeboden.

  • 2.

    Een oproep wordt in de regel ten minste 24 uren voor de aanvang van de werkzaamheden aan de werknemer kenbaar gemaakt. Hierbij wordt de omvang van de werkzaamheden zo nauwkeurig mogelijk aangegeven.

  • 3.

    Een oproep kan worden ingetrokken of afgezegd, indien de intrekking, respectievelijk de afzegging, uiterlijk 12 uur voor de aanvang van de werkzaamheden aan de wederpartij wordt kenbaar gemaakt. Indien de oproep binnen de termijn, genoemd in de vorige volzin, wordt ingetrokken, behoudt de werknemer zijn aanspraak op loon over de periode waarvoor de oproep gold.

  • 4.

    De omstandigheid dat de werknemer gedurende twaalf maanden ten minste vier maal geen gehoor heeft gegeven aan een oproep, welke hem ten minste 24 uren voor de aanvang van de werkzaamheden kenbaar is gemaakt, zonder dat hij wegens ziekte of een andere geldige reden, als bedoeld in de artikelen 7:629 en 7:629b van het Burgerlijk Wetboek, verhinderd was om de werkzaamheden te verrichten, kan gelden als een grond voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Artikel 17

Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing, indien de werknemer wegens ziekte ongeschikt wordt tot het verrichten van zijn arbeid, nadat hij heeft toegestemd in het verrichten van de werkzaamheden waarvoor hem een oproep is kenbaar gemaakt.

Hoofdstuk III. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening van 28 augustus 1969, Gemeenteblad 1969 nr. 88 (Arbeidsovereenkomstenverordening).

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van plaatsing in het Gemeenteblad en kan worden aangehaald als Arbeidsovereenkomstenverordening 2002.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 november 2002.

De Secretaris, A. Liedorp, l.s.

De Burgemeester, I.W. Opstelten

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 22 november 2002