Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling inzake vergoeding wegens bezwarende arbeidsomstandigheden |
Citeertitel | Regeling bezwarende omstandigheden 2002 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 2002-129 gecons |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2012 | 04-04-2013 | Art. 1 | 29-05-2012 Gemeenteblad 2012-50 | Voorstel van wethouder Financien, Bestuur, Organisatie en Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987 | |
23-11-2002 | 01-07-2001 | nieuwe regeling | 19-11-2002 Gemeenteblad 2002-129 | Voorstel van de wethouder van Middelen, 13 november 2002, P&O nr. 02/4732 |
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,
Gelezen het voorstel van de wethouder van Middelen d.d. 13 november 2002 (P&O nr. 02/4732);
Gelet op artikel 4, eerste lid, en artikel 35, eerste lid, onder e, van het Ambtenarenreglement;
Vast te stellen de hierna volgende regeling inzake vergoeding wegens bezwarende arbeidsomstandigheden.
In deze regeling wordt verstaan onder:
inconveniënten: bezwarende arbeidsomstandigheden tijdens de uitoefening van de functie, die niet opgeheven kunnen worden door toepassing van middelen of andere oplossingen, die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werknemer maar die binnen de grenzen van toelaatbaarheid volgens geldende (wettelijke) normen en voorschriften blijven;
De ambtenaar in werkelijke dienst, die tijdens het verrichten van zijn arbeid feitelijk inconveniënten ondergaat, heeft aanspraak op een vergoeding, overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen. De aanspraak op vergoeding is situatiegebonden en eindigt wanneer de situatie zich niet meer voordoet.
De vergoeding wordt vastgesteld met inachtneming van de hierna volgende tabel.
Vaste vergoeding per maand, zijnde onderstaand percentage van salaris SK 5/10, van bijl, Bezoldigingsbesluit 1993 | Incidentele vergoeding op maandbasis, zijnde onderstaand percentage van salaris SK 5/10, van bijl, Bezoldigings-besluit 19931 | ||
---|---|---|---|
BIJLAGE BEHORENDE BIJ REGELING BEZWARENDE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 2002
Toelichting en nadere richtlijnen
De uitoefening van de functie vindt plaats onder bepaalde omstandigheden: de arbeidsomstandigheden. De arbeidsomstandigheden waaronder gewerkt mag worden, worden begrensd door wettelijke kaders. De arbeidsomstandigheden worden beïnvloed door hulpmiddelen die tijdens het werk worden gebruikt, omgevingsfactoren en de aard van het werk. Wanneer zich tijdens het verrichten van werk bezwarende arbeidsomstandigheden voordoen, dient in de eerste plaats naar middelen c.q. oplossingen te worden gezocht om bezwarende arbeidsomstandigheden op te heffen. Er zijn situaties waarin het niet mogelijk is om de bezwarende arbeidsomstandigheden op te heffen. Deze regeling voorziet in een vergoeding voor bezwarende arbeidsomstandigheden die (nog) niet opgeheven kunnen worden en negatieve gevolgen kunnen hebben (bezwarende arbeidsomstandigheden of wel inconveniënten), die een bepaalde mate van bezwaarlijkheid te boven gaan maar binnen de wettelijke kaders vallen. In de onderhavige regeling is, in tegenstelling tot de oude regeling (P&O-circulaire 91/37 en 2001/20), het onderscheid tussen VG-sector en NIET-VG-sector komen te vervallen omdat de aanspraak op vergoeding voor de VG-sector een zogenaamde “dode letter” was.
Voor het bepalen van de toelaatbaarheid van de in het werk voorkomende bezwarende omstandigheden, alsmede het vaststellen van nieuwe normen en waarden dienen ter zake deskundigen te worden geraadpleegd, waaronder in ieder geval de Arbo-dienst.
Het feitelijk ondervinden van inconveniënten impliceert dat de vergoeding gekoppeld is aan een situatie (omstandigheden) en dus niet aan een functie en dat wanneer de situatie eindigt ook geen aanspraak meer bestaat op vergoeding. De arbeidsomstandigheden die bij de vaststelling van deze regeling in beschouwing zijn genomen zijn houdings- en bewegingsbelasting, lawaai, schadelijke stoffen en trillingen. De vaststelling van de punten, die de basis vormen voor de vergoeding, geschiedt door een decentrale inconveniëntencommissie. Voor het bepalen van de grens van toelaatbaarheid van de bezwarende arbeidsomstandigheden dienen deskundigen (o.a. bedrijfsarts en/of veiligheidsdeskundige) te worden geraadpleegd.
In verband met vakantieverlof is de vergoeding gecorrigeerd met een factor 48/52, waardoor de vaste vergoeding ook tijdens de vakantieperiode kan worden betaald. Bij seizoenwerk en waarneming andere functie (die onder de incidentele vergoeding vallen) is deze correctie niet van toepassing. Inconveniënten tijdens overwerk worden geacht te zijn verdisconteerd in de overwerkvergoeding en vallen derhalve buiten deze regeling. Er wordt geen vergoeding betaald over de kalendermaand, waarin in het geheel geen actieve dienst is verricht, anders dan wegens vakantie. De vergoeding is pensioengevend inkomen in de zin van het pensioenreglement, maar geen bezoldiging in de zin van artikel 1, eerste lid, onder j, van het Ambtenarenreglement. Dit impliceert dat er geen vakantietoelage over wordt berekend, geen doorbetaling plaatsvindt tijdens ziekte (zie ook artikel 4, vierde lid), de vergoeding niet in aanmerking komt voor doorbetaling na ontslag als bedoeld in artikel 88, zesde lid van het Ambtenarenreglement en geen betaling plaats vindt tijdens non-activiteit/schorsing (hetgeen overigens het woord feitelijk in artikel 2, eerste lid, al aangeeft). De betaling van de vergoeding vindt maandelijks plaats gelijktijdig met de salarisbetaling. Bij het verminderen of vervallen van de aanspraak op vergoeding wordt geen overgangs- of afbouwregeling toegepast.
In verband met de per 1 januari 2002 gestarte eliminatie van het zogenaamde oude “2-Up-stelsel” is de vergoeding nu gekoppeld aan SK 5 pn 10 NS, opgenomen in bijlage B.1. van het Bezoldigingsbesluit 1993. (Voorheen werd uitgegaan van SK 5 pn 8 OS, opgenomen in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit 1993). Door de koppeling aan de nieuwe salarisstructuur zijn de percentages gewijzigd om het geldende bedrag (laatstelijk vastgesteld in arbeidsvoorwaardenakkoord 2000-2002) te handhaven.
Dit betreft een zogenaamd anti-cumulatiebeding. Hiermee wordt voorkomen dat voor hetzelfde inconveniënt uit verschillende bronnen meerdere malen een vergoeding wordt verkregen.
Bij het vaststellen van de vergoeding is uitgegaan van voltijdarbeid. Vergoeding naar rato dient behalve bij deeltijd (vrijwillig en wegens afkeuring) ook toegepast te worden bij gedeeltelijk ziek zijn, d.w.z. dat de functie voor een gedeelte van de normale tijd wordt vervuld. Zulks uiteraard onder voorwaarde dat de conditie waaronder gewerkt wordt, de inconveniënten die normaliter worden geleden ook dan feitelijk worden ondervonden. Let wel, het betreft hier dus geen aangepast of lichter werk.