Functie 0: BESTUUR | | |
- 000.01: Gemeentewet: artikel 160, eerste lid, onder a: Voor zover het betreft het namens de gemeente aanvragen van vergunningen, toestemmingen, concessies, e.d. binnen de gemeente Rotterdam welke nodig zijn bij de uitoefening van de ingevolge deze lijst overgedragen bevoegdheden. | dagelijks bestuur | |
- 000.02: Gemeentewet: de artikelen 125 en 135 met betrekking tot: de bevoegdheden van de deelraad en zijn dagelijks bestuur; de handhaving van door de raad voor het gebied van de deelgemeente vastgestelde bestemmingsplannen of leefmilieuverordeningen. | dagelijks bestuur | |
- 000.03. Algemene wet bestuursrecht: artikel 5:21; artikel 5:22; artikel 5:23; artikel 5:24; artikel 5:25; artikel 5:26; artikel 5:27; artikel 5:28; artikel 5:29; artikel 5:30; artikel 5:31; artikel 5:32; artikel 5:33; artikel 5:34; artikel 5:35; artikel 5:36; met betrekking tot: - de bevoegdheden van de deelraad en zijn dagelijks bestuur; - de handhaving van door de raad voor het gebied van de deelgemeente vastgestelde bestemmingsplannen, leefmilieuverordeningen. | dagelijks bestuur | Indien het tweede lid van artikel 5:27 Awb wordt toegepast, dient het dagelijks bestuur van de deelgemeente dit vooraf te melden aan de burgemeester. |
- 000.03.01 Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:5. | dagelijks bestuur | |
- 000.04: Inspraakverordening Rotterdam 2005: a. ten aanzien van de bevoegdheden voortvloeiende uit de Deelgemeenteverordening 2002 voor zover het beleidsvoornemens betreft met betrekking tot bevoegdheden die door middel van de Lijst van bevoegdheden behorende bij de Deelgemeenteverordening 2002 op de deelgemeenten aan de deelraden zijn overgedragen; b. ten aanzien van de gemeentelijke bevoegdheden voor zover het beleidsvoornemens betreft met betrekking tot de vaststelling of wijziging van: bestemmingsplannen; leefmilieuverordeningen; stadsvernieuwingsplannen. | dagelijks bestuur | Een inspraakprocedure in het geval van beleidsvoornemens in het kader van de onder b. genoemde bevoegdheden is op basis van de Inspraakverordening Rotterdam 2005 alleen vereist indien burgemeester en wethouders of de gemeenteraad nadrukkelijk hebben besloten tot het doorlopen van een inspraakprocedure. Alleen wanneer een dergelijk besluit is genomen ontstaat voor de onder b. genoemde bevoegdheden de bevoegdheid een inspraakprocedure te doorlopen. |
- 000.05: Verordening Algemene Subsidievoorwaarden 2001 een en ander voor zover het betreft het subsidiëren van activiteiten waarbij een deelgemeentelijk belang aan de orde is. - 000.05a : Subsidieverordening Rotterdam 2005, met uitzondering van artikel 16 en uitsluitend voor zover het betreft het subsidi:eren van activiteiten waarbij een deelgemeentelijk belang aan de orde is, en voor zover het het stellen van nadere regels betreft, slechts voor zover het gemeentebestuur daarin niet reeds heeft voorzien - 000.05b : Rotterdam 2005 | dagelijks bestuur dagelijks bestuur deelraad (artikel 2, onder a dagelijks bestuur | Het college blijft bevoegd tot het uitoefenen van bevoegdheden op grond van deze verordening, zij het dat in het geval subsidie door het deelgemeentebestuur is verleend aan X uit hoofde van een uit de Deelgemeenteverordening 2002 en de bijbehorende bevoegdhedenlijst voortvloeiend belang, het gemeentebestuur slechts uit andere hoofde dezelfde X een subsidie toe kan kennen. Indien een nadere regel of een beleidsregel van het gemeentebestuur reeds eenonderwerp regelt, kan het deelgemeentebestuur met betrekking tot dit onderwerp geen andere nadere regels of beleidsregels vaststellen. De bijlage met beleidsdoelen, bedoeld in artikel 2, onder a, wordt door de deelraad vastgesteld. |
- 000.06: Artikel 149 van de Gemeentewet: enkel voorzover het betreft het vaststelllen van een Verordening burgerinitiatief. | Deelraad | |
Functie 1: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID | | |
- 001.01: Drank- en Horecawet: met uitzondering van: artikel 4, derde lid; artikel 20, vijfde lid; artikel 23; artikel 26, tweede lid; artikel 32, eerste lid, voor zover dat betreft de bevoegdheid van de burgemeester tot het doen van een intrekkingsvoorstel; artikel 35. | dagelijks bestuur | |
- 001.02: Wet op de kansspelen: artikel 3; artikel 5; artikel 6. | dagelijks bestuur | |
- 001.03: Wet op de dierenbescherming: artikel 2. | dagelijks bestuur | Bij de vergunningverlening wordt het Honden- en kattenbesluit 1999 gehanteerd. |
001.04: Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2008: artikel 2.1.9, met uitzondering van de genoemde bevoegdheden van de burgemeester en het tweede lid, onder f; artikel 2.1.9a; artikel 2.1.11; artikel 2.1.12; artikel 2.1.13; artikel 2.1.14; artikel 2.1.15; artikel 2.1.16; artikel 2.1.17; artikel 2.1.18; artikel 2.1.19; artikel 2.1.21; artikel 2.1.23; artikel 2.4.2; artikel 2.4.3; artikel 2.4.9; artikel 2.4.10; artikel 2.4.10a; artikel 2.4.10b; artikel 2.4.11; artikel 2.7.3; artikel 4.1.5; artikel 4.3.5; artikel 4.3.6; artikel 4.3.8; artikel 4.4.1; artikel 4.4.2; artikel 4.4.3; artikel 4.4.4; artikel 4.4.5; artikel 4.4.6; artikel 4.4.7; artikel 4.4.8; artikel 4.4.9; artikel 4.4.11; artikel 4.4.12; artikel 4.4.13; artikel 4.4.14; artikel 4.5.1; artikel 4.5.2; artikel 4.5.3; artikel 4.6.1; artikel 5.1.1; artikel 5.1.2; artikel 5.1.3; artikel 5.1.4; artikel 5.1.5; artikel 5.1.6; artikel 5.1.7; artikel 5.1.8; artikel 5.1.10; artikel 5.1.11; artikel 5.1.12; artikel 5.1.13; artikel 5.2.1; artikel 5.2.2; artikel 5.2.4; artikel 5.2.5; artikel 5.2.7; artikel 5.2.7a; artikel 5.2.8; artikel 5.2.12; artikel 5.3.1; artikel 5.3.1a; artikel 5.3.1b; artikel 5.3.2; artikel 5.3.3; artikel 5.3.4; artikel 5.3.5; artikel 5.3.6; artikel 5.3.7; artikel 5.4.1; artikel 5.7.2; artikel 5.7.3; artikel 5.7.4; artikel 5.7.5; artikel 5.7.6. | dagelijks bestuur | |
- 001.05: Afvalstoffenverordening Rotterdam 2008: artikel 11, voor zover dat betreft de wijkgebonden huis-aan-huis-inzameling door personen, instellingen en verenigingen, die een sociaal, cultureel of maatschappelijk doel nastreven; artikel 29; artikel 30; artikel 31; artikel 32; artikel 33. | dagelijks bestuur | |
Functie 2: VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT | | |
- 002.01: Gemeentewet: artikel 147, tweede lid, voor zover dat betreft de vaststelling van herprofilerings- en herbestratingsplannen en de aanleg van verkeersdrempels en –geleiders; artikel 160, voor zover het de zorg betreft voor de instandhouding, bruikbaarheid, vrijheid en veiligheid van de openbare (water)wegen, veren, bruggen, straten, plantsoenen, pleinen en andere openbare buitenruimte; artikel 160, voor zoveel dit betreft het bepalen van de plaats van straatmeubilair van Brandweer, RET en ROTEB. | deelraad (147, tweede lid), dagelijks bestuur | Indien bij het uitoefenen van deze bevoegdheden: (onderdelen van) de hoofdinfrastructuur ten behoeve van: het openbaar vervoer, de energievoorziening, de telecommunicatie, of de hoofd- en verzamelwegen zoals aangeduid in het Beleidsplan Verkeer en Vervoer 1993 in het geding zijn, dient dit tijdig vooraf aan het college te worden gemeld. |
- 002.02: Wegenverkeerswet 1994: artikel 18; artikel 148; artikel 149; artikel 150; artikel 153. | deelraad (18, 149), dagelijks bestuur | Indien bij het uitoefenen van deze bevoegdheden: (onderdelen van) de hoofdinfrastructuur ten behoeve van het openbaar vervoer, of de hoofd- en verzamelwegen zoals aangeduid in het Beleidsplan Verkeer en Vervoer 1993 in het geding zijn, dient dit tijdig vooraf aan het college te worden gemeld. |
- 002.03: (Vervallen) | | |
| | |
Functie 3: | | |
- 003.01: Gemeentewet: artikel 160, eerste lid, onder h (markten). | dagelijks bestuur | |
- 003.02: Verordening op de Markten: artikel 2; artikel 3; artikel 6, tweede lid; artikel 12; artikel 13, eerste lid; artikel 21, onder a. | deelraad (2, 3), dagelijks bestuur | |
- 003.03: Reglement op de Markten: artikel 2, voor zoveel dat betreft wijziging van de daarin vastgestelde uren en tijdstippen; en, artikel 3, tweede lid, voor zoveel dat betreft maatregelen binnen de deelgemeente. | dagelijks bestuur | De in artikel 2 van het Reglement op de Markten vastgelegde uren en tijdstippen zijn van kracht indien door een deelraad op grond van artikel 21 van de Verordening op de Markten niet anders besloten is. |
- 003.04: Winkeltijdenwet. | deelraad (3, derde en vierde lid, 4, tweede lid, 7, eerste en tweede lid), dagelijks bestuur | |
- 003.05: . | deelraad (12, tweede lid), dagelijks bestuur | |
| | |
Functie 4:ONDERWIJS | | |
- 004.01: Wet educatie en beroepsonderwijs: artikel 2.3.3; artikel 2.3.4, voor zover het betreft de bepaling van de prioriteiten, doelgroepen en omvang van de educatieve activiteiten, gericht op sociale redzaamheid en Nederlands als tweede taal (kwalificatieniveaus 1 en 2). | deelraad | a.De deelgemeentebesturen stellen jaarlijks zo mogelijk vóór 1 juni voor het daarop volgende kalenderjaar de prioriteiten voor de wijkgerichte educatie vast, waarbij in voorkomende gevallen onderscheid wordt gemaakt naar doelgroepen. Onder wijkgerichte educatie wordt verstaan de kwalificatieniveaus 1 en 2 van de in de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) omschreven educatieve activiteiten gericht op sociale redzaamheid en Nederlands als tweede taal. Binnen twee weken na vaststelling sturen zij een afschrift van hun besluit aan de dienst Stedelijk Onderwijs (DSO). b. Als onderdeel van het besluit, bedoeld in artikel 2.3.3 van de Web stelt de raad jaarlijks uiterlijk op 1 november voor het daaropvolgende kalenderjaar vast welk deel van het van het Rijk ontvangen budget voor educatie wordt bestemd voor de in het vorige lid bedoelde prioriteiten en doelgroepen. Daarbij wordt tevens het budget per deelgemeente vastgesteld. Alvorens dit besluit te nemen wordt dit voor advies voorgelegd aan de portefeuillehouders van de deelgemeenten in het periodiek bestuurlijk overleg. c. Met inachtneming van het onder b. genoemde besluit stellen de deelgemeentebesturen de omvang en de soort vast van de educatieve activiteiten bedoeld onder a als basis voor offerte bij de Regionale Opleidingen Centra (ROC’s). De besprekingen over prijs, levertijd en kwaliteit van de activiteiten worden door de vertegenwoordigers centraal gevoerd door of namens het college. d. De deelgemeentelijke activiteiten worden tezamen met de stedelijke en regionale activiteiten voor educatie opgenomen in de jaarlijks vóór 31 december van het daaropvolgende kalenderjaar door het college op grond van artikel 2.3.4 Web met de ROC’s te sluiten inkoopovereenkomsten educatie. |
| | |