Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Alkmaar

Verordening havengelden 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Alkmaar
Officiële naam regelingVerordening havengelden 1995
CiteertitelVerordening havengelden 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 228, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b 
  2. Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-11-201101-12-2012Tarieventabel

01-11-2011

Officiële Mededelingen, 09-11-2011

18-12-201012-11-2011Tarieventabel

04-11-2010

Officiele mededelingen, 15-12-2010

14-11-200918-12-2010nieuwe regeling

05-11-2009

Officiële mededelingen, 11-11-2009

Tekst van de regeling

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van het liggen en/of meren van vaartuigen in gemeentewater, en/of aan kaden en terreinen, welke bij de gemeente in eigendom of in beheer en onderhoud zijn, worden onder de naam van havengelden rechten geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuigen: alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd danwel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen, drijvende werktuigen zoals een werkvlot, ponton, elevator, drijvende kraan, sleep- of duwboot, bok, zandzuiger, baggermolen e.d., alsmede balken, stammen, palen, vlotten e.d. die in het water worden vervoerd;

  • b.

    meren: het vastmaken van vaartuigen aan de daartoe bestemde middelen, onverschillig of die middelen eigendom van de gemeente of derden zijn, of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vast gemaakt;

  • c.

    gemeentewater: vaarwater, dat aan de gemeente in eigendom toebehoort alsmede vaarwater, dat bij de gemeente in onderhoud is of waarover de gemeente het beheer heeft;

  • d.

    havenmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangestelde ambtenaar of diens vervanger;

  • e.

    vrachtschepen: vaartuigen, uitsluitend of in hoofdzaak, gebezigd voor het vervoer anders dan van personen, welke conform de Rijksverkeersinspectie daartoe een vergunning hebben;

  • f.

    passagiers- en charterschepen: alle vaartuigen, die een openbaar middel van vervoer zijn, of dit niet zijnde, uitsluitend of in hoofdzaak worden gebezigd voor het vervoer van personen tegen betaling;

  • g.

    andere vaartuigen: vaartuigen niet vallende onder e. en f.;

  • h.

    zomerseizoen: de periode van 1 mei tot en met 30 september;

  • i.

    winterseizoen: de periode van 1 oktober tot en met 30 april.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten als bedoeld in artikel 1 worden geheven van degene, die als schipper of gezagvoerder het vaartuig onder zijn verantwoordelijkheid heeft, of van de beheerder of gebruiker van het vaartuig, hierna te noemen belastingplichtige.

Artikel 4 Tijdstip van verschuldigdheid

De rechten worden verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip, waarop:

  • a.

    een vaartuig afmeert;

  • b.

    een reeds gemeerd vaartuig wegens voortgezet verblijf gemeerd blijft, nadat het tijdvak waarvoor rechten zijn betaald, is verstreken.

Artikel 5

De in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen tarieven per week, per maand en per jaar zijn uitsluitend van toepassing, indien het verzoek om toepassing daarvan bij de aanvang van het bij het tarief behorende tijdvak is gedaan.

Artikel 6

De belastingplichtige is gehouden, voor zover het een vrachtschip betreft, de geldige rijksmeetbrief, buitenlandse meetbrief of een ander gelijkwaardig document, waaruit de maximaal toelaatbare waterverplaatsing of bruto-inhoud blijkt, te tonen en voor zover het overige vaartuigen betreft, een schriftelijke verklaring over te leggen, inhoudende de grootste lengte van het vaartuig.

Artikel 7

Bij het ontbreken van de onder artikel 6 genoemde bescheiden, of bij weigering van de belastingplichtige deze bescheiden te tonen, wordt de waterverplaatsing of bruto-inhoud door burgemeester en wethouders vastgesteld en worden de rechten naar de uitkomst daarvan geheven.

Artikel 8 Heffingsgrondslag

  • 1.

    De heffingsgrondslag voor het berekenen van de verschuldigde rechten is voor:

    • a.

      vrachtschepen: de maximum toelaatbare waterverplaatsing in m³ c.q. de bruto-inhoud in m³;

    • b.

      passagiers- en charterschepen: de lengte van het vaartuig in strekkende meters;

    • c.

      andere vaartuigen: de lengte in strekkende meters.

  • 2.

    Voor het berekenen van de rechten worden gedeelten van kubieke en strekkende meters gerekend voor hele meters.

Artikel 9

Bij het berekenen van de verschuldigde rechten wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: 24 achtereenvolgende uren;

  • b.

    week: 7 achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een aaneengesloten periode van 30 dagen;

  • d.

    jaar: 1 kalenderjaar; of een gedeelte daarvan.

Artikel 10

Het havengeld wordt, afhankelijk van de gebieden, geheven naar de tarieven opgenomen in de tot deze verordening behorende gewaarmerkte tabel en kaart. Indien in de loop van het jaar een vaartuig, waarvoor overeenkomstig deze verordening bij wijze van abonnement havengeld is geheven, door een ander wordt vervangen, blijft het bewijs van betaalde rechten geldig, behoudens de verplichting tot bijbetaling van het eventueel meer verschuldigde en onverminderd het recht op teruggaaf van rechten overeenkomstig artikel 11, lid b..

Artikel 11

  • a.

    Teruggaaf van rechten vindt plaats, indien de vaarwateren door buitengewone omstandig-heden, vorst daaronder niet begrepen, gesloten zijn geweest. Het terug te betalen bedrag wordt berekend naar evenredigheid van de duur der stremming.

  • b.

    Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, wordt vervangen door een ander vaartuig, waarvan het verschil in waterverplaatsing of lengte tenminste respectievelijk 5 m³ of 2 m¹ minder bedraagt, wordt het havengeld naar evenredigheid verminderd, waarbij de vermindering wordt toegepast voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar nog volle maanden overblijven.

Artikel 12 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota, kennisgeving of andere schriftuur, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 13 Vrijstellingen

Geen rechten worden geheven voor:

  • a.

    vaartuigen die gebruik maken van de haven en de kaden alléén op zondag of een erkende christelijke of nationale feestdag;

  • b.

    vaartuigen, waarvoor precariorecht is verschuldigd;

  • c.

    vaartuigen, behorende aan de gemeente Alkmaar, aan de provincie Noord-Holland of aan een waterschap, voor zover deze vaartuigen uitsluitend voor de openbare dienst worden gebruikt;

  • d.

    vaartuigen van een aannemer van werken voor de gemeente, de provincie of een waterschap, voor zover deze vaartuigen voor de aangenomen werken worden gebruikt;

  • e.

    vaartuigen, in dienst van het rijk of van een vreemde mogendheid, mits deze geen passagiers of goederen tegen betaling vervoeren;

  • f.

    een jol of een sloep, behorende tot de inventaris van een vaartuig, die alleen tot onmiddellijke scheepsdienst of tot het overbrengen van de bemanning wordt gebruikt;

  • g.

    vaartuigen, die het watergebied van Alkmaar binnenkomen om aan een van de scheepswerven, die binnen het watergebied van Alkmaar liggen, te worden gerepareerd, zonder in dit gebied te laden of te lossen of werkzaamheden te verrichten, die geen rechtstreeks verband houden met de reparatie van deze vaartuigen;

  • h.

    een nieuw gebouwd vaartuig, binnen het watergebied van Alkmaar van een scheepshelling of een werf te water gelaten;

  • i.

    vaartuigen ten dienste van of in het kader van de 8 oktober-viering en de intocht van Sint Nicolaas;

  • j.

    vaartuigen die in gebruik zijn als terras.

Artikel 14 Machtiging tot Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan één of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de havengelden, met uitzondering van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 245 van de Gemeentewet.

Artikel 15 Verzending van aanslagen

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de terpostbezorging of uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de betrokken in artikel 212, tweede lid ,van de Gemeentewet (Stb. 1993, 611) bedoelde gemeente-ambtenaar een andere gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.

Artikel 16 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.

Artikel 17 Vrijstelling invorderingsrente bij uitstel van betaling

Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend, wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal minder is dan € 23.

Artikel 18 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze heffing wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, verleend.

Artikel 19 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening havengelden 1991" van 29 november 1990, goedgekeurd bij besluit van 21 maart 1991, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de havengelden in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1995.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening havengelden 1995".

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 1994, nr. 7d.

Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 29 december 1994, nr. 94.010414.

Gepubliceerd in het gemeenteblad op 30 december 1994.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 4 november 2008, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 5 november 2009.

Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 11 november 2009.

De Tarieventabel 1995, behorende bij de Verordening havengelden 1995:

Gebieden, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart:

  • -

    gebied I: passantengebied.

  • -

    gebied II: niet-passantengebied, zijnde alle gemeentelijke oevers/ kaden en wateren in de gemeente, uitgezonderd die, welke zijn aangeduid als behorende tot gebied I en III.

  • -

    gebied III: bestemd voor vaartuigen, welke in dit gebied afgemeerd liggen en daarvoor toestemming hebben krachtens artikel 31, tweede lid van de Scheepvaart- en havenverordening.

per m³ met dien verstande dat tenminste 150 m³ in rekening wordt gebracht:
(tarief geldt voor gebied I en gebied II)
1. per dag€ 0,05
2. per 2 dagen (laden en lossen)€ 0,09
3. per week€ 0,14
4. bij abonnement per jaar€ 3,88
B. Passagiers- en charterschepen per m1
 gebied Igebied II
 zomerseizoenwinterseizoen 
per m1 met dien verstande dat tenminste 10 m1 in rekening wordt gebracht:
1. per dag0,750,75n.v.t.
2. per weekn.v.t.1,30n.v.t.
3. per maandn.v.t.4,05n.v.t.
4. per seizoenn.v.t.14,3014,30
5. bij abonnement per jaar:n.v.t.n.v.t.18,05
C. Andere vaartuigen per m1 
 gebied Igebied IIgebied III
 zomerseizoenwinterseizoen  
per m1 met dien verstande dat tenminste 7 m1 in rekening wordt gebracht:
1. per dag0,850,85n.v.t.n.v.t.
2. per weekn.v.t.2,001,00n.v.t.
3. per maandn.v.t.6,003,30n.v.t.
4. per seizoenn.v.t.21,60n.v.t.n.v.t.
5. bij abonnement per jaar:    
a. 10 aangewezen boxen afgesneden Kanaalvak en ligplaatsen Voormeer59,75n.v.t.n.v.t.n.v.t.
b. overige plaatsenn.v.t.18,05n.v.t.n.v.t.
c. opleidingsschepenn.v.t.n.v.t.4,45n.v.t.

Artikel 4

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het reserveren van een ligplaats in de gemeentelijke wateren of aan bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde overs en/of kaden is alleen mogelijk voor passagiers- en charterschepen. Hiervoor wordt € 0,25 per strekkende meter te reserveren ruimte in rekening gebracht.

Artikel 5

De in de tarieventabel genoemde tarieven zijn inclusief BTW.