Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ambtelijke bijstand |
Citeertitel | Verordening ambtelijke bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-04-2003 | 13-01-2015 | nieuwe regeling | 03-03-2003 Gemeenteblad, 04-03-2003 | Onbekend. |
Verzoeken om informatie en/of mondeling advies van de leden van de raad worden rechtstreeks gericht aan het betreffende sectorhoofd, respectievelijk aan de betreffende beleidsambtenaar.
De leden van de raad, die schriftelijk advies en/of ambtelijke bijstand wensen, wenden zich daarvoor schriftelijk of mondeling tot de griffier, waarna de ondersteuning in overleg met de gemeentesecretaris vanuit de organisatie ter beschikking wordt gesteld. De gemeentesecretaris kan één of meer ambtenaren aanwijzen die het gevraagde schriftelijk advies en/of de gevraagde ambtelijke bijstand verstrekken c.q. verlenen.
De gemeentesecretaris draagt zorg voor het verstrekken van schriftelijk advies en/of het verlenen van ambtelijke bijstand tenzij:
Wanneer de gemeentesecretaris van mening is dat zich een geval voordoet waarin géén schriftelijk advies en/of ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verstrekt respectievelijk verleend, treedt hij in overleg met de griffier. Wordt in dit overleg geen overeenstemming bereikt, dan legt de gemeentesecretaris het verzoek om schriftelijk advies en/of ambtelijke bijstand voor aan het college en doet hij daarvan mededeling aan de indiener van het verzoek.
Indien een verzoek om schriftelijk advies en/of ambtelijke bijstand door het college niet wordt gehonoreerd, legt de griffier dit ter beoordeling via het presidium voor aan de raad.
De gemeentesecretaris bespreekt de in het eerste lid bedoelde zaak met de betrokken ambtenaar en deelt het raadslid de uitkomst van die bespreking mede, door tussenkomst van de griffier. Mocht het raadslid zich niet kunnen vinden in deze uitkomst, dan kan hij de zaak voorleggen aan het presidium en via het presidium aan de raad. De raad beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.
Indien de gemeentesecretaris zelf de informatie, het advies en/of de ambtelijke bijstand aan een lid van de raad heeft verstrekt c.q. verleend en het raadslid is niet tevreden over de verstrekte informatie, het verstrekte advies en/of de verleende bijstand, kan het raadslid de zaak door tussenkomst van de griffier voorleggen aan het college.
Vastgesteld bij raadsbesluit van 3 maart 2003.
Bekend gemaakt in het gemeenteblad op 4 maart 2003.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad van 12 maart 2003.
De ambtelijke bijstand waarop de raad en de leden van de raad een beroep kunnen doen, kent drie vormen: informatie, advies en ambtelijke bijstand.
Het begrip informatie is afgeleid uit de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wet van 31 oktober 1991,
Stb. 703). Onder 'gegevens neergelegd in schriftelijk stukken' vallen niet alleen de door de gemeente zelf gecreëerde stukken maar ook van buiten komende stukken en ander voor de gemeente bestemd materiaal. Tot "ander materiaal dat gegevens bevat" behoren onder andere foto's, videobanden en floppy's.
Het begrip advies behoeft geen toelichting. Er wordt in deze verordening onderscheid gemaakt tussen mondeling en schriftelijk advies.
Het begrip ambtelijke bijstand is zodanig afgebakend dat daarmee wordt voorkomen dat met gebruikmaking van ambtelijke bijstand wordt beoogd een bepaald beleid te ontwerpen.
De beleidsontwikkelingen en de oordeelsvorming daarover zijn specifieke aangelegenheden van de daarvoor verantwoordelijke raadsleden. Door deze omschrijving wordt tevens voorkomen dat het ambtelijk apparaat wordt geconfronteerd met tegenstrijdige opdrachten.
Verzoeken om informatie en/of mondeling advies worden door de raad dan wel – overeenkomstig de huidige praktijk – door raadsleden rechtstreeks gericht aan de betreffende sector.
Beoordeling of één van de hier genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in relatie tot het in artikel 3 bepaalde, in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris.
Vanuit zijn gemeentewettelijke positie is dit de aangewezen weg.
In de artikelen is aangegeven dat de uiteindelijke beslissing over het niet verstrekken van schriftelijk advies en/of het verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan het college. Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover het college verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 169 van de Gemeentewet).
Wanneer - naar de mening van de raad of het raadslid - op onvoldoende wijze aan zijn verzoek om hulp gehoor wordt gegeven, kan de zaak via de griffier aan de gemeentesecretaris dan wel aan het college worden voorgelegd. Indien de raad of het raadslid ontevreden is over de wijze waarop de gemeentesecretaris de zaak oplost, kan hij de zaak voorleggen aan het presidium. Gelijk bij de beslissing op weigeringsgronden (zie artikel 5) door het college kan de raad of het raadslid gebruiken maken van zijn recht ingevolge artikel 169 van de Gemeentewet.
In dit artikel is aangegeven dat het van belang is dat de gemeentesecretaris op de hoogte is van door het ambtelijk apparaat verstrekte bijstand. De secretaris kan dan de portefeuillehouder op de hoogte brengen. Uiteraard heeft één en ander slechts betrekking op de zogenaamde politiek gevoelige onderwerpen. Enige feeling ter zake wordt dan ook bij de verstrekkers verondersteld.