Organisatie | Cuijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de raadscommissies Cuijk 2006 |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies Cuijk 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Middelen en ondersteuning / Griffie |
Geen
Gemeentewet (Gw), art. 82
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-07-2006 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 03-07-2006 Cuijks Weekblad | -2.07.515 / -236570 |
Artikel 2 Instelling raadscommissies
De raadscommissie Controle en Onderzoek adviseert en overlegt over:
a. Documenten in het kader van de budgetcyclus (kadernota, begroting en rekening met tussentijdse rapportages)
b. De accountantsdienstverlening in het kader van het onderzoek van de jaarrekening : de commissie adviseert over het controleprotocol en voert namens de raad het overleg met de accountant.
c. In het algemeen naleving van de financiële verordening Cuijk 2003, de Controleverordening Cuijk 2003, en de verordening Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid 2003
d. Onderzoek van de rekenkamercommissie. De commissie fungeert tevens als klankbord namens de raad voor de rekenkamercommissie en voert het halfjaarlijks overleg tussen rekenkamercommissie en raad.
e. Voornemens tot het instellen van een onderzoek cf. art. 155 a gemeentewet
Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de af-zonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
a. het op verzoek van de agendacommissie uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde, vierde en vijfde lid genoemde onderwerpen;
b. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
c. voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde, vierde en vijfde en zesde lid genoemde onderwerpen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de nieuwe schriftelijke oproep is gelegen.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Het woord kan niet gevoerd worden over:
a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
De ontwerpnotulen zijn zo mogelijk binnen een week na de vergadering beschikbaar. De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerpnotulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben indien zij aan de beraadslagingen hebben deelgenomen, het recht een voorstel tot wijziging van de notulen aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient zo mogelijk vóór de vaststelling van de notulen bij de commissiegriffier te worden ingediend.
Een burger die van het spreekrecht gebruik heeft gemaakt heeft het recht een voorstel tot wijziging van de notulen te doen uitsluitend voor zover het zijn eigen tekst betreft.
a. de namen van de voorzitter, de (commissie)griffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben. Afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren.
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;
d. een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;
e. de vragen waarop de commissie nadere toelichting heeft gevraagd aan het college.
f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
Artikel 23 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn ge-drag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen, evenals eventuele de onbeantwoorde vragen waarop het College nog antwoord zal geven voorafgaand aan de raadsbehandeling.
Hoofdstuk 5: Besloten vergadering
WIE beslist dat een onderwerp in beslotenheid wordt behandeld.
Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 30 Opheffing geheimhouding