Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

maatschappelijke zorg en welzijn

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-07-201201-01-201201-01-2014nieuwe regeling

03-07-2012

de Middenstander, 18 juli 2012

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Drechterland 2012;

    • c.

      Instelling: het organisatorisch verband dat strekt tot verlening van zorg.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage, eigen aandeel en besparingsbijdrage

Artikel 2 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1.

    Een eigen bijdrage geldt alleen voor personen van 18 jaar en ouder. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) berekend en bij de belanghebbende in rekening gebracht.

  • 2.

    De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 3 Maximalisering en duur van de eigen bijdrage

  • 1.

    Een persoon aan wie een voorziening is verstrekt, met uitzondering van een rolstoel op grond van artikel 13 van de Verordening, is een eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd ter hoogte van het bepaalde in artikel 2 van dit besluit.

  • 2.

    Voor hulp bij het huishouden (artikelen 8, 10 en 11 van de Verordening), hulp bij het verzorgen van kinderen en voorzieningen die gehuurd worden is een eigen bijdrage verschuldigd gedurende de totale periode dat deze voorziening wordt verstrekt.

  • 3.

    Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak kan gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht.

  • 4.

    Indien de voorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing aan de woning, kan bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekend bedrag in mindering worden gebracht, het zogenoemde eigen aandeel.

  • 5.

    De eigen bijdrage wordt gemaximeerd op de kosten van de voorziening of de hoogte van het persoonsgebonden budget.

     

Hoofdstuk 3 Het persoonsgebonden budget

Artikel 4 Overwegende bezwaren

Een persoonsgebonden budget wordt niet toegekend als er sprake is van overwegende bezwaren. Overwegende bezwaren worden in de beleidsregels nader omschreven en gemotiveerd.

Artikel 5 De hoogte van een persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het bedrag voor een persoonsgebonden budget voor een voorziening wordt bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt.

  • 2.

    Als de voorziening in natura een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

  • 3.

    Als de voorziening in natura niet een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 6 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1.

    Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op basis van het aantal geïndiceerde uren, de geïndiceerde categorie hulp bij het huishouden en het aantal daadwerkelijk ingekochte uren.

  • 2.

    Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH1:

    • a.

      € 15,71 indien de hulp wordt geleverd door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling;

    • b.

      € 20,95 indien de hulp wordt geleverd door een persoon die werkzaam is voor een instelling.

  • 3.

    Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH2:

    • a.

        € 15,71 indien gedaan door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling; 

    • b.

      € 25,14 indien de hulp, welke is aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, wordt geleverd door een persoon die werkzaam is voor een instelling.

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen

Artikel 7 Financiële tegemoetkomingen

  • 1.

    Verhuiskostenvergoeding

    a. forfaitaire financiële tegemoetkoming voor de verhuiskosten bedraagt bij verhuizing naar:

                 1.  een tweekamerwoning € 2.071,--;  

                 2.  een driekamerwoning € 2.588,--;

                 3.  een woning met meer dan drie kamers € 3.106,--.

    b.    Indien men afziet van verhuizing naar een andere meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien wordt een forfaitaire tegemoetkoming toegekend van € 3.106,-- mits de voorziening adequaat is.

  • 2.

    Voor het bezoekbaar maken van een woning geldt een maximale financiële tegemoetkoming van € 6.000,--. De tegemoetkoming in de kosten is alleen mogelijk voor het aanpassen van de toegang tot de woonruimte, de toegang tot de woonkamer en de toegang en het gebruik van de toiletruimte.

  • 3.

    Terugbetaling van meerwaarde

    a.    De eigenaar-bewoner die een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 5 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden.

    b.    De meerwaarde van de woning dient volgens onderstaand afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

    Binnen 1 jaar:    100% van de meerwaarde;

    Binnen 2 jaar:      80% van de meerwaarde;

    Binnen 3 jaar:      60% van de meerwaarde;

    Binnen 4 jaar:      40% van de meerwaarde;

    Binnen 5 jaar:      20% van de meerwaarde.

    In alle gevallen verminderd met het percentage dat voor rekening van de eigenaar-bewoner van de woonruimte is gebleven.

Hoofdstuk 5 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 8 Forfaitaire financiële tegemoetkoming bij gebruik (eigen) auto en (rolstoel)taxi

  • 1.

    Het bedrag van de tegemoetkoming voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 341,28 per jaar.

  • 2.

    Voor zover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen, wordt niet meer dan twee maal 75% van een vergoeding als genoemd in lid 1 van dit artikel vergoed.

  • 3.

    Het bedrag van de tegemoetkoming voor gebruik van een (rolstoel)taxi wordt op declaratiebasis verstrekt. Het te vergoeden bedrag is gebaseerd op een verplaatsing van maximaal 2000 verreden kilometers op jaarbasis verminderd met een algemeen gebruikelijk deel van € 0,08 per kilometer en vermeerderd met het van toepassing zijnde reguliere voorrijdtarief per rit.

Artikel 9 Maximering zones

  • 1.

    De belanghebbende is voor het vervoer met de Regiotaxi West-Friesland een betaling verschuldigd, waarbij het tarief gebaseerd is op het reizigerstarief van het openbaar vervoer.

  • 2.

    De betaling van de belanghebbende wordt door de vervoerder in ontvangst genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

  • 3.

    Bij het gebruik van de Regiotaxi West-Friesland kan de belanghebbende maximaal 500 zones per kalenderjaar tegen het lage tarief reizen. Vanaf 500 zones geldt het hogere tarief.

Hoofdstuk 6 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Artikel 10 Forfaitaire financiële tegemoetkoming sportrolstoel

  • 1.

    Voor een sportrolstoel wordt een forfaitaire financiële tegemoetkomingverstrekt. De hoogte van deze tegemoetkoming bedraagt € 2.629,--. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van minimaal 3 jaar.

  • 2.

    Als deze voorziening na de periode van 3 jaar nog adequaat is kan in de daarop volgende jaren een aanvullende bijdrage in de onderhoud- en reparatiekosten worden verstrekt tot een maximum van € 179,-- per jaar.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit maatschappelijke ondersteuning Wmo gemeente Drechterland 2012”.

Artikel 12 Inwerkingtreding en intrekking

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012. Met de invoering van dit besluit wordt het Besluit maatschappelijke ondersteuning Wmo gemeente Drechterland 2012 zoals vastgesteld op 20 december 2011 ingetrokken.

Aldus besloten in de vergadering van 3 juli 2012.

 

Het college van burgemeester en wethouders,

 

Burgemeester                                                        Secretaris

 

 

 

 

 

R.J.H. van der Riet                                                   mr. F.L. Romkema