Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regionale Verordening woninggebonden subsidies Noord-Kennemerland 1998 |
Citeertitel | Regionale Verordening woninggebonden subsidies Noord-Kennemerland 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld door het Algemeen bestuur SNK
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2006 | 27-03-2014 | nieuwe regeling | 26-06-2006 Officiële mededelingen, 12-07-2006 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Paragraaf 1.1. Begripsbepalingen
Kosten van het verkrijgen in eigendom: de door burgemeester en wethouders vast te stellen noodzakelijke, direct met de bouw samenhangende kosten, inclusief de koopsom van de grond van een woning, met dien verstande dat:
indien een woning wordt gebouwd op grond waarop een recht van opstal rust of waarop een recht van erfpacht is gevestigd danwel de grond en de woning afzonderlijk in eigendom worden verkregen of de grond reeds geruime tijd eigendom is van de eigenaar, als koopsom van de bouwrijpe grond een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag wordt aangehouden;
de kosten van het verkrijgen in eigendom in voorkomende gevallen kunnen worden verminderd met subsidie, verleend als bijdrage ten behoeve van woningaanpassing voor gehandicapten op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten danwel de Regeling ziekenfondsraad subsidiëring woningaanpassingen gehandicapten 1994.
Toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet.
Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan onder:
Deze verordening is niet van toepassing op:
Hoofdstuk 2. Aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidie
De subsidie-ontvanger meldt door tussenkomst van burgemeester en wethouders aan het budgetadministrerend orgaan dat de te bouwen woning of woonwagen gereed is, danwel dat de werkzaamheden zijn voltooid, op een door het budgetadministrerend orgaan vast te stellen en door de subsidie-ontvanger volledig ingevuld en ondertekend formulier.
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 23 aan de subsidie-ontvanger.
De indiening van de gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring van burgemeester en wethouders dat voldaan is aan deze verordening.
Paragraaf 2.4 Vaststelling van subsidie
Het budgetadministrerend orgaan bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 26 aan burgemeester en wethouders en aan de subsidie-ontvanger.
Het budgetadministrerend orgaan kan een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met vier weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft en deelt dit mee aan burgemeester en wethouders en aan de aanvrager, alvorens de in het eerste lid genoemde termijn is verstreken.
Indien het budgetadministrerend orgaan instemt met de aanvraag tot vaststelling en betaling, stelt het de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Awb.
De subsidie wordt betaald in twee gelijke delen, voor het eerst op 1 juli van het jaar volgend op het jaar van ontvangst van de gereedmelding door het budgetadministrerend orgaan, doch niet eerder dan op 1 juli van het tweede jaar volgend op het jaar waarvoor het budget is toegekend, en vervolgens een jaar later.
Paragraaf 2.5 Intrekking en wijziging van subsidie
De intrekking en wijziging van de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling geschieden overeenkomstig afdeling 4.2.6. van de Awb.
Paragraaf 2.6 Nadere bepalingen
Het budgetadministrerend orgaan kan, na instemming van het bestuurlijk regionaal overleg wonen,
voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.
De werking van artikel 4:24 van de Awb wordt uitgesloten.
Hoofdstuk 3. Bepalingen omtrent te subsidiëren woning of woonwagen en hoogte van de bijdrage
In aanvulling op het gestelde in hoofdstuk 2 dienen burgemeester en wethouders een aanvraag of gereedmelding voor het treffen van ingrijpende voorzieningen in bij het budgetadministrerend orgaan indien:
naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate overleg heeft plaatsgehad over het bouwplan met degene(n) die met de verhuurder van de woning(en) waarop het bouwplan betrekking heeft een huurovereenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 7A: 1584 van het Burgerlijk Wetboek, en/of met de hen vertegenwoordigende organisatie(s);
De subsidie kan worden verhoogd met een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag van ten hoogste ï¥ 6.806,70 per woning of woonwagen, indien de huurprijs van de woning danwel de huurprijs van de standplaats en de daarop te plaatsen woonwagen gezamenlijk danwel de huurprijs van de woning na het treffen van de voorzieningen niet meer bedraagt dan € 387--.
Hoofdstuk 4. Vrijvallende middelen en financieel risicobeheer
Het bedrag dat beschikbaar komt vanwege een intrekking of wijziging van een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie wordt aangemerkt als vrijval. Het budgetadministrerend orgaan betaalt dit bedrag uit aan de gemeente waarin de woningen zijn of zouden worden gebouwd waarvoor de subsidie is ingetrokken of gewijzigd. Uitbetaling gebeurt als bijdrage-ineens op de rekening van de Algemene Dienst van de betreffende gemeente binnen twee maanden na de datum van het besluit tot intrekking of wijziging van de subsidie.
Indien er vanwege terugval budget aanwezig is bij het van kracht worden van het eerste lid wordt dit budget vanaf dat moment aangemerkt als vrijval. Het budgetadministrerend orgaan betaalt dit bedrag uit aan de gemeente waarin de woningen zijn of zouden worden gebouwd waarvoor de subsidie destijds is ingetrokken of gewijzigd. Uitbetaling gebeurt als bijdrage-eens op de rekening van de Algemene Dienst van de betreffende gemeente binnen twee maanden na het van kracht worden van het eerste lid.
Vrijvallende middelen die ontstaan als rentebaten als gevolg van het kasbeheer stort het budgetadministrerend orgaan, na toepassing van een verdeelsleutel ter berekening van het aandeel per gemeente, op de rekening van de Algemene Dienst van de gemeenten binnen twee maanden na ontvangst van de rentebaten door het dagelijks bestuur.
Voor de berekening van het gemeentelijk aandeel, zoals bedoeld onder 1., wordt het totaal-bedrag aan rentebaten vermenigvuldigd met een percentage dat als volgt wordt berekend: het bedrag aan subsidie dat ten laste van het budget van de betreffende gemeente is verleend over het budgetjaar waarover het budgetadministrerend orgaan de rentebaten heeft ontvangen wordt gedeeld door het totaalbedrag aan subsidie dat ten laste van het budget van alle gemeenten gezamenlijk voor hetzelfde budgetjaar is verleend en vervolgens vermenigvuldigd met honderd.
Vastgesteld bij besluit van 24 juni 1998 van het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland.
Wijziging vastgesteld, voor wat betreft de gemeente Alkmaar bij raadsbesluit van 4 november 2002.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 26 juni 2006.
Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking in de Officiële Mededelingen.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 12 juli 2006.