Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

Regeling ontheffingen Herenweg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling ontheffingen Herenweg
CiteertitelRegeling ontheffingen Herenweg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 van de wet Arhi door de fusie van de gemeente Alkmaar met de gemeente Graft-De Rijp en de gemeente Schermer in 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wegenverkeerswet 1994 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-200801-01-2017nieuwe regeling

02-12-2008

Officiële Mededelingen, 12-12-2008

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling ontheffingen Herenweg

 

 

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

  • a.

    Voertuig: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen en wagens.

  • b.

    Gebied: de Herenweg v.w.b. het gedeelte tussen Beverdam en de gemeentegrens met Langedijk.

  • c.

    Ontheffing: een door het bevoegd gezag afgegeven ontheffing krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig door de geslotenverklaring (C1) te rijden in de ochtenduren van 06.00 uur tot 09.00 uur en in de avonduren van 16.00 uur tot 19.00 uur.

  • d.

    Ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.

  • e.

    Bewoner: een persoon die is ingeschreven in de gemeentelijk basisadministratie op een adres in het gebied zoals omschreven in artikel 1B.

  • f.

    Bedrijf: een onderneming in de vorm van een rechtspersoon, publiekrechtelijk lichaam, maatschap of vrij beroep die uit deze onderneming hoofdzakelijk zijn inkomen heeft.

Artikel 2

Artikel 3

  • 1.

    Een ontheffing als bedoeld in artikel 2, eerste lid kan worden verleend aan:

    • a.

      lijn- en dienstregeling gebonden openbaar vervoer en vormen van aanvullend collectief vervoer;

    • b.

      langzaam verkeer dat te breed is voor het fiets-/bromfietspad bij de afsluiting, of waarvoor het juridisch gezien verboden is om de afsluiting op een andere manier te passeren;

    • c.

      huisartsen/verloskundigen in spoedgevallen;

    • d.

      bedrijven die huis aan huis, of vrijwel huis-aan-huis dagelijkse voorzieningen, inclusief geadresseerde post bezorgen;

    • e.

      bedrijven waarvan door de fysieke afsluiting de bedrijfsvoering dusdanig bemoeilijkt wordt dat de gevolgen hiervan niet meer in een redelijke verhouding staan tot het beoogde doel van de maatregel;

    • f.

      maaltijdbezorging en bezorgdienst apotheek;

    • g.

      diegenen die op grond van de afhandeling en uitspraak op bezwaar (06-03-2008/ nr. 3797) recht hebben op een ontheffing;

    • h.

      Bewoners van de percelen die op Alkmaars grondgebied gelegen zijn tussen het afsluitpunt en de gemeentegrens met Langedijk (de spoorlijn).

Artikel 4

  • 1.

    De ontheffingen zoals bedoeld in artikel 3, sub A,B, C, worden verleend voor onbeperkte tijd.

  • 2.

    De ontheffingen zoals bedoeld in artikel 3 sub D en E worden telkens voor één kalenderjaar verleend.

Artikel 5

  • 1.

    De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode en tijdvakken waarvoor de ontheffing geldig is;

    • b.

      het gebied waarvoor de ontheffingen geldig is;

    • c.

      het kenteken of overige kenmerken van het voertuig waarvoor de ontheffing is verleend: uit het kenteken moet blijken dat de aanvrager de houder is van het motorvoertuig. Indien er sprake is van een lease-auto moet een verklaring van de betreffende leasemaatschappij worden overlegd. Indien een werknemer zijn eigen auto gebruikt dient een verklaring van de werkgever te worden overlegd;

    • d.

      een omschrijving van de verboden waarvoor de ontheffing van kracht is.

Artikel 6

Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • 1.

    de ontheffing moet bij gebruik goed zichtbaar achter de voorruit van het betreffende voertuig geplaatst worden en bij controle getoond worden;

  • 2.

    de ontheffing is uitsluitend geldig op de aan de voorzijde vermelde tijden en voor de vermelde weggedeelten. Daar waar aanvullende bepalingen worden gesteld, dient hieraan te worden voldaan;

  • 3.

    alle bevelen en aanwijzingen, door de politie in het belang van de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de weg te geven, dienen onverwijld en stipt te worden opgevolgd;

  • 4.

    de veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te worden gewaarborgd;

  • 5.

    bij het passeren van het afsluitpunt mag bij gebruikmaking van deze ontheffing niet sneller gereden worden dan 15 kilometer per uur;

  • 6.

    de houder van de ontheffing vrijwaart de gemeente voor eventuele aanspraken van derden wegens schade, ontstaan door gebruik te maken van deze ontheffing;

Artikel 7

De ontheffing kan worden ingetrokken:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder het gebied, waarvoor de ontheffing is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende bedrijf of beroep beëindigt;

  • c.

    wanneer de voorwaarden zoals omschreven in artikel 3 niet meer aanwezig zijn;

  • d.

    wanneer de ontheffinghouder in strijd handelt met de ontheffing dan wel aan de ontheffing verbonden voorschriften; hetgeen blijkt uit een aan ontheffinghouder dan wel aan een bestuurder van een aan ontheffinghouder behorende voertuig, opgelegde kennisgeving van beschikking in het kader van de Wet op de Administratiefrechtelijke afdoening van verkeersvoorschriften, binnen de termijn waarop de ontheffing geldig is;

  • e.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van deze regeling.

Artikel 9

Deze regeling omvat tevens de bevoegdheid tot het weigeren van de gevraagde ontheffing. Tegen dit besluit tot weigering kan op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht binnen zes weken schriftelijk en gemotiveerd bezwaar worden ingediend bij burgemeester en wethouders. De termijn van zes weken gaat in één dag na verzending van het besluit.

Artikel 10

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking, met ingang van 2 december 2008.

  • 2.

    De voor deze datum verleende ontheffingen behouden hun geldigheid.

Vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2008.

Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 12 december 2008.