Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Beleidsplan Integrale schuldhulp verlening Nieuwegein 2012-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Integrale schuldhulp verlening Nieuwegein 2012-2016
CiteertitelBeleidsplan Integrale schuldhulp verlening Nieuwegein 2012-2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-201201-05-2013nieuwe regeling

27-06-2012

De Molenkruier, 04-07-2012

2012-211

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Integrale schuldhulp verlening Nieuwegein 2012-2016

de raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012;

 

gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

Inhoudsopgave

 

1.         Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

2.         Schuldhulpverlening Nieuwegein

3.         Visie en uitgangspunten

3.1  Toelichting algemene uitgangspunten

4.         Toegang tot schuldhulpverlening

4.1       Specifieke doelgroepen

4.1.1    Gezinnen met inwonende kinderen

4.1.2    (Ex-) ondernemers

5.         Integrale schuldhulpverlening

5.1       Integrale aanpak

5.2       Doelstellingen en beoogde resultaten

5.3       Preventie en nazorg

6. Wachttijd en doorlooptijden schuldhulpverlening

6.1       Wachttijd

6.2       Doorlooptijden

7. Uitvoering schuldhulpverlening

7.1       Juridische aspecten

7.2       Regierol gemeente

7.3       Waarborgen kwaliteit van de dienstverlening

7.4       Managementinformatie

7.5       Evaluatie

8. Financiële inzet, kosten en baten

9. Bijlagen

Gegevens schuldhulpverlening Nieuwegein 2011

Stroomschema schuldhulpverlening Nieuwegein

Overzicht aanpalende beleidsterreinen

 

1. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) krijgen gemeenten de zorgplichten de regierol om hun inwoners door middel van integrale schuldhulpverlening te helpen bij het oplossen van schulden en het voorkomen ervan.

Met een minnelijk schuldhulpverleningstraject wordt een oplossing gezocht voor de ontstaneschulden, met preventie en nazorg wordt voorkomen dat men (wei erom) in een problematische schuldsituatie terecht komt. Bij een minnelijk traject schuldhulpverlening is er geen sprake van tussenkomst van de rechter, de schulden worden "in den minne" geschikt.

Wanneer een minnelijk traject niet mogelijk blijkt, kan doorgeleiding naar het wettelijke (gerechtelijke) traject schuldhulpverlening plaatsvinden. De rechtbank beslist over toetreding tot dit traject.

De Wgs heeft betrekking op het minnelijke traject, het wettelijke (gerechtelijke) traject is geregeld in de Wet sanering natuurlijke personen (Wsnp).

Gemeentelijke schuldhulpverlening omvat het ondersteunen bij het vinden van een adequateoplossing gericht op het oplossen dan wel hanteerbaar maken van schulden, alsmede preventie en nazorg.

De Wgs verplicht gemeenten een beleidsplan vast te stellen en geeft gemeenten inoverweging om in dat beleidsplan te beschrijven welke ambities men heeft, op welke wijze de uitvoering plaatsvindt, welke resultaten worden nagestreefd en op welke manier de kwaliteit geborgd wordt. Ook dienen gemeenten aan te geven op welke wijze schuldhulpverlening voor gezinnen met  inwonende kinderen wordt vormgegeven. Schuldhulpverlening is in de Wgs gedefinieerd als:

het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schuldenindien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.

 

Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat de hulpverlening een integraal karakter heeft waarbij niet alleen aandacht uitgaat naar het hanteerbaar maken van het schuldenprobleem, maar ook naar de omstandigheden waaronder die schulden zijn ontstaan.

De definitie van integrale schuldhulpverlening zoals geformuleerd door de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK1) luidt als volgt: "Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een aanvrager bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, de eventuele oorzaken ervan en de omstandigheden die een oplossing in de weg staan,alsmede het voorkomen dat problematische schulden ontstaan (preventie)."

In de uitvoering van schuldhulpverlening volgt de gemeente Nieuwegein de definitie en codes van de NVVK.

Een problematische schuld is een belangrijke belemmerende factor voor (volwaardige) participatie.

Participatie is onderdeel van de Wmo, de Wwb, en het minimabeleid van de gemeente Nieuwegein.

Een van de uitgangspunten van deze beleidsterreinen is het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van inwoners belemmeren. Het is namelijk uit sociaal oogpunt niet aanvaardbaar en economisch niet verantwoord wanneer mensen buiten de samenleving staan. Om deze redenen wordt ook met het beleid schuldhulpverlening door de gemeente geïnvesteerd in het vergroten van de participatie van inwoners van de gemeente Nieuwegein.

De artikelen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening treden in werking met ingang van 1 juli 2012, met uitzondering van de artikelen 5 (moratorium) en 11 (basisbankrekening).

 

1)NVVK is de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren

 

2. Schuldhulpverlening Nieuwegein

 

De afdeling Maatschappelijke Ondersteuning (afdeling MaO) van de gemeente Nieuwegein helpt inwoners om financiële problemen op te lossen en te voorkomen, onder andere door mie tel van schuldhulpverlening. In 2008 bleek uit een onderzoek dat met het toenmalige aanbod van schuldhulpverlening onvoldoende mensen met financiële problemen werden bereikt. Ook was sprake van uitval van mensen zowel bij de start als gedurende het traject en schuldregelingen

werden steeds moeilijker te realiseren.

 

In februari 2009 heeft het College van B&W ingestemd met de invoering van het basispakket integrale schuldhulpverlening van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening enStimulanSZ. Het basispakket bestaat uit elf diensten en biedt waarborg voor de kwaliteit van schuldhulpverlening volgens de normen van de NVVK.

Deze elf diensten zijn: preventie, aanmeldgesprek, adviesgesprek, integrale intake,

casemanagement, nazorg, budgetbeheer, budgetbegeleiding, schuldregeling, psychosociale hulpverlening en Wsnp. De gemeente voert de eerste zes diensten zelf uit. De Iaatste vijf diensten worden in samenwerking met externe partners, dan wel in uitbesteding uitgevoerd.

Een stroomschema en beschrijving van de genoemde diensten treft u als bijlage aan. Met de invoering van dit basispakket in 2010 werd voldaan aan actuele ontwikkelingen zoals een meer vraag gerichte schuldhulpverlening, aan de eisen voor certificering en werd al vooruitgelopen op de wettelijke eisen die aan schuldhulpverlening zouden worden gesteld in het wetsontwerp

schuldhulpverlening dat in die periode tot stand kwam.

In maart 2011 is in aanvulling op het basispakket een voorstel door het College van B&W geaccordeerd betreffende nadere uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot toegang tot schuldhulpverlening. Met deze uitvoeringsvoorschriften is de effectiviteit van schuldhulpverlening verder vergroot en werd voorkomen dat wachtlijsten konden ontstaan.

Met de invoering van de nieuwe Wet gemeentelijk schuldhulpverlening (Wgs) is het in de hierboven genoemde voorstellen vastgestelde basispakket nader uitgeschreven in dit beleidsplan conform de vereisten die de Wgs daaraan stelt. Daarnaast zijn in het beleidsplan alle verplichte onderwerpen beschreven en opgenomen waardoor een beleidsplan tot stand is gekomen dat voldoet aan alle wettelijke aspecten.

In het implementatieplan schuldhulpverlening dat in 2009 is opgesteld voor de invoering van het basispakket zijn negen visiepunten benoemd en uitgewerkt. Deze visiepunten zijn nog altijd actueel en terug te vinden in de Wgs, dan wel in dit beleidsplan. Bij de algemene uitgangspunten komen de visiepunten zelfredzaamheid, maatwerk en creativiteit, motivatie klant en integrale aanpak terug in de omschrijving. Ook het vraaggericht werken, dus de

vraag van de klant centraal is gerelateerd aan deze uitgangspunten.

De visiepunten maatwerk en creativiteit, duurzame oplossing en tijdelijke ondersteuning komen (ook) terug bij de formulering van het beoogde resultaat.

Het visiepunt laagdrempeligheid heeft een relatie met de toelating tot schuldhulpverlening.Actieve benadering risicogroepen tot slot komt weer terug bij preventie.

 

3. Visie en uitgangspunten schuldhulpverlening

 

De visie op schuldhulpverlening van de gemeente Nieuwegein wordt als volgt omschreven:

Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van de gemeente Nieuwegein.

De problematiek staat centraal. Om financiële problemen met succes en duurzaam te bestrijden,zullen de achterliggende problemen eveneens moeten worden aangepakt (integrale aanpak).

Daarbij blijft de verantwoordelijkheid voor het slagen van dit traject liggen bij de cliënt enschuldeiser(s).

De visie steunt op vier algemene uitgangspunten schuldhulpverlening:

  • -

    De schuldenaar is probleemeigenaar

  • Schuldenpakket, motivatie en vaardigheden bepalen het maximaal haalbare

  • -

    Dankzij een integrale aanpak heeft schuldhulpverlening een duurzaam effect

  • -

    Door aandacht voor preventie en nazorg wordt het (opnieuw) ontstaan van schulden voorkomen.

Schulden mogen geen belemmering vormen voor participatie. Aan alle inwoners metproblematische schulden wordt de mogelijkheid geboden voor begeleiding om de schuldsituatieop te lossen of beheersbaar te maken. Het duurzaam vergroten van de financiële zelfredzaamheid

van de burger staat centraal.

 

3.1 Toelichting algemene uitgangspunten

 

  • De schuldenaar is probleemeigenaar

De eindverantwoordelijkheid voor het vinden van een oplossing of het slagen van een traject ligt bij de klant. Klanten melden zich met allerlei vragen en problemen. Soms zijn die problemen zo groot dat een crisissituatie dreigt, bijvoorbeeld een huisuitzetting of afsluiting van energie. De gemeente voorziet in ondersteuning en begeleiding daar waar nodig of haalbaar en voert de regie op het proces.

 

  • Schuldenpakket, motivatie en vaardigheden bepalen het maximaal haalbare

Het slagen van een traject hangt voor een groot deel af van de eigen inzet, verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Van de klant wordt verwacht dat hij of zij de e en verantwoordelijkheid neemt. Dit betekent dat afspraken worden nagekomen, dat informatie op tijd wordt aangeleverd, dat tijdens het traject geen nieuwe schulden worden gemaakt en dat inzet wordt getoond.

De klant ondertekent bij aanvang van een traject een contract waarin deze afspraken en verantwoordelijkheden beschreven staan.

Wanneer de klant niet meewerkt in een traject kan besloten worden om een traject te weigeren dan wel te beëindigen.

 

Schuldhulpverlening gaat uit van vraaggerichte aanpak. Welke vorm van hulp ingezet wordt en weIke partners daarbij betrokken worden, is afhankelijk van de situatie waarin de klant zich bevindt en welke problemen aan de situatie ten grondslag liggen. De inzet van de schuldhulpverlening is altijd maatwerk. Op basis van de persoonlijke en gezinssituatie wordt een passende vorm van hulp- en dienstverlening gezocht. Daarbij vindt afstemming plaats met

partners binnen de zorgstructuren van de gemeente.

Het slagen van een traject hangt ook af van het schuldenpakket en de mate waarin schuldeisers bereid zijn medewerking te verlenen aan een oplossing. Niet voor iedere aanvrager is een schuldenvrije toekomst haalbaar, in een aantal gevallen zullen hanteerbare schulden een maximale oplossing zijn.

Dankzij een integrale aanpak heeft schuldhulpverlening een duurzaam effect.

Een integrale benadering houdt in dat er bij schuldhulpverlening niet alleen oog is voor de financiële problemen van de klant. Ook wordt gekeken naar de omstandigheden die van invloed zijn op de financiële problemen. Om de financiële problematiek duurzaam op te kunnen lossen, is het van belang dat de oorzaak van de problematiek duidelijk is. Daarbij wordt bekeken of de klant problemen he ft waarvoor ook andere hulpverlening ingezet moet worden. Het achterliggend doel van de integrale aanpak is te komen tot een duurzaam resultaat. Het vergroten van de zelfredzaamheid van de klant en participatie in de samenleving staan daarbij centraal.

Schuldhulpverlening staat hiermee niet op zichzelf. De ketenpartners van schuldhulpverlening binnen de zorgstructuren van de gemeente werken nauw samen. Het uitgangspunt is dat de partners elkaar nodig hebben om de hulpverlening in het algemeen te laten slagen.

Door aandacht voor preventie en nazorg wordt het (opnieuw) ontstaan van schulden voorkomen.

Een belangrijk onderdeel van integrale schuldhulpverlening is preventie. Het doel van preventie is bewustwording zodat wordt voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die men niet kan nakomen.

Preventie is onder te verdelen in primaire, secundaire en tertiaire preventie. Primaire preventie is het voorkomen dat inwoners schulden maken door ze te leren bewust om te gaan met financiële verplichtingen. Secundaire preventie is het vroegtijdig onderkennen, opsporen en oplossen van schuldenproblematiek. Tertiaire preventie of nazorg wordt ingezet om terugval in een dergelijke

situatie te voorkomen.

Zie paragraaf 5.3 van dit beleidsplan voor een nadere uitwerking van de verschillende vormen van preventie.

 

4. Toegang en weigering tot schuldhulpverlening

 

Toegang tot schuldhulpverlening is in principe mogelijk ; voor iedere inwoner2 van 18 jaar en ouder, mits ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Nieuwegein, die zijnfinanciën als een probleem ervaart

Daarmee wordt aangesloten bij het uitgangspunt van het kabinet dat schuldhulpverlening breed toegankelijk dient te zijn. Ook wordt op deze manier ingezet op het voorkomen van (grotere) schulden.

De klantengroep die zijn financiën als een probleem ervaart valt grofweg in drie categorieën uiteen:

  • -

    personen met eenvoudige financiële hulpvragen waarbij een snelle en simpele oplossingerger voorkomt (informatie en advies);

  • -

    personen met al dan niet problematische schulden die met een traject effectief geholpenkunnen worden (regelbare schulden);

  • -

    personen met een dermate complexe schuldvraag en andere problematiek dat hier sprakezal zijn van een intensief traject, dan wel dat geen hulp kan worden geboden (nog niet of niet regelbare schulden).

 

Daarnaast speelt niet alleen de financiële hulpvraag een rol, maar ook de eerder genoemde motivatie (regelbaarheid) van de klant zelf. Om snel en effectief onderscheid te maken en de juiste producten te kunnen inzetten zijn diverse tools ontwikkeld zoals klantprofielen. Bij de uitvoering van het beleidsplan zal de gemeente Nieuwegein klantprofielen gebruik gaan maken.

De Wgs biedt op basis van Artikel 3 lid 2 en lid 3 het College van B& W de mogelijkheid om in regels nadere criteria vast te stellen voor weigerings- en beëindigingsgronden voor schuldhulpverlening.

 

4.1 Specifieke doelgroepen

De maatschappelijke en sociale gevolgen van het hebben van schulden zijn vaak groot. Er is veelal sprake van belemmering op het gebied van werk, het deelnemen aan sociale activiteiten,maar ook bij de opvoeding van kinderen en hun deelname aan de maatschappij.

 

2) Met inwoner wordt bedoeld een 'natuurlijk persoon’.

 

4.1.1 Gezinnen met inwonende kinderen

Wanneer sprake is van gezinnen met inwonende kinderen zal in het aanmeldgesprek en de vervolggesprekken op basis van een checklist een aantal specifieke onderwerpen met betrekking tot de gezinssituatie worden besproken. Wanneer het nodig blijkt zal via de zorgnetwerken extra aandacht gegeven worden aan de situatie van deze gezinnen en de situatie van de kinderen. Dit

sluit aan bij de vier algemene uitgangspunten waarin is aangegeven dat de (gezins)situatie van de klant uitgangspunt is en dat maatwerk wordt geboden.

 

4.12 (Ex-) ondernemers

Bij de totstandkoming van de Wgs is het standpunt ingenomen dat zelfstandig on 'nemers die in financieel zwaar weer verkeren een beroep kunnen d in op het Besluit Bijstand Zelfstandigen (Bbz2004). Wanneer een onderneming niet levensvatbaar is en de onderneming of het beroep wordt beëindigd is schuldhulpverlening mogelijk mits er sprake is van een volledige

bedrijfsbeëindiging.

Het College van B&W heeft in beleidsregels nadere voorwaarden opgenomen voor de groep exondernemers. De groep zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) valt niet onder de categorie ondernemers. Wanneer zij hun bedrijfsactiviteiten hebben beëindigd en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel is de zelfstandige aan te merken als 'natuurlijk persoon'.

 

5. Integrale schuldhulpverlening

 

5.1 Integrale aanpak

Een belangrijk uitgangspunt van de Wgs is dat de schuldhulpverlening een integraal karakter heeft. Dat betekent dat er bij de schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor een oplossing van de financiële problemen (materiële schuldhulpverlening), maar er ook aandacht zijn voor eventuele omstandigheden die in verband kunnen staan met financiële situatie van de klant (immateriële schuldhulpverlening). Het kan daar bijvoorbeeld gaan om psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie.

Het is van belang in het kader van de schuldhulpverlening om samen met de klant de eventuele oorzaken, die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zo mogelijk weg te nemen.

Hetzelfde geldt uiteraard ook voor het wegnemen van omstandigheden die het oplossen van problematische schulden in de weg staan. Kortom het samen met de klant wegnemen van deze oorzaken of omstandigheden is in veel gevallen essentieel om de financiële problemen van de klant in structurele zin op te lossen. Om daadwerkelijk integrale hulpverlening te kunnen bieden, vindt aansluiting plaats met andere beleidsterreinen binnen de gemeente.

 

5.2 Doelstellingen en beoogde resultaten

Een investering in integrale schuldhulpverlening heeft de volgende doelstellingen:

  • Voorkomen maatschappelijke en sociale uitsluiting

De burger is geholpen met de dienstverlening. Een investering in integrale

schuldhulpverlening zorgt dat schulden geen belemmering meer vormen voor een burger

om te participeren in de samenleving

  • Bevorderen financiële zelfredzaamheid van inwoners

door investering in integrale schuldhulpverlening wordt een bijdrage geleverd aan een gezonde financiële situatie en het terugdringen van de schuldenlast van inwoners

  • Hulpverlening complementair aan andere beleidsterreinen

een investering in schuldhulpverlening zorgt dat het succes van andere gemeentelijke beleidsterreinen vergroot wordt, zoals op het gebied van zorg, reïntegratie en armoedebestrijding;

  • Voorkomen van hoge maatschappelijke kosten

door een investering in schuldhulpverlening worden hoge maatschappelijke kosten

verminderd of voorkomen, zoals de kosten voor huisuitzetting, herhuisvesting,

maatschappelijke opvang en een extra beroep op bijstand

  • Klantgerichte aanpak

Klantgerichte aanpak door maatwerk per klant met een zo hoog mogelijke inzet oftewel liefst schuldenvrij. Indien schuldenvrij (nog) niet mogelijk schulden hanteerbaar.

 

 

5.3. Preventie en nazorg

Het doel van preventie is bewustwording zodat wordt voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die men niet kan nakomen. Met het voorkomen van problematische schulden wordt ook voorkomen dat er belemmeringen voor participatie en/of maatschappelijke kosten ontstaan.

Primaire preventie krijgt binnen de gemeente Nieuwegein vorm door het verstrekken van speciaal ontwikkeld foldermateriaal. Ook wordt bekendheid gegeven aan schuldhulpverlening via de website van de gemeente "Het gelddomein van Nieuwegein", met de samen met het NIBUD ontwikkelde speciale krant, de "geldkrant" en met regelmatige publicaties in De Molenkruier en de

Bijdehandkrant. Daarnaast is er een laagdrempelige toegang via het Klantcontactcentrum waar klanten met hun vragen terecht kunnen. Door het zo vroeg mogelijk bereiken van de potentiële doelgroep wordt getracht te voorkomen dat inwoners te lang wachten met het vinden van ondersteuning.

De gemeente Nieuwegein zet actief in op secundaire preventie door nauwe samenwerking met woningbouwverenigingen en energiemaatschappijen om d )r middel van (vroeg-)signalering betalingsachterstanden op te vangen en op te pakken, rekening houdend met de privacywetgeving op dit gebied.

Daarnaast heeft de gemeente Nieuwegein via het ROC budgetcursussen ingekocht. Met MoVactor en Vitras/CMD worden afspraken gemaakt hoe ir de keten op dit onderdeel kan worden samengewerkt en om het aanbod op elkaar te laten aansluiten.

Op middelbare scholen worden gastlessen verzorgd door consulenten van de afdeling Schuldhulpverlening.

 

Nazorg (tertiaire preventie) wordt ingezet aan het einde van de schuldhulpverlening. Klanten die een Beroep hebben gedaan op schuldhulpverlening en een traject succesvol hebben afgerond, krijgen na afloop de schuldhulpverlening nazorg aangeboden. Deze nazorg beoogt inzichtelijk te krijgen of de klant nog steeds zijn inkomsten en uitgaven in balans heeft en financieel zelfredzaam is.

Preventie zal in deze beleidsperiode verder worden ontwikkeld, al dan niet in regionaal verband. Doel is om het accent meer te verleggen naar preventie, in aansluiting bij de doestelling van de Wgs. De gemeente Nieuwegein wil daarbij nadrukkelijk ook het maatschappelijk middenveld betrekken.

 

6. Wachttijd en doorlooptijden schuldhulpverlening

 

6.1 Wachttijd

De wachttijd is de periode die verstrijkt tussen het moment dat een persoon zich tot de gemeente wendt voor schuldhulpverlening en het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

De Wgs schrijft voor dat de wachttijd maximaal vier weken mag zijn. De maximale wachttijd is een termijn van orde. Dit betekent dat er geen directe sanctie is voor de gemeente is, indien deze de geldende termijn overschrijdt. De gemeente mag de wachttijd overschrijden wanneer aantoonbaar is dat het niet halen ervan aan de klant te wijten is.

Aangezien korte wachttijden bijdragen aan het voorkomen en beperken van problematische schulden en aan de bereidheid van schuldeisers om mee te werken aan een schuldbemiddelingstraject, streeft de gemeente Nieuwegein naar een zo kort mogelijke wachttijd.

Het eerste contact moet laagdrempelig zijn voor de klant en vindt plaats in de vorm van een aanmeldgesprek waarin een globale inschatting gemaakt wordt van de problematiek en het mogelijke vervolgtraject. Als de klant naar aanleiding van dit gesprek een aanvraag voor schuldhulpverlening wil doen, wordt de klant u uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit gesprek, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, zal altijd binnen maximaal vier weken plaatsvinden.

Wanneer er sprake is van een bedreigende situatie3, vindt het intakegesprek binnen drie werkdagen plaats.

 

 

 

 

3) Van een bedreigende situatie is sprake in geval van aangezegde huisuitzetting of afsluiting van energie en water, dan wel van beëindiging zorgverzekering

 

 6.2 Doorlooptijden

Lange doorlooptijden hebben een negatieve invloed op de motivatie van de klant om mee te (blijven) doen aan een schuldhulpverleningstraject. Beperking van doorlooptijden is ook positief voor bereidheid van schuldeisers om mee te werken aan een schuldbemiddelingstraject en draagt bij aan het voorkomen en beperken van problematische schulden. Daarnaast is het van belang dat de klant vooraf een globaal beeld heeft van de doorlooptijd en dat rekening wordt gehouden

met de individuele situatie van de klant. In de Wgs is opgenomen dat gemeenten verplicht zijn schuldenaren vooraf globaal inzicht te geven in de te verwachten doorlooptijd. De verwachting die de gemeente afgeeft is een termijn van orde. Op het overschrijden van deze termijn staat geen sanctie.

Het College van B&W heeft in beleidsregels richtinggevende termijnen voor de doorlooptijden opgenomen.

 

7. Uitvoering schuldhulpverlening

 

7.1 Juridische aspecten

De uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kent juridische gevolgen voor de dagelijkse praktijk. De beginselen van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit was voor de uitvoering van de wet niet het geval. De beslissing van het college tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van integrale schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het besluit moet binnen acht weken na datum aanvraag genomen worden. Bij niet tijdig beslissen is de Wet dwangsom en beroep van toepassing. Tegen het besluit is bezwaar en beroep mogelijk. Het college neemt het besluit op basis van een schriftelijke aanvraag en maakt het besluit door middel van een beschikking aan de aanvrager bekend. Het afgeven van een beschikking wordt gemandateerd aan de consulenten schuldhulpverlening. Bij het nemen van een negatief besluit

(afwijzing) is het belangrijk dat het besluit in de beschikking goed gemotiveerd wordt. De motivatie moet afgeleid zijn van wat bepaald is in het beleid en de beleidsregels.

Het college kan ook ambtshalve overgaan tot schuldhulpverlening. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn in spoedgevallen waarin de wil van de persoon die schuldhulpverlening nodig heeft niet kenbaar gemaakt kan worden. In de artikelen 5 en 6 van de Wgs is de inlichtingen- en medewerkingsverplichting opgenomen. De aanvrager wordt zowel door het aanvraagformulier als de beschikking hierop gewezen. Wanneer de aanvrager zich niet aan deze voorwaarden houdt, kan de hulpverlening beëindig worden. De beëindiging van een traject in het kader van integrale schuldhulpverlening wordt door de gemeente schriftelijk gemotiveerd.

Naast de gebruikelijke mogelijkheid van bezwaar en beroep, kan de aanvrager gebruik maken van de klachtenprocedure bij de gemeente, of een klacht indienen bij de nationale ombudsman.

 

7.2. Regierol

De gemeente Nieuwegein voert een deel var de schuldhulpverlening zelf uit. De onderdelen schuldregeling, budgetbeheer, budgetbegeleiding en Wsnp zijn uitbesteed bij een externe partij.De gemeente is verantwoordelijk voor schuldhulpverlening. Binnen deze verantwoordelijkheid stuurt, faciliteert en controleert de gemeente, als opdrachtgever van schuldhulpverlening, de

uitvoerende organisatie. Sturen door middel van een duidelijke opdracht en een

verantwoordingskader, faciliteren door het beschikbaar stellen van middelen en het geven van ruimte voor ieders professie en controleren door het gezien op het naleven van het beleid, de beleidsregels en het behalen van de gewenste resultaten.

De gemeente heeft de volgende taken:

  • -

    Vaststellen vierjaarlijks beleidsplan

  • -

    Afspraken maken met betrokken partijen

  • -

    Toetsen deskundigheid en capaciteit betrokken partijen

  • -

    Evalueren en bijsturen van de afspraken met de betrokken partijen

  • -

    Borgen kwaliteit

  • -

    Uitvoeren nulmeting en tevredenheidonderzoeken

  • -

    Evalueren effectiviteit beleid

  • -

    Afhandeling bezwaar en beroep

  • -

    Afhandeling dwangsomverzoeken op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

 

 

7.3. Waarborgen kwaliteit van de dienstverlening

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening laat de gemeente vrij hoe zij uitvoering geven aan de schuldhulpverlening. In de wet wordt gesteld dat de gemeente in het plan moet aangegeven welke maatregelen zij neemt om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd. Impliciet kan hieruit worden opgemaakt dat schuldhulpverlening in ieder geval kwalitatief en professioneel dient te worden uitgevoerd.

Het is essentieel dat zowel de schuldenaar als de schuldeisers vertrouwen hebben in de wijze waarop de gemeentelijke schuldhulpverlening wordt uitgevoerd en dat recht wordt gedaan aan hun belangen.

De gemeente Nieuwegein voert een deel van de schuldhulpverlening zelf uit. Het feitelijke schuldregelen, evenals budgetbeheer en budgetbegeleiding is uitbesteed aan een externe partij.

De gemeente Nieuwegein stelt als voorwaarde dat deze externe partij lid is van de NWK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, dan wel gecertificeerd is conform de NEN-norm 80484. Op deze manier is een vakgerichte aanpak, het werken conform beproefde modules en voortdurende deskundigheidsbevordering van medewerkers gegarandeerd. Voor schuldeisers geldt het lidmaatschap van de NVVK als een pré.

Verder is van essentieel belang dat alle partijen die betrokken zijn bij de schuldhulpverlening beschikken over voldoende capaciteit en deskundigheid.

Om de kwaliteit te kunnen meten, worden met de betrokken partijen duidelijke afspraken gemaakt over de te behalen resultaten. De partijen rapporteren over deze resultaten. Op basis van de rapportages vindt waar nodig bijsturing plaats. Borging van kwaliteit van het totale traject schuldhulpverlening wordt nader uitgewerkt in een kwaliteitsplan.

 

4) NEN 8048 heeft betrekking op een groot aantal activiteiten dat onder de noemer schuldhulpverlening valt zoals: intake,  schuldregeling, herfinanciering, budgetcoaching, budgetbeheer, nazorg en de relatie met andere organisaties die betrokken zijn bij de problematiek van de cliënt.

 

7.4 Managementinformatie

Op basis van managementinformatie worden kwaliteit en gewenste resultaten gevolgd. In de managementrapportage zal onderstaande informatie opgenomen worden om te kunnen sturen op de doelstellingen en kwaliteitsaspecten:

Vanuit de gemeente Nieuwegein

  • aantal aanmeldingen voor informatie en advies

  • aantal aanmeldingen wat hieruit voortkomt voor een traject schuldhulpverlening

  • aantal crisissituaties dat zich aanmeldt

  • aantal recidivisten dat zich aanmeldt (eventueel verder uitgesplitst)

  • uitvalcijfers en de reden van uitval

  • doorlooptijd en wachttijd per traject

  • aantal doorverwijzingen vanuit de gemeente naar ketenpartner voor schuldregeling

  • slagingspercentage dan wel positief/ negatief resultaat van

• informatie en adviestrajecten

• bemiddelingen in crisissituaties over voldoende capaciteit en deskundigheid.

 

Vanuit de externe partij

  • aantal gestarte schuldregelingen

  • aantal doorverwijzingen naar de Wsnp door de ketenpartner

  • aantal contacten nazorg na succesvol traject

  • doorlooptijd per traject

  • uitvalcijfers en de reden van uitval

  • slagingspercentage dan wel positief / negatief resultaat van

• schuldregelingstrajecten

• aantal contacten nazorg

 

Daarnaast verzamelt de gemeente Nieuwegein informatie over de doelgroep om een goed beeldte krijgen van de klanten die een beroep doen op schuldhulpverlening. Het doel van deze informatie is om in de toekomst beter inzicht te hebben in de vraag van de klant. Met deze informatie kan ook een relatie worden gelegd met gebiedsgerelateerde aanpak en/of andere

beleic terreinen. De informatie is ook input voor de aanpak van preventie.

De informatie die vastgelegd wordt, betreft onderstaande gegevens:

  • Geslacht

  • Leeftijd

  • Gezinssituatie

  • Postcode woonadres

  • Inkomen (soort en hoogte van het inkomen)

  • Opleidingsniveau

  • Hoogte van de schuld

 

 

7.5 Evaluatie

Dp basis van managementinformatie genoemd in paragraaf 7.4 vindt vier keer per jaar, te weten na afloop van ieder kwartaal een evaluatie plaats met de externe partijen om te bekijken of de kwaliteit die de gemeente nastreeft, behaald is. De conclusies kunnen aanleiding geven tot verbetervoorstellen. Geëvalueerd wordt of de integrale aanpak goed is verlopen en welke aspecten verbeterd kunnen worden. Tevens wordt geëvalueerd of de extra inzet op preventie en

nazorg effect hebben gehad.

 

8. Financiën

 

8.1 Gevolgen van de nieuwe wet

De wetgever heeft de taak aan te geven of de inhoud van het wetsvoorstel leidt tot een taakverzwaring van de gemeenten en, als dit het geval is, hoe deze taakverzwaring gefinancierd moet worden. Zij heeft uitgesproken dat het niet de bedoeling is om structureel extra middelen beschikbaar te stellen. Het Rijk gaat naast extra kosten ook uit van een inverdieneffect door een extra inzet op preventie, het voorkomen van recidive en nazorg en effecten op aanverwante gemeentelijke taakgebieden (bijzondere bijstand, re-integratie,

afsluitingen nutsvoorzieningen, huisuitzettingen, verslaafdenzorg). De financiële

consequenties van deze inverdieneffecten kan het Rijk (nog) niet zichtbaar maken. Landelijk worden er initiatieven genomen voor het ontwikkelen van een model voor berekening van maatschappelijke kosten.

 

8.2 Gemeentelijke middelen

Het aanbieden van schuldhulpverlening brengt kosten met zich mee voor c e gemeente door het inkopen van schuldhulptrajecten, budgetbeheer en - begeleiding en de eigen personele inzet.Het aantal hulpvragen is de laatste jaren flink toegenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren het aantal hulpvragen op dit hoge niveau zal blijven. De gemeente heeft bij schuldhulpverlening

zelf de regie in handen en kan zelf prioriteiten stellen en kiezen hoe de schuldhulpverlening te willen organiseren.

De kosten voor schuldhulpverlening worden gedekt uit het gemeentefonds in het bijzonder uit de gelden voor armoedebestrijding. Deze gelden worden in de gemeente Nieuwegein ingezet voor de U-pas en verbeterde schuldhulpverlening. Verder is in het Regeerakkoord afgesproken om in 2012 € 20 miljoen uit te nemen uit het gemeentefonds. Naar het oordeel van het kabinet kunnen gemeenten besparingen realiseren op de schuldhulpverlening door meer selectieve en gerichte schuldhulpverlening. Het is aan gemeenten zelf om daaraan invulling te geven en daartoe maatregelen te treffen, waaronder maatregelen op het terrein van preventie en efficiency. Voor de gemeente Nieuwegein betekent dit vanaf 2012 een lager bedrag van € 50.000 structureel en is in mindering gebracht op het gemeentelijk budget schuldhulpverlening. Deze bezuiniging komt bovenop het wegvallen van de tijdelijke middelen schuldhulpverlening die de gemeenten in de

jaren 2009-2011 van het rijk ontvingen.

In de gemeentebegroting 2012-2015 is voor schuldhulpverlening de volgende kostenraming opgenomen:

 

 

omschrijving

2012

2013

2014

2015

Trajectafhandeling schuldhulpverlening

141.085

214.049

214.049

214.049

Subsidie thuisadministratie

  50.000

  50.000

  50.000

  50.000

Totaal

191.085

264.049

264.049

264.049

 

Opm.

In 2012 is €72.964 afgeraamd van het budget schuldhulpverlening ten behoeve van inzet voor tijdelijke formatie schuldhulpverlening.

De ramingen in 2012 en later kunnen nog wijzigen afhankelijk van maatregelen van het rijk.

 

8.3 Implementatiekosten

De invoering van deze wet leidt tot implementatiekosten, bijv. toerusten commissie bezwaar en beroep, deskundigheidsbevordering, communicatietraject, aanpassen programmatuur, aanpassen werkprocessen ca. Wij zullen nog een inventarisatie maken met bijbehorende kosten. Op dit moment is hiervan nog geen kostenindicatie van te geven. Wij stellen voor hierop terug te komen bij de Najaarsnota 2012.

 

8.4 Rendement

De doelstellingen die in paragraaf 5.3 beschreven, geven duidelijk aan dat een investering in schuldhulpverlening resultaat geeft op andere terreinen. Het maatschappelijk rendement door een investering in schuldhulpverlening is echter nog moeilijk in concrete bedragen uit te drukken. Op het gebied van armoedebestrijding kan in algemene zin gesteld worden dat een investering in

schuldhulpverlening rendement oplevert omdat sprake is van minder oninbare vorderingen,minder en/of kortere WWB uitkeringen en minder uitgaven aan minimaregelingen. Verder is de algemene aanname dat minder beroep wordt gedaan op maatschappelijke opvang en minder sprake is van woningontruimingen/herhuisvesting.

Wanneer sprake is van multiproblematiek moet het rendement en de baten gedeeld worden met de inzet op andere beleidsterreinen. Door de integrale aanpak wordt resultaat van en voor de klant een breed resultaat van de inzet van meerdere partijen.

In 2011 en 2012 is door diverse bureaus onderzoek5 gedaan naar de effecten van

schuldhulpverlening, waarbij kostenberekeningen zijn gemaakt met betrekking tot (een deel van) de groep voor schuldhulpverlening. Deze onderzoeken geven een indicatie van kosten die breder in de gemeentelijke organisatie gedragen worden en een relatie hebben met het al dan niet inzetten van schuldhulpverlening.

 

5) Regioplan: Schuldhulpverlening loont! Een euro investeren levert 2 euro op.

Stade Advies: kosten voor kwetsbare (Multi probleem-) gezinnen circa 40.000 euro per jaar.Namens Eropaf.org: kosten huisuitzetting circa 10.000 euro voor gemeente en wbv, maatschappelijke kosten daarna kunnen

oplopen is wel 70.000 euro.

 

BIJLAGE Gegevens Nieuwegein en externe partij uitvoering

schuldhulpverlening 2011

 

Omschrijving indicator

Streefwaarde 2011

Realisatie 2011

Toelichting

% succesvolle

aanvragen

schuldhulpverlening:

minnelijke regeling of

toeleiding Wet

Schuldsanering

Natuurlijke Personen

Minimaal 70%

51,03%

Indicator wordt dit jaar

gehandhaafd in afwachting

van indicator die meer zegt

over het geheel van de

aanpak in de begroting

2012

 

Gerealiseerde cijfers 2010:

 

Aanmeldingen

463

 

Crisisinterventie

61

13,17%

Info & advies

73

15,76%

Schuldregelingen

165

35,65%

WSNP

52

11,23%

 

 

75,81%

 

 

Gerealiseerde cijfers 211:

 

Aanmeldingen

531

xxxxxx

Crisisinterventie

21

3,95%

Info & advies

49

9,22%

Schuldregelingen

140

26,37%

WSNP

61

11,49%

 

 

51,03%

 Verwachte stijging van 10% in 2012:

 

Aanmeldingen

584

Crisisinterventie

23

Info & advies

54

Schuldregelingen

154

WSNP

67

 

 

 

Toelichting

De registratie van klantgegevens schuldhulpverlening is helaas nog niet op een zodanig niveau dat de cijfers een reëel beeld geven. Wel blijkt uit de praktijk dat door het invoeren van het aanmeldgesprek er in circa 30% van de aanmeldingen sprake is van klanten die met ondersteuning door informatie en advies vanuit de gemeente zelf hun financiële situatie weer op orde kunnen krijgen. Het gaat hierbij om klanten die op tijd om ondersteuning hebben gevraagd en voldoende zelfredzaam zijn om hun problemen op te lossen.

Het aantal crisisinterventies voor klanten is in 2011 gehalveerd ten opzichte van 2010 en hiermee relatief laag in verhouding tot de landelijke cijfers. De convenanten die de Gemeente Nieuwegein

heeft afgesloten met de lokale woningbouwverenigingen en de afspraken die men heeft met energieleveranciers hebben duidelijk resultaat.

 

Gegevens externe partij

De gemeente Nieuwegein heeft een deel van het traject schuldhulpverlening uitbesteed aan een

externe partij, te weten Sociaal.nl. Men voert daar de volgende onderdelen uit:

  • Minnelijke schuldregeling

  • Schuldregeling via WSNP

  • Budgetbeheer

  • Budgetcoaching

De werkzaamheden vanuit Sociaal.nl worden uitgevoerd conform de vernieuwende werkwijze van de NWK maar ook volgens de normen NEN-8048. Het werkproces heef de gemeente Nieuwegein zo ingericht dat de intakefase door de casemanagers van de gemeente Nieuwegein wordt gedaan.

Wanneer een aanvraag compleet is om een minnelijk traject te kunnen starten, wordt het dossier door de casemanager van gemeente Nieuwegein overgedragen naar Sociaal.nl voor verdere afhandeling van een minnelijk traject en/of budgetbeheer.

 

Omschrijving

Aantal

Naar fase 2

Beëindigd

Aanmeldingen fase 1

157

130

27

Fase 2

130

 

 

Minnelijke regelingen

20

 

 

Wsnp

85

 

 

Voortijdig beëindigd

25

 

 

Budgetbeheer

34

 

 

Budgetcoaching

0

 

 

 

Toelichting

Het aantal doorverwijzingen naar de externe partij geeft geen aanleiding tot vragen. Wel is de verwachting dat dit aantal verder zal toenemen. De resultaten van de externe partij geven wel aanleiding tot het maken van nadere prestatieafspraken. Met name het hoge aantal doorgeleidingen

naar de Wsnp is daarbij punt van aandacht. Bij het opstellen van een kwaliteitsplan en -controle zal het aantal voortijdige beëindigingen in fase 1 naar verwachting dalen.

 

Bijlage Overzicht aanpalende beleidsterreinen

Schuldhulpverlening heeft een relatie met de navolgende beleidsterreinen:

  • -

    arbeidsmarktbeleid (inkomen/werkloosheid)

  • -

    armoedebeleid (terugdringen niet gebruik en inkomen verruimende maatregelen)

  • -

    re-integratiebeleid (terugval inkomen/verruimen inkomen)

  • -

    onderwijsbeleid (preventie)

  • -

    gezondheidsbeleid (preventie, maar ook gezondheid in relatie tot financiële zelfredzaamheid)

  • -

    openbare orde (criminaliteit)

  • -

    welzijn (psychosociale hulpverlening)

  • -

    inburgering

  • -

    WMO.

Daarnaast is heeft een aantal regelingen raakvlak met schuldhulpverlening:

Armoederegelingen, inkomensondersteuning voor bijzondere kosten:

  • -

    bijzondere bijstand

  • -

    langdurigheidstoeslag 

  • -

    U-pas, gericht op structureel aanbod

  • -

    participatieregelingen voor kinderen.

 

Bijlage Overzicht schema schuldhulpverlening