Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | nieuwe regeling | 20-12-2001 Gemeenteblad, 20-06-2003 |
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in of krachtens deze regeling artikelen van de Provinciewet of enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komt in die artikelen in de plaats van:
Wanneer het recreatieschap enig zakelijk dan wel persoonlijk recht verwerft op gronden, grenzend aan het in het eerste lid bedoelde gebied, is deze regeling ook van toepassing op (het gebied van) die gronden, indien het bestuur van de gemeente, tot het grondgebied waarvan deze behoren, bij aangetekende brief heeft medegedeeld hiermede in te stemmen. De in het eerste lid bedoelde tekening wordt overeenkomstig aangepast en aanvullend gewaarmerkt.
Ter verwezenlijking van de in artikel 2 genoemde doelen worden aan het bestuur van het recreatieschap de volgende bevoegdheden toegekend:
het heffen van rechten, als bedoeld in artikel 229, 1e lid onder a en b, van de Gemeentewet en in artikel 221, onder b van de Provinciewet, de rechten waarvan heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt en de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Het uitoefenen van de gemeentelijke bevoegdheden, ingevolge artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht (ongeklede recreatie), indien en voor zover het algemeen bestuur heeft verklaard daartoe over te gaan.
Het uitoefenen van de bevoegdheid van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 8.2, eerste lid van de Wet milieubeheer voor wat betreft het gestelde in bijlage I, categorie 19, sub g, onder 1 van het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit Milieubeheer (gemotoriseerde modelvliegtuigen, -vaartuigen, -voertuigen) indien en voor zover het algemeen bestuur heeft verklaard daartoe over te gaan.
Het uitoefenen van de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang zoals bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 122 van de Provinciewet indien en voorzover de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van door het bestuur van het recreatieschap vastgestelde regels.
Binnen het kader van het in artikel 2, eerste lid omschreven doel kunnen de aan het recreatieschap toekomende taken en bevoegdheden worden uitgebreid dan wel beperkt bij gelijkluidend besluit van alle deelnemers, zonder dat daartoe wijziging van deze regeling noodzakelijk is. De deelnemers dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van dat besluit.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het vaststellen van een verordening, door strafbepalingen of bestuursdwang te handhaven, dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van elk der deelnemende gemeenten en provinciale staten. Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van die verordening aan de deelnemers. Alle deelnemers zenden binnen drie maanden na ontvangst van het ontwerp van die verordening schriftelijk bericht aan het algemeen bestuur.
Indien de raad van een gemeente, op het grondgebied waarvan de verordening betrekking heeft, schriftelijk heeft bericht, dat naar zijn mening de verordening geheel of ten dele niet dient te gelden voor bepaald aangewezen gebieden van deze gemeente, worden deze gebieden uitgesloten van de werkingssfeer van de betreffende bepalingen van de verordening. Deze uitsluiting geldt slechts indien:
Het algemeen bestuur en de leden van het algemeen bestuur hebben de bevoegdheid personen uit te nodigen als adviseur aan een vergadering deel te nemen dan wel zich te doen bijstaan door één of meer (al dan niet ambtelijke) adviseurs. Het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur kan hieromtrent nadere regels stellen.
Een lid c.q. zijn plaatsvervanger, alsmede de vertegenwoordiger van de minister belast met de zorg voor de openluchtrecreatie, natuur- en landschapsbeheer, kan staande de beraadslagingen vragen de beslissing over het aan de orde zijnde onderwerp aan te houden voor nader overleg met het orgaan dat hem heeft aangewezen.
Provinciale staten en de gemeenteraden stellen ieder regels vast omtrent:
De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur, nadat en voor zover hernieuwde aanwijzing, als bedoeld in artikel 5, van leden van het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden dan wel door ontslag, overlijden of om een andere reden een plaats in het dagelijks bestuur is opengevallen.
Zij verstrekken - tezamen dan wel afzonderlijk - aan het algemeen bestuur alle inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met het openbaar belang, die door het algemeen bestuur dan wel één of meer leden daarvan, hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd en wel door:
De voorzitter, vice-voorzitter en secretaris
Zo door het recreatieschap een geding wordt gevoerd tegen of een rechtshandeling gepleegd met een rechtspersoon, die door dezelfde persoon wordt vertegenwoordigd als de voorzitter van het recreatieschap, wordt het recreatieschap vertegenwoordigd door de vice-voorzitter, ook indien door de wederpartij alsnog een andere vertegenwoordiger mocht zijn aangewezen.
Het algemeen bestuur kan bij verordening voor deelgebieden of bepaalde aangelegenheden bestuurscommissies instellen zoals bedoeld in de artikelen 52, juncto 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan bevoegdheden van algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter kunnen worden overgedragen.
Het algemeen bestuur kan ten behoeve van de leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen en dagelijks bestuur, alsmede ten behoeve van de leden en plaatsvervangende leden van de in artikel 15 bedoelde commissie(s) een regeling vaststellen voor een op jaarbasis te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten.
Het algemeen bestuur geeft provinciale staten en de gemeenteraden alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is. Het algemeen bestuur zendt in ieder geval de volgende stukken, zodra die zijn vastgesteld respectievelijk door het bestuur is ontvangen, ter kennisneming toe:
Voordat ten aanzien van een geschil, aangaande de uitvoering of toepassing, van deze regeling gerezen, de beslissing van een rechterlijke instantie wordt ingeroepen, wordt de zaak voorgelegd aan een geschillencommissie, samen te stellen door gedeputeerde staten, in overleg met de dagelijkse besturen van de bij het geschil betrokken deelnemers.
HOOFDSTUK III: BELEID, UITVOERING EN VERANTWOORDING
Het algemeen bestuur kan in de organisatieverordening of opdrachtovereenkomst bepalen dat het hoofd van de uitvoeringsorganisatie als adviseur zorg draagt voor de beleidsvoorbereiding van het algemeen bestuur alsmede voorziet in de secretariële en administratieve ondersteuning van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
HOOFDSTUK IV: FINANCIELE BEPALINGEN
De geldmiddelen van het recreatieschap worden gevormd door:
belasting als toegelaten ingevolge artikel 54, eerste lid, onder a, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
De bedragen van de meerjarenbegroting worden telkenjare voor wat de loonkosten betreft herzien aan de hand van het indexcijfer van regelingslonen voor volwassen werknemers per maand, sector overheid, op 31 december van het aan dat boekjaar voorafgaande jaar, zoals dit cijfer voor de eerste maal na laatstgenoemd tijdstip is bekendgemaakt en voor wat de overige kosten betreft aan de hand van de hiervoor vastgestelde percentages van de meerjarenraming van de rijksbegroting.
Het algemeen bestuur stelt de begroting, meerjarenbegroting en eventueel gewijzigd investeringsschema - overeenkomstig de in de comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten opgenomen termijnen – tijdig voor het begrotingsjaar vast nadat de deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren en zendt deze onmiddellijk na vaststelling aan de deelnemers.
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks de ontwerpjaarrekening van het recreatieschap eventueel vergezeld van zijn opmerkingen en vergezeld van een verantwoording van zijn financieel beleid tijdig aan het algemeen bestuur en aan de deelnemers onder overlegging van een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de hiertoe door het algemeen bestuur aangewezen registeraccountant(s).
De deelnemers kunnen schriftelijk bezwaren tegen de jaarrekening indienen bij het dagelijks bestuur binnen twee maanden na toezending van de rekening. Bij de vaststelling van de jaarrekening – overeenkomstig de daarvoor in de comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten opgenomen termijnen - beslist het algemeen bestuur op de door de deelnemers ingediende bezwaren.
Het nadelig saldo over enig boekjaar van een door het algemeen bestuur vastgestelde jaarrekening wordt gebracht ten last van de deelnemers volgens een door de deelnemers bij het aangaan van deze regeling overeengekomen of later gewijzigde verdeelsleutel, welke als bijlage bij deze regeling is gevoegd en van deze regeling deel uitmaakt.
Geen van de deelnemers is gehouden in de netto-lasten met betrekking tot de financiering van de investeringen en het beheer en onderhoud meer bij te dragen dan - afgezien van de stijging van die lasten die een gevolg is van loon- en prijsstijgingen (indexcijfer en percentages als bedoeld in artikel 24 tweede lid) - is geraamd als aan het recreatieschap verschuldigde bijdrage als bedoeld in artikel 24, vierde lid, behoudens het bepaalde in het derde lid van dat artikel.
Indien van de deelnemers de in het derde en vierde lid bedoelde voorschotten later zijn ontvangen dan de krachtens besluit van het dagelijks bestuur, ingevolge het derde lid bepaalde data respectievelijk de in het vierde lid genoemde data, komen de hieruit voortvloeiende kosten voor rekening van die deelnemers naar rato van de grootte van de verschuldigde voorschotten gerelateerd aan de termijn waarmee die data zijn overschreden. Voor die kostentoerekening is basis de debetrente van de door het recreatieschap aangegane rekeningcourantovereenkomst.
HOOFDSTUK V: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het algemeen bestuur stelt, na overleg met de deelnemers, binnen drie maanden, nadat het in het eerste lid bedoelde verzoek is ontvangen, een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling in verband met de voorgenomen toetreding alsmede een regeling voor de gevolgen van de toetreding. Het dagelijks bestuur zendt dit ontwerp en regeling aan de deelnemers, waaronder begrepen de aspirant-deelnemer, met het verzoek binnen drie maanden na verzending hiervan, inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.
De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die, waarin van het besluit tot toetreding aantekening is gemaakt in de registers, als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,.
Het algemeen bestuur stelt binnen drie maanden nadat het besluit tot uittreding is ontvangen een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de gevolgen van de uittreding en zendt dit ontwerp aan de deelnemers met het verzoek binnen drie maanden na verzending van dat ontwerp inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.
Een wijziging van deze regeling gaat in op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin daarvan aantekening is gemaakt in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Vastgesteld bij raadsbesluit gemeente Alkmaar van 16 december 1971.
Gewijzigd bij raadsbesluit gemeente Alkmaar van 20 juni 1988, nr. 11.
Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 26 juli 1988, nr. 580.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit gemeente Alkmaar van 20 december 2001, nr. 22a.
Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten door opneming in hun openbaar register op 27 mei 2003.
Gepubliceerd in het gemeenteblad op 20 juni 2003.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 29 oktober 2003.