Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Alkmaar

Deelsubsidieregeling bewonersinitiatieven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Alkmaar
Officiële naam regelingDeelsubsidieregeling bewonersinitiatieven
CiteertitelDeelsubsidieregeling bewonersinitiatieven
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Kaderverordening subsidieverstrekking
  2. Uitvoeringsvoorschriften subsidieverstrekking

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-01-201001-04-2016nieuwe regeling

12-01-2010

Officiële Mededelingen, 20-01-2010

Tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze deelsubsidieregeling wordt verstaan onder:

  • 1

    de verordening: de Kaderverordening subsidieverstrekking;

  • 2

    de uitvoeringsvoorschriften: de uitvoeringsvoorschriften subsidieverstrekking, gebaseerd op artikel 6 van de verordening;

  • 3

    subsidie: een op grond van deze deelsubsidieregeling te verstrekken financiële bijdrage;

  • 4

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

  • 5

    Voucher: subsidie in de vorm van één of meer waardebonnen van maximaal € 500,-- per voucher, waarmee bewoners hun initiatief kunnen uitvoeren;

  • 6

    Initiatief: een plan om de leefbaarheid in de eigen wijk, buurt of straat te verbeteren en/of de sociale cohesie te versterken;

  • 7

    Initiatiefnemer(s): individuele of georganiseerde bewoners, die een aanvraag indienen om een initiatief uit te voeren;

  • 8

    Regiegroep: een door het college gemandateerde groep bewoners en/of professionals uit de wijk;

  • 9

    Kasbeheerder: degene die door het college is aangewezen voor het beheer van het subsidiebudget en die verantwoordelijk is voor de verzilvering van vouchers;

  • 10

    Wijk: één van de wijken conform de wijkindeling van Alkmaar;

Artikel 2 Doel van deze regeling

Het doel van deze deelsubsidieregeling is het faciliteren van initiatieven van bewoners met als doel:

  • 1

    de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en / of

  • 2

    de versterking van de sociale samenhang binnen een wijk en tussen bewoners.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1

    De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een subsidieplafond vast voor de uitvoering van deze regeling.

  • 2

    Het college kan vaststellen volgens welke maatstaven het beschikbare bedrag wordt verdeeld. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld. De bekendmaking geschiedt uiterlijk 4 weken na de datum waarop de gemeenteraad de begroting heeft vastgesteld.

Artikel 4 Regiegroep

  • 1.

    Het college wijst per wijk een regiegroep aan;

  • 2.

    Een regiegroep is samengesteld uit betrokken wijkbewoners;

  • 3.

    Een regiegroep kan worden aangevuld met professionals, die in de wijk actief zijn;

  • 4.

    Voor de uitoefening van haar werkzaamheden ontvangt de regiegroep een budget;

  • 5.

    De regiegroep is gemandateerd vouchers te verstrekken aan initiatiefnemers in het geval van aanvragen tussen € 2.500,-- en € 7.500,--

  • 6.

    De regiegroep adviseert het college over aanvragen hoger dan € 7.500,--.

  • 7.

    Het budget als bedoeld in lid 4 wordt beheerd door de wijkcoördinator.

Artikel 5 Subsidieaanvragen

  • 1.

    Subsidie kan verstrekt worden aan zowel organisaties als aan natuurlijke personen;

  • 2.

    Subsidieaanvragen worden ingediend bij het college;

  • 3.

    Bij de indiening van de aanvraag dient in ieder geval overgelegd te worden:

    • a.

      een beschrijving van de activiteit en de wijze waarop en de mate waarin die een bijdrage levert aan de doelstelling conform artikel 2;

    • b.

      een begroting van de kosten en inkomsten;

    • c.

      naam, contactadres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening van de initiatiefnemer;

  • 5.

    Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor een goede beoordeling daarvan, geeft het college aan de initiatiefnemer aan hoe hij de aanvraag kan aanvullen.

  • 6.

    De aanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst.

  • 7.

    Indien de aanvrager een natuurlijke persoon is kan het college hem vragen schriftelijk te verklaren dat hij garant staat voor de uitvoering van het project en de besteding van de subsidie.

Artikel 6 Subsidies tot € 2.500

  • 1.

    Voor subsidies tot € 2.500 zijn de bepalingen van toepassing van het hoofdstuk 2 waarderingssubsidies uit de uitvoeringsvoorschriften, tenzij anders in deze deelsubsidieregeling is bepaald;

  • 2.

    Het college kan regiegroepen mandateren voor subsidieaanvragen tot € 2.500 vouchers te verstrekken aan de initiatiefnemers overeenkomstig de bepalingen in artikel 7.

Artikel 7 Subsidies van € 2.500 tot € 7.500

  • 1

    Op subsidieaanvragen van € 2.500 tot € 7.500 zijn de bepalingen van toepassing van hoofdstuk 2 “Waarderingssubsidies” uit de uitvoeringsvoorschriften, tenzij anders in deze deelsubsidieregeling is bepaald;

  • 2

    Aanvragen als bedoeld in lid 1 worden voorgelegd aan de regiegroep van de wijk, waaruit de aanvraag afkomstig is;

  • 3

    De regiegroep beoordeelt de aanvraag en deelt bij een positieve beoordeling vouchers uit aan de initiatiefnemer;

  • 4

    De regiegroep beslist binnen vier weken, gerekend vanaf de datum waarop de aanvraag bij de gemeente is binnengekomen, en maakt deze beslissing bekend aan de initiatiefnemer;

  • 5

    De initiatiefnemer kan voor de betaling van de kosten van uitvoering van het initiatief de vouchers verzilveren bij de door het college aangestelde kasbeheerder. De voucher kan worden verzilverd door:

    • b.

      in te kopen diensten en producten door de kasbeheerder te laten betalen;

    • c.

      deze om te zetten in een storting op de bankrekening, tot maximaal € 500, - per voucher;.

  • 6

    De kasbeheerder kan een betaling weigeren indien hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat deze betaling niet wordt aangewend voor de uitvoering van het initiatief.

Artikel 8 Subsidie hoger dan € 7.500,--

  • 1

    Subsidieaanvragen van meer dan € 7.500 worden beschouwd als activiteitensubsidies ex artikel 12 van de uitvoeringsvoorschriften;

  • 2

    Aanvragen worden om advies voorgelegd aan de regiegroep van de wijk, waaruit de aanvraag afkomstig is;

  • 3

    De regiegroep bepaalt na overleg met de wijkcoördinator hoe het draagvlak voor het  Initiatiefvoorstel kan worden onderzocht.

  • 4

    Op basis van het advies van de regiegroep besluit het college op de aanvraag.

  • 5

    Het besluit van het college wordt uiterlijk binnen dertien weken, gerekend vanaf de datum waarop de aanvraag bij de gemeente is binnengekomen, aan de initiatiefnemer bekend gemaakt;

  • 6

    In het geval van een positief besluit wordt het te verstrekken subsidiebedrag uitgekeerd in vouchers.

  • 7

    De initiatiefnemer kan voor de betaling van de kosten van uitvoering van het initiatief de vouchers verzilveren bij de door het college aangestelde kasbeheerder. De voucher kan worden verzilverd door:

    • a.

      in te kopen diensten en producten door de kasbeheerder te laten betalen;

    • b.

      deze om te zetten in een storting op de bankrekening, tot maximaal € 500, - per keer.

  • 8.

    Bij de verstrekking van vouchers kan het college als voorwaarde bepalen dat binnen een bepaalde termijn met de uitvoering van het initiatief wordt gestart.

Artikel 9 Weigeringgronden

  • 1.

    Geen subsidie of vouchers worden verleend:

    • a.

      voor kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan het moment van subsidieverlening;

    • b.

      Indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning;

    • c.

      de initiatiefnemer doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet en/of vigerend beleid;

    • d.

      het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privé-belangen;

    • e.

      het beheer en onderhoud van de voorgestelde fysieke verbeteringen van de leefomgeving niet kunnen worden gewaarborgd;

    • f.

      door de verstrekking het subsidieplafond wordt overschreden.

    • g.

      voor kosten die zijn gemaakt voor eten en drinken.

Artikel 10 Subsidievaststelling

  • 1.

    In het geval van een activiteitensubsidie dient de initiatiefnemer binnen uiterlijk drie maanden na de beëindiging van de activiteit een verzoek tot vaststelling van het subsidie in.

  • 2.

    het verzoek als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van een verslag van de gehouden activiteiten alsmede een financieel verslag houdende de baten en lasten, die met de activiteit zijn gemoeid.

Artikel 11 Administratieve bepalingen

De subsidieontvanger is verplicht om rekeningen en betaalbewijzen gedurende drie maanden na indiening van het verslag te bewaren en op eerste verzoek t.b.v. controle aan de gemeente te overleggen.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Deze deelsubsidieregeling treedt in werking één dag na de bekendmaking in de Officiële mededelingen en eindigt per 31 december 2011.

  • 2.

    In 2010 zal de raad een besluit nemen over het wel of niet continueren van deze of een soortgelijke regeling vanaf 1 januari 2011;

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de deelsubsidieregeling initiatiefbudget

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: deelsubsidieregeling bewonersinitiatieven.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders op 24 februari 2009.

Gewijzigd bij besluit van burgemeester en wethouders op 12 januari 2010.

Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 20 januari 2010.

Bijlage: Paragrafen 1 (Waarderingssubsidies) en 2 (Activiteitensubsidies) van de Uitvoeringsvoorschriften subsidieverstrekking

§ 1 WAARDERINGSSUBSIDIE

Artikel 7 waarderingssubsidie

  • 1.

    Een waarderingssubsidie is een bijdrage in de kosten van een activiteit, ongeacht de feitelijke kosten daarvan;

  • 2.

    Subsidies, verleend op basis van een deelsubsidieregeling, zijn waarderingssubsidies;

  • 3.

    Een subsidie tot maximaal € 7.500, dat niet wordt verleend op basis van een deelsubsidieregeling wordt aangemerkt als een waarderingssubsidie tenzij het college anders beschikt;

  • 4.

    Het besluit tot verlening van subsidie is tevens de vaststelling.

  • 5.

    De organisatie is verplicht om na afloop van het boekjaar waarvoor het subsidie werd verstrekt, een verslag van de activiteit in te dienen tenzij anders is bepaald in een deelsubsidieregeling of de beschikking.

  • 6.

    Indien uit het verslag als bedoeld in lid 5 blijkt dat de activiteiten ten behoeve waarvan het subsidie is verstrekt, niet zijn uitgevoerd, kan het college besluiten tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van het subsidie.

Artikel 8 subsidieaanvraag

  • 1)

    Een organisatie die in aanmerking wenst te komen voor een subsidie voor het komende of binnen het lopende boekjaar, voegt bij haar aanvraag een beschrijving van de aard, omvang en intensiteit van de activiteiten en een opgave van het verwachte aantal deelnemers;

  • 2)

    Een aanvraag voor subsidie kan op ieder moment worden ingediend. Organisaties, die een jaarlijks subsidie ontvangen moeten hun aanvraag voor het volgende boekjaar uiterlijk 1 juni van het lopende boekjaar indienen, tenzij in een deelsubsidieregeling anders is bepaald;

Artikel 9 beoordeling subsidieaanvraag

Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Algemene wet bestuursrecht, kan het besluit tot subsidieverstrekking eisen bevatten welke worden gesteld aan de hoogte van de contributie van leden van de organisatie en/of de bijdragen van deelnemers aan activiteiten.

Artikel 10 termijnen subsidieverlening

  • 1.

    Op een subsidieaanvraag welke betrekking heeft op het boekjaar volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend wordt beslist binnen zes weken na de dag waarop de gemeentebegroting voor dat boekjaar door de raad is vastgesteld.

  • 2.

    In alle andere gevallen wordt beslist binnen acht weken na de datum waarop de aanvraag is binnengekomen, mits deze aan alle wettelijke eisen voldoet.

Artikel 11 inrichting administratie

  • 1)

    De administratie dient zodanig te zijn ingericht dat aan het college te allen tijde inzicht kan worden geboden in de mate waarin de organisatie voldoet aan de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen.

  • 2)

    De organisatie houdt de administratieve gegevens gedurende ten minste drie jaren na afloop van het boekjaar beschikbaar, tenzij het college hiervoor een langere termijn stelt.

§ 2 ACTIVITEITENSUBSIDIE

Artikel 12 activiteitensubsidie

  • 1.

    Een activiteitensubsidie is een subsidie in het exploitatietekort van de subsidiabele activiteiten;

  • 2.

    De hoogte van de activiteitensubsidie wordt bepaald op basis van de door het college geaccepteerde begroting van de subsidiabele activiteit(en).

Artikel 13 subsidieaanvraag

  • 1.

    Een organisatie die in aanmerking wenst te komen voor een subsidie legt aan ons in ieder geval de volgende bescheiden over:

    • a.

      een beschrijving van de aard, omvang en intensiteit van de activiteiten en een opgave van het aantal te verwachten deelnemers;

    • b.

      een opgave van de contributie van de leden of de bijdrage die van de deelnemers aan activiteiten wordt gevraagd;

    • c.

      een begroting van baten en lasten voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd alsmede een toelichting op de begroting;

    • d.

      een exploitatierekening en balans over het voorafgaande boekjaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie voor het volgende boekjaar moet uiterlijk 1 juni van het lopende boekjaar worden ingediend

Artikel 14 beoordeling subsidieaanvraag; subsidieverlening

  • 1.

    Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Algemene wet bestuursrecht, kan het besluit tot subsidieverlening eisen bevatten met betrekking tot:

    • a.

      de hoogte van de contributie van leden van de organisatie;

    • b.

      de bijdragen van deelnemers aan activiteiten;

    • c.

      tarieven;

    • d.

      indien van toepassing, de bijdragen van derden.

    • e.

      De eisen met betrekking tot de verslaglegging over de uitgevoerde activiteiten;

  • 2.

    Bij de subsidieverlening bepaalt het college in hoeverre de begroting is goedgekeurd en op welke wijze de subsidievaststelling plaatsvindt.

Artikel 15 wijziging activiteiten

Indien een organisatie gedurende het subsidietijdvak de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet uitvoert of kan uitvoeren en in de plaats daarvan het subsidie wil aanwenden voor andere activiteiten, dient zij daarvoor goedkeuring te verkrijgen van het college. Daartoe dient de organisatie tijdig een schriftelijk verzoek bij het college is.

Artikel 16 termijnen subsidieverlening

  • 1.

    Op een subsidieaanvraag welke betrekking heeft op het boekjaar volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend wordt beslist binnen zes weken na de dag waarop de gemeentebegroting voor dat boekjaar door de raad is vastgesteld.

  • 2.

    In alle andere gevallen wordt beslist binnen acht weken na de datum waarop de aanvraag is binnengekomen, mits deze aan alle wettelijke eisen voldoet.

Artikel 17 verzoek het subsidie vast te stellen

  • 1.

    Een organisatie aan welke subsidie is verleend, dient uiterlijk voor 1 juni van het jaar, volgend op het subsidietijdvak, het verzoek om vaststelling van het subsidie bij het college in. Dat verzoek gaat vergezeld van een verslag van de in het boekjaar verrichte activiteiten, alsmede een door het bestuur gewaarmerkte jaarrekening. De jaarrekening dient minimaal te omvatten een staat van baten en lasten, een balans en toelichtingen daarop.

  • 2.

    Het verslag bevat een beschrijving van de uitgevoerde activiteiten, zulks conform de eisen, die in de beschikking tot subsidieverlening zijn opgenomen;

  • 3.

    De jaarrekening moet op dezelfde wijze zijn ingericht als de bij het verzoek om subsidie overgelegde begroting. De jaarrekening dient vergezeld te gaan van een verklaring van getrouwheid van een registeraccountant dan wel van een accountant administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, waaruit tevens het oordeel blijkt dat subsidies rechtmatig zijn besteed.

  • 4.

    Het college kan bepalen dat de accountantscontrole geschiedt conform een terzake door het college vastgesteld protocol. In voorkomende gevallen is dat protocol gevoegd bij de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 18 subsidievaststelling

  • 1.

    Bij de vaststelling van de subsidie worden geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing gelaten de lasten, welke:

    • a.

      niet of niet in voldoende mate in de begroting van de instelling waren voorzien;

    • b.

      niet in voldoende mate verband houden met activiteiten, waarvoor subsidie is verstrekt; of

    • c.

      naar het oordeel van het college zonder noodzaak zijn opgevoerd.

  • 2.

    Op een aanvraag tot subsidievaststelling wordt, mits deze aan alle wettelijke voorschriften voldoet, uiterlijk binnen zes maanden beslist, gerekend vanaf de datum waarop de aanvraag bij ons is binnengekomen.

Artikel 19 inrichting administratie

  • 1.

    De administratie dient zodanig te zijn ingericht, dat te allen tijde een overzicht kan worden verkregen van de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, de financiële resultaten en de activiteiten van de instelling.

  • 2.

    De instelling houdt de administratieve gegevens gedurende ten minste zeven jaar beschikbaar.

  • 3.

    Door ons aangewezen ambtenaren of derden deskundigen hebben desgevraagd inzage in de boeken en bescheiden, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen, welke voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van de uitvoering van de activiteiten in het bijzonder nodig zijn.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde personen hebben de bevoegdheid tot review op de verrichte werkzaamheden van de controlerend accountant van de instelling. De instelling draagt er zorg voor dat haar accountant hiermee instemt.

TOELICHTING

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie acht het van belang dat bewoners van wijken de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de leefbaarheid van hun wijk te verbeteren. In de jaren 2008 t/m 2010 kan de gemeente daartoe een zogenoemde integratie-uitkering tegemoet zien.

Ten behoeve van de besteding van deze uitkering is aanvullende regelgeving noodzakelijk. In deze regeling is de reeds bestaande deelsubsidieregeling initiatiefbudget opgenomen. Laatstgenoemde deelsubsidieregeling is daarmee dus vervallen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Doel van deze regeling

De doelstelling is zo geformuleerd, dat een breed pakket aan initiatieven in aanmerking kan komen voor een financiële bijdrage. Het kan daarbij gaan om activiteiten, maar evenzeer is het denkbaar dat kleine investeringen in de woonomgeving met een bijdrage worden gehonoreerd.

Artikel 3 Subsidieplafond

De gemeenteraad bepaalt het subsidieplafond, dat het college maximaal kan besteden aan subsidies op grond van deze regeling. Het college kan vervolgens bepalen hoe het beschikbare bedrag over de wijken wordt verdeeld. Ook kan het college inhoudelijke voorwaarden benoemen, waaraan een initiatief moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 4 Regiegroep

In elk van de acht Alkmaarse wijken wordt een regiegroep ingesteld. Daarbij wordt zo goed als mogelijk gestreefd naar een representatieve samenstelling, bijvoorbeeld gelet op een evenredige vertegenwoordiging van de onderscheiden buurten, de deelname naar etnische achtergrond, de leeftijdsopbouw enzovoort.

Artikel 5 Subsidieaanvragen

Individuele bewoners kunnen aanvragen indienen, al dan niet in samenspraak met mede wijkbewoners. Voor ondersteuning bij het opstellen van de aanvraag, de wijze waarop het initiatief kan worden uitgevoerd en de daarbij behorende financiële begroting kunnen bewoners zich onder andere wenden tot de Stichting Welzijnsbevordering Kern 8.

Artikel 6/7 Subsidies tot € 2.500 / Subsidies van € 2.500 tot € 7.500

Voor subsidies tot € 2.500 beslist het college zonder inschakeling van de regiegroep. In feite gaat het hier om subsidies die voorheen verstrekt werden op grond van de deelsubsidieregeling initiatiefbudget.

Als bijlage aan deze toelichting is het hoofdstuk waarderingssubsidies uit de uitvoeringsvoorschriften gevoegd.

De regiegroep heeft het mandaat om te beslissen over subsidies van € 2.500 en € 7.500 en deze in de vorm van vouchers aan de initiatiefnemers te verstrekken. De regiegroep neemt die beslissingen binnen het financiële en inhoudelijke kader, zoals beschreven in artikel 3: subsidieplafond.

Artikel 9 Weigeringgronden

Aanvragen op grond van deze regeling worden ingediend bij het college. Dit beoordeelt in eerste instantie of er weigeringgronden op basis van dit artikel aanwezig zijn. Bij twijfel zal het college nadere informatie bij de initiatiefnemer inwinnen.

Een aanvraag wordt niet aan de regiegroep voorgelegd als het college met een beroep op dit artikel van oordeel is dat het subsidie geweigerd moet worden.