Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening burgerinitiatieven gemeente Cuijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatieven gemeente Cuijk
CiteertitelVerordening burgerinitiatieven gemeente Cuijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpMiddelen & ondersteuning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Dualisering Gemeentebestuur (2004)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-09-2005Nieuwe regeling

26-09-2005

Cuijks Weekblad 12 oktober 2005

-2.07.51 / -34519

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatieven gemeente Cuijk

De Raad van de gemeente Cuijk

 

Gezien het voorstel van de griffie d.d. 9 augustus 2005,

 

B e s l u i t:

 

Vast te stellen de navolgende;

Verordening burgerinitiatieven gemeente Cuijk 

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

- Raad: de gemeenteraad van Cuijk;

- College: het college van burgemeester en wethouders van Cuijk;

- Een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de raad;

- Ambtsdragers: de burgemeester, de wethouders, de secretaris, raadsleden, ambtenaren en de griffier.

- Initiatiefgerechtigde: de persoon als bedoeld in artikel 3.

- Wijk: een deel van de gemeente of dorpskern

 

Artikel 2  

  • 1

    De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2

    Ongeldig is het verzoek dat:

    A. niet door ten minste 75 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    B. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    C. niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

  • 3

    In afwijking van het gestelde onder 2a, is voor een voorstel dat zijn effect of uitwerking zal hebben in het leefgebied van één wijk of dorpskern, een verzoek geldig indien het wordt ondersteund door tenminste 25 initiatiefgerechtigden .

Artikel 3  

  • 1

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4  

Een burgerinitiatiefvoorstel kan geen betrekking hebben op:

A. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

B. een vraag over het gemeentelijk beleid of de uitvoering daarvan;

C. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

D. een bezwaar in de zin van de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

E. handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

F. vaststellen en wijzigen van de gemeentebegroting incl. gemeentelijke belastingen en tarieven;

G. geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers danwel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

H. een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

I. onderwerpen die een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is;

J. onderwerpen die een privébelang betreffen danwel schade kunnen opleveren voor specifieke bewonersgroepen.

 

Artikel 5  

  • 1

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffier verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij dezelfde griffier worden ingediend. De griffier zal de initiatiefnemer(s) gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2

    Het verzoek bevat ten minste:

    A. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    B. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    C. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    D. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van de in de bijlagen bij deze verordening opgenomen modellen.

Artikel 6  

  • 1

    De griffier bericht de raad en de indiener(s) zo mogelijk binnen 2 weken na ontvangst van een burgerinitiatief dat dit is ontvangen en of dit voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 en of er sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

  • 2

    Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2,3 en 5 stelt de griffier de indiener(s) gedurende een termijn van ten hoogste 4 weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3

    De griffier doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid mededeling aan de raad.

Artikel 7  

  • 1

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de griffier als bedoeld in artikel 6, eerste lid of na ontvangst van de aanvulling ingevolge artikel 6, tweede lid, over de (procedurele) behandeling van het burgerinitiatief;

  • 2

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel - eventueel vergezeld van zijn advies - doorzenden naar het college van burgemeester en wethouders of naar de burgemeester.

  • 3

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor een volgende vergadering van de raad.

  • 4

    Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of dit raakt aan de bevoegdheden en taken van de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders. Deze bestuursorganen worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.

  • 5

    De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker(s) schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten en om eventuele vragen uit de raad te beantwoorden.

  • 6

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 7

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 8

    De initiatiefnemer wordt daarna door de griffier ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 9

    Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 8  

  • 1

    De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

  • 2

    De verordening wordt 1 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 9  

De verordening treedt in werking acht dagen na de bekendmaking van het besluit tot vaststellen van deze verordening.

Artikel 10  

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening burgerinitiatieven Cuijk 2005".

 

 

 

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 26 september 2005

De raad voornoemd,

C.G.W.M. Selman                      L.M. Schoots

Griffier                                      Voorzitter  

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Er is voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Alleen een individuele burger kan concrete voorstellen indienen bij de gemeenteraad. Mogelijk dat belangengroepen in voorkomende gevallen ondersteuning kunnen verlenen bij het opstellen van een concreet voorstel behorend bij een burgerinitiatief.

 

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich dan in ieder geval moeten uitspreken over (de ontvankelijkheid van) het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als (a,b) het verzoek door ten minste 75 danwel 25 (wijk/dorpskern) initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (c) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (d) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

 

Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een gedeelte van de bevolking wordt gedragen.

De omvang van de drempel zou van dien aard moeten zijn dat zij – zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Anderzijds moet de drempel niet te hoog zijn, om te voorkomen dat allerlei in potentie waardevolle burgerinitiatieven de raad niet bereiken. Wel wordt het wenselijk geacht dienaangaande een differentiatie aan te brengen. Bij een drempel van ondersteuning door tenminste 75 initiatiefgerechtigden danwel 25 (wijk/dorpskern) wordt aan genoemde aspecten recht gedaan. De aantallen zijn  gebaseerd op ervaringen elders in den lande. De limitering en praktische uitwerking c.q. toepassing van deze aantallen zullen nader worden bezien bij de aangekondigde evaluatie van deze verordening. Op dat moment kan ook worden bezien of de “lat op de goede hoogte ligt”. Daarnaast moet worden opgemerkt, dat in de praktijk niet te lichtvaardig gedacht moet worden over de acties die een potentiële initiatiefgerechtigde moet nemen. Hij moet immers en een initiatief ontwikkelen en hij moet meerdere initiatiefgerechtigden benaderen die middels het plaatsen van naam, adres, geboortedatum en een handtekening hun steun aan het burgerinitiatief kenbaar maken. Dit is dus meer dan alleen het plaatsen van een handtekening tijdens een actie in het winkelcentrum.

 

Artikel 3

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. In het kader van het betrekken van jongeren van de politiek verdient het aanbeveling de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek.

Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

 

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekuur van een wethouder of de burgermeester.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Het is evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Lid (i) is opgenomen om te voorkomen, dat burgerinitiatieven andere reeds opgestarte procedures in het kader van inspraak of interactieve beleidsvorming doorkruisen. Evenmin zijn voorstellen wenselijk die privé-belangen betreffen danwel het in zich kunnen hebben om schade toe te brengen aan specifieke bewonersgroepen.

Voorts zijn bepalingen opgenomen ter voorkoming dat ambtsdragers onderwerp worden van een burgerinitiatiefvoorstel.

 

Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Voorbeeld van dergelijke formulieren zijn opgenomen in bijlage 1 en 2.

 

Artikel 6

Dit artikel voorziet in de ontvankelijkheidstoets van de ingediende aanvraag. De mogelijkheid wordt geboden vastgestelde gebreken binnen een termijn van ten hoogste 4 weken te herstellen. Het wordt aan de griffier overgelaten acties terzake te ontplooien en de informatievoorziening aan initiafnemer(s) en raad te verzorgen.

 

Artikel 7

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid.

Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of naar de burgemeester. Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artrikel 1 van deze verordening.  

Met het vijfde tot en met achtste lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het zevende lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit (g)een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten (niet) aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

Er is in deze modelbepalingen voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de volle raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in de betreffende raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan en kan hij vooraf de opvatting vragen van het dagelijks bestuur van de gemeente (vierde lid).

 

Artikel 8

De burgemeester brengt jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. Ingevolge de Wet dualisering van het gemeentebestuur is de burgemeester verplicht jaarlijks een burgerjaarverslag op te stellen. Het ligt voor de hand ervoor te kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen. In veel gemeente is dit reeds praktijk.

 

 

 

Bijlage 1 : Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

 

Aan de gemeenteraad van …………………………….

 

Ter attentie van de voorzitter, dhr./mw. …………………………………….

 

 

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de

gemeenteraad te plaatsen:

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

 

Toelichting op voorstel:

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

Naam:

 

.................................................................................................................................................

 

Eerste voornaam en verdere voorletters:

 

 ...............................................................................................................................................

 

Geboortedatum:

 

...............................................................................................................................................

 

Adres:

 

.................................................................................................................................................

 

 

Postcode: ...................................

 

 

Woonplaats: ...........................................................................................................................

 

 

Handtekening:

 

 

 

Plaatsvervanger:

 

Naam:

 

.................................................................................................................................................

 

Eerste voornaam en verdere voorletters:

 

....................................................................................................

 

Geboortedatum:

 

..........................................................................................................................................

 

Adres:

 

.................................................................................................................................................

 

Postcode: ...................................

 

 

Woonplaats:..........................................................................................

 

Handtekening:

 

 

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van .............. initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

 

 

Het burgerinitiatief kunt u indienen bij de raadsgriffie(r).

 

 

Toelichting voor de initiatiefnemer

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kan een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

 

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door tenminste 75 initiatiefgerechtigden danwel door tenminste 25 initiatiefgerechtigden indien het een wijk of dorpskern betreft.  Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het

verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.

 

Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:

  • 1.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • 2.

    een vraag over het gemeentelijk beleid of de uitvoering daarvan;

  • 3.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • 4.

    een bezwaar in de zin van de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • 5.

    handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • 6.

    vaststellen en wijzigen van de gemeentebegroting incl. gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • 7.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers danwel hun nagelaten betrekkingen of hun rechtshebbenden;

  • 8.

    een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

  • 9.

    onderwerpen die een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is;

  • 10.

    onderwerpen die een privé-belang betreffen danwel schade kunnen opleveren voor specifieke bewonersgroepen.

 

 

 

 

Bijlage 2 : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

 

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen: 

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

.................................................................................................................................................

 

 

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

Toelichting

 

Boven aan de lijst dient het voorstel van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

 

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen.