Verordening op de Ambtelijke Bijstand 2003
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Informatie: gegevens neergelegd in schriftelijke stukken en
ander materiaal dat gegevens bevat;
- b.
Advies: het mondeling of schriftelijk kenbaar maken van een
deskundig oordeel;
- c.
Ambtelijke bijstand: het verzamelen en verwerken van informatie,
het geven van advies en het verlenen van hulp op het gebied van
vormvereisten en procedures bij het formuleren van (sub-)
amendementen, moties, initiatiefvoorstellen, schriftelijke
vragen en inlichtingen.
Artikel 2
Verzoeken om informatie of advies van de raad worden gericht aan de
griffier.
Artikel 3
- 1.
De griffier draagt zorg voor het verstrekken van informatie en het
verlenen van ambtelijke bijstand tenzij:
- a.
Het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gevraagde
informatie, het gevraagde advies of de ambtelijke bijstand
betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;
- b.
De taakuitoefening van de desbetreffende functionarissen
hierdoor aanmerkelijk wordt belemmerd en het advies of de
ambtelijke bijstand niet tot geringe, meer aanvaardbare
proporties kan worden teruggebracht;
- c.
Het verzoek betrekking heeft op het redigeren van een
initiatiefvoorstel, amendement, motie, of vragen ex. artikel
37 van het Reglement van orde voor de raad van de gemeente
Boxtel.
- d.
Het bijstand betreft als bedoeld in artikel 1, onder c
betreft en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt
van het hem op grond van artikel 7, eerste lid, beschikbaar
gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.
- 2.
De griffier legt jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraad en
geeft daarbij inzicht in de wijze waarop verzoeken tot ondersteuning
zijn afgedaan.
Artikel 4
Indien de griffier ondersteuning van de secretaris inroept en de
secretaris van mening is dat zich een geval voordoet waarin geen
uitvoering aan een verzoek om advies of ambtelijke bijstand kan worden
gegeven, legt hij het verzoek om advies of ambtelijke bijstand voor aan
de burgemeester en doet hij daarvan mededeling aan de griffier. De
burgemeester beslist zo spoedig mogelijk.
Artikel 5
- 1.
Wanneer de raad of een lid van de raad niet tevreden is over door
een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan
mededeling aan de secretaris.
- 2.
Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide
partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de
burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de
zaak.
Artikel 6
- 1.
Elk raadslid heeft per jaar recht op ambtelijke bijstand als bedoeld
in artikel 1 onder c met een totaal maximum van 25 uur.
- 2.
De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke
bijstand als bedoeld in artikel 1 onder c bij, waarin per verzoek om
bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt
opgenomen:
- a.
Welk raadslid om bijstand heeft verzocht;
- b.
Over welk onderwerp om bijstand is verzocht;
- c.
Hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;
- d.
En eventueel: de reden waarom een verzoek is geweigerd.
Artikel 7
Dit register is bij de secretaris ter inzage voor raads-en
commissieleden.
Artikel 8
- 1.
Bij het vragen om ambtelijke bijstand mag degene die deze hulp
verleent, niet tot ge heimhouding verplicht worden.
- 2.
Voor het raadslid, dat vertrouwelijke informatie ontvangt, geldt
artikel 25 van de Gemeen tewet.
Artikel 9
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2003.
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de
ambtelijke bijstand 2003'.