Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 van de wet Arhi door de fusie van de gemeente Alkmaar met de gemeente Graft-De Rijp en de gemeente Schermer in 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013, art.1
  2. Verordening baatbelasting parkeergarage Karperton, art. 2
  3. Verordening hondenbelasting 2013-2, art. 2
  4. Verordening reinigingsheffingen 2013, art. 3
  5. Verordening rioolrechten, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-01-200501-01-2017nieuwe regeling

18-01-2005

Gemeenteblad, 19-01-2005

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALKMAAR;

Gelet op het bepaalde in:

artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

artikel 2 van de verordening baatbelasting parkeergarage Karperton;

artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

artikel 2 van de verordening rioolrechten;

artikel 3 van de verordening reinigingsheffingen;

Besluit:

vast te stellen de volgende Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie:

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Alkmaar een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      • 1.1.1

        de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      • 1.1.2

        de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

      • 1.1.3

        de erfpachter;

    • 1.2

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.3

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.2

      degene die in Alkmaar woont of gevestigd is;

    • 2.3

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.4

      bij gelijke aandelen bij natuurlijke personen;

      • 2.4.1

        een meerderjarig persoon (18 jaar en ouder)

      • 2.4.2

        de man boven de vrouw;

      • 2.4.3

        de oudste in leeftijd;

      • 2.4.4

        degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      • 2.4.5

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 2.5

      bij gelijke aandelen bij niet-natuurlijke personen: degene met het laagste volgnummer in de administratie van het Kadaster.

    • 2.6

      degene die bij de afdeling belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is.

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen (gebruik) wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      degene die bij de afdeling belastingen als gebruiker bekend is;

    • 3.2

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 3.3

      een meerderjarig persoon (18 jaar en ouder);

    • 3.4

      de man boven de vrouw;

    • 3.5

      de oudste in leeftijd;

    • 3.6

      degene die het langst in het belastingobject woont;

    • 3.7

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.5

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1

      degene die bij de afdeling belastingen als gebruiker bekend is;

    • 4.2

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, wordt aangemerkt;

    • 4.3

      een meerderjarig persoon (18 jaar en ouder);

    • 4.4

      de man boven de vrouw;

    • 4.5

      de oudste in leeftijd;

    • 4.6

      degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    • 4.7

      degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

    • 4.8

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    De onderdelen 1 tot en met 4 vinden geen toepassing indien:

    • 5.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 5.2

      bij de afdeling belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 6.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 7.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 8.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 9.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk.)

  • 10.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Alkmaar, 18 januari 2005.

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

Mw. Drs. M. van Rossen, burgermeester,

Drs. J.C.M. Cox, secretaris,