5.1. | Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, dan wel, voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met uitsluiting van de in dit normblad genoemde omzetbelasting. De bouw- en materiaalkosten moeten marktconform worden opgegeven, ook wanneer een deel van de werkzaamheden door middel van zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd (Bijlage, behorende bij Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab), artikel 3.2.1. lid g). Indien de opgegeven bouwkosten niet overeenkomstig de hierboven genoemde wijze zijn bepaald, worden ambtshalve de bouwkosten vastgesteld op basis van de m3-eenhedenprijzen (exclusief BTW) zoals deze door het College zijn vastgesteld en waarvan openbare bekendmaking heeft plaatsgevonden. Mocht omtrent de ambtelijke vaststelling van de bouwkosten verschil van mening bestaan tussen de aanvrager en de gemeente, dan worden de bouwkosten alleen herberekend, indien uit een door de aanvrager
te overleggen raming van de bouwkosten, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met uitsluiting van de in dit normblad genoemde omzetbelasting dan wel een accountantsverklaring de werkelijke bouwkosten blijken. | |
5.2. | Bouwvergunningen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: | |
5.2.1. | Een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of een op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. | € 36,00 |
5.2.2. | Een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |
0 - 1.000,-- | €
25,65 |
1.001,-- - 2.000,-- | € 30,80 |
2.001,-- - 5.000,-- | € 66,75 |
5.001,-- - 10.000,-- | € 154,10 |
10.001,-- - 20.000,-- | € 308,25 |
20.001,-- - 50.000,-- | € 400,70 |
50.001,-- - 100.000,-- | € 770,60 |
100.001,-- - 200.000,-- | € 2.203,95 |
200.001,-- - 500.000,-- | € 5.188,85 |
500.001,-- - 1.000.000,-- | € 12.124,50 |
> 1.000.001,-- | 2,40 % van de bouwkosten |
5.2.3. | Een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder p, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |
0 - 1.000,-- | € 38,50 |
1.001,-- - 2.000,-- | € 46,20 |
2.001,-- - 5.000,-- | € 102,75 |
5.001,-- - 10.000,-- | € 231,15 |
10.001,-- - 20.000,-- | € 462,35 |
20.001,-- - 50.000,-- | € 698,70 |
50.001,-- - 100.000,-- | € 1.181,60 |
100.001,-- - 200.000,-- | € 3.339,35 |
200.001,-- - 500.000,-- | € 7.760,35 |
500.001,-- - 1.000.000,-- | € 18.340,85 |
> 1.000.001,-- | 3,60 % van de bouwkosten |
5.2.4. | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste
fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |
0 - 1.000,-- | € 25,65 |
1.001,-- - 2.000,-- | € 30,80 |
2.001,-- - 5.000,-- | € 66,75 |
5.001,-- - 10.000,-- | € 154,10 |
10.001,-- - 20.000,-- | € 308,25 |
20.001,-- - 50.000,-- | € 400,70 |
50.001,-- - 100.000,-- | € 770,60 |
100.001,-- - 200.000,-- | € 2.203,95 |
200.001,-- - 500.000,-- | € 5.188,85 |
500.001,-- - 1.000.000,-- | € 12.124,50 |
> 1.000.001,-- | 2,40 % van de bouwkosten |
5.2.5. | Een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |
0 - 1.000,-- | € 18,45 |
1.001,-- - 2.000,-- | € 23,10 |
2.001,-- - 5.000,-- | € 49,80 |
5.001,-- - 10.000,-- | € 115,55 |
10.001,-- - 20.000,-- | € 231,15 |
20.001,-- - 50.000,-- | € 297,95 |
50.001,-- - 100.000,-- | € 577,95 |
100.001,-- - 200.000,-- | € 1.654,25 |
200.001,-- - 500.000,-- | € 3.894,20 |
500.001,-- - 1.000.000,-- | € 9.093.35 |
>
1.000.001,-- | 1,80 % van de bouwkosten |
met dien verstande dat er geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt. |
5.2.6. | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten bedragen: | |
0 - 1.000,-- | € 15,40 |
1.001,-- - 2.000,-- | € 18,45 |
2.001,-- - 5.000,-- | € 40,05 |
5.001,-- - 10.000,-- | € 92,45 |
10.001,-- - 20.000,-- | € 184,95 |
20.001,-- - 50.000,-- | € 240,40 |
50.001,-- - 100.000,-- | € 462,35 |
100.001,-- - 200.000,-- | €
1.322,35 |
200.001,-- - 500.000,-- | € 3.313,30 |
500.001,-- - 1.000.000,-- | € 7.274,70 |
> 1.000.001,-- | 1,43 % van de bouwkosten |
5.2.7. | Onverminderd het bepaalde in 5.2.2., 5.2.3., 5.2.6., worden de kosten met betrekking tot een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, reguliere bouwvergunning, dan wel bouwvergunning tweede fase bij verlening daarvan, verhoogd met een bedrag van € 50,00 zijnde een borgsom voor het op correcte wijze melden van de start en het gereedkomen van de werkzaamheden waarvoor de bouwvergunning is aangevraagd. Indien de bouwkosten meer dan € 100.000,00 bedragen, zal dit bedrag met € 50,00 per € 100.000,00 of gedeelte daarvan waarmee de bouwkosten de € 100.000,00 te boven gaan, worden verhoogd. Indien de aanvrager door middel van de daarvoor bestemde start- en gereedmeldingskaart ten minste twee dagen voor aanvang van de bouwwerkzaamheden mededeling doet van de start van de werkzaamheden alsmede binnen twee weken na het gereedkomen van de werkzaamheden mededeling doet van het gereedkomen daarvan, zal de borgsom ten gunste van de aanvrager worden gerestitueerd. | |
5.2.8. | Mocht voor een bouwwerk als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdelen a en b, van de Woningwet een lichte-bouwvergunning vereist zijn vanwege het feit dat het betreffende bouwwerk gelegen is in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan is het tarief voor het in behandeling nemen nihil. | |
5.3. | Teruggaaf | |
5.3.1.1. | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning eerste en tweede fase, een aanlegvergunning of een monumentenvergunning betrekking heeft op het bouwen of werkzaamheden, in geringe afwijking van een eerder ingediend (bouw)plan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag, dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, 5.7.1 of 5.12.1, met dien verstande, dat de geheven leges niet minder zullen bedragen dan: Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de
omstandigheden beoordeeld van een nieuw (bouw)plan/werkzaamheden sprake is. | € 25,65 |
5.3.1.2. | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning eerste en tweede fase een aanlegvergunning of een monumentenvergunning betrekking heeft op het bouwen of werkzaamheden waarvoor reeds een vergunning is aangevraagd doch voor het verlenen/weigeren van de vergunning deze aanvraag is ingetrokken, worden de voor de oorspronkelijke aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag, dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, 5.7.1 of 5.12.1. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw(e) (bouw)plan/werkzaamheden sprake is, tenzij een nieuw(e) (bouw)/werkzaamheden naar aanleiding van pre-mediation tot stand is gekomen . | |
5.3.2.1. | Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en de vergunninghouder of zijn rechtverkrijgende niet later dan 52 weken na verlening van de vergunning een aanvraag indient tot geheel intrekken van deze vergunning zoals bedoeld in artikel 59, eerste lid onder e van de
Woningwet en deze wordt deswege ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 40% van de overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, geheven leges verleend. Indien het een gedeeltelijke intrekking van een verleende vergunning betreft zal na rato een teruggaaf van 40% van de overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, geheven leges worden verleend. Het vorenstaande is overeenkomstig van toepassing voor het tarief als vermeld in 5.7.1., 5.11.1 en 5.12.1 | |
5.3.2.2. | Indien binnen 6 weken na het in behandeling nemen van een schetsplan, aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning eerste fase, een reguliere bouwvergunning tweede fase, een aanlegvergunning of een monumentenvergunning dan wel een verzoek om ontheffing zoals bedoeld in artikel 5.13.1 doch voor het verlenen van deze vergunning en of deze ontheffing, deze aanvraag/dit verzoek wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op 95 % teruggaaf van de overeenkomstig 5.2.1,5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, 5.7.1, 5.12.1 en/of 5.13 geheven leges, met dien verstande, dat de geheven leges niet minder zullen bedragen dan: | € 25,65 |
5.3.2.3. | Indien op een later
tijdstip dan in 5.3.2.2 bedoeld na het in behandeling nemen van een schetsplan, aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of verzoek om ontheffing doch voor het verlenen van de vergunning en/of ontheffing, deze aanvraag/dit verzoek wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de overeenkomstig 5.2.1, 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, 5.7.1, 5.12 en/of 5.13 geheven leges, met dien verstande, dat de geheven leges niet minder zullen bedragen dan: | € 25,65 |
5.3.2.4. | Indien de in behandeling genomen aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of verzoek om ontheffing niet wordt verleend, bestaat aanspraak op 40% restitutie van de op grond van artikel 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6, 5.7.1, 5.11.1, 5.12.1 en/of 5.13 geheven leges, met dien verstande, dat de geheven leges niet minder zullen bedragen dan: | € 25,65 |
5.3.2.5 | Indien na toetsing van een in behandeling genomen schetsplan, aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning, of een bouwvergunning eerste fase blijkt dat voor het bouwen geen bouwvergunning is vereist, bestaat aanspraak op 100 % teruggaaf van de overeenkomstig 5.2.1, 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, of 5.2.5 geheven leges. | |
5.3.2.6. | Indien na toetsing van een in behandeling genomen aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning, een reguliere bouwvergunning eerste of tweede fase blijkt dat voor het bouwen slechts een lichte bouwvergunning is vereist, wordt het verschil tussen de op grond van 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4 resp. 5.2.5 geheven leges verrekend. | |
5.3.2.7 | Indien na het in behandeling nemen, zoals bedoeld in artikel 1, derde lid van deze verordening, van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of verzoek om ontheffing, deze aanvraag en/of verzoek om vrijstelling op grond van artikel 4:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op 40 % teruggaaf van de overeenkomstig 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5, 5.2.6 en/of 5.7.1, 5.11.1, 5.12.1 en/of 5.13 geheven leges, met dien verstande, dat de geheven leges niet minder zullen bedragen dan: Het vorenstaande is overeenkomstig van toepassing voor de geheven leges voor een verzoek als vermeld in 5.2.1.(schetsplan) | € 25,65 |
5.4. | Overschrijving bouwvergunning | |
| Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende vergunning, als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening bedraagt: | € 36,00 |
5.5. | Verhogingen | |
5.5.1.1. | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan, waarvoor vergunning zal moeten worden verleend met toepassing van een vrijstelling / ontheffing op basis van het bestemmingsplan (artikel 3.6, eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een ontheffingsbevoegdheid in een beheersverordening (artikel 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een tijdelijke ontheffing (artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) of op basis van de kruimelgevallenregeling (artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening) wordt het overeenkomstig 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 berekende bedrag verhoogd met: | € 139,30 |
5.5.1.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan, waarbij de resultaten van een akoestisch onderzoek beoordeeld dienen te worden, wordt het
overeenkomstig 5.2.2., 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5. of 5.2.6. berekende bedrag verhoogd met: | € 216,35 |
5.5.1.3 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarbij de resultaten van een luchtkwaliteitonderzoek beoordeeld dienen te worden, wordt het overeenkomstig 5.2.2., 5.2.3., 5.2.4., 5.2.5., of 5.2.6. berekende bedrag verhoogd met: | € 216,35 |
5.6. | Verhoging in verband met toetsing aan welstandscriteria | |
5.6.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning moet worden verleend en toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden wordt per toetsing: | |
5.6.1.1 | indien hierover niet het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit behoeft te worden ingewonnen het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd met: vermeerderd met 10% van het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag, een en ander met een maximum van € 154,00 | €
10,25 |
5.6.1.2 | indien hierover het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, dan wel de rayonarchitect moet worden ingewonnen het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd met : vermeerderd met 10% van het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag, een en ander met een maximum van € 256,00 | € 25,65 |
5.6.2. | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een reguliere bouwvergunning dan wel een reguliere bouwvergunning eerste fase moet worden verleend en hierover het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, dan wel de rayonarchitect moet worden ingewonnen, per ingewonnen advies: vermeerderd met 10% van het overeenkomstig 5.2.3 berekende bedrag, een en ander met een maximum van € 256,00 | € 35,95 |
5.7. | Aanlegvergunning | |
5.7.1. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a, of artikel 3.38, derde lid aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordering (aanlegvergunning),
indien de aanlegkosten bedraagt: | |
a.minder bedragen dan € 10.000,00: | € 158,20 |
b.€ 10.000,00 bedragen of meer: vermeerderd met 2,40% waarmee die aanlegkosten de € 10.000,00 te boven gaan. | € 158,20 |
5.7.2. | Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning zal moeten worden verleend met toepassing van een vrijstelling/ ontheffing op basis van het bestemmingsplan (artikel 3.6, eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een ontheffingsbevoegdheid in een beheersverordening (artikel 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een tijdelijke ontheffing (artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordering) of op basis van de kruimelgevallenregeling (artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening) wordt het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag verhoogd met: | € 139,90 |
5.7.3. | Indien de aanlegvergunning wordt geweigerd, komen de legeskosten niet voor restitutie in aanmerking. | |
| | |
5.8. | Bestemmingswijzigingen | |
5.8.1. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van het geldende bestemmingsplan op basis van een in het desbetreffende bestemmingsplan opgenomen wijzigings- c.q. uitwerkingsbevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt: | € 2.169,55 |
5.8.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het geldende bestemmingsplan op basis van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, althans niet zijnde een aanvraag zoals genoemd in 5.8.1 van deze verordening, bedraagt: | € 5.423,90 |
5.8.3. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een Projectbesluit zoals bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt: | € 5.423,90 |
5.8.4. | De onder artikel
5.8.1 t/m 5.8.3 van deze verordening genoemde legesbijdrage vindt geen toepassing indien de kosten van de betreffende dienst krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. | |
5.9. | Bodemgesteldheidsonderzoek | |
5.9.0 | Het tarief voor het verstrekken van informatie inzake de bodemgesteldheid, voor zover deze beschikbaar is, bedraagt: | € 29,70 |
5.9.1. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 8 lid 2 onderdeel c en artikel 44 lid 1 onderdeel b van de Woningwet bedraagt: | € 211,15 |
5.9.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring met betrekking tot de kwaliteit van de bodem: | € 110,80 |
5.9.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen
van een aanvraag voor het verrichten van een historisch onderzoek, dat strekt tot een beoordeling van de kwaliteit van de bodem en niet leidt tot het instellen van een verkennend onderzoek: | € 238,55 |
5.10. | Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid | |
| Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gebruiksvergunning, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken bedraagt: vermeerderd met: | € 200,55 |
| a. voor een bouwwerk met een oppervlakte van minder dan 100 m²: € 134,20 100 - 500 m²: € 1,34 per m² 500- 2.000 m²: basisbedrag € 433,90 verhoogd met € 0,43 per m² 2.000 - 5.000 m²: basisbedrag € 1.119,90 verhoogd met € 0,11 per m² 5.000 - 50.000 m²: basisbedrag € 1.549,00 50.000 m² of meer: basisbedrag € 2.184,70 verhoogd met € 0,01 per m² | |
| b. indien en voor zover de aanvraag mede betrekking heeft op niet
bebouwde voor bedrijfsdoeleinden bestemde terreinen bij een gebouw/bouwwerk, waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van de Bouwverordening der Gemeente Brunssum bedoelde stoffen worden opgeslagen, voor terreinen met een oppervlakte van minder dan 500 m² : € 64,80 500 - 2.000 m² : € 130,10 2.000 - 5.000 m² : € 195,20 5.000 m² of meer : € 195,20 verhoogd met € 32,30 per 5.000 m² of gedeelten daarvan. | |
5.11. | Sloopvergunning | |
5.11.1. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening dan wel een sloopvergunning, als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder b van de Wet ruimtelijke ordening, dan wel een sloopvergunning als bedoeld artikel 37, eerste lid van de Monumentenwet 1988, bedraagt: 1,43 % van de sloopkosten met een minimum van: | € 102,75 |
5.11.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijzigen van een tenaamstelling van een verleende sloopvergunning bedraagt: | € 36,00 |
5.12. | Monumentenvergunningen | |
5.12.1. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een monumentenvergunning: | € 172,55 |
5.12.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het wijzigen van een tenaamstelling van een verleende monumentenvergunning: | € 36,00 |
5.13. | Ontheffingen gebruiksbepalingen bestemmingsplan Indien de aanvraag betrekking heeft op een verandering van het gebruik van gronden of opstallen, waarvoor vergunning zal moeten worden verleend met toepassing van een vrijstelling / ontheffing op basis van het bestemmingsplan (artikel 3.6, eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een ontheffingsbevoegdheid in een beheersverordening (artikel 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening), op basis van een tijdelijke ontheffing (artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) of op basis van de kruimelgevallenregeling (artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening), bedraagt de leges:
| € 172,55 |
5.14. | Uitzetten peil(en) en rooilijn(en) Het tarief voor een aanvraag tot het uitzetten van (een) peil(en) en /of rooilijn(en) bedraagt: | € 150,00 |
5.15. | Gegevens woningcartotheek Het tarief voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de gegevens van de gemeentelijke woningcartotheek, per kwartier of een gedeelte daarvan: | € 19,30 |
| Verlenen van assistentie bij inzage bouwdossier/bestemmingsplan | |
5.16.1. | Het tarief voor het verlenen van assistentie bij inzage in bescheiden betreffende een bestaand bouwwerk per kwartier of een gedeelte daarvan: | € 19,30 |
5.16.2. | Het tarief voor het verlenen van assistentie bij inzage in bestemmingsplan per kwartier of een gedeelte daarvan: | € 19,30 |
5.17. | Publicatie | |
De advertentiekosten voor publicatie op grond van de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan, de Monumentenwet 1988, de Algemene Wet Bestuursrecht en/of de Inspraakverordening ten behoeve van de in dit hoofdstuk (5) genoemde aanvragen bedragen per publicatie / per aanvraag: | € 26,90 |
5.18. | Legalisering | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen worden de kosten met betrekking tot een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, vrijstelling/ ontheffing als bedoeld in dit hoofdstuk, verhoogd met de werkelijk gemaakte extra kosten, minimaal zijnde een bedrag van € 150,-- en maximaal € 10.000,-- indien op het moment van verlening van de vergunning, vrijstelling, ontheffing de te vergunnen, te ontheffen en/of vrij te stellen activiteiten reeds zijn aangevangen. | |