Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening Participatieraad Welzijnsbeleid gemeente Cuijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Participatieraad Welzijnsbeleid gemeente Cuijk
CiteertitelVerordening participatieraad welzijnsbeleid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Wet Voorziening Gehandicapten
  3. Wet sociale werkvoorziening
  4. Welzijnswet
  5. Wet Inburgering Nieuwkomers
  6. Wet Werk en Bijstand
  7. Wet Kinderopvang

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-200502-04-2015Nieuwe regeling

09-05-2005

onbekend

-1.844.8 / -29527

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Participatieraad Welzijnsbeleid gemeente Cuijk

De Raad van de gemeente Cuijk,

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2005;

 

Gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), artikelen 84 en 150 van de Gemeentewet, de Wet Voorziening Gehandicapten (Wvg), de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Welzijnswet en de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN), Wet Kinderopvang (WKO) als-mede de wetsontwerpen voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Inburgering Nederland (WIN).

 

In aanmerking nemende dat emancipatie en maatschappelijke participatie in de genoemde wet- en regelgeving en in het welzijnsbeleid als geheel in gewicht en belang toenemen;

 

Overwegende dat het derhalve van belang is om klanten, burgers en maatschappelijke organisaties, vanuit een onafhankelijke positie door middel van advisering aan het college van Burgemeester en wethouders en de gemeenteraad, integraal en vroegtijdig te betrekken bij het gemeentelijke welzijns-beleid;

 

Kennis genomen hebbende van de werkzaamheden van de Gehandicaptenraad Cuijk, Adviesraad Minderhedenbeleid Cuijk en de Cliëntenraad Sociale- en Arbeidszaken;

 

Gelezen hebbende de nota’s Lokaal Integratiebeleid gemeente Cuijk, Gehandicaptenbeleid gemeente Cuijk en Preventief en samenhangend Jeugdbeleid gemeente Cuijk;

 

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

“Verordening participatieraad Welzijnsbeleid gemeente Cuijk”

 

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet werk en bijstand (Wwb); de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (loaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (Wik), de Wet Voorziening Gehandicapten (Wvg); de Wet sociale werkvoorziening (WSW); de Wet kinderopvang (WKO); de Welzijnswet; de Wet Inburgering Nieuwkomers en de toekomstige Wet inburgering Nederland (WIN); de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO); de Wet Kinderopvang en de Wet op de Jeugdzorg.

b. klant: de persoon die een uitkering of voorziening ontvangt van de gemeente Cuijk op grond van de wet, evenals de burger die behoort tot de mogelijk rechthebbenden op een dergelijke uitkering of voorziening of die een bijzondere betrokkenheid heeft bij een of meer onderdelen van het welzijnsbeleid;

c. Doelgroep: de kring van klanten;

d. Participatieraad: de Participatieraad Welzijnsbeleid van de gemeente Cuijk;

e. raad: de gemeenteraad van de gemeente Cuijk;

f. college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk;

g. maatschappelijke organisatie: de instelling die zich volgens haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden direct of indirect richt op de behartiging van de belangen van de klant en de burger;

h. Participatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Cuijk haar klanten, haar burgers en maatschappelijke organisaties betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het door de gemeente uit te voeren welzijnsbeleid;

i. Welzijnsbeleid: beleid door de wet, als bedoeld in dit artikel onder a, opgedragen aan de gemeente.

Artikel 2 Doel participatie

Het doel van participatie is:

1. Het bevorderen van;

a. welzijn

b. sociaal- economische emancipatie

c. integratie

door middel van gevraagd en ongevraagd adviseren van raad en college.

2. burgers, klanten en maatschappelijke organisaties, vanuit een onafhankelijke positie, door middel van advisering aan het college en/of de raad optimaal en integraal te betrekken bij het welzijnsbeleid van de gemeente Cuijk, evenals bij de daarop gerichte dienstverlening en communicatie.

3. het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijke welzijnsbeleid, de dienstverlening en de communicatie met de klanten.

 

Hoofdstuk 2 De Participatieraad Welzijnsbeleid

Artikel 3 Samenstelling en omvang

  • 1

    De Participatieraad bestaat uit burgers, klanten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, die gezamenlijk een afspiegeling vormen van de samenstelling van de Cuijkse bevolking.

  • 2

    De Participatieraad telt minimaal 9 en maximaal 13 leden, en een onafhankelijke voorzitter.

  • 3

    Opbouw van de participatieraad; minimaal de helft leden vertegenwoordigd vanuit de doelgroepen, en het resterende deel van het ledenaantal wordt ingevuld door maatschappelijke organisaties.

  • 4

    Van de leden wordt verwacht dat zij;

    - afkomstig zijn uit een van de doelgroepen c.q. affiniteit en deskundigheid met betrekking tot deze doelgroepen hebben;

    - belangstelling hebben voor een of meer beleidsterreinen met betrekking tot het gemeentelijke welzijnsbeleid;

    - inzicht hebben in de maatschappelijke situatie van de Cuijkse samenleving.

  • 5

    Gestreefd wordt naar een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van de participatieraad naar;

    a. affiniteit met onderdelen van het welzijnsbeleid;

    b. geslacht;

    c. leeftijd;

    d. culturele afkomst.

  • 6

    Uitgesloten van deelname als lid van de participatieraad zijn: leden van het college of personen onder gezag van het college werkzaam, leden van de gemeenteraad of een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, religieuze ambstdragers en professionele opdrachtnemers van de gemeente binnen het genoemde welzijnsbeleid evenals professionele organisaties die in overwegende mate worden gesubsidieerd door de gemeente Cuijk.

  • 7

    Door of namens het college wordt zorg gedragen voor het werven van nieuwe leden.

Artikel 4 Voordracht en benoeming van leden

  • 1

    De leden van de Participatieraad worden door het college benoemd op voordracht van de Participatieraad.

  • 2

    Het college vraagt de gemeenteraad om bekrachtiging van de benoeming van de leden in de eerstvolgende vergadering.

Artikel 5 De voorzitter

  • 1

    De benoeming van de voorzitter geschiedt uit kandidaten die zich na een openbare oproep vanwege de Participatieraad daartoe hebben aangemeld of die met hun instemming door derden als zodanig zijn voorgedragen.

  • 2

    De vergaderingen van de Participatieraad worden voorgezeten door de voorzitter.

  • 3

    De voorzitter heeft geen stemrecht over de te geven adviezen. Wel heeft hij uit hoofde van zijn functie de taak de leden zo goed mogelijk te adviseren.

  • 4

    De voorzitter wordt door het college in functie benoemd, gehoord het advies van de Participatieraad.

  • 5

    Het college vraagt de gemeenteraad om de bekrachtiging van de benoeming van de voorzitter in de eerstvolgende raadvergadering.

  • 6

    Waar nodig vertegenwoordigt de voorzitter de Participatieraad.

  • 7

    De stukken die van de Participatieraad uitgaan worden door de voorzitter ondertekend.

  • 8

    De voorzitter is niet tevens vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie of klant van de gemeente als bedoeld in artikel 1 sub b. Bovendien is art 3 lid 6 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 De secretaris

  • 1

    De secretaris wordt door de Participatieraad uit zijn midden benoemd.

  • 2

    Hij staat de Participatieraad bij de uitoefening van zijn taak terzijde.

  • 3

    De stukken die van de Participatieraad uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Artikel 7 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

  • 1

    Voorzitter en leden van de Participatieraad worden benoemd voor de duur van de lopende Raadsperiode, met dien verstande dat hun lidmaatschap na het verstrijken van de Raadsperiode eerst eindigt op het moment van benoemen van een nieuwe Participatieraad.

  • 2

    Het lidmaatschap eindigt eveneens door:

    a. het vervallen van de hoedanigheid van burger, klant of van vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie;

    b. aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

    c. onder curatelestelling;

    d. overlijden;

    e. opzeggen van het vertrouwen door de meerderheid van de leden bij ernstig en langdurig disfunctioneren van een lid;

    f. ontslag door het college op grond van met het lidmaatschap van de Participatieraad onverenigbaar handelen. Het college draagt dit ontslag bij de eerste gelegenheid ter bekrachtiging voor aan de raad.

  • 3

    De leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar.

Hoofdstuk 3 Taken en rechten van de Participatieraad

Artikel 8 Taak Participatieraad

  • 1

    De Participatieraad heeft tot taak het college en de gemeenteraad gevraagd of ongevraagd te adviseren over:

    a. de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke welzijnsbeleid;

    b. de wijze van dienstverlening aan de klanten;

    c. de wijze van communicatie met de klanten.

  • 2

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 3

    Indien het college of de gemeenteraad het advies van de Participatieraad niet of niet geheel overneemt, stelt het de Participatieraad van zijn motieven om van het advies af te wijken in kennis. Betreft het advies een voorstel aan de gemeenteraad dan wordt de motivering bovendien in het raadsvoorstel opgenomen.

  • 4

    De participatieraad kan contacten onderhouden met organisaties en instellingen om gedachten en standpunten uit te wisselen en te verdiepen.

Artikel 9 Informatierecht

  • 1

    Het college en de gemeenteraad zijn verplicht aan de Participatieraad tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

  • 2

    De Participatieraad kan de verantwoordelijk wethouder of een of meerdere leden van de gemeenteraad en/of derden uitnodigen de vergadering van de Participatieraad bij te wonen voor het geven van toelichting en/of advies.

Artikel 10 Recht op ambtelijke ondersteuning

  • 1

    De Participatieraad heeft recht op ambtelijke, secretariële en inhoudelijke, ondersteuning.

  • 2

    De secretariële ondersteuning wordt verleend door een door of namens het college aan te wijzen medewerker.

  • 3

    De inhoudelijke ondersteuning wordt verleend door een door of namens het college aan te wijzen medewerker.

Artikel 11 Geheimhoudingsplicht

De Participatieraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente zal de Participatieraad informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen, vergaderorde en beslissingen

Artikel 12 Vergaderingen

  • 1

    De vergadering van de Participatieraad zijn openbaar en worden gehouden:

    a. Minimaal 4 maal per jaar,

    b. Daarnaast, indien minimaal 3 leden daartoe een verzoek indienen of

    c. Op het verzoek van het college of de raad.

  • 2

    Tijdens de openbare vergadering wordt aan burgers op verzoek gelegenheid geboden tot inspreken.

Artikel 13 Leiding van de vergadering

  • 1

    De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Participatieraad.

  • 2

    Bij verhindering of afwezigheid van de voorzitter wijst de Participatieraad een van zijn leden aan als waarnemer.

Artikel 14 Schriftelijke oproeping

  • 1

    De voorzitter van de Participatieraad roept de leden en eventuele genodigden, tot de vergadering op. De oproeping geschiedt door middel van een tijdige, schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.

  • 2

    Een afschrift gaat naar het college en de raad.

  • 3

    Datum, tijdstip, plaats en agenda van de vergadering worden op een daartoe geëigende wijze openbaar aangekondigd.

Artikel 15 Agenda

  • 1

    De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris in gezamenlijk overleg opgesteld en ter vergadering vastgesteld.

  • 2

    Elk lid, evenals een lid van het college en gemeenteraad, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.

Artikel 16 Besluitvorming

  • 1

    De vergadering van de Participatieraad wordt niet geopend voordat meer dan de helft, doch minimaal 5, van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2

    Indien als gevolg van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 4

    Alleen de leden van de Participatieraad hebben stemrecht.

  • 5

    De leden van de Participatieraad stemmen zonder last.

  • 6

    Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 7

    Stemmingen geschieden door middel van handopsteken. Bij een stemming over personen, wordt evenwel een geheime stemming gehouden, indien minimaal een der leden daarom verzoekt.

  • 8

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 9

    Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 10

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een als gevolg van het vorige lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 11

    De adviezen van de Participatieraad aan het college en/of aan de gemeenteraad worden gegeven in overeenstemming met de mening van de meerderheid van de Participatieraad. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het voorstel of advies opgenomen.

  • 12

    Indien door of namens het college en/of de gemeenteraad is verzocht advies uit te brengen, geeft de Participatieraad hieraan zo spoedig mogelijk gevolg.

Artikel 17 Voorbereiding van adviezen

  • 1

    De participatieraad beraadslaagt op basis van de ontvangen informatie en de eigen kennis.

  • 2

    Indien de beschikbare kennis of informatie ontoereikend is om tot een advies te komen, is er recht op ondersteuning door projectgroepen waarin minstens 1 lid van de leden van de participatieraad aan deelneemt.

  • 3

    Tot deelneming aan de projectgroepen kan eenieder worden uitgenodigd, zulks ter beoordeling van de Participatieraad. De beperkingen van artikel 3 lid 6 zijn niet van toepassing op de deelneming aan projectgroepen.

Artikel 18 Verslag

  • 1

    De secretariële ondersteuning stelt van elke vergadering van de Participatieraad een verslag op. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de Participatieraad ter vaststelling voorgelegd.

  • 2

    Voorafgaande aan de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris het verslag aan de leden van de Participatieraad, aan het college, en aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 5 Faciliteiten en vergoedingen

Artikel 19 Faciliteiten

Voor de werkzaamheden van de Participatieraad stelt het college die faciliteiten om niet beschikbaar die voor een goede taakvervulling noodzakelijk zijn.

Artikel 20 Vergoedingen

  • 1

    De kosten die de Participatieraad redelijkerwijs moet maken voor de uitoefening van zijn taak komen ten laste van de gemeente, die daartoe jaarlijks een werkbudget ter beschikking stelt.

  • 2

    Tot deze kosten kunnen mede worden gerekend de kosten van:

    a. bevordering van de deskundigheid van de leden;

    b. kinderopvang;

    c. reizen;

    d. raadplegen van deskundigen;

    e. het instellen van projectgroepen.

  • 3

    De leden van de Participatieraad ontvangen voor hun werkzaamheden presentiegelden. De hoogte van deze vergoeding wordt door burgemeester en wethouders jaarlijks, na indexering, vastgesteld en komt eveneens ten laste van het werkbudget van de Participatieraad.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 21 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening participatieraad welzijnsbeleid".

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 20 juni 2005.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 mei 2005.

 

 

 

de voorzitter                    de griffier