Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden-Margraten

Subsidieverordening welzijnswerk Margraten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden-Margraten
Officiële naam regelingSubsidieverordening welzijnswerk Margraten
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de subsidieverordening welzijnswerk Margraten 2002 laatstelijk gewijzigd 26 februari 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-07-200901-01-2013nieuwe regeling

19-05-2009

onbekend

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Welzijnswerk Margraten

De Raad van de gemeente Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Samenleving en Bestuur;

BESLUIT:

  • 1.

    in te trekken de "Subsidieverordening welzijnswerk Margraten"d.d. 23 april 2002 no. 11/IV laatstelijk gewijzigd d.d. 26 februari 2008;

  • 2.

    vast te stellen de "Subsidieverordening welzijnswerk Margraten";

  • 3.

    de 4de begrotingswijziging 2009 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad:

    de raad van de gemeente;

  • b.

    burgemeester en wethouders:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • c.

    instelling: 

    een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zonder winstoogmerk plaatselijke welzijnsactiviteiten verricht of voornemens is te verrichten en daarvoor krachtens deze verordening subsidie wenst te ontvangen;

  • d.

    subsidie:

    subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    jaar:

    het kalenderjaar;

  • f.

    begroting:

    een gespecificeerde raming van inkomsten en uitgaven over een kalenderjaar;

  • g.

    subsidieplafond:

    subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • h.

    jaarverslag:

    een door de algemene vergadering van een instelling vastgesteld inhoudelijk en financieel verslag over een kalenderjaar;

  • i.

    welzijn:

    het beleidsterrein waartoe o.a. behoort het maatschappelijke en sociaal-cultureel, sport inbegrepen, en cultureel en kunstzinnig welzijn: het welbevinden van personen en groepen in de samenleving, van wie ontplooiing, dragen van verantwoordelijkheden voor zichzelf en voor anderen en actieve maatschappelijke deelname aspecten zijn.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
  • 1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring door de gemeente van de terreinen welke door de raad worden aangewezen.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen eenmaal per jaar het subsidieplafond vast voor de subsidiëring van activiteiten.

  • 3. Aan een instelling kan subsidie worden verleend voor zover de activiteiten passen binnen het geformuleerde welzijnsbeleid en deze overigens passen binnen het vastgestelde subsidieplafond, waarvoor op de vastgestelde of goedgekeurde begroting van de gemeente gelden zijn uitgetrokken.

Artikel 3 Overzicht subsidie bijdragen
  • 1. Jaarlijks voor 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop subsidie-aanvragen betrekking hebben stellen burgemeester en wethouders het besluit vast, waarin instellingen worden genoemd die voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen.

  • 2. Het “overzicht subsidie bijdragen” behorende bij de productenbegroting wordt aangemerkt als het besluit als bedoeld in het vorige lid van dit artikel.

Paragraaf 2 De subsidie-aanvrage en de beschikking

Artikel 4 Subsidie-aanvraag
  • 1. De aanvrage voor subsidie wordt op het door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier vóór 1 april van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient de instelling aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    • a.

      rechtspersoon te zijn;

    • b.

      gevestigd en overeenkomstig haar doelstellingen actief werkzaam te zijn in de gemeente Margraten;

    • c.

      een zodanige bestuursvorm te bezitten dat deelnemers, leden, vrijwilligers en beroepskrachten bij het beleid en de besluitvorming worden betrokken;

    • d.

      over voldoende maatschappelijk draagvlak te beschikken voor de realisering van activiteiten, hetgeen onder meer kan blijken uit het aantal leden c.q. deelnemers dat ten minste vijftien dient te zijn;

    • e.

      over voldoende financiële middelen te kunnen beschikken om de gestelde doeleinden te kunnen verwezenlijken;

    • f.

      een redelijke eigen bijdrage van de leden c.q. deelnemers te heffen;

    • g.

      aangesloten te zijn bij een erkende, landelijke, provinciale of regionale overkoepelende organisatie, tenzij wordt aangetoond dat aansluiting niet mogelijk of niet wenselijk is;

    • h.

      opgenomen te zijn in het “overzicht subsidie bijdragen” ex artikel 3, lid 2 van deze verordening. Een instelling die voor de eerste keer een subsidie aanvraagt, dient de aanvraag vóór 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd in te dienen;

    • i.

      tegen wettelijke aansprakelijkheid te zijn verzekerd.

  • 3. De behandeling van de aanvrage geschiedt voorts volgens de regels van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Vereisten aanvraag
  • 1. De aanvrage dient te bestaan uit een naar naam, voorletters, geboortedatum en adres (straatnaam, postcode en woonplaats) gespecificeerde leden- of deelnemerslijst die door het bestuur van de subsidie-aanvragende instelling of door de organisatie als bedoeld in artikel 4, lid 2 onder g. is gewaarmerkt.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, afhankelijk van de aanvraag, bepalen dat nadere gegevens moeten worden verstrekt of dat met minder dan in het vorige lid van dit artikel genoemde gegevens kan worden volstaan.

  • 3. Indien een instelling voor de eerste keer subsidie aanvraagt, dienen bovendien de volgende bescheiden te worden overgelegd:

    • a.

      een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, of bij gebrek daarvan, het reglement, dan wel de ontwerpen van deze stukken;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      een overzicht van de financiële situatie van de instelling;

    • d.

      een beschrijving van de organisatievorm, de werkwijze en de voorgenomen activiteiten.

Artikel 6 Beschikking
  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op een subsidie-aanvraag zoals bedoeld in artikel 5 uiterlijk binnen 8 weken nadat de aanvrage voorzien van alle ingevolge artikel 5 vereiste bescheiden is ingediend.

  • 2. Onder opgave van redenen kunnen burgemeester en wethouders de beschikking uiterlijk 8 weken verdagen. Burgemeester en wethouders stellen de instelling onmiddellijk schriftelijk in kennis van het besluit tot verdaging.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten;

    • b.

      het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag maximaal wordt bepaald;

    • c.

      het tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend;

    • d.

      de voorwaarden die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 4. Burgemeester en wethouders zenden de instelling onverwijld hun beschikking toe.

  • 5. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt het voorbehoud gemaakt dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Het voorbehoud vervalt, indien burgemeester en wethouders niet binnen 4 weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep daarop hebben gedaan.

Artikel 7 Weigeringsgronden
  • 1. Een subsidie kan in ieder geval worden geweigerd indien gegronde vrees bestaat dat:

    • a.

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvrager in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal handelen;

    • c.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

  • 2. Een subsidie kan in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:

    • a.

      in het kader van de aanvraag gegevens verstrekt waarvan hij wist of behoorde te weten dat deze onjuist of onvolledig waren en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of

    • b.

      failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 3. Een subsidie kan voorts worden geweigerd indien de door de instelling aan leden c.q. deelnemers van activiteiten gevraagde eigen bijdrage zo laag is gesteld dat door een redelijke verhoging hiervan subsidieverlening achterwege kan blijven.

  • 4. Een subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de subsidie niet past binnen het subsidieplafond, of

    • b.

      de subsidie het voor de verstrekking beschikbare bedrag uit de begroting overschrijdt;

    • c.

      de instelling over een zodanig eigen vermogen beschikt dat subsidiëring redelijkerwijs achterwege kan blijven.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake aanvullende beleidsregels vaststellen.

Paragraaf 3 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel 8 Het stellen van voorwaarden
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in ieder geval voorwaarden stellen met betrekking tot:

    • a.

      de administratie van aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven;

    • b.

      het door de subsidie-ontvanger verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor de beslissing omtrent de subsidie;

    • c.

      het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten, de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 2. Indien een subsidieverkrijgende instelling het voornemen heeft tot opheffing dient het bestuur daarvan onmiddellijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders. Aan het subsidie-aandeel van een eventueel batig liquidatiesaldo dient een bestemming te worden gegeven die is onderworpen aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

  • 3. De instelling brengt door haar ontvangen erfstellingen, legaten, schenkingen en dergelijke ten bate van de exploitatie van de instelling, tenzij ze uitdrukkelijk voor kapitaalvorming of fondsvorming zijn bestemd en burgemeester en wethouders deze bestemming hebben goedgekeurd.

  • 4. Indien de activiteiten worden begeleid door een of meer beroepskrachten beschikken deze over een zodanige kennis en /of ervaring dat een verantwoorde uitoefening van hun functie door de instelling kan worden gewaarborgd.

  • 5. De arbeidsvoorwaarden van beroepskrachten komen overeen met door de rijksoverheid gestelde of daarvan afgeleide regels. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden.

  • 6. De instelling is verplicht de afwijking van of wijziging in gegevens voor zover deze van invloed zijn geweest op de besluitvorming met betrekking tot de toekenning van subsidie aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders voor te leggen.

    De instelling is verplicht de afwijking van of wijziging in gegevens voor zover deze van invloed zijn geweest op de besluitvorming met betrekking tot de toekenning van subsidie aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders voor te leggen.

Artikel 9 Aanvullende voorwaarden
  • Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidie aanvullende voorwaarden verbinden ter zake van:

    • a.

      de kwaliteit van de ruimtelijke voorziening, alsmede de daarin plaatsvindende activiteiten die door subsidie verwezenlijkt worden. De ruimtelijke voorziening moet geschikt en toegerust zijn voor de uitvoering van het werk en, waar mogelijk, bruikbaar zijn voor in hun beweging beperkte mensen;

    • b.

      de samenwerking met andere instellingen;

    • c.

      het aantal uren dat een instelling is opengesteld voor leden c.q. deelnemers;

    • d.

      de groepsgrootte;

    • e.

      de eigen bijdrage die de instelling, in welke vorm ook, van gebruikers voor het verrichten en/of deelnemen aan activiteiten verlangt;

    • f.

      het eigen vermogen van een instelling, de daaraan gegeven bestemming en het vormen van reserves;

    • g.

      door de instelling te sluiten verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid en een verzekering van de roerende en onroerende zaken van de instelling tegen brandschade of andere door hen aangegeven risico’s.

Artikel 10 Sancties
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten tot opschorting van het verstrekken van voorschotten of de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de instelling wijzigen, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de instelling heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de instelling onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvrage tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d.

      de subsidieverlening onjuist was en de instelling dit wist of behoorde te weten;

    • e.

      veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate verzetten tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van subsidie.

  • 2. De intrekking werkt terug tot het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. De beschikking, bedoeld in het eerste lid, regelt tevens de gevolgen ervan, waarbij de instelling zoveel mogelijk in staat wordt gesteld haar op grond van reeds verleende subsidies aangegane verplichtingen behoorlijk na te komen.

  • 4. Bij intrekking of wijziging op grond van het eerste lid vergoeden burgemeester en wethouders de onevenredige schade die de instelling lijdt doordat zij in vertrouwen op de subsidie anders heeft gehandeld dan zij zonder subsidie zou hebben gedaan.

  • 5. De subsidieverlening kan niet worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt vijf jaren zijn verstreken.

  • 6. Voor de toepassing van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders inzage dan wel door het bestuur van de instelling gewaarmerkte afschriften of fotokopieën vragen van boekhoudkundige of administratieve bescheiden als een contributie- of bijdragenregister.

Artikel 11 Wijziging subsidiebeleid
  • 1. Indien aan een instelling voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, kan de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak slechts met inachtneming van een redelijke termijn worden geweigerd op de grond, dat de veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

  • 2. De instelling wordt zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld haar op grond van reeds verleende subsidie aangegane verplichtingen na te komen.

Hoofdstuk 2 Subsidies sociaal-cultureel werk en sport

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 12 Begripsbepalingen
  • In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      lid:

      de deelnemer die actief meedoet aan periodieke activiteiten van een instelling die direct voortvloeien uit de hoofddoelstelling van een instelling en die woonachtig is in de gemeente Margraten;

    • b.

      jeugdlid:

      de deelnemer als bedoeld onder a. in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar op 1 januari van het jaar waarin de subsidieaanvrage moet worden ingediend;

    • c.

      kern:

      een kerkdorp van de gemeente Margraten;

    • d.

      overkoepelende organisatie:

      de landelijke, provinciale en/of regionale organisatie die zich tot doel stelt de kwaliteit te bevorderen van instellingen die identieke doelstellingen nastreven door het scheppen van bestuurlijke en organisatorische kaders, deskundigheidsbevordering, het aanbieden van ondersteunende faciliteiten, belangenbehartiging, etc.

Paragraaf 2 Subsidiegrondslagen

Artikel 13 Jubilea en kampioenschappen
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jubileum verstaan de viering van het 25-jarig bestaan van een instelling of een veelvoud daarvan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt onder jubileum van een instelling zijnde een carnavalsvereniging verstaan de viering van het 11-jarig bestaan van een dergelijke vereniging of een veelvoud daarvan.

  • 3. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kampioenschap verstaan het als eerste en/of standaard team van een sportvereniging of als vereniging als zodanig behalen van een kampioenschap in een competitie van een overkoepelende organisatie. Bij harmonieën en fanfares wordt onder een kampioenschap verstaan het behalen van een eerste prijs bij deelname aan het periodiek bondconcours.

  • 4. De subsidie voor de viering van een jubileum of kampioenschap bedraagt € 130,-- en kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      de subsidie wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouders;

    • b.

      de aanvrage betreft een instelling die voorkomt op het bij deze verordening behorende “overzicht subsidie bijdragen” als genoemd in artikel 3, lid 2 van deze verordening;

    • c.

      het jubileum of kampioenschap gaat gepaard met een officiële en publieke viering.

  • 5. In geval de jubilerende instelling een carnavalsvereniging betreft bedraagt de subsidie € 65,--. Het bepaalde in lid 4 van dit artikel is van toepassing.

  • 6. In de door burgemeester en wethouders te bepalen gevallen kan subsidie als bedoeld in dit artikel worden verleend tot een maximum van € 45,-- in geval een kampioenschap door een individueel lid van een instelling wordt behaald en de activiteit naar zijn aard een individueel karakter heeft. Het bepaalde in lid 4 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Vrouwenverenigingen
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vrouwenvereniging verstaan de instelling die overwegend of uitsluitend sociaal-culturele activiteiten ontplooit, speciaal gericht op vrouwen.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van vrouwenverenigingen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt in geval het een instelling betreft die aangesloten is bij een overkoepelende organisatie:

    a. een vast bedrag van € 450,--;

    • b.

      een bedrag per lid van € 5,50.

  • 4. In geval het een instelling betreft die niet is aangesloten bij een overkoepelende organisatie bedraagt de subsidie:

    • a.

      een vast bedrag van € 225,--;

    • b

      een bedrag per lid van € 3,25.

Artikel 15 Vrouwenemancipatie
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vrouwenemancipatie verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op de bevordering van bewustwording van de maatschappelijke positie van vrouwen, het doorbreken van traditionele rolbeperkingen voor vrouwen t.o.v. mannen dan wel het opheffen van belemmeringen om gelijke of gelijkwaardige maatschappelijke posities te verwerven.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van emancipatiegroepen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een nader door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag per lid of bedrag voor een instelling als zodanig op basis van huisvestingskosten en/of activiteitenkosten. De

    subsidie bedraagt maximaal € 1.305,-- in enig jaar voor alle instellingen gezamenlijk die vóór 1 april van het jaar waarop de aanvrage betrekking heeft een aanvrage hebben ingediend.

  • 4. Instellingen die op grond van artikel 14 subsidie is verleend kunnen geen aanspraak maken op subsidie ingevolge dit artikel.

Artikel 16 Instrumentale muziek
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder instrumentale muziek verstaan muziek in groepsverband beoefend door harmonieën en fanfares, drumbands, klaroenkorpsen en andere onderdelen inbegrepen.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten met betrekking tot instrumentale muziek kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 10.850,-- indien de instelling meer dan 40 leden telt;

    • b.

      een vast bedrag van € 2.609,-- indien de instelling 40 of minder leden telt.

  • 4. In de subsidie wordt geacht te zijn begrepen een bijdrage in de kosten van muziekopleiding.

  • 5. De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde, dat de dirigent of instructeur voldoet aan de minimum eisen van vakbekwaamheid, zoals die door de Bond van Orkestdirigenten zijn gesteld als toetredingsvoorwaarden tot haar vakorganisatie dan wel de dirigent of instructeur bij voornoemde organisatie staat ingeschreven als studerend, aankomend dirigent of instructeur.

Artikel 17 Vocale muziek
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vocale muziek verstaan muziek beoefend in groepsverband door profane en kerkelijke zangkoren, jeugd- en jongerenkoren of kinderkoren.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van zangkoren kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van:

    • a.

      € 675,-- voor zover slechts één koor, een jeugd- en jongerenkoor of kinderkoor daar niet onder begrepen, in een kern actief is;

    • b.

      € 505,-- indien meer dan één koor, niet zijnde een jeugd- en jongerenkoor of kinderkoor, in een kern actief is;

    • c.

      € 600,-- indien het een jeugd- en jongerenkoor of kinderkoor betreft.

Artikel 18 Toneel
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder toneel verstaan het beoefenen van de toneelkunst.

  • 2. Als waardering voor activiteiten op het gebied van toneel, met name het geven van toneelvoorstellingen, kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 675,--.

Artikel 19 Dans
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder dans verstaan het beoefenen van danskunst in de vorm van klassiek ballet, jazzballet, carnavalsdansen of moderne (groeps) dans.

  • 2.

    Ter stimulering van de activiteiten op het gebied van dans kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag van € 470,--;

    • b.

      een bedrag van € 20,25 per jeugdlid.

Artikel 20 Instandhouden van veldkruisen en kapellen
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder instandhouden van veldkruisen en kapellen verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op het verzorgen en instandhouden en het inventariseren en beschrijven van veldkruisen en kapellen.

  • 2. Als waardering voor activiteiten op het gebied van het instandhouden van veldkruisen en kapellen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. Het subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 985,-- indien het werkgebied van een instelling tenminste drie kernen omvat;

    • b.

      een vast bedrag van € 420,-- indien het werkgebied van een instelling één of twee kernen bevat.

Artikel 21 Jonkheden
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jonkheid verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van kleinschalige cultuur-historisch en lokaal bepaalde tradities.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van jonkheden kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 400,--.

  • 4. De subsidie kan slechts aan één door burgemeester en wethouders aan te wijzen instelling per kern of buurtschap worden toegekend.

Artikel 22 Schutterijen
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder schutterij verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van het schutterswezen en de schutterijfolklore overeenkomstig de traditie van het “oud Limburgs”.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van schutterijen, drum- en/of klaroenkorps inbegrepen, kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 2.750,--;

    • b.

      een bedrag per jeugdlid van € 75,--.

      Onder lid wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan een lid dat een uniform of ander folkloristisch kostuum draagt.

  • 4. In de subsidie wordt geacht te zijn inbegrepen een bijdrage in de kosten van muziekopleidingen.

Artikel 23 Natuureducatie
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder natuureducatie verstaan de activiteiten van de instelling die zich op educatieve grondslag richt op de instandhouding en bevordering van natuur en milieu, alsmede de voorlichting en informatieverstrekking daarover.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van I.V.N.-verenigingen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 450,--;

    • b.

      een bedrag per jeugdlid van € 30,--.

Artikel 24 Heemkunde
  • 1.

    • Voor de toepassing van deze verordening wordt onder heemkunde verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op de bevordering van onderzoek, bestudering en beschrijving van de

      lokale geschiedenis, gebruiken en gewoonten; het doen van publicaties daarover, alsmede het verzamelen, conserveren en beschrijven van voorwerpen, geschriften, etc.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten op het gebied van de heemkunde kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 450,--;

    • b.

      een bedrag per jeugdlid van € 30,--.

Artikel 25 Sint Nicolaasviering
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Sint Nicolaasviering verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op de instandhouding van de folkloristische gebruiken met betrekking tot Sint Nicolaas, in het bijzonder gericht op kinderen, ouderen en zieken.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van Sint Nicolaascomités kan een subsidie worden verleend onder voorwaarde dat de activiteit een publiek karakter heeft en algemeen toegankelijk is.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van:

    € 100,--voor de kernen Bemelen, Eckelrade en Scheulder;

    € 200,-- voor de kernen Mheer, Noorbeek en St. Geertruid;

    € 400,-- voor de kernen Cadier en Keer en Margraten.

  • 4. De subsidie kan slechts aan één door burgemeester en wethouders aan te wijzen instelling per kern worden toegekend.

Artikel 26 Koninginnedagviering
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder koninginnedagviering verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op de instandhouding van de viering van nationale feestdagen als Koninginnedag, in het bijzonder gericht op kinderen.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van Oranjecomités kan een subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat de activiteit een publiek karakter heeft en algemeen toegankelijk is.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van:

    € 300,-- voor de kernen Bemelen en Eckelrade;

    € 400,-- voor de kernen Mheer, Noorbeek en St. Geertruid;

    € 600,-- voor de kernen Cadier en Keer en Margraten.

  • 4. e subsidie kan per kern slechts aan één door burgemeester en wethouders aan te wijzen instelling worden toegekend.

Artikel 27 Carnaval
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder carnaval verstaan de activiteit van de instelling die zich richt op de instandhouding van de viering van carnaval als algemeen volksvermaak in de vorm van optocht, revue, etc.

  • 2. Als waardering voor activiteiten van carnavalsverenigingen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 400,--.

  • 4. e subsidie bedraagt een vast bedrag van € 165,-- indien activiteiten worden georganiseerd in het bijzonder voor de jeugd door een instelling specifiek voor jeugdcarnaval. In dat geval bedraagt het subsidie voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde activiteit in het desbetreffende werkgebied € 235,--.

Artikel 28 Bejaardenwerk
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder bejaardenwerk verstaan de activiteit van de instelling die zich richt op sociaal-culturele activiteiten ten behoeve van ouderen, waaronder mede wordt verstaan activiteiten gericht op bewustwording, vorming en belangenbehartiging.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van bejaardenverenigingen kan een subsidie worden verleend.

  • 3.

    • 3.

      De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 450,--;

    • b.

      een bedrag per lid van € 5,50.

      Onder lid wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan een man of vrouw van 60 jaar of ouder op 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvrage betrekking heeft.

Artikel 29 Parochies en andere kerkgemeenten
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder parochie verstaan een parochie van het bisdom Roermond en gelegen in de gemeente Margraten.

  • 2. Ter stimulering van de sociaal-maatschappelijke activiteiten ten behoeve van parochianen en de instandhouding van cultureel-historische zaken als gebouwen en begraafplaatsen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    een vast bedrag van € 850,--;

    een bedrag per parochiaan van € 0,55.

    Onder parochiaan wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan het lid van een plaatselijke kerkgemeente overeenkomstig de door of vanwege het bisdom Roermond verstrekte opgave of aangegeven aantal per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de subsidieaanvrage betrekking heeft.

  • 4. De subsidie ten behoeve van de parochianen van de buurtschap Terlinden bedraagt een vast bedrag van € 85,--.

  • 5. De subsidie ten behoeve van de protestants-christelijke kerkleden woonachtig in de gemeente Margraten bedraagt een bedrag van € 85,--. Deze subsidie kan slechts aan één door burgemeester en wethouders aan te wijzen instelling worden toegekend.

Artikel 30 Peuterspeelzaakwerk
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een peuterspeelzaal verstaan de instelling die zich richt op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 tot 5 jaar, het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden en het voorbereiden van de kinderen op de basisschool.

  • 2. Onder peuter wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een kind dat op 1 januari van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft de peuterspeelzaal bezoekt en op die datum 2 jaar of ouder is en de leeftijd van 5 jaar nog niet heeft bereikt.

  • 3. Ter stimulering van de activiteiten van peuterspeelzalen kan subsidie worden verleend onder voorwaarde dat:

    • a.

      het gebouw waarin de activiteiten worden aangeboden naar het oordeel van burgemeester en wethouders gelet op veiligheid en hygiëne daartoe geschikt is;

    • b.

      de met de dagelijkse leiding van de peuterspeelzaal belaste persoon naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende gekwalificeerd is.

  • 4. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 1.470,--;

    • b.

      een bedrag per peuter van € 27,--;

    • c.

      een bedrag van maximaal € 1.044,-- per jaar per dagdeel dat de peuterspeelzaal gedurende het jaar waarop de subsidie betrekking heeft per week gemiddeld geopend is, met dien verstande, dat maximaal 25 dagdelen worden gesubsidieerd tot een maximale totale subsidie van € 26.093,-- voor alle peuterspeelzalen. Voorwaarde hierbij is dat minimaal één leidster bij de peuterspeelzaal in dienst is overeenkomstig de CAO Welzijn. Bovendien geldt deze subsidie alleen naar rato van het aantal maanden dat bedoelde leidster ook daadwerkelijk in dienst is.

    • d.

      Eenmaal per twee jaar een maximaal bedrag van € 500,-- als bijdrage in de kosten voor het treffen van voorzieningen tengevolge van te nemen maatregelen voortvloeiend uit een inspectie op grond van de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk Margraten.

  • 5. Aan de onder 4. sub c.en sub d. genoemde subsidie kunnen burgemeester en wethouders nadere verplichtingen verbinden;

  • 6. De op grond van artikel 4. sub c. eventueel teveel uitbetaalde subsidie kan door burgemeester en wethouders met de subsidie van het daaropvolgende jaar verrekend worden.

  • 7. Aan de Stichting Samenwerkende Peuterspeelzalen Gemeente Margraten kan een subsidie van maximaal € 14.280,-- per jaar worden verstrekt voor het uitvoeren van het Personeel & Organisatiebeleid ten behoeve van de onder voornoemde stichting vallende 7peuterspeelzalen.

Artikel 31 Kindervakantiewerk
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kindervakantiewerk verstaan de instelling die zich richt op lokale, sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor kinderen gedurende één of twee weken in de zomervakantie.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van kindervakantiewerkinstellingen kan een subsidie worden verleend onder voorwaarde dat:

    • a.

      de activiteiten vrij toegankelijk zijn zonder dat een lidmaatschap van een instelling is vereist;

    • b.

      de activiteiten dagelijks plaatsvinden in een periode van één of twee weken.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 1.275,--.

Artikel32 Jeugd- en jongerenwerk
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jeugd- en jongerenwerk verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van sociaal-culturele, educatieve en recreatieve activiteiten op methodische grondslag voor jongeren.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van instellingen voor jeugd- en jongerenwerk kan een subsidie worden verleend, onder voorwaarde dat:

    • a.

      de instelling over een naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende kundig

      vrijwilligerskader beschikt;

    • b.

      de activiteiten in een frequentie van eenmaal per week worden uitgevoerd.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    een vast bedrag van € 590,--;

    een bedrag per jeugdlid van € 27,--.

    Indien de activiteiten worden aangeboden in een frequentie van gemiddeld eenmaal per 2 of 3 weken worden de in lid 3 onder a. en b. genoemde bedragen bepaald op € 295,-- c.q. € 13,50 per jeugdlid.

Artikel 33 EHBO
  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder EHBO verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van lokale scholing en dienstverlening met betrekking tot het verlenen van eerste hulp bij ongelukken.

  • 2. Als waardering voor de activiteiten van EHBO-instellingen kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 422,-- voor de instellingen die zijn gevestigd in Mheer en in St. Geertruid, en een vast bedrag van € 845,-- voor instellingen die zijn gevestigd in Cadier en Keer en in Margraten

Artikel 34 Veldsporten en/of buitensporten
  • 1. Ter stimulering van de veldsporten of buitensporten tennis, voetbal, handboogschieten, hockey en ruitersport in verenigings- en/of wedstrijdverband volgens de regels van de desbetreffende overkoepelende sportbonden kan een subsidie worden verleend.

  • 2. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 700,--;

    • b.

      een bedrag per jeugdlid van € 27,--;

    • c.

      30 % van de huur ingeval van wenselijke in het gemeentelijk beleid passende uitbreiding en/of (gedeeltelijke) nieuwbouw van kleed- en doucheruimte dan wel aanleg van velden of banen, veldverlichting, ballenvangers of hekwerk, voor zover artikel 55, lid 1 niet van toepassing is;

    • d.

      60 % van de huur ingeval van noodzakelijke uitbreiding van kleed- en doucheruimte dan wel aanleg van velden, banen, veldverlichting, ballenvangers of hekwerk.

  • 3. Onder huur wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan het huurbedrag dan wel de verschuldigde vergoeding voor het recht van erfpacht die is overeengekomen in de desbetreffende (huur) overeenkomst tussen de gemeente als eigenaar/verhuurder en de instelling als huurder c.q. gebruiksgerechtigde.

Artikel 35 Zaalsporten
  • 1. Ter stimulering van de zaalsporten zaalvoetbal, handbal, volleybal, judo, badminton, basketbal, tafeltennis, turnen en ritmische gymnastiek in verenigings- en/of wedstrijdverband volgens de regels van de desbetreffende overkoepelende sportbonden kan een subsidie worden verleend.

  • 2. De subsidie bedraagt:

    een vast bedrag van € 450,--;

    een bedrag per jeugdlid van € 27,--.

Artikel 36 Denksporten
  • 1. Als waardering voor activiteiten op het gebied van schaken in verenigings- en/of wedstrijdverband volgens de regels van de desbetreffende overkoepelende sportbond kan een subsidie worden verleend.

  • 2. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 450,--.

Hoofdstuk 3 Subsidies maatschappelijke dienstverlening en cultuur

Artikel 37 Buurtbusproject

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder buurtbusproject verstaan activiteiten van de instelling die zich richt op instandhouding en bevordering van aanvullend kleinschalig openbaar vervoer in de gemeente Margraten, uitgevoerd door een vrijwilligersorganisatie al dan niet met ondersteuning en / of verlening van faciliteiten door een professionele organisatie.

  • Ter stimulering van de activiteiten ten behoeve van het werven van vrijwilligers die werkzaam zijn voor een buurtbusproject en de instandhouding van een bestand van vrijwilligers kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 1.900,--.

Artikel 38 Belangenbehartiging vrouwen in de bijstand

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder belangenbehartiging van vrouwen in de bijstand verstaan activiteiten van de instelling die zich richt op het op gestructureerde wijze geven van informatie en advies over rechten en plichten met betrekking tot uitkeringen in brede zin, het bevorderen van hun positieverbetering, het bieden van een ontmoetings- en vertrouwensplek en het ondersteunen van vrouwen met een uitkering op of rond het sociaalminimum in het vergroten van hun sociale weerbaarheid en het ontdekken van eigen kwaliteiten.

  • 2. Als waardering voor de activiteiten kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 783,--.

Artikel 39 Open ouderenwerk

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder open ouderenwerk verstaan activiteiten bestemd voor mensen van 60 jaar en ouder -zonder dat voor het kunnen deelnemen sprake is van verplicht lidmaatschap van vereniging of organisatie anderszins- en gericht op het bevorderen of verbeteren van maatschappelijke bewustwording, het voorkomen of doorbreken van sociaal isolement, het onderhouden van sociale vaardigheden zulks op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening, dan wel vernieuwende activiteiten op het gebied van het sociaal-cultureel werk.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van instellingen met betrekking tot open ouderenwerk kan een subsidie worden verleend, onder voorwaarde dat:

    • a. een aanvrage wordt ingediend zes weken voordat de activiteit plaatsvindt;

    • b. bij de aanvrage een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven aan burgemeester en wethouders wordt overgelegd.

  • 3. De subsidie bedraagt voor alle activiteiten te samen in enig jaar ten hoogste € 2.609,--. Burgemeester en wethouders kunnen genoemd bedrag in enig jaar over meer dan één activiteit verdelen. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie toekennen in de vorm van een vast bedrag en / of een bedrag per deelnemer.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van de subsidie nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 40 Seniorenraad

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder seniorenraad verstaan een onafhankelijk adviesorgaan voor de gemeentelijke overheid op het gebied van ouderenbeleid en een behartiger van algemene belangen voor ouderen en hun organisaties.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten van een seniorenraad en de daarmee verbandhoudende apparaatskosten -waaronder tevens begrepen zijn deskundigheidsbevordering en representatie- alsmede activiteitenkosten, kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt 50% van de activiteitenkosten met een maximum van € 810,-

Artikel 41 Gehandicaptenplatform

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gehandicaptenplatform verstaan een onafhankelijk adviesorgaan voor de gemeentelijke overheid op het gebied van gehandicaptenbeleid en een behartiger van algemene belangen voor gehandicapten en hun organisaties.

  • 2. Het bepaalde in artikel 40, lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 810,--.

Artikel 42 Wmo Raad Eijsden-Margraten

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Wmo Raad Eijsden-Margraten verstaan een onafhankelijk adviesorgaan voor de gemeentelijke overheid op het gebied van Wmo-beleid met als doel de algemene belangen van Wmo-belanghebbenden te behartigen.

  • 2. Ter waardering van de activiteiten van de Wmo Raad Eijsden Margraten en de daarmee verbandhoudende apparaatskosten -waaronder tevens begrepen zijn deskundigheidsbevordering en representatie- alsmede activiteitenkosten, kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt 50% van de gemaakte kosten met een maximum van € 1.500,--.

Artikel 43 Vrijwilligerswerk

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vrijwilligerswerk verstaan: het zonder eigen belang en zonder geldelijke vergoeding anders dan een onkostenvergoeding uit ideële overwegingen met een zekere regelmaat en onder verantwoordelijkheid van een overkoepelende organisatie verrichten van beleidsmatige en / of uitvoerende werkzaamheden op het terrein van het sociaal- cultureel werk en sport, de maatschappelijke dienstverlening en / of de gezondheidszorg.

  • 2. Ter stimulering van de activiteiten op het gebied van het vrijwilligerswerk kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 3.914,-- voor het jaarlijks op of rond 7 december, zijnde de internationale vrijwilligersdag, organiseren van een algemeen toegankelijke bindingsactiviteit voor vrijwilligers die actief zijn op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening en / of de gezondheidszorg.

    De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarden dat:

    1) de organiserende instelling vóór 1 september van het jaar waarin de activiteit wordt gehouden schriftelijk een aanvrage indient bij burgemeester en wethouders;

    2) de aanvrage als bedoeld onder 1) vergezeld gaat van een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    3) gelijktijdig met de aanvrage een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven wordt overgelegd;

  • 4. Er is een stimuleringsfonds voor vrijwilligerswerk ten bedrage van € 3.750,-- per jaar. Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van dit fonds subsidie verlenen voor activiteiten die in het bijzonder ten doel hebben het werven en behouden van vrijwilligers, dan wel het experimenteren met innoverend vrijwilligersbeleid. Op activiteiten of projecten is het bepaalde in lid 3. onder 1) tot en met 3) van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van de in de leden 3. en 4. van dit artikel genoemde subsidies nadere voorwaarden verbinden.

  • 6. Voor de toepassing van lid 4 van dit artikel worden de bepalingen van artikel 4, 5 en 7 lid 4 van deze verordening niet van toepassing verklaard.

Artikel 44 Vrijwillige hulpdienst

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vrijwillige hulpdienst verstaan activiteiten van de instelling die zich ten doel stelt door inzet van vrijwilligers concrete diensten te verrichten ten behoeve van het welzijn van ouderen, gehandicapten en chronisch zieken die tevens kunnen bijdragen aan de zelfredzaamheid van leden van de doelgroepen dan wel sociaal isolement van hen voorkomen of doorbreken.

  • 2.

    Ter stimulering van de activiteiten van een vrijwillige hulpdienst kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      een vast bedrag van € 1.826,-- als bijdrage in de algemene exploitatiekosten;

    • b.

      een bedrag van € 52,-- per vrijwilliger met een maximum van

      € 1.250,--.

    Bij de aanvrage om een subsidie dient jaarlijks een door het bestuur van de instelling gewaarmerkte lijst vermeldende: naam, voorletters, adres en geboortedatum van de vrijwilligers te worden overgelegd.

Artikel 45 Vluchtelingenwerk

Vervallen per 1 januari 2006.

Artikel 46 Ondersteuning van mantelzorg

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder ondersteuning van mantelzorg verstaan de activiteiten van de instelling die zich ten doel stelt het op gestructureerde wijze verstrekken van informatie en advies aan hulpverleners in de mantelzorg met betrekking tot de inzet van aanvullende vrijwillige en / of professionele hulp ten huize van een hulpbehoevende oudere, gehandicapte of chronisch zieke ten einde intramurale of ambulante professionele hulp te voorkomen of te verminderen.

  • 2. Ter stimulering van de ontwikkeling en de bekendheid van het werk van een regionaal steunpunt mantelzorg kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een door burgemeester en wethouders te bepalen vast bedrag van ten hoogste € 522,--.

Artikel 47 Professionele voorzieningen op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening en cultuur

  • 1. Gemeentelijk beleid met betrekking tot functie en taak van professionele instellingen op het terrein van welzijn kan tot stand komen na afweging van rijks-, provinciaal en / of intergemeentelijk beleid dan wel in overleg met de desbetreffende instellingen.

  • 2. Ter stimulering van activiteiten van na genoemde professionele instellingen werkzaam op het terrein van welzijn kan een subsidie worden verleend voor de daarbij vermelde activiteiten:

    • a.

      Stichting Trajekt ten behoeve van, op basis van een productenboek en raamovereenkomst en daarop gebaseerde activiteitenboek en productplan met productovereenkomst periodiek door burgemeester en wethouders nader overeen te komen activiteiten of diensten;

    • b.

      Mondriaan Zorggroep ten behoeve van:

      de algemene preventie activiteiten en / of individuele hulpverlening aan inwoners van Margraten;

    • c.

      Buro Halt Maastricht en Mergelland ten behoeve van:

    • de algemene preventie-activiteiten en / of aanvullende projecten ten aanzien van inwoners van Margraten;

    • d.

      Stichting Slachtofferhulp Zuid-Limburg ten behoeve van:

    • de uitvoering van hulpverlening door vrijwilligers ten behoeve van slachtoffers van criminaliteit of verkeersongevallen woonachtig in Margraten.

    • e.

      Stichting Heuvellandbibliotheken ten behoeve van:

    • de instandhouding van een bibliotheekvoorziening in Margraten.

  • 3. De subsidie bedraagt een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag in de vorm van een bedrag per inwoner, lid of deelnemer, dan wel een bedrag per product of dienst, een vast bedrag of bijdrage in een exploitatietekort, hetzij een samenstelling van deze bedragen, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2 (met uitzondering van het genoemde onder sub b van dit lid) van deze verordening. De aanvrager -met uitzondering van de instellingen genoemd onder lid b en d- legt daartoe jaarlijks vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft aan burgemeester en wethouders over een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven van het jaar waarop de subsidieaanvrage betrekking heeft en de rekening van baten en lasten over het daaraan voorafgaande jaar. Burgemeester en wethouders kunnen vragen een inhoudelijk werkplan en / of werkverslag over te leggen, alsmede alle overige informatie die naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met de vaststelling van een subsidie. De instellingen genoemd onder b en d dienen jaarlijks vóór 1 april van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de aanvraag voor subsidie in. Burgemeester en wethouders kunnen vragen een inhoudelijk werkplan en/of werkverslag over te leggen, alsmede alle overige informatie die naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met de vaststelling van een subsidie.

  • 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd wijzigingen aan te brengen in de in het tweede lid van dit artikel vermelde activiteiten door toevoeging van nieuwe, wijziging of doorhaling van bestaande activiteiten.

  • 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten aanzien van op grond van dit artikel verstrekte of te verstrekken subsidies nadere voorwaarden te stellen.

  • 6. Bij beëindiging van subsidie kan geen aanspraak worden gemaakt op een geldelijke bijdrage voortvloeiend uit wachtgeldverplichtingen dan wel andere rechtspositionele verplichtingen.

Artikel 48 Subsidie muziekonderwijs

  • 1. Aan Kumulus, Centrum voor de Kunsten, Maastricht kan een subsidie worden verleend voor het organiseren van muziekonderwijs aan inwoners van Margraten indien deze lid zijn van de in de gemeente Margraten gevestigde harmonieën, fanfares en schutterijen.

  • 2. De subsidie bedraagt een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag in de vorm van een bedrag per leerling, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4 lid 2, met uitzondering van b., van deze verordening.

  • 3. Kumulus legt daartoe jaarlijks vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft aan burgemeester en wethouders een gespecificeerde begroting over van inkomsten en uitgaven van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 4. De in lid 3 bedoelde begroting bevat de personeelskosten, reiskosten, kosten van overhead en infrastructuur (voor zover van toepassing) alsmede de kosten voor aanschaf en onderhoud van instrumenten. Tevens bevat de begroting een prognose van het aantal leerlingen, alsmede een prognose van het aantal uren dat gebruik gemaakt zal worden van de dependances in Margraten en Cadier en Keer.

  • 5. De kosten van het gebruik van de dependances zijn niet in de subsidie begrepen. Deze komen rechtstreeks voor rekening van de gemeente.

  • 6. De subsidie wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de index die gehanteerd wordt voor de salarissen van het gemeentepersoneel, zoals deze in de zogenaamde september-circulaire aangegeven wordt. De subsidie kan echter nooit meer zijn dan het in de gemeentebegroting voor het betreffende jaar opgenomen bedrag.

  • 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten aanzien van de op grond van dit artikel te verlenen subsidie nadere voorwaarden te stellen.

  • 8. De subsidie wordt na afloop van het jaar waarop zij betrekking heeft door burgemeester en wethouders definitief vastgesteld. Kumulus dient daartoe voor 1 mei van het jaar na afloop van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft een rekening van baten en lasten in. Bij deze afrekening worden overzichten gevoegd van de leerlingen die onderwijs volgen c.q. gevolgd hebben en van de leerlingen die op een eventuele wachtlijst staan. Deze overzichten bevatten naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de leerling, soort opleiding en duur van het onderwijs.

  • 9. Het bepaalde in artikel 47, lid 6 is op dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 48A Multiculturele instellingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder multiculturele instellingen verstaan: instellingen die zich tot doel stellen een bijdrage te leveren aan educatie op het gebied van mondiale culturen door middel van het organiseren van tentoonstellingen en workshops, het houden van lezingen en het in stand houden van een aan de instelling gekoppeld vrij toegankelijk kenniscentrum en/of museum.

Ter stimulering van de activiteiten van een multiculturele instelling kan een subsidie worden verleend.

De op grond van dit artikel te verlenen subsidie kan € 5.000,-- per instelling bedragen.

Hoofdstuk 4 Overige subsidies en bijzondere bepalingen

Artikel 49 Huurkosten accommodaties

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder accommodatie verstaan een gebouw en / of terrein dat eigendom is van de gemeente en dat door een instelling, niet zijnde een professionele instelling voor welzijnswerk, op basis van een huurovereenkomst of overeenkomst anderszins feitelijk wordt gebruikt voor het voor een jaar of langer uitvoeren van kernactiviteiten op het terrein van welzijn door de desbetreffende instelling.

  • 2. Ter tegemoetkoming in huurkosten kan een subsidie worden verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag tot maximaal 75 % van de huur. Artikel 34, lid 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Burgemeester en wethouder kunnen aan het verlenen van de subsidie nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 50 Overige subsidies

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een waarderingssubsidie verlenen aan regionale, provinciale of landelijke instellingen die werkzaam zijn op het gebied van onderwijs en educatie, welzijn en sport, cultuur, maatschappelijke dienstverlening of volksgezondheid en die wetenschappelijk of algemeen voorlichtend werk doen dan wel aan specifieke belangenbehartiging voor bijzondere doelgroepen waarvan leden of deelnemers in de gemeente Margraten woonachtig zijn of specifieke activiteiten voor deze laatste aanbieden.

  • 2. De subsidie bedraagt een nader door burgemeester en wethouders te bepalen vast bedrag, of een bedrag per lid c.q. deelnemer, dan wel per inwoner.

  • 3. De op grond van dit artikel te verlenen subsidie kan ten hoogste

    € 1.500,-- per aanvrage bedragen.

Artikel 51 Bijzondere bepalingen

  • 1. Indien de toepassing van een of meer bepalingen van de hoofdstukken 1, 2 en 3 of van dit hoofdstuk naar het oordeel van burgemeester en wethouders leiden tot kennelijke hardheid of onbillijkheid kunnen burgemeester en wethouders in individuele gevallen van enige bepaling c.q. bepalingen afwijken, nadere voorwaarden stellen, ontheffing verlenen, dan wel een aanvullend subsidie verlenen.

  • 2. Een aanvullend subsidie kan slechts worden verleend als de gemeenteraad daartoe extra middelen beschikbaar heeft gesteld.

Artikel 52 Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Tegen elk op grond van deze verordening door burgemeester en wethouders genomen besluit kan de instelling bezwaar indienen bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend binnen 6 weken na de dag van verzending van de in het vorige lid bedoelde beschikking.

  • 3. Het bezwaarschrift houdt tenminste in:

    • a.

      de naam en het adres van de instelling;

    • b.

      de dagtekening en het nummer van de bestreden beslissing;

    • c.

      de gronden waarop het bezwaar steunt;

    • d.

      een omschrijving van de gewenste beslissing.

  • 4. Het bezwaar wordt verder behandeld volgens de regels van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 53 Nadere regels

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter zake van onderwerpen in deze verordening genoemd binnen het kader van de hen toekomende bevoegdheid nadere beleidsregels te stellen.

  • 2. De voor de toepassing van de verordening van belang zijnde beleidsregels worden gepubliceerd.

Artikel 54 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen en / of beslissingen.

Artikel 55 Overgangsregeling

  • 1. Ten aanzien van de vóór 1 januari 1996 reeds bestaande gebouwen en accommodaties voor buitensport, zulks met uitzondering van ruitersport, geldt dat de subsidie ingevolge artikel 34 lid 2 onder c. kan worden verhoogd tot:

    • a.

      voor verenigingen die gebruik maken van de voetbal- en hockey-accommodaties: 85% van de huurkosten c.q. van de bijdragen in de ten laste van de gemeente blijvende kapitaallasten en onderhoudskosten van de velden, kleedlokalen, kantines en verdere aanhorigheden;

    • b.

      voor verenigingen die gebruik maken van de handboogschietaccommodatie: 60% van de huurkosten van de banen, kleedaccommodaties, kantines en overige aanhorigheden;

    • c.

      voor verenigingen die gebruik maken van de tennisaccommodaties: 30% van de huurkosten c.q. van de bijdragen in de ten laste van de gemeente blijvende kapitaallasten en onderhoudskosten van de banen, oefenkooien, kleedlokalen, kantines en overige aanhorigheden.

  • 2. Indien toepassing van een of meer bepalingen van hoofdstuk 2, 3 en 4 ertoe leidt dat een instelling die op grond van enige vóór de inwerkingtreding van deze verordening geldende subsidieregeling recht op subsidie zou hebben en op grond van deze verordening geen recht op subsidie heeft, of slechts recht heeft op een lager subsidie, kan met betrekking tot 2001 alsnog een subsidie worden verleend overeenkomstig de vóór de inwerkingtreding van deze subsidieverordening geldende subsidieregeling ter hoogte van 100 %. In 2002 bedraagt dit subsidie 50 % van het verschil. In 2003 en volgende jaren is geen recht op subsidie ingevolge dit artikel.

Artikel 56 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “subsidieverordening welzijnswerk Margraten”.

Artikel 57 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking twee maanden na de dag van vaststelling.

    De eerste berekening en nadere vaststelling van subsidies vindt plaats over de periode vanaf 1 januari 2008.

  • 2. In verband met het bepaalde in het eerste lid van dit artikel zijn burgemeester en wethouders bevoegd voor zover nodig vrijstelling te verlenen van het bepaalde van deze verordening voor zover het betreft het voldoen aan procedures, termijnen en overige formaliteiten.

  • 3. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de “subsidieverordening welzijnswerk Margraten” d.d. 23 april 2002.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 mei 2009

De Griffier, De Voorzitter,

T.H.M. Theeven, J.H.M. Bronckers