Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Eerste wijziging Kermisverordening gemeente Uden |
Citeertitel | Eerste wijziging Kermisverordening gemeente Uden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze verordening wijzigt de Kermisverordening gemeente Uden
Gemeentewet, art. 149
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2012 | Wijziging art. 3 | 26-06-2012 Infopagina 11-07-2012 | 2012/5609 |
Voor het doen van een inschrijving voor een standplaats op een algemene kermis komt uitsluitend in aanmerking een exploitant welke lid is van een erkende kermisorganisatie en welke kan aantonen dat hij voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de kermismeester en andere door het college aangewezen personen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 februari 2010.
De Raad voornoemd
de griffier de burgemeester
Toelichting Kermisverordening gemeente Uden 4
Grondslag en belang verordening 4
Samenloop overige regelgeving 4
Artikel 1. Begripsomschrijving 5
Artikel 2. Instellen en organiseren van de algemene kermis 5
Artikel 3. Bepalingen inzake tijd en plaats .5
Artikel 4. Innemen en verlaten standplaats 5
Artikel 5. Vereisten 5 Artikel 6. Plaatsing salon-, keuken-, en vrachtwagens 5
Toelichting Kermisverordening gemeente Uden
Vanwege de inwerkingtreding van de Dienstenrichtlijn en als gevolg daarop de Dienstenwet, heeft de gemeente haar producten gescreend om na te gaan wat er onder deze wet- en regelgeving valt. Gebleken is dat ook de kermis een product is dat moet voldoen aan de voornoemde regelingen.
Vanwege het feit dat de gemeente de exploitatie van de algemene kermis in eigen beheer houdt, maar waarvan de procedure voor een ieder duidelijk moet zijn, is ervoor gekozen om de zaken ten aanzien van de algemene kermis welke geregeld kunnen worden middels het publiekrecht, om deze zaken vast te leggen in een verordening en hierop gebaseerde nadere regels. De zaken welke betrekking hebben op privaatrechtelijke aangelegenheden zijn vastgelegd in algemene voorwaarden, om op die manier zoveel als mogelijk openheid te geven en duidelijk te bieden over de procedure welke gevoerd wordt met betrekking tot toekenning van standplaatsen op de algemene kermis en welke voorwaarden gelden ten aanzien van de overeenkomst tussen exploitant en gemeente.
Grondslag en belang verordening
In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.
De kermisverordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente. Om die reden is er dan ook voor gekozen om de exploitatie van de algemene kermissen in de gemeente Uden in handen van de gemeente zelf te laten. Bij de kermisindeling voor de kermisexploitanten is de bescherming van voormelde belangen van de hoogste orde en niet ondergeschikt aan het winstoogmerk. Operationele hulpdiensten moeten paraat zijn en -wanneer nodig- goed kunnen functioneren. Ook worden risicovolle situaties voorkomen door de afstemming van de gemeente met de belanghebbenden op basis van bestaande rechtsverhoudingen met hen, zoals de verplaatsing van de weekmarkt, de verplaatsing parkeerfunctie ter plaatse, de beperkingen terrasfunctie van de ondernemers, de gezichtsbelemmering door attracties voorkomen, direct herstel en onderhoud van de bestrating en verlichting na afloop van de kermis. Verder is een goede voorbereiding bepalend voor het goede verloop, welke aansluit bij de taken die voor een groot deel al bij de gemeente liggen, zoals verplaatsing van de straatverlichting, verwijzingsborden, verkeersbesluiten en verkeerregelaars, stank- en geluidsoverlast voorkomen en de algemene toegankelijkheid voor iedereen bevorderen.
Omdat de kermis van oudsher een volksfeest is, is het wenselijk dat deze jaarlijks terugkeert in dezelfde periode en dat deze algemeen en voor iedereen toegankelijk is. Vanwege dit bijzondere karakter is er ten aanzien van de algemene kermis een bijzondere procedure noodzakelijk, om het karakter de kermis te kunnen behouden. Om die reden is de exploitatie van de algemene kermis, naast bescherming van de voornoemde belangen, dan ook voorbehouden aan de gemeente. Het is echter niet uitgesloten dat derden een kermis kunnen organiseren, zij het dat deze kermissen niet onder de reikwijdte van deze verordening valt, maar dat voor het organiseren van een (reguliere) kermis een evenementenvergunning is vereist.
De regulering van andere kermissen dan de algemene kermis is te vinden de APV gemeente Uden. Een (reguliere) kermis is een evenement in de zin van artikel 2.24 APV gemeente Uden en als zodanig ook vergunningsplichtig. De algemene kermis is hiervan uitgezonderd en behoeft als zodanig dan ook geen evenementenvergunning.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Onder kermisinrichtingen vallen alle openbare gelegenheden tot vermaak, genot of vertier. Dit kunnen zijn kermisvermakelijkheden, kinder- en familievermaakzaken, oefeningspelen en verkoopzaken welke eten, drinken of andere zaken verkopen.
Ad e. KermismeesterDe ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving en handhaving van het bepaalde in en krachtens deze verordening. De uitvoering (of gedeelten daarvan) van deze verordening kan door het college aan de marktmeester worden gemandateerd.
Artikel 2. Instellen en organisatie van de algemene kermis
Om veilig te stellen dat er jaarlijks een volksvermaak in de vorm van de kermis is vastgelegd dat de algemene kermis jaarlijks terugkerend is. Er vinden in de gemeente Uden in totaal drie algemene kermissen plaats, iedere kern van de gemeente heeft zijn eigen kermis. Met name voor de kernen Volkel en Odiliapeel is de instelling van belang, omdat anders de kermis in deze kernen langzaam ten onder zou gaan. Om die reden is het dan ook noodzakelijk dat de exploitatie van de algemene kermis geschiedt door de gemeente.
De mogelijkheid tot vaststelling van een maximum entree-, en/of rittenprijs zoals genoemd in het derde lid, is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de algemene kermis voor iedereen toegankelijk blijft.
Artikel 3. Bepalingen inzake tijd en plaats
Om zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden aan de burger en de exploitant zijn de perioden waarin de algemene kermissen in de gemeente Uden plaatsvinden vastgelegd. Dit vergroot ook de rechtszekerheid en het vertrouwen. Ditzelfde geldt voor de aanwijzing van de locaties waar de algemene kermissen plaatsvinden en voor het vaststellen van openings- en sluitingstijden. Hiermee wordt een balans gecreëerd tussen de het algemeen belang bij de algemene kermis als volksfeest en de individuele belangen van bijvoorbeeld omwonenden van het kermisterrein.
Artikel 4. Innemen en verlaten standplaats
Men kan pas een standplaats op de algemene kermis innemen wanneer men een standplaats door het college toegewezen heeft gekregen. Hiermee wordt voorkomen dat het eenieder vrij staat om een plek op het kermisterrein in te nemen en dat daardoor de kwaliteit van de algemene kermis en de algemene veiligheid in gevaar komen.
Om de opbouw van de algemene kermis in goede banen te leiden, mag een standplaats pas worden ingenomen na goedkeuring van de marktmeester, omdat deze zicht heeft op de gang van zaken en hoe de opbouw verloopt en zo wordt voorkomen dat exploitanten bij de opbouw hinder van elkaar ondervinden. De verwijdering van de kermisinrichting mag om dezelfde reden dan ook niet eerder plaatsvinden dan na toestemming van de kermismeester. Daarnaast speelt bij de verwijdering de attractiviteit van de algemene kermis een rol en wordt de algemene kermis niet gediend wanneer verschillende kermisinrichtingen al zijn verwijderd alvorens de algemene kermis is afgelopen.
Uit het oogpunt van lastenverlichting is het niet noodzakelijk dat men daadwerkelijk uitreksels overlegt om aan het tonen dat men aan alle verplichtingen voldoet. Alleen voor de uitreksels welke niet door de gemeente zelf opgevraagd kunnen worden, bestaat de verplichting tot overlegging van een bewijsstuk wel indien de gemeente daarom vraagt.
Artikel 6. Plaatsing salon-, keuken- en vrachtwagens
In het kader van veiligheid is het niet wenselijk dat salon-, keuken- en vrachtwagens op het kermisterrein worden geplaatst. Hiervoor worden dan ook door het college locaties aangewezen waar exploitanten deze wagens kunnen plaatsen in de periode dat zij aanwezig zijn in verband met de algemene kermis.
In het enkele geval is het echter onmogelijk om dergelijke wagens niet op het kermisterrein te plaatsen, bijvoorbeeld doordat het leefvertrek van de exploitant vast zit aan de kermisinrichting. Voor dergelijke gevallen moet het mogelijk zijn om af te wijken van de regel zoals gegeven in het eerste lid en is het tweede lid opgesteld.
In het kader van het dualisme is het wenselijk dat de raad de hoofdlijnen vaststelt en de zaken in het kader van uitvoering laat regelen door het college. De uitvoerende bepalingen met betrekking tot de algemene kermissen zijn opgenomen in de (nieuwe) Kermisregeling gemeente Uden. Naast de Kermisregeling gemeente Uden zijn er voor de algemene kermissen ook Algemene kermisvoorwaarden, welke voorwaarden stellen die van toepassing zijn op de (huur)overeenkomst tussen exploitant en college als verhuurder van de standplaats op het kermisterrein.
In artikel 5:11 van de Awb wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt. In dit verband is tevens artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Het ligt voor de hand de kermismeester als toezichthouder aan te wijzen. Door toevoeging van de kermismeester is verzekerd dat deze na beëdiging als opsporingsambtenaar kan fungeren.
Op grond van artikel 142 Gemeentewet treden bekendgemaakte besluiten in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in deze besluiten daarvoor een ander tijdstip is aangewezen. De marktverordening is een besluit van het gemeentebestuur op overtreding waarvan straf is gesteld. Een dergelijk besluit wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt als alle overige besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, conform artikel 139 Gemeentewet. Doordat de verordening met terugwerkende kracht in werking treedt betekent dit dat na vaststelling en bekendmaking de verordening terugwerkt tot 1 januari 2010 en dat ervan uit wordt gegaan dat de verordening van af deze datum heeft gegolden.
De terugwerkende kracht is noodzakelijk om de procedures, zoals deze nu zijn vastgelegd in de verordening en de daarop gebaseerde nadere regels, te kunnen laten gelden voor de algemene kermissen in de gemeente Uden welke worden georganiseerd in 2010.