Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Noord-Beveland 2009/2010 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag Noord-Beveland 2009/2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-2012 | 01-01-2012 | 09-11-2012 | intrekking | 25-10-2012 Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 45 | 20121025/9 |
01-07-2010 | Nieuwe regeling | 27-05-2010 Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2010, 28 | 20100527/10 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland
c. netto bijstandsnorm: de op de gezinssituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 21 van de wet plus volledige gemeentelijke toeslag, exclusief eventuele heffingskortingen
d. laag inkomen: een ononderbroken netto (gezins-)inkomen dat niet hoger is dan 116% van de in artikel 21 van de wet vermelde bijstandsnormen
e. langdurigheidstoeslag: toeslag zoals bepaald in artikel 4 van deze verordening
f. vermogen: vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet
g. langdurig: gelijk aan de duur van de referteperiode
h. referteperiode: - 36 maanden voorafgaand aan de peildatum voor een 21-jarige;
- 48 maanden voorafgaand aan de peildatum voor een 22-jarige;
- 60 maanden voorafgaand aan de peildatum voor een 23-jarige en oudere.
i. peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat
j. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Hoofdstuk II Doelgroep en voorwaarden
Artikel 2 Laag inkomen vanaf 1 januari 2012
Tot de doelgroep van deze regeling behoren personen in de leeftijd van 21 tot 65 jaar die langdurig beschikken over een inkomen tot 110% van de netto bijstandsnorm en geen uitzicht hebben op inkomensverbetering.
Geen recht op een langdurigheidstoeslag hebben diegenen die:
1. jonger zijn dan 21 jaar of ouder zijn dan 65 jaar;
2. ten tijde van de peildatum niet in Noord-Beveland woonachtig zijn;
3. beschikken over een hoger vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet;
4. op de peildatum of in de referteperiode een uitkering op grond van de WTOS of de WSF 2000 ontvangen of hebben genoten;
5. gedurende de referteperiode op jaarbasis meer inkomsten heeft ontvangen dan het bedrag als bedoeld in artikel 4, lid 1 van deze verordening.
6. op de peildatum of in de 12 maanden daaraan voorafgaand in een verpleeghuis verbleven.
7. op de peildatum of in de 12 maanden daaraan voorafgaand geen vaste woon- of verblijfplaats hadden.
Artikel 4 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 13, eerste lid van de wet en artikel 42 van de WIJ, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.