Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Ruimte voor ruimte |
Citeertitel | Beleidsregel Ruimte voor ruimte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening en milieu |
Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-06-2012 | nieuwe regeling | 12-06-2012 www.Coevorden.nl/bekendmakingen 26-06-2012 | nvt |
Beleidsregel Ruimte voor ruimte
In de Omgevingsvisie en de daaraan gekoppelde Omgevingsverordening van de Provincie Drenthe is een zogenaamde Ruimte voor ruimte regeling opgenomen. Deze regeling beoogt de sloop van landschapsontsierende (voormalige) agrarische bebouwing te stimuleren door ter compensatie de bouw van één nieuwe woning toe te staan. Om in aanmerking te komen voor de regeling dient minimaal 750 m2 aan bebouwing te worden gesloopt. Om aan deze sloopnorm te voldoen is saldering van bebouwing op verschillende locaties toegestaan.
De provinciale regeling, die in Coevorden één op één wordt toegepast, is van toepassing op bebouwing in het buitengebied.
Ontsierende (voormalige) agrarische bebouwing komt echter niet alleen voor in het buitengebied maar evengoed binnen de bebouwde kom.
Uit oogpunt van verbetering van de ruimtelijke kwaliteit willen Burgemeester en wethouders daarom de Ruimte voor ruimte regeling ook toepassen op (voormalige) agrarische bebouwing binnen de bebouwde kom. Door middel van deze beleidsregel wordt dit geformaliseerd, waarbij ook de provinciale regeling voor bebouwing in het buitengebied wordt aangescherpt.
Op grond van artikel 1:3 lid 4 jo. 4:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.
Bij de toepassing van de Ruimte voor ruimteregeling is in veel gevallen een wijziging van de vigerende bestemming gewenst. Een partiële herziening van het bestemmingsplan ligt dan voor de hand. De raad is hierin het bevoegde gezag.
Deze beleidsregel is bedoeld als uitgangspunt voor burgemeester en wethouders tot het nemen van een besluit op grond van de Wet ruimtelijke ordening/Besluit ruimtelijke ordening tot het starten van een procedure voor het opstellen van een (ontwerp) bestemmingsplan.
Indien bedrijfsbeëindiging en sloop van de bedrijfsbebouwing op een andere manier dan door bouw van een compensatiewoning financieel mogelijk wordt gemaakt of gecompenseerd wordt zal geen medewerking verleend worden aan toepassing van de Ruimte voor ruimte regeling.
Bij het toepassen van de Ruimte voor ruimteregeling zal net als bij alle gevallen waarin medewerking wordt verleend in afwijking van een geldend bestemmingsplan, met de aanvrager een grondexploitatieovereenkomst worden gesloten, waarin, indien van toepassing afspraken worden vastgelegd over de vergoeding van planschade, de kosten voor de aanleg van nutsvoorzieningen, rioolaansluiting en de aanleg van een inrit.
Burgemeester en wethouders kunnen medewerking aan een verzoek onthouden indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Buitengebied (niet gelegen binnen het bestaand stedelijk gebied)
Ten aanzien van de verzoeken die betrekking hebben op (een) perce(e)l(en) in het buitengebied volgen wij de regeling van de provincie Drenthe. Dat houdt in dat:
In aanvulling hierop stelt de gemeente de volgende voorwaarden:
Woonkernen (bestaand stedelijk gebied)
Burgemeester en wethouders passen hier de provinciale regeling toe, zoals die geldt in het buitengebied, met de volgende uitzonderingen c.q. aanvullingen:
De Beleidsregel Ruimte voor ruimte treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden,
Aldus vastgesteld in vergadering van 12 juni 2012.
De beleidsregel Ruimte voor ruimte is bedoeld als toetsingskader voor burgemeester en wethouders tot het starten van een procedure tot het opstellen van een (ontwerp)bestemmingsplan. Dit laat onverlet dat de raad het bevoegd gezag is met betrekking tot het vaststellen van een bestemmingsplan.
Insteek van de beleidsregel is de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
De provinciale regeling Ruimte voor ruimte is opgenomen in artikel 3.24 van de provinciale omgevingsverordening Drenthe.
Tot het buitengebied wordt gerekend die gebieden die niet vallen onder de kwalificatie bestaand stedelijk gebied, zoals gehanteerd door de provincie.
De provincie Drenthe omschrijft het bestaand stedelijk gebied als:
Het feitelijke stedelijke gebied, aangevuld met verleende bouwrechten in onherroepelijk geworden bestemmingsplannen en inpassingplannen. Tot het stedelijk gebied wordt gerekend woon- en bedrijfsbebouwing, waartoe ook gerekend worden openbare voorzieningen en verkeersinfrastructuur, van een stad, dorp of kern.
Per verzoek kan maximaal één compensatiewoning worden toegewezen.
Om aan de sloopnorm van 750 m2 te voldoen mag bebouwing op verschillende locaties worden gesaldeerd.
Te slopen bebouwing of delen daarvan kan/kunnen slechts één keer worden ingezet.
Voor de nieuw te bouwen woning worden door burgemeester en wethouders randvoorwaarden gesteld. De inhoud van de randvoorwaarden voor een locatie is sterk afhankelijk van de locatie.
Een afschrift van artikel 3.24 van de Provinciale omgevingsverordening is als bijlage bijgevoegd.
In aanvulling op de provinciale regeling stelt de gemeente aanvullende voorwaarden ten aanzien van de legaliteit van de te slopen bebouwing. Dit om te voorkomen dat het slopen van illegale bebouwing wordt gehonoreerd met de bouw van een nieuwe woning.
Verder wordt met het oog op de saldering van bebouwing een ondergrens gesteld aan tenminste één van de te slopen gebouwen. Dit om te voorkomen dat allerlei kleinere, minder ontsierende bebouwing wordt gesloopt, waarmee de doelstelling van de regeling geweld wordt aangedaan.
De provinciale Ruimte voor ruimte regeling is niet van toepassing op gebieden binnen het bestaand stedelijk gebied. Met deze beleidsregel wil de gemeente de provinciale regeling ook van toepassing verklaren op verzoeken die betrekking hebben op gebieden binnen woonkernen (bestaand stedelijk gebied), waarbij een aantal uitzonderingen c.q. aanvullingen van toepassing zijn.
Vanwege de kwetsbaarheid van het stedelijk gebied wordt de 5% marge hier niet toegepast. De minimale grens van te slopen bebouwing wordt daarmee gesteld op 750 m2. Ook hier is saldering toegestaan. Echter om te voorkomen dat kleinere, minder ontsierende bebouwing wordt ingewisseld voor de bouw van een nieuwe woning is hier het aantal locaties waarop de bestaande bebouwing aanwezig mag zijn beperkt tot twee.
Voor verzoeken die betrekking hebben op de sloop van gebouwen binnen een woonkern wordt een koppeling gelegd met de Doorontwikkeling Woningbouwstrategie gemeente Coevorden.
Net als bij de regeling voor het buitengebied is hier een aanvulling opgenomen ten aanzien van de legaliteit van bebouwing en is een ondergrens gesteld aan één van de te slopen gebouwen. Vergunningvrije bouwwerken worden in het kader van de saldering niet meegerekend, omdat deze na sloop kunnen worden teruggebouwd.
Binnen de woonkernen is soms sprake van niet (meer) passende agrarische bebouwing.
Vanwege beperkte uitbreidingsmogelijkheden is er vaak de behoefte om deze bedrijven te verplaatsen naar het buitengebied. Ter stimulering van de verplaatsing van dit soort bedrijven worden ter compensatie twee woningen toegestaan.
Artikel 3.24 Ruimte-voor-ruimte regeling
De Ruimte-voor-ruimte regeling wordt vormgegeven met inachtneming van het
de randvoorwaarde dat bouw van een compensatiewoning niet plaatsvindt in
gebieden die op de bij de Omgevingsvisie Drenthe behorende kaart 1 (Visiekaart 2020) met de functie 'Natuur' en 'Beekdalen' zijn aangeduid, tenzij zich een situatie zoals verwoord in de artikelen 3.35, eerste lid of artikel 3.36, tweede lid, onder c, voordoet.