Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Verlofregeling gemeente Vlaardingen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerlofregeling gemeente Vlaardingen 2011
CiteertitelVerlofregeling gemeente Vlaardingen 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verlofregeling gemeente Vlaardingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Ambtenarenwet, art. 125
  2. Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten
  3. Gemeentewet, art. 160
  4. Uitwerkingsovereenkomst, hoofdstuk 6

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-02-201201-01-201201-01-2017nieuwe regeling

31-01-2012

Gemeenteblad 2012-20, 08-02-2012

VLD/2012/1878

Tekst van de regeling

Intitulé

Verlofregeling gemeente Vlaardingen 2011

Het college van de gemeente Vlaardingen Besluit gelet op artikel 125 Ambtenarenwet; gelet op hoofdstuk 6 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO); gelet op artikel 160 Gemeentewet en na verkregen instemming van de Ondernemingsraad

tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen:

  Verlofregeling gemeente Vlaardingen 2011

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. Medewerker:

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de CAR.

b. Voltijd:

De volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de CAR.

c. Deeltijd:

De naar rato van de volledige betrekking vastgestelde arbeidsduur per week.

d. Werkpatroon:

Het aantal te werken uren per week die verdeeld zijn over de werkdagen.

 

Artikel 2 Omvang basis vakantieverlof

1. Een medewerker heeft overeenkomstig artikel 6:2 CAR recht op ten minste 158,4 uren vakantieverlof per kalenderjaar.

2. Een medewerker die vóór 1 januari 2011 in dienst is getreden heeft, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, recht op ten minste 165,6 uren vakantieverlof per kalenderjaar.

3. Voor de medewerker die is aangesteld voor een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als maximum. .

4. Afronding van het verlof geschiedt op 2 cijfers achter de komma volgens de gebruikelijke rekenregels.

5. In het geval een medewerker ziek is op een verlofdag wordt het verlof als niet genoten beschouwd.

Artikel 3 Vermeerdering vakantieverlof

1. Het basisverlof kan overeenkomstig artikel 6:2:1, derde en vierde lid, van de CAR worden vermeerderd vanwege volbrachte diensttijd of bereikte leeftijd en/of als gevolg van onregelmatige dienst en/of beschikbaarheidsdienst.

2. Voor de medewerker die is aangesteld voor een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een naar evenredigheid lager aantal uren. Bij deze verlofberekening wordt allereerst het totale verlofrecht op basis van een volledige betrekking bepaald alvorens het evenredige deel te berekenen.

3. In het geval van samenloop tussen het bovenstaande en de bepalingen uit de CAR-UWO prevaleert de meest gunstige optie voor de medewerker.

Artikel 3a Vermeerdering vakantieverlof op basis van leeftijd- en/of overheidsdiensttijd

1. De bedoelde vermeerdering vanwege volbrachte diensttijd of bereikte leeftijd in het eerste lid van artikel 3 is afhankelijk van de datum van indiensttreding en bedraagt:Medewerker in dienst gemeente Vlaardingen vóór 1 januari 1997 Medewerker in dienst gemeente Vlaardingen vóór 1 januari 1997

Medewerker in dienst gemeente Vlaardingen op of na 1 januari 1997

 
2. Bepalend voor de verlofrechten is de leeftijd of diensttijd die de medewerker het betreffende jaar bereikt.          

Artikel 3b Vermeerdering vakantieverlof als gevolg van onregelmatigheidsdienst en/of beschikbaarheidsdienst

De bedoelde vermeerdering als gevolg van onregelmatige dienst en/of beschikbaarheidsdienst bedraagt:

Artikel 4 Feestdagen

De volgende dagen worden volgens artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR-UWO aangemerkt als feestdagen:

- Nieuwjaarsdag;

- Tweede paasdag;

- Dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd;

- Hemelvaartsdag;

- Tweede pinksterdag;

- Eerste en tweede kerstdag. In aanvulling daarop worden de volgende dagen eveneens aangemerkt als feestdagen:

- Goede Vrijdag;

- Dag van de Arbeid en

- Bevrijdingsdag.

 

Artikel 5 Vaststellen collectief verlof

1. Jaarlijks kan de gemeentesecretaris met instemming van de Ondernemingsraad uren van het verloftegoed aanwijzen als collectieve verlofuren.

2. Indien een werkdag gelegen is tussen het weekend en twee aaneengesloten feestdagen is deze dag een brugdag met collectief verlof waarvoor geen verlof hoeft

Artikel 6 Verlenen vakantieverlof

1. De leidinggevende beslist over het verlenen van verlof op basis van het dienstbelang. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker.

2. Verlofaanvragen dienen tijdig voorgelegd worden aan de leidinggevende. Tijdig betekent voor incidentele verlofdagen minimaal 2 werkdagen voorafgaand aan de opname. Voor aaneengesloten perioden vakantieverlof geldt een minimum van 2 maanden. In overleg met de leidinggevende kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt

Artikel 7 Opnemen verlofuren

1. Verlofuren behoren in de regel te worden opgenomen in het kalenderjaar waarover ze zijn toegekend.

2. Verlofopname geschiedt op basis van het aantal uren dat de medewerker volgens het werkpatroon op de betreffende dag geacht wordt te werken.

3. In het geval dat op verzoek van de medewerker in enig kalenderjaar niet het gehele vakantieverlof is verleend mag de medewerker maximaal ongevraagd 72,00 uren over laten schrijven naar het volgende kalenderjaar. Dit deel van het verlof dient voor 1 mei van het nieuwe verlofjaar te worden opgenomen.

4. Indien er in enig jaar sprake is van een hoger verlofsaldo dan 72,00 uren, dient de medewerker een gemotiveerd verzoek voor het overschrijven van verlofuren in te dienen bij zijn leidinggevende.

5. In geval van ontslag uit de gemeentelijke dienst dient de medewerker in overleg met zijn leidinggevende zo veel mogelijk verlof voor de ontslagdatum te hebben opgenomen.

6. Indien volledige opname van het in lid 5 bedoelde verlof niet mogelijk is wordt het verlof uitbetaald zoals geregeld in artikel 6:2:3 lid 5 van de CAR-UWO. Hiervoor komt tevens het verlof op basis van artikel 3a van deze regeling in aanmerking. Voor dit laatstbedoelde verlof geldt een maximum van 21,60 uren per kalenderjaar.

Artikel 8 Buitengewoon verlof

1. Het buitengewoon verlof is geregeld in de artikelen 6:4 tot en met 6:4:4 van de CAR-UWO. Hierbuiten kent de gemeente Vlaardingen extra faciliteiten toe aan de medewerker tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten.

2. De bedoelde extra faciliteiten in het eerste lid zijn:

a. bij overlijden van echtgenoot of de geregistreerd partner, ouders, pleegouders, stiefouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen gedurende vier werkdagen.

b. bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e graad gedurende twee werkdagen, tenzij de medewerker is belast met de regeling van de begrafenis c.q. crematie of (en) nalatenschap. In dat geval wordt ten hoogste vier werkdagen verlof toegekend.

Artikel 9 Overgangsrecht ouderschapsverlof

1. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 6:5a, tweede lid, van de CAR-UWO heeft de medewerker die wordt bezoldigd volgens schaal 8 of hoger van de bezoldigingsregeling recht op doorbetaling van 75% van de bezoldiging over de arbeidsduur waarvoor het ouderschapsverlof geldt.

2. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 6:5a, derde lid, van de CAR-UWO heeft de medewerker die wordt bezoldigd volgens schaal 1 tot en met schaal 7 van de bezoldigingsregeling recht op doorbetaling van 90% van de bezoldiging over de arbeidsduur waarvoor het ouderschapsverlof geldt.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet,  beslist de gemeentesecretaris.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Verlofregeling gemeente Vlaardingen 2011” en treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders

op 31 januari 2012 De secretaris,   De burgemeester,

Ir. C. Kruyt        mr. T.P.J. Bruinsma