Paragraaf 2 Commissievergaderingen
Artikel 12 Agenda en vergaderfrequentie
- 1.
Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda
vast.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de
vaststelling van de agenda, onderwerpen aan de agenda toevoegen
of van de agenda afvoeren.
- 3.
De vergaderingen van de commissies vinden plaats volgens een
jaarlijks door de agendacommissie vast te stellen rooster. De
vergaderingen van de commissies worden in beginsel eenmaal per
maand gehouden (in een periode van 1 week), starten om 19.30 uur
en worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis.
- 4.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een van het
rooster afwijkende dag en een ander aanvangsuur bepalen of een
andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 13 Deelname aan de beraadslagingen
- 1.
De burgemeester en de wethouders kunnen in de vergadering
aanwezig zijn en deelnemen aan de beraadslagingen.
- 2.
De commissie kan bepalen dat anderen deelnemen aan de
beraadslaging. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de
voorzitter of één van de leden van de commissie genomen.
Artikel 14 Spreekrecht
- 1.
Inwoners en andere betrokkenen hebben spreekrecht. Zij kunnen
het woord voeren in de commissievergadering.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en
beroep openstaat of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de
Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden
ingediend.
- d.
een onderwerp dat beeldvormend staat geagendeerd.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken kan dit doen
over:
- a.
een onderwerp op de agenda bij het betreffende
agendapunt; spreker meldt dit voor de aanvang van de
vergadering aan de commissiegriffier.
- b.
een onderwerp vreemd aan de agenda in het spreekuur van
de commissie. Degene die van het spreekuur gebruik wil
maken, kan dit tot 14 dagen voorafgaande aan de
vergadering bij de griffier melden. De griffier brengt
dit ter beoordeling in bij de vergadering van de
agendacommissie.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding.
- 5.
De spreker heeft in beginsel 5 minuten spreektijd. De leden van
de vergadering kunnen vragen stellen aan de spreker. De totale
spreektijd voor inwoners en andere betrokkenen bedraagt per
agendapunt maximaal 30 minuten. In bijzondere gevallen kan de
voorzitter hiervan afwijken.
- 6.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 7.
Per commissievergadering worden maximaal 2 sprekers ingepland
voor het commissiespreekuur. Eventuele overige aanmeldingen
schuiven, op volgorde van aanmelding, door naar de volgende
commissievergadering.
Artikel 15 Vragen en mededelingen
De commissieleden en het college kunnen in de vergadering bij het
agendapunt “vragen en mededelingen” het woord voeren over niet op de
agenda geplaatste onderwerpen.
Artikel 16 Vervolgprocedure
- 1.
Na de behandeling van agendapunten ter voorbereiding van
besluitvorming, neemt de commissie een besluit of het onderwerp
geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering
- 2.
Indien het onderwerp geagendeerd kan worden voor de
raadsvergadering besluit de commissie of het onderwerp als een
hamerstuk of bespreekstuk geagendeerd kan worden
- 3.
Indien het onderwerp niet geagendeerd kan worden voor de
raadsvergadering schuift het door naar een volgende
commissievergadering.
Artikel 17 Verslag en Besluitenlijst
- 1.
Van de vergadering wordt een besluitenlijst en een audioverslag
gemaakt. Deze audio-verslaglegging dient als archief voor de
verslaglegging.
- 2.
De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van
commissie vastgesteld en wordt zo spoedig mogelijk na de
vergadering openbaar gemaakt.
- 3.
Het audioverslag is zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering
openbaar beschikbaar op de gemeentelijke website en wordt bij
publicatie geïndexeerd op agendapunt en spreker.
Paragraaf 3 Raadsvergaderingen
Artikel 18 Raadsvergaderingen
- 1.
In de raadsvergadering vindt de besluitvorming over de
geagendeerde onderwerpen plaats.
- 2.
In de raadsvergadering is er geen mogelijkheid tot inspreken van
de burgers en andere betrokkenen.
- 3.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad
de presentielijst.
Artikel 19 Agenda en vergaderfrequentie
- 1.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raad onderwerpen
aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 3.
De vergaderingen van de raad vinden plaats volgens een jaarlijks
door de agendacommissie vast te stellen rooster. De
vergaderingen van de raad vinden in beginsel eenmaal per maand
op een donderdag plaats, starten om 19.30 uur en worden gehouden
in de raadzaal van het gemeentehuis.
- 4.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een van het
rooster afwijkende dag en een ander aanvangsuur bepalen of een
andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 20 Moment van Stilte
Voorafgaande aan de opening en na afloop van de raadsvergadering is
er een moment van stilte, waarin ieder raadslid ruimte krijgt in
stilte voor gebed en/of meditatie.
Artikel 21 Vergaderorde en spreekregels
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten
hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
In de eerste termijn mag een spreker niet in zijn betoog worden
gestoord. De leden van de raad en de collegeleden spreken in de
eerste termijn vanaf de katheder.
- 3.
In de tweede termijn mag een spreker in zijn betoog worden
gestoord middels een interruptie. De voorzitter kan bepalen dat
de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
De leden van de raad en de collegeleden spreken in de tweede
termijn vanaf hun plaats aan de raadstafel.
- 4.
Een ieder voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en
van hem gekregen te hebben.
- 5.
Een lid van de raad en de voorzitter kunnen in een vergadering
een voorstel van orde doen. De raad beslist hier direct
over.
Artikel 22 Deelname aan de beraadslagingen
- 1.
De wethouders zijn in de vergadering aanwezig en kunnen
deelnemen aan de beraadslagingen.
- 2.
De raad kan bepalen dat anderen deelnemen aan de beraadslaging.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of
één van de leden van de raad genomen.
Artikel 23 Schorsing
Op verzoek van een lid van de raad, op verzoek van het college of op
voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de vergadering voor
een door hem te bepalen tijd te schorsen om de gelegenheid te geven
tot onderling nader beraad.
Artikel 24 Afronding en vervolgprocedure
- 1.
Nadat de meningen zijn gewisseld, sluit de voorzitter de
beraadslagingen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Bij de sluiting van de beraadslagingen over een onderwerp
bepaalt de raad op voorstel van de voorzitter de
vervolgprocedure.
Artikel 25 Primus bij hoofdelijke stemming
Bij de raadsvergadering wordt, alvorens tot hoofdelijke stemming
wordt overgegaan, door de voorzitter meegedeeld, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal
beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen.
Artikel 26 Algemene bepalingen over stemming
- 1.
De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen
stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt,
stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke
stemming is aangenomen.
- 2.
Indien er geen stemming wordt verlangd, kunnen de in de
vergadering aanwezige leden aantekening vragen, dat zij geacht
willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van
artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
- 3.
Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht
zijn stemgedrag kort te motiveren.
- 4.
Bij hoofdelijke stemming kunnen de aanwezige leden aangeven, dat
zij geacht willen worden zich op grond van artikel 28 van de
Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de leden van de raad
bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het
lid dat daarvoor bij loting is aangewezen. Vervolgens geschiedt
de oproeping naar alfabetische volgorde van de achternaam van de
leden van de raad, gerekend vanaf degene die als eerste zijn
stem uitbrengt.
Artikel 27 Stemming over amendementen en moties
- 1.
Indien een amendement op een voorstel is ingediend, wordt eerst
over dat amendement gestemd.
- 2.
Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt
eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het
amendement.
- 3.
Indien twee of meer (sub-)amendementen zijn ingediend, bepaalt
de voorzitter de volgorde waarin hierover wordt gestemd. Daarbij
geldt de regel, dat het meest verstrekkende (sub-)amendement het
eerst in stemming wordt gebracht.
- 4.
Indien bij een voorstel dat op de agenda staat een motie is
ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens
over de motie, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 28 Stemming over personen
- 1.
Indien, conform artikel 31 van de Gemeentewet, een stemming over
personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of
aanbevelingen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter twee
leden tot stembureau.
- 2.
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de
Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een
stembriefje in te leveren.
- 3.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist
de raad, op voorstel van de voorzitter.
Artikel 29 Verslag en Besluitenlijst
- 1.
Van de vergadering wordt een besluitenlijst en een audioverslag
gemaakt. Deze audio-verslaglegging dient als archief voor de
verslaglegging.
- 2.
De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de
raad vastgesteld.
- 3.
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering
openbaar gemaakt.
- 4.
Het audioverslag is zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering
openbaar beschikbaar op de gemeentelijke website en wordt bij
publicatie geïndexeerd op agendapunt en spreker.