Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten van Zeeland 2012 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten van Zeeland 2012 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen.
Provinciewet, art 16
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2015 | 01-04-2015 | 15-12-2017 | Art. 7, 44 en 45 | 23-03-2015 | 15004601 |
01-07-2012 | 01-04-2015 | Nieuwe regeling | 08-06-2012 Provinciaal Blad, 2012, 14 | 12012866 |
Provinciale staten kunnen gedeputeerde staten verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Bij de benoeming van een gedeputeerde rapporteert de commissaris van de Koning aan Provinciale Staten omtrent zijn bevindingen over de kandidaat naar aanleiding van een in zijn opdracht uitgevoerd integriteitsonderzoek, een verklaring omtrent het gedrag en zijn onderzoek naar het voldoen aan de eisen gesteld in de Provinciewet. De commissaris van de Koning draagt er zorg voor dat zijn bevindingen tijdig beschikbaar zijn. De commissaris van de Koning kan stukken uit deze onderzoeken, indien nodig onder geheimhouding, voor statenleden ter inzage leggen.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in provinciale staten deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van provinciale staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in provinciale staten wil voeren.
De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden van provinciale staten een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter de schriftelijke oproep minder dan zeven dagen voor de vergadering verzenden.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het provinciehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van provinciale staten en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van provinciale staten onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mede bij welk lid van provinciale staten de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
De leden, de voorzitter, en, naar aanleiding van en met betrekking tot hun deelname aan de beraadslaging, de gedeputeerden, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan provinciale staten te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden ingediend.
Een lid van provinciale staten kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van provinciale staten of op voorstel van de voorzitter kunnen provinciale staten besluiten de beraadslaging voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen teneinde gedeputeerde staten of de leden van provinciale staten de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat provinciale staten tot stemming overgaan, heeft ieder lid het recht een stemverklaring af te leggen.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van provinciale staten kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van provinciale staten, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
De eerste ondertekenaar is bevoegd in het amendement veranderingen aan te brengen. De eerste ondertekenaar is ook bevoegd het amendement in te trekken, doch indien de beraadslaging gesloten is alleen met toestemming van provinciale staten.
De regels die voor amendementen gelden zijn ook van toepassing op voorstellen tot wijziging van door een ander lid ingediende amendementen.
Het presidium plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende plenaire vergadering, tenzij de indieners het voorstel eerst willen behandelen in een commissie of wanneer de schriftelijke oproep voor de plenaire vergadering reeds is verzonden. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van provinciale staten en de gedeputeerden. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Provinciale staten bepalen op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagennadat de vragen zijn ingediend bij de griffier van de staten van Zeeland. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende provinciale statenvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stellen gedeputeerde staten de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende provincialestatenvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde provinciale statenvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de commissaris van de Koning of door gedeputeerde staten gegeven antwoord, tenzij provinciale staten anders beslissen.
Een lid van provinciale staten, een gedeputeerde, de commissaris van de Koning of de griffier, die door provinciale staten is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door provinciale staten gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van provinciale staten een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluiten provinciale staten over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 46, zijn van overeenkomstige toepassing.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Indien provinciale staten op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 91, tweede lid, van de Provinciewet voornemens zijn de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd over de opheffing van de geheimhouding.