Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2010 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artikel 36
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 05-01-2010 De Koerier, 20 januari 2010 | BW09.01669 | |
01-01-2012 | intrekking | 10-01-2012 De Koerier 18 januari 2012 | BW11.01545 |
De raad van de gemeente Beuningen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009,
gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand,
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van een langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, bij verordening te regelen,
In deze Verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een bijstandsuitkering wordt. In afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
Artikel 3 – Langdurig, laag inkomen
Ten aanzien van perioden waarin een belanghebbende is uitgesloten van het recht op bijstand wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van het door de raad d.d. 2 december 2009 vastgestelde percentage van de relevante bijstandsnorm .
Ten aanzien van perioden waarin bij gehuwden één echtgenoot is uitgesloten van het recht op bijstand worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben het door de raad d.d. 2 december 2009 vastgestelde percentage van de relevante bijstandsnorm, waarbij voor bijstandnorm gelezen moet worden “gehuwdennorm”.
Artikel 4 – Hoogte van de langdurigheidstoeslag
1.De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:
(De genoemde bedragen gelden per 1 januari 2009 en worden jaarlijks geïndexeerd)
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op een langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze Verordening indien toepassing van de Verordening leidt tot onredelijkheid van overwegende aard.