Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Verordening op de vertrouwenscommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie
Citeertitelverordening op de Vertrouwenscommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGriffie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening is vastgesteld op 28 juni 2012. Betreft geschorste vergadering van 26 juni die op 28 juni is voortgezet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-07-201220-02-2013Nieuwe regeling

28-06-2012

Graafsche Courant, 10 juli 2012

Griffie

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

 

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters van 11 juni 2012;

gelet op artikel 61 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE VERTROUWENSCOMMISSIE

Taak van de commissie
Artikel 1
  • 1.

    De commissie heeft tot taak het uitbrengen van een conceptaanbeveling van twee personen die naar het oordeel van de commissie in aanmerking komen voor benoeming tot burgemeester van de gemeente Grave.

  • 2.

    De commissie brengt haar conceptaanbeveling uit aan de raad van de gemeente Grave en de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant.

  • 3.

    De commissie brengt een schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin van haar bevindingen waarop haar conceptaanbeveling is gebaseerd.

  • 4.

    De commissie vermeldt in haar aanbeveling de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 5.

    De commissie geeft een beredeneerde volgorde van aanbeveling aan.

Werkwijze van de commissie
Artikel 2
  • 1.

    De commissie baseert haar bevindingen, als bedoeld in artikel l, op de informatie over de sollicitanten die haar door de Commissaris van de Koningin is verstrekt, alsmede op de informatie die de commissie ontleent aan de gesprekken die zij voert met de kandidaten.

  • 2.

    De commissie voert de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris van de Koningin en de kandidaat door de commissie schriftelijk van haar beslissing op de hoogte gesteld.

  • 4.

    De commissie is bevoegd ook niet door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten die gesolliciteerd hebben, bij haar beoordeling te betrekken.

  • 5.

    Indien een niet door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat zich rechtstreeks wendt tot de commissie met het verzoek om door haar te worden uitgenodigd, dan beslist de commissie zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van haar beslissing.

  • 6.

    Indien de commissie besluit de onder het vierde en/of vijfde lid bedoelde kandidaat bij haar beoordeling te betrekken, meldt zij dit direct aan de Commissaris van de Koningin.

Inlichtingen
Artikel 3
  • 1.

    De commissie verschaft zich door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 2.

    De commissie wint noch mondeling noch schriftelijk inlichtingen in omtrent kandidaten bij derden.

Samenstelling van de commissie
Artikel 4
  • 1.

    De commissie bestaat uit gemeenteraadsleden, waarbij geldt dat per fractie één lid door de gemeenteraad wordt benoemd.

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3.

    Indien een lid van de commissie langdurig niet beschikbaar is, kan hij of zij zich laten vervangen door een ander gemeenteraadslid uit zijn of haar fractie. De vervanging geldt voor de resterende zittingsperiode van de commissie.

  • 4.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een vice-voorzitter.

  • 5.

    De gemeenteraad benoemt op voordracht van het college van burgemeester en wethouders één afgevaardigde van het college als adviseur van de commissie.

  • 6.

    De gemeenteraad benoemt de griffier als secretaris van de vertrouwenscommissie en de gemeentesecretaris als ondersteuner van de commissie.

  • 7.

    De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de griffier.

Wijze van vergaderen van de commissie
Artikel 5
  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 6
  • 1.

    De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 2.

    De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 3.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de Commissaris van de Koningin vermeld.

  • 4.

    Bij staking van stemming over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden er geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis aan de Commissaris van de Koningin gebracht.

Communicatie en correspondentie
Artikel 7
  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan het huisadres van de griffier gericht en door de griffier bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de griffier verzonden.

De organisatie van de selectiegesprekken
Artikel 8
  • 1.

    De voorzitter en de griffier nodigen de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2.

    De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Geheimhouding
Artikel 9
  • 1.

    De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    Deze geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover raadsleden die geen lid zijn van de commissie.

  • 3.

    Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De geheimhoudingsplicht, zoals in de voorgaande leden is bedoeld, geldt eveneens voor de afgevaardigde van het college van burgemeester en wethouders, de gemeentesecretaris, de griffier en de ambtelijk functionarissen die de griffier bij haar werkzaamheden ondersteunen.

  • 5.

    Indien de commissie vaststelt dat een van haar leden, adviseurs dan wel de griffier de geheimhouding schendt, dan wordt de betreffende persoon uit zijn functie als lid van de commissie danwel als adviseur van de commissie, ontheven. Dit besluit wordt niet eerder genomen dan nadat de betreffende persoon door de voltallige commissie is gehoord. Het besluit tot ontheffing dient bij afwezigheid van de betreffende persoon in unanimiteit en in een overigens voltallige commissie te worden genomen.

Beëindiging van de commissie
Artikel 10
  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt dat er in de vacature is voorzien.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie en de griffier dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 3.

    De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van de kandidaten worden onmiddellijk aan dezen geretourneerd.

  • 4.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat alle overige stukken die de commissie onder zich heeft en alle afschriften van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 5.

    Van alle kopieën van de stukken die vallen onder lid 2 dragen de voorzitter en de griffier de zorg dat deze eveneens worden vernietigd.

Slotbepalingen
Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de meerderheid van de commissie.

Artikel 12
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening op de Vertrouwenscommissie.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking.

  • 3.

    De verordening vervalt op de dag volgend op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt wie als burgemeester van de gemeente Grave is benoemd.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 28 juni 2012.

De raad voornoemd,

J. Roelofs S. Haasjes-van den Berg,

griffier burgemeester