Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht woningen 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolrecht woningen 2008
CiteertitelVerordening rioolrecht woningen 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-200701-01-2009Nieuwe regeling

06-11-2007

De Nieuwsbode, 28-11-2007

Nr. 642

Tekst van de regeling

Intitulé

 

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht woningen 2008

 

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2007;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht woningen 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

a onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

b onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak;

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

1Onder de naam ‘rioolrecht woningen’ wordt geheven:

een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezitof beperkt recht van een eigendom welke tot bewoning dient dat direct of indirect is aangesloten opde gemeentelijke riolering.

2 Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt als in geval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt, degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 3 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om alsafzonderlijk geheel voor bewoning te worden gebruikt, wordt het recht geheven ter zake van elk als zodanig

bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom.

Artikel 5 Belastingtarief

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt, per eigendom € 116,40.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan , meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 1.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van dit recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het rioolrecht woningen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1De ‘Verordening rioolrecht woningen 2007’ van 31 oktober 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolrecht woningen 2008’.