Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening Reimerswaal 2012 |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening Reimerswaal 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Brandbeveiligingsverordening Reimerswaal 2012 |
Geen.
artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb 2011, 416 en 676)
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2012 | nieuwe regeling | 24-04-2012 Reimerswaal Informatie | 12.008194 |
De raad van de gemeente Reimerswaal;
gelezen het voorstel van het college van 12 april 2012, voorstelnummer 12.008194
gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb 2011, 416 en 676)
Besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Brandbeveiligingsverordening;
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
c. kampeerterrein: een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en kampeerhuisjes ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
d. jachthaventerrein: een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht, voor het tegen betaling afmeren van pleziervaartuigen aan steigers of kade of op het terrein gestald kunnen worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
a. meer dan 100 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,
b. aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,
c. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
In afwijking op het gestelde in lid 1 is geen gebruiksvergunning vereist en kan worden volstaan met een melding voor zover het in lid 1 onder a. evenementen betreft waarbij niet meer dan 100 personen gelijktijdig aanwezig zullen zijn of een evenementenvergunning op grond van de "Algemeen Plaatselijke Verordening" is verleend. Uit oogpunt van brandveiligheid dient het evenement te voldoen aan de gebruikseisen zoals gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen, alsmede de Handreiking brandveiligheid evenementen.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Artikel 6 Melden van brand en broei
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Jachthaventerreinen moeten voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften zoals opgenomen in bijlage 2.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1 °.