Organisatie | Haren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
bronvermelding
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | 01-01-2013 | bijlage vergoedingen toegevoegd | 26-06-2012 Harener Weekblad 5 juli 2012 | 26 juni 2012 | |
01-07-2012 | vervangt Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2011 | 26-06-2012 Harener Weekblad 5 juli 2012 | 26 juni 2012 |
Hoofdstuk 2 REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 2 Algemene voorwaarden persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Artikel 4 Voorwaarden voor persoonsgebonden budget anders dan voor hulp bij het huishouden
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
Hoofdstuk 3 EIGEN BIJDRAGE, EIGEN AANDEEL
Artikel 6 Vaststelling en inning van de eigen bijdrage
De eigen bijdrage of het eigen aandeel over een periode van 4 weken is gelijk aan de wettelijke ‘Maximale periodebijdrage’ in die periode tenzij deze hoger is dan de ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ in die periode. In dat geval is de eigen bijdrage of het eigen aandeel gelijk aan de ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’
Wanneer meerdere Wmo voorzieningen verstrekt worden en/of wanneer er ook voor AWBZ-zorg een eigen bijdrage opgelegd wordt, geldt het anticumulatiebeginsel. Het anticumulatiebeginsel bepaalt dat de cliënt per 4 weken nooit meer betaalt dan de voor zijn situatie berekende ‘Maximale periodebijdrage’, ongeacht de totale kosten van alle voorzieningen (van AWBZ-zorg en/of Wmo). In afwijking hierop geldt dat indien er sprake is van intramurale zorg waarvoor een AWBZ-bijdrage verschuldigd is, er geen eigen bijdrage of eigen aandeel op grond van de Wmo verschuldigd is.
Artikel 7 Omvang van eigen bijdragen
Bij de bepaling van de hoogte van de Maximale periodebijdrage in een bepaald jaar, wordt rekening gehouden met het verzamelinkomen van de aanvrager en dat van zijn eventuele partner. Hierbij wordt uitgegaan van het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend. Onder verzamelinkomen wordt in dit besluit verstaan: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4.2. lid 1 en lid 2 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning. De gegevens over het verzamelinkomen worden door het CAK ingewonnen bij de belastingdienst.
Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 18,00 per 4 weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.905,- het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 22.905,-.
Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,00 per 4 weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 16.007,- het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 16.007,-.
Het bedrag per 4 weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke verzamelinkomen meer bedraagt dan € 28.306,- het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke verzamelinkomen en € 28.306,-.
Het bedrag per 4 weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke verzamelinkomen meer bedraagt dan € 23.319,- het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke verzamelinkomen en € 23.319,-.
Artikel 8 Eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp
Voor huishoudelijke hulp in natura wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang de huishoudelijke hulp wordt verstrekt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: het aantal uren ontvangen zorg in die 4 weken, vermenigvuldigd met het uurtarief dat de gemeente Haren aan de zorgaanbieder betaalt.
Voor huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang het periodieke persoonsgebonden budget wordt verstrekt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de hoogte van het periodieke persoonsgebonden budget omgerekend naar het bedrag per periode van 4 weken.
Artikel 9 Eigen bijdrage voor financiële tegemoetkomingen
Voor voorzieningen die verstrekt worden in de vorm van een periodieke financiële tegemoetkoming (bijvoorbeeld de gebruiksvergoeding voor eigen auto, taxi, bruikleenauto of rolstoeltaxi) wordt een eigen aandeel opgelegd zolang de tegemoetkoming verstrekt wordt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: hoogte van de periodieke financiële tegemoetkoming omgerekend naar het bedrag per periode van 4 weken.
Voor voorzieningen die verstrekt worden in de vorm van een eenmalige financiële tegemoetkoming (bijvoorbeeld woningaanpassing of woningsanering) wordt een eigen aandeel opgelegd gedurende 39 periodes van 4 weken (3 jaar). De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedeeld door 39 periodes van 4 weken.
Artikel 10 Eigen bijdrage bij verstrekking in eigendom
Voor voorzieningen in bruikleen wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang de voorziening gebruikt wordt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de gemiddelde prijs (aanschaf, accessoires, onderhoud) voor de voorzieningensoort gedeeld door de gemiddelde levensduur van de voorzieningensoort, omgerekend naar een bedrag per 4 weken.
Indien gekozen wordt voor een eenmalig persoonsgebonden budget in plaats van een voorziening in bruikleen, wordt een eigen bijdrage opgelegd gedurende een periode die overeenkomt met de in de beschikking genoemde verwachte gebruiksduur van de voorzieningensoort waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: het eenmalige persoonsgebonden budget bedrag gedeeld door het aantal periodes van 4 weken waarover de eigen bijdrage verschuldigd is.
Indien gekozen wordt voor een eenmalig persoonsgebonden budget in plaats van een voorziening in eigendom, wordt een eigen bijdrage opgelegd gedurende 39 periodes van 4 weken (3 jaar). De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: het eenmalige persoonsgebonden budget bedrag gedeeld door 39 periodes van 4 weken.
Ten aanzien van een voorziening die in het verleden door middel van een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming is verstrekt en waarvoor een eigen bijdrage wordt gevraagd, wordt het aantal perioden genoemd in lid 3 en 4 van dit artikel verminderd met het aantal perioden dat is verstreken tussen de datum waarop de voorziening is verstrekt en de datum waarop de eigen bijdrage wordt opgelegd.
Hoofdstuk 4 HULP BIJ HET HUISHOUDEN
Artikel 11 De omvang van de toe te kennen hulp bij het huishouden
Artikel 13 Waardestijging en afschrijving
De eigenaar-bewoner, die krachtens de verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning die toe te rekenen is aan de verstrekte woonvoorziening, dient te worden terugbetaald. De in rekening gebrachte en betaalde eigen bijdrage of eigen aandeel wordt op de meerwaarde in mindering gebracht.
2 Voor zover de woningaanpassing een aanpassing betreft die in het economisch verkeer wordt afgeschreven, luidt het afschrijvingsschema op basis van afschrijving in tien jaar als volgt:
in alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
Artikel 14 Bijzondere bepalingen, uitsluitingen en uitzonderingen
Artikel 15 Verhuiskosten, bezoekbaar maken, woningsanering, onderhoud, tijdelijke woonruimte
De tegemoetkoming in de kosten van het noodzakelijke onderhoud van de (niet) bouwkundige of (niet) woontechnische woonvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening bedraagt maximaal € 80,- per voorziening per kalenderjaar voor personen die niet voldoen aan de voorwaarden voor toelating tot het Participatiefonds. De tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten. Personen die wel voldoen aan de voorwaarden voor toelating tot het Participatiefonds, kunnen op basis van de ‘Uitvoeringsnotitie Participatiefonds’ in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en reparatie van de (niet) bouwkundige of (niet) woontechnische woonvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening.
Hoofdstuk 6 HET ZICH LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Artikel 16 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt als volgt vastgesteld:
op basis van de aanschafkosten van de door aanvrager gekozen en door de gemeente goedgekeurde voorziening plus een opslag van 25% voor de kosten van eventuele verzekering, onderhoud en reparatie wanneer de som van de aanschafkosten plus de opslag minder bedraagt dan het budget op basis van de tegenwaarde van de huurprijs.
Artikel 17 Algemeen gebruikelijk
De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 24 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt voor:
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan 1,5 maal in dit Besluit maatschappelijke ondersteuning Haren voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Hoofdstuk 7 VERPLAATSEN IN EN ROND DE WONING
Artikel 19 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor een handbewogen rolstoel wordt als volgt vastgesteld:
op basis van de aanschafkosten van de door aanvrager gekozen en door de gemeente goedgekeurde voorziening plus een opslag van 25% voor de kosten van onderhoud en reparatie wanneer de som van de aanschafkosten plus de opslag minder bedraagt dan het budget op basis van de tegenwaarde van de huurprijs.
Het persoonsgebonden budget voor een elektrische rolstoel wordt vastgesteld:
op basis van de aanschafkosten van de door aanvrager gekozen en door de gemeente goedgekeurde voorziening plus een opslag van 25% voor de kosten van verzekering, onderhoud en reparatie wanneer de som van de aanschafkosten plus de opslag minder bedraagt dan het budget op basis van de tegenwaarde van de huurprijs.
Hoofdstuk 8 ADVISERING EN SAMENHANGENDE AFSTEMMING
Artikel 20 Samenhangende afstemming
Tijdens het gesprek dat aan de aanvraag voorafgaat, wordt zoals in de Verordening is aangegeven, de gehele situatie van de klant in beeld gebracht. Uitdrukkelijk wordt hierbij ook aandacht besteedt aan de mogelijkheid dat belanghebbenden in sterke mate een cumulatie van beperkingen op meerdere leefdomeinen kunnen ervaren zoals in artikel 7 van de verordening bedoeld.
Hoogte van de maximale financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget van standaard woonvoorzieningen 1