Organisatie | Vlaardingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Bedrijfshulpverlening gemeente |
Citeertitel | Regeling Bedrijfshulpverlening gemeente Vlaardingen 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Personeel en organisatie |
Deze regeling is vervangen door de Regeling aanvullende bepalingen op hoofdstuk 3 CAR-UWO.
Tegelijkertijd met de inwerkingtreding vervalt het Besluit Bedrijfshulpverlening gemeente Vlaardingen 2007
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 31-01-2012 Gemeenteblad 2012-27, 08-02-2012 | VLD/2012/1855 |
Het college van de gemeente Vlaardingen Besluit gelet op artikel 160 van de Gemeentewet gelet op artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet na verkregen instemming van de Ondernemingsraad tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: 1. Medewerker
De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a van de CAR
Het college van burgemeester en wethouders
Het afdelingshoofd, die door het college is aangewezen en belast is met de BHV organisatie en de aansturing van de BHV’ers van de gemeente.
Een bedrijfshulpverlener, die door het hoofd BHV is aangewezen om tijdens een calamiteit in ploegverband leiding te geven aan andere hulpverleners in een pand en preventie BHV taken uit te voeren. Hij dient in het bezit te zijn van een geldig EHBO-BHV en ploegleiderdiploma.
Een bedrijfshulpverlener, die de ploegleider assisteert en vervangt bij afwezigheid bij een
calamiteit. Hij dient in het bezit te zijn van een geldig EHBO-BHV en ploegleiderdiploma.
De medewerker die door het hoofd BHV is aangewezen om hulp in of rond de gebouwen van de gemeente te verlenen en in het bezit is van een geldig EHBO- en BHV diploma.
Het geheel van BHV’ers in gemeentelijke dienst
De medewerker die op grond van zijn functie of door een afdelingshoofd is aangewezen en in het bezit is van een geldig diploma Eerste hulp en AED
Artikel 2 Aanwijzing-intrekking als bedrijfshulpverlener
1. Het hoofd BHV activeert medewerkers om op vrijwillige basis aan de
bedrijfshulpverlening deel te nemen.
2. Aanwijzing als bedrijfshulpverlener wordt schriftelijk en voor onbepaalde tijd door het hoofd BHV aan de medewerker meegedeeld.
3. In de schriftelijke aanwijzing worden in ieder geval genoemd de BHV- locatie, de taak bij de
BHV en de datum met ingang waarop men wordt aangewezen.
4. Het hoofd BHV stelt uit de ploeg een ploegleider en assistent-ploegleider aan.
5. Intrekking van het besluit tot aanwijzing als bedrijfshulpverlener vindt plaats;
• op schriftelijk verzoek van de bedrijfshulpverlener
• wanneer de bedrijfshulpverlener niet meer in het bezit is van een geldig EHBO diploma en BHV certificaat.
• Wanneer het hoofd BHV de bedrijfshulpverlener niet meer in staat acht op adequate wijze zijn taak uit te voeren;
Artikel 3 Bedrijfshulpverlening
1. De bedrijfshulpverlener voert naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren uit.
2. De bedrijfshulpverlener is verplicht deel te nemen aan alle EHBO en BHV – herhalingscursussen en trainingen om de taken naar behoren uit te kunnen voeren.
3. Het aantal BHV’ers dient voldoende te zijn, zodat onder alle omstandigheden de bedrijfshulpverleningstaken vervuld kunnen worden.
4. BHV-cursussen, herhalingslessen, - oefeningen worden zoveel mogelijk tijdens de normale bedrijfstijd gehouden.
5. De taken van de bedrijfshulpverlener, ploegleider, assistent-leider, hoofd BHV voldoen aan de in artikel 15, lid 2 van de arbeidsomstandighedenwet, maar zijn in een aparte notitie verder uitgewerkt.
6. Er is sprake van naar behoren uitoefenen van de bedrijfshulpverleningstaken, wanneer de bhv’er voldoende inzetbaar is voor de uitoefening van de taken. Voldoende inzetbaar is minimaal 80% van de totale BHV activiteiten, zoals oefeningen, bijeenkomsten.
7. De BHV –organisatie is zo georganiseerd dat binnen 3 minuten na het plaatsvinden van een ongeval of brand de hulpverlening is gestart.
8. De uitrusting, middelen en voorzieningen voor de bedrijfshulpverlening zijn zodanig dat de BHV’ers hun taken effectief kunnen vervullen.
Artikel 4 Toekenning vergoeding
1. Indien en voor zolang een BHV’er verplicht wordt om zich tijdens noodsituaties binnen de
organisatie zijn BHV taken uit te voeren, heeft hij recht op een jaarlijkse BHV vergoeding.
2. Indien en voor zolang een EHBO’er beschikbaar moet zijn voor EHBO activiteiten heeft hij
recht op een maandelijkse vergoeding. Daar een BHV’er in het bezit is van een geldig EHBO diploma ontvangt hij buiten de BHV vergoeding eveneens de maandelijkse EHBO vergoeding.
3. Aan iedere BHV’er die gedurende vijf achtereenvolgende jaren heeft voldaan aan de bijbehorende verplichtingen wordt een gratificatie toegekend. De gratificatie wordt na elk periode van vijf jaar uitbetaald, met dien verstande dat na vijftien jaar een hogere gratificatie toegekend wordt.
4. De jaarlijkse BHV vergoeding en gratificatie wordt in de maand november, na goedkeuring van het Hoofd Bedrijfshulpverlening, uitbetaald.
- De EHBO vergoeding bedraagt € 10,02 ( peildatum 1-5-2011) bruto per maand;
- De BHV vergoeding bedraagt € 205.- bruto per jaar;
- De jubileum gratificatie bedraagt € 321,56 bruto en wordt bij 5 en 10 jaar uitgekeerd;
- De jubileum gratificatie bedraagt € 467,72 bruto en wordt bij 15 jaar en langer, in een periode van 5 jaar , uitgekeerd.
3. De vergoedingen en gratificaties als bedoeld in lid 1 en 2 worden aangepast aan de algemene salarisontwikkelingen in de CAO Gemeenten.
Artikel 6 Beëindiging vergoeding
1. De jaarlijkse BHV vergoeding wordt niet of naar evenredigheid uitbetaald, wanneer de BHV’er, langer dan zes maanden wegens ziekte of andere omstandigheden zijn taken niet heeft kunnen uitvoeren.
2. De maandelijkse EHBO vergoeding wordt stopgezet, wanneer een EHBO’er langer dan zes maanden of andere omstandigheden zijn taken niet heeft kunnen uitvoeren.
3. De vergoeding wordt beëindigd :
- wanneer de medewerker schriftelijk verzocht heeft tot beëindiging van de bedrijfshulpverleningstaken;
- wanneer de medewerker niet meer in het bezit is van een geldig EHBO diploma en/ of certificaat BHV.
4. Met betrekking tot de in deze regeling genoemde vergoedingen vindt geen afbouw plaats indien de vergoeding niet meer van toepassing is voor de medewerker.
1. Voor een medewerker, die tijdens de opleiding, oefening of daadwerkelijk optreden als lid van de BHV een ongeval overkomt, is een verzekering door de gemeente, ten aanzien van de financiële gevolgen (uitkering bij ziekte, invaliditeit, overlijden) afgesloten.
2. Door of namens het hoofd BHV dient een proces-verbaal van het ongeval te worden opgesteld.
3. Bij een aanvraag tot toekenning van een invaliditeit - c.q. weduwe-uitkering dient een aantal stukken te worden overlegd waaronder een afschrift van de aanwijzing tot deelneming aan de BHV.
4. Eventuele schade aan kleding, welke bij de in het eerste lid bedoelde verrichtingen buiten de schuld van de deelnemer mocht ontstaan, wordt in principe voor rekening van de gemeente genomen (art 15.1.23 CAR).
5. Wanneer, als gevolg van het handelen van een BHV’er een schadeclaim wordt ingediend, zal
de werkgever aansprakelijk zijn. Tenzij de BHV’er niet gehandeld heeft volgens de
afgesproken voorschriften en gesproken kan worden van grove opzet of roekeloosheid.