Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Handvest Rechten Jeugd van Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandvest Rechten Jeugd van Rotterdam
CiteertitelHandvest Rechten Jeugd van Rotterdam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet , art. 147, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-2000nieuwe regeling

16-12-1999

Gemeenteblad 1999-125

Voorstel van B&W van 30 november 1999, SCZ 99/3970

Tekst van de regeling

Intitulé

Handvest Rechten Jeugd van Rotterdam

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 1999, SCZ 99/3970;

Overwegende:

Dat de missie van het Stedelijk Jeugdbeleid als volgt luidt:

"Het Stedelijk Jeugdbeleid daagt een ieder in Rotterdam uit om alle krachten en kwaliteiten te mobiliseren, waar ook aanwezig binnen de Rotterdamse samenleving, om alle jeugdigen van 0 tot en met 23 jaar op weg te brengen naar maatschappelijke zelfstandigheid en positieve deelname aan het maatschappelijk leven';

dat de Gemeente Rotterdam een eigen verantwoordelijkheid heeft bij te dragen aan de verwezenlijking van de inhoud van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, waarin de basis wordt gelegd voor bescherming van jeugdigen, voorzieningen voor jeugdigen en participatie van jeugdigen;

dat het centrale uitgangspunt van het Rotterdamse jeugdbeleid erop gericht is, dat Rotterdamse jeugdigen tussen 0 en 4 jaar de mogelijkheid hebben gebruik te maken van een 'Tweede thuis' en alle Rotterdamse jeugdigen tussen 4 en 23 jaar op school zitten of aan het werk zijn;

dat Rotterdam een voor de jeugd veilige stad moet worden met veiligheid in eerste en tweede thuis, met veiligheid op school en veiligheid in de openbare ruimte;

gelet op het raadsbesluit van 5 maart 1998 inzake het Meerjarenplan Stedelijk Jeugdbeleid (Verzameling 1998, volgnr. 20), (S&CZ 98/18) waarin burgemeester en wethouders opgedragen wordt een Handvest inzake de Rechten van de Jeugd van Rotterdam te ontwerpen;

gelet op artikel 147, lid 2 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen het hierna volgende Handvest van de Rechten van de Jeugd van Rotterdam, waarin de grondslagen van het jeugdbeleid van Rotterdam zijn vastgelegd.

A. Definitie

Artikel 1

jeugdige:

inwoner van de gemeente Rotterdam die de leeftijd van 24 jaren nog niet heeft bereikt;

jeugd:

een of meer jeugdigen;

gemeentebestuur:

alle bestuursorganen van de gemeente Rotterdam.

B. Non-discriminatie en privacy

Artikel 2

Het gemeentebestuur erkent dat het beginsel van non-discriminatie op basis van welk onderscheid dan ook, leidraad moet zijn bij de vaststelling en uitvoering van het jeugdbeleid.

Artikel 3
  • 1.

    Het gemeentebestuur streeft er naar dat allen die zich in Rotterdam bevinden in gelijke gevallen gelijk worden behandeld, en dat Rotterdam dus een stad zou moeten zijn waarin discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook, niet is toegestaan.

  • 2.

    De Rotterdamse jeugd werkt actief mee om Rotterdam vrij te maken en vrij te houden van discriminatie, zoals in het vorige lid bedoeld.

Artikel 4

Het gemeentebestuur draagt er zorg voor dat bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid de persoonlijke levenssfeer van de jeugdigen, hun ouders, verzorgers en opvoeders gewaarborgd wordt.

C. Participatie en informatie

Artikel 5
  • 1.

    Het gemeentebestuur erkent het recht van de jeugd om binnen de daartoe geëigende procedures hun mening naar voren te kunnen brengen over de uitgangspunten, inhoud en vormgeving van het Rotterdamse jeugdbeleid.

  • 2.

    De jeugd wordt op verzoek gehoord door het gemeentebestuur.

Artikel 6

Het gemeentebestuur draagt er zorg voor, dat de jeugd behoorlijk geïnformeerd wordt over de uitgangspunten, inhoud en vormgeving van het Rotterdamse jeugdbeleid.

Artikel 7

Om de in de artikelen 5 en 6 genoemde uitgangspunten mede te realiseren, is er een Rotterdamse Jongeren Raad, die een initiërende en coördinerende functie vervult ten behoeve van een zo groot mogelijke participatie van jeugdigen in de ontwikkeling en uitvoering van het Rotterdamse jeugdbeleid.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan die namens het gemeentebestuur voor individuele jeugdigen en groepen jeugdigen als centrale contactpersoon optreedt.

Artikel 9

Het gemeentebestuur informeert iedere jeugdige die de leeftijd van 18 jaar bereikt persoonlijk over de gevolgen van de meerderjarigheid en de daarmee samenhangende privaatrechtelijke en publiekrechtelijke handelingsbekwaamheid.

D. Kinderopvang en voorschoolse vorming

Artikel 10

Het gemeentebestuur streeft er naar in samenwerking met het bedrijfsleven en de kinderopvangvoorzieningen zorg te dragen voor een voldoende kwalitatief en kwantitatief aanbod van kinderopvang.

Artikel 11

Het realiseren van een passend aanbod aan voorschoolse vorming voor groepen jeugdigen die voor hun ontwikkeling extra aandacht nodig hebben, is een voorwerp van aanhoudende zorg van het gemeentebestuur.

E. Onderwijs

Artikel 12
  • 1.

    Het gemeentebestuur voert een lokaal onderwijsbeleid, dat erop gericht is, dat iedere jeugdige door middel van scholing in staat wordt gesteld te werken aan individuele ontplooiing, economische onafhankelijkheid en maatschappelijke participatie.

  • 2.

    Het gemeentebestuur wil dit realiseren door het bevorderen van een breed, gevarieerd en voor een ieder toegankelijk opleidingsaanbod van een kwalitatief verantwoord niveau.

Artikel 13
  • 1.

    Het gemeentebestuur ziet toe, dat de wettelijke regelingen met betrekking tot de leerplicht nauwgezet worden uitgevoerd.

  • 2.

    De jeugdigen, op wie de leerplicht van toepassing is, zijn verplicht de school waarop hun ouders hen hebben ingeschreven te bezoeken.

Artikel 14
  • 1.

    Het gemeentebestuur dringt er bij de besturen van de scholen op aan, dat de rechten en plichten van de leerlingen helder en duidelijk worden omschreven en dat de leerlingen de mogelijkheid hebben de regels voor inwerkingtreding van commentaar te voorzien dan wel wijzigingen van de regels voor te stellen aan het bevoegd gezag of het schoolmanagement.

  • 2.

    De jeugd van Rotterdam volgt de orde- en huisregels die de school hen stelt nauwgezet op.

Artikel 15

Het gemeentebestuur zorgt er voor, dat voor jeugdigen op tijd toegankelijke informatie beschikbaar is over school- en beroepsmogelijkheden.

F. Inkomen, werkgelegenheid en zorg

Artikel 16
  • 1.

    Conform artikel 9 Wet inschakeling werkzoekenden stellen het gemeentebestuur en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voor iedere jeugdige, van wie een aanvraag voor een door de gemeente te verstrekken uitkering in behandeling is genomen of die is ingeschreven als werkloos werkzoekende, gezamenlijk een traject vast gericht op de inschakeling in het arbeidsproces.

  • 2.

    Het gemeentebestuur biedt met inachtneming van het bepaalde in de in het vorige lid genoemde wet ter uitvoering van een traject uiterlijk binnen een jaar na de datum van ingang van de uitkering of na de datum van inschrijving als werkloos werkzoekende een dienstbetrekking aan, tenzij andere voorzieningen gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces meer aangewezen zijn en deze andere voorzieningen ten minste 19 uur per week in beslag nemen.

Artikel 17

De jeugdige die - om wat voor redenen dan ook - nog niet in staat is om te functioneren binnen een werkkring, wordt door het gemeentebestuur aangeboden via bijzondere projecten zichzelf beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

Artikel 18

Het gemeentebestuur voert voor groepen jeugdigen die extra zorg nodig hebben, zoals tienermoeders en zwerfjongeren, een op hen toegespitst beleid.

G. Vrije tijd en sport

Artikel 19

Het gemeentebestuur draagt zorg voor goede basisvoorzieningen op het terrein van vrije tijd en sport en voorziet zo nodig in specifieke voorzieningen voor bijzondere doelgroepen als bijdrage aan een prettige en zinvolle besteding van de vrije tijd van de jeugd.

Artikel 20
  • 1.

    Het gemeentebestuur draagt er zorg voor, dat de openbare ruimte zo jeugdvriendelijk mogelijk is ingericht, zodat de openbare ruimte uitnodigend is voor de jeugd.

  • 2.

    De jeugd behandelt de openbare voorzieningen met zorg.

H. Hulpverlening en Gezondheidszorg

Artikel 21

Het gemeentebestuur spant zich in om aan alle jeugdigen, alsmede hun ouders, verzorgers en opvoeders de noodzakelijke hulp en steun te verlenen, op een wijze die de ontwikkelingsmogelijkheden van de jeugdigen niet belemmert.

I. Veiligheid

Artikel 22

Het gemeentebestuur roept alle jeugdigen op al het mogelijke te doen om van Rotterdam een veilige stad te maken.

Artikel 23

Het gemeentebestuur voert regelmatig overleg met vertegenwoordigers van politie, justitie, kinderbescherming, jeugdzorginstellingen en reclassering en andere betrokken instanties over een passende en effectieve aanpak van gedrag van jeugdigen dat in strijd is met de wet, mede gericht op de verwezenlijking van de pedagogische bedoelingen van het jeugdstrafrecht.

Artikel 24

Het gemeentebestuur stimuleert goede afspraken tussen scholen en politie over hun samenwerking ter bevordering van de veiligheid op school.

Artikel 25

Het gemeentebestuur zoekt samen met de in artikel 23 genoemde instellingen naar alternatieve vormen in het jeugdstrafrecht, gericht op dienstverlening en bemiddeling.

J. Toezicht en verslag

Artikel 26
  • 1.

    Burgemeester en wethouders publiceren ieder jaar een rapport over de uitvoering van het Rotterdamse jeugdbeleid.

  • 2.

    Dit rapport is openbaar en voor iedereen toegankelijk.

  • 3.

    Dit rapport wordt besproken in een overleg tussen burgemeester en wethouders en de Rotterdamse Jongeren Raad.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 1999.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 29 december 1999 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.

De Secretaris

N.van Eck

De Voorzitter

I.W.Opstelten