Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Besluit tot invoering van de Uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit tot invoering van de Uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling
CiteertitelInvoering van de Uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp1996-129

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De inwerkingtredingsdatum van de vergunning is afhankelijk van de datum van publicatie, die onbekend is. In plaats hiervan is gekozen voor de datum dat het besluit genomen is.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Ambtenarenreglement, art. 62m
  2. Ambtenarenreglement, art. 62n
  3. Ambtenarenreglement, art. 62o

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-1996nieuwe regeling

26-11-1996

Gemeenteblad 1996-129

Voorstel van de wethouder van Personeels- en Organisatiezaken, 20 november 1996, P&O nr. 95/4989

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit tot invoering van de Uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder van Personeels- en Organisatiezaken d.d. 20 november 1996, (P&O nr. 95/4989);

Gelet op de artikelen 62m, 62n en 62o van het Ambtenarenreglement;

 

Besluiten:

vast stellen het hierna volgende BESLUIT tot invoering van de Uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling.

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    suppletieregeling: de suppletieregeling die is opgenomen in hoofdstuk VIIA van het Ambtenarenreglement;

  • b.

    suppletie: de suppletie, bedoeld in artikel 62e van het Ambtenarenreglement;

  • c.

    betrokkene: de betrokkene, bedoeld in artikel 62 van het Ambtenarenreglement;

  • d.

    Tica: het Tijdelijke instituut voor coördinatie en afstemming dat is erkend op grond van artikel 31 van de Organisatiewet sociale verzekeringen en is ingesteld op grond van artikel 35 van die wet;

  • e.

    uitvoeringsinstelling: de instelling aan wie het bestuursorgaan, belast met de uitvoering van de suppletieregeling, de werkzaamheden, verbonden aan de uitvoering van de suppletieregeling, heeft opgedragen.

Artikel 2
  • 1.

    De artikelen 1 tot en met 8 van het Model-uitkeringsreglement Werkloosheidswet gelden voor zoveel mogelijk als uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van een doelmatige controle van betrokkenen en als uitvoeringvoorschriften met betrekking tot het genieten van vakantie tijdens de duur van de suppletie, met dien verstande dat voor de hierna te noemen begrippen uit het model-uitkeringsreglement moet worden gelezen:

    • a.

      bedrijfsvereniging: het bestuursorgaan belast met de uitvoering van de suppletieregeling;

    • b.

      bestuur: e uitvoeringsinstelling;

    • c.

      werknemer: betrokkene;

    • d.

      werkgever: het bestuursorgaan dat bevoegd is betrokkenen ontslag te verlenen;

    • e.

      uitkering: suppletie;

    • f.

      Werkloosheidswet, wat de toepassing van artikel 7 betreft: suppletieregeling.

  • 2.

    Met betrekking tot het genieten van vakantie tijdens de duur van de suppletie gelden als uitvoeringsvoorschriften de Regels betreffende het begrip vakantie en de perioden van vakantie met behoud van recht op uitkering, vastgesteld bij besluit van de toenmalige Sociale verzekeringsraad, d.d. 23 januari 1992 (Stcrt. 1992, 19) welke ingevolge artikel XLVII van de Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen gelden als het besluit van het Tica op grond van artikel 19, vijfde lid, van de Werkloosheidswet, met dien verstande dat voor uitkering dient te worden gelezen: suppletie.

  • 3.

    Wijzigingen in het in het eerste lid genoemde modelreglement onderscheidenlijk de in het tweede lid genoemde Regels, gelden, voor zover deze als uitvoeringsvoorschriften van de suppletieregeling zijn aangeduid, als wijzigingen van deze uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 3

Betrokkene is verplicht om met inachtneming van de nadere aanwijzingen van de uitvoeringsinstelling, het ontstaan van de ziekte als gevolg waarvan hij verhinderd is arbeid te verrichten, aan de uitvoeringsinstelling te melden, alsook zijn herstel daarvan.

Artikel 4

Het recht op suppletie van de betrokkene die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling noodzakelijke opleiding of scholing, blijft bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a.

    de opleiding of scholing arbeidsmarktgericht is, deel uitmaakt van het reïntegratieplan dat door de uitvoeringsinstelling in samenspraak met betrokkene is vastgesteld en naar aard en omvang niet meer omvat dan in het reïntegratieplan is vastgesteld; of

  • b.

    de opleiding of scholing arbeidsmarktgericht is en, wanneer er geen reïntegratieplan is, zoals bedoeld in onderdeel a, de uitvoeringsinstelling daarvoor toestemming geeft.

Artikel 5

In afwijking van artikel 4 blijft het recht op suppletie van de betrokkene die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling noodzakelijke opleiding of scholing, na afloop van de ingevolge de artikelen 62a, 62e en 62f, onderscheidenlijk artikel 62p van het Ambtenarenreglement vastgestelde reguliere duur van de suppletie niet bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a.

    tijdens de opleiding of scholing ter zake van die opleiding of scholing recht bestaat op een voorziening in de derving van de inkomsten;

  • b.

    de opleiding of scholing de strekking heeft om na afloop daarvan werkzaamheden bij één bepaalde onderneming of één bepaald bestuursorgaan te gaan verrichten;

  • c.

    de opleiding of scholing langer duurt dan één jaar;

  • d.

    tijdens de opleiding of scholing sprake is van het verrichten van productieve werkzaamheden.

Artikel 6

De betrokkene kan de in artikel 62n van het Ambtenarenregelement bedoelde onbeloonde activiteiten verrichten met behoud van suppletie, indien naar het oordeel van de uitvoeringsinstelling:

  • a.

    de betreffende activiteiten van de betrokkene geen bedrijfsmatig karakter hebben;

  • b.

    de betreffende activiteiten van de betrokkene in de gegeven situatie doorgaans niet door een betaalde kracht zullen of kunnen worden verricht; en

  • c.

    de instelling die of het bestuursorgaan dat de niet betaalde werkzaamheden organiseert, geen subsidie heeft of kan verkrijgen wat de loonkosten betreft.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1996.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 1996.

 

De Secretaris,

N.van Eck

De Burgemeester,

A.Peper