Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Activiteitenfonds gemeente Werkendam 2012 |
Citeertitel | Verordening Activiteitenfonds gemeente Werkendam 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | archief |
Regeling vervangt Verordening Het Activiteitenfonds gemeente Werkendam, vastgesteld bij raadsbesluit van 27-04-2004
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2012 | 22-05-2012 | 27-03-2014 | nieuwe regeling | 22-05-2012 Altena Nieuws, 14-06-2012 | WE/22473 |
Een bijdrage als bedoeld in artikel 3 wordt toegekend indien aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Activiteitenfonds gemeente Werkendam 2012’. De verordening treedt in werking op 1 januari 2012.
De verordening ‘Het Activiteitenfonds gemeente Werkendam’, vastgesteld op 27 april 2004 en met ingangsdatum 1 januari 2004, komt met ingang van 1 januari 2012 te vervallen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Werkendam van 22 mei 2012.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
Mr. I. Bakker mw. Drs. C.G.J. Breuer
Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de verordening ‘Het Activiteitenfonds gemeente Werkendam’.
Voor onderstaande kosten kan een bijdrage verstrekt worden op basis van de verordening:
(Op grond van artikel 3, derde lid, van de verordening Activiteitenfonds Werkendam, komen kinderen in aanmerking voor de verhoging van € 100 wanneer zij deelnemen aan de bovenstaande activiteiten onder punt A.).
Bovenstaande lijst is niet limitatief. Ook kosten die hier niet genoemd worden kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage. Op basis van artikel 7, tweede lid, beoordelen burgemeester en wethouders in hoeverre niet genoemde kosten onder de werkingssfeer van de verordening vallen.
Bij deelname aan acitiviteiten van punt A. t/m E. worden soms reiskosten gemaakt. Deze reiskosten zijn slechts declarabel, indien de afstand van het woonadres tot de plaats van de activiteit meer bedraagt dan 6 km. De eerste 6 km. komt niet voor declaratie in aanmerking.
De reiskostenvergoeding bedraagt € 0,19 per km, ongeacht de wijze van vervoer.
Toelichting bij verordening ‘Het Activiteitenfonds gemeente Werkendam 2012’
Dit artikel geeft een aantal begrippen weer zoals deze voorkomen in de verordening:
Dit artikel geeft het doel van de verordening weer. Het doel is tweeledig:
soms moeilijk om aan de genoemde activiteiten buitenshuis deel te nemen. Voor hen is het echter van belang om toch sociaal contact te hebben met de buitenwereld. Om die reden worden de kosten van het abonnement van de kabel, het telefoonabonnement of internetaansluiting, de NS-kortingskaart en het abonnement op de kerktelefoon eveneens aangemerkt als uitgaven die vallen onder de doelstelling van de verordening.
De bijdrage bedraagt maximaal € 165 per jaar per volwassene. Dit is ook het maximale bedrag dat ouderen en arbeidsgehandicapten kunnen ontvangen.
Vooral voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens is het van belang om deel te kunnen nemen aan activiteiten zoals genoemd in artikel 2, eerste lid. Om die reden bedraagt de bijdrage voor kinderen € 165 per kind en wordt dit bedrag verhoogd met € 100 als het kind lid is van een vereniging of een club waarbij sprake is van deelname aan structurele, regelmatige activiteiten. Het wordt van belang geacht voor hun sociale ontwikkeling dat kinderen deelnemen aan gezamenlijke activiteiten. Daarom is de mogelijkheid van een extra vergoeding van € 100 per kind toegevoegd.
Indien de kinderen ook recht hebben op een bijdrage van het Brabants Jeugdsportfonds, wordt de ouders geadviseerd hiervoor eerst een aanvraag te laten indienen door een intermediair bij het Brabants Jeugdsportfonds. Het Activiteitenfonds kan dan daarnaast een vergoeding toekennen voor andere activiteiten. Het is niet toegestaan een bijdrage van het Activiteitenfonds aan te vragen voor kosten die het Brabants Jeugdsportfonds reeds vergoed heeft in hetzelfde kalenderjaar.
Voor een bijdrage komen inwoners met een laag inkomen in aanmerking. In deze verordening wordt hieronder verstaan: inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum.
Er geldt een vermogenstoets. De vermogenscriteria zoals genoemd in art. 34 van de Wet werk en bijstand zijn van toepassing.
Studenten komen niet in aanmerking voor het Activiteitenfonds. Zij worden geacht reeds voldoende deel te nemen aan activiteiten waarop deze regeling zich richt.
Inwoners die voor hun inkomensvoorziening zijn aangewezen op de zorg van het rijk, komen ook niet in aanmerking voor een bijdrage.
Een aanvraag moet worden ingediend via een daartoe bestemd aanvraagformulier. Op het aanvraagformulier moet worden vermeld voor welke gezinsleden een bijdrage wordt gevraagd. Per gezinslid moet gespecificeerd worden aangegeven wat de kosten zijn van de vermelde activiteiten. De aanvrager moet op verzoek de bewijsstukken kunnen overleggen.
Tevens moet aangegeven worden wat de hoogte is van het inkomen en het vermogen van de tot het gezin behorende gezinsleden. Een inkomensbewijs, dit kan zijn een salaris/uitkeringsspecificatie, een dagafschrift van bank of giro etc. moet worden meegezonden indien geen Wwb-uitkering via Loket Altena voor Werk,Inkomen & Zorg wordt ontvangen
In dat laatste geval moet de aanvrager tevens een vraag beantwoorden over de hoogte van het aanwezige vermogen.
Indien het inkomen van de aanvrager lager is dan 110% van het sociaal minimum wordt een bijdrage toegekend. De bijdrage per gezinslid bestaat uit een bedrag voor de kosten van de activiteiten die voldoen aan de omschrijving in artikel 2. De maximaal toe te kennen bedragen worden genoemd in artikel 3.
Inwoners die in een kalenderjaar een aanvraag toegekend hebben gekregen, ontvangen het jaar daarop in de maand maart een aanvraagformulier voor het nieuwe kalenderjaar. Deze personen worden gewezen op de mogelijkheid voor het nieuwe kalenderjaar een aanvraag in te dienen.
Om onduidelijkheden te voorkomen, bijv. over de leeftijd van een kind, is opgenomen dat de gezinssituatie op de datum van aanvraag leidend is voor het bepalen van het recht op een bijdrage.
Binnen vier weken zullen burgemeester en wethouders een beslissing nemen. In de uitvoeringspraktijk zal er naar gestreefd worden om al eerder een beslissing te nemen.
In een werkinstructie kunnen burgemeester en wethouders nadere uitvoeringsregels vaststellen.
De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Aldus besloten in de openbare vergadering