Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet-natuurlijke personen door de gemeente Rotterdam |
Citeertitel | Verordening algemene garantievoorwaarden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 147
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-04-1995 | nieuwe regeling | 06-04-1995 Gemeenteblad 1995-42 | Voorstel B&W, 14 maart 1995, Verzameling gedrukte stukken 1995, volgnr. 82, Fin. nr. 94/1316 | ||
15-04-1995 | nieuwe regeling | 06-04-1995 Gemeenteblad 1995-42 | Voorstel B&W, 14 maart 1995, Verzameling gedrukte stukken 1995, volgnr. 82, Fin. nr. 94/1316 |
De raad der gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14
maart 1995 (Verzameling gedrukte stukken 1995,
volgnr. 82, Fin. nr. 94/1316);
overwegende dat er gronden zijn om de diverse richtlijnen en voorwaarden voor de verstrekking van garanties voor bouwprojecten in de sectoren sociale zaken en volksgezondheid en sport en recreatie (Gemeenteblad 1965, nr. 82 respectievelijk Gemeenteblad 1983, nr. 115) zodanig te herzien en uit te breiden dat zij kunnen dienen als binnen de gehele gemeente Rotterdam te hanteren algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet-natuurlijke personen;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
vast te stellen de hierna volgende "Verordening, regelende de
algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Garantie kan in de regel slechts worden verleend aan aanvragers welke zonder winstoogmerk werkzaam zijn.
Deze verordening is niet van toepassing op het verlenen van gemeentegaranties op door toegelaten instellingen in de zin van de woningwet aan te trekken kapitaalmarktleningen.
Artikel 5 Beslissingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders besluiten een aanvraag niet ter behandeling aan de raad voor te leggen indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrek te gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door burgemeester en wethouders gestelde termijn de aanvraag aan te vullen.
Om voor verlening van garantie in aanmerking te komen moet middels de statuten van de aanvrager geregeld - er sprake zijn van een aanzienlijke gemeentelijke (beleids)invloed, dan wel dient de aanvrager activiteiten te ontplooien die, naar het oordeel van de gemeenteraad, in het belang zijn van de gehele of een deel van de plaatselijke gemeenschap of waarmede een Rotterdams belang is gediend.
Hoofdstuk 3 Algemene verplichtingen van de aanvrager
De aanvrager is verplicht de objecten waarvoor de garantie is verstrekt ten genoegen van burgemeester en wethouders op basis van herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico's c.q. aanspraken te verzekeren en verzekerd te houden.
Artikel 13 Jaarlijkse afschrijving
De jaarlijkse afschrijving op de objecten, welke met de door de gemeente gegarandeerde geldlening zijn gefinancierd, dienen ten minste gelijk te zijn aan de op deze geldlening per jaar te verrichten aflossing.
Artikel 14 Betaling bij door de gemeente verrichte betalingen
Indien de gemeente op grond van deze garantie betalingen heeft verricht moeten de daarna door afschrijvingen en door batige exploitatiesaldi vrijkomende middelen voor zover zij niet voor aflossing op de gegarandeerde geldlening worden aangewend in de eerste plaats worden gebruikt voor terugbetaling aan de gemeente van de door haar gedane betalingen ongeacht de verplichting tot restitutie aan de gemeente ter zake van deze betalingen uit andere middelen, waarover de organisatie beschikt of kan beschikken. De terugbetaling van de door de gemeente gedane betalingen vindt plaats met vergoeding van de dan geldende wettelijke rente, te berekenen vanaf het tijdstip dat door de gemeente op grond van de garantie betalingen zijn verricht.
Artikel 15 Vermogensrechtelijke handelingen
Voorafgaande toestemming is eveneens benodigd voor het cederen of in zekerheid overdragen van vorderingen, het zich borg stellen danwel als hoofdelijke schuldenaar verbinden, zich voor een derde sterk maken of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbinden, alsmede het afsluiten van enige overeenkomst inzake het aangaan of verstrekken van geldleningen.
Artikel 18 Beëindiging van de garantie
Bij faillissement, surséance van betaling of ontbinding van de aanvrager alsmede bij niet naleving van de gestelde voorwaarden zullen burgemeester en wethouders terstond, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, bevoegd zijn na voldoening van de geldgeefster van de aanvrager op te eisen al hetgeen de gemeente voor die voldoening of anderszins zal hebben betaald.
Van door de gemeenteraad genomen beschikkingen bestaat voor de aanvrager de mogelijkheid open om daartegen bij de Algemene Beroepscommissie bezwaar in te dienen, gedurende een termijn van zes weken, welke aanvangt met ingang van de dag na die waarop de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 april 1995.
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 14 april 1995 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, afdeling Bibliotheek en Documentatie, Stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.
De Secretaris
N.van Eck
De Voorzitter
A.Peper
Toelichting op de Verordening, regelende de algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet-natuurlijke personen door de gemeente Rotterdam
De algemene garantievoorwaarden gelden bij de garantieverlening binnen de gehele gemeente Rotterdam. De garantieverlening bij de financiering van de volkshuisvesting vormt hierop, gelet op de aanmerkelijke belangen die hiermede gemoeid gaan en het specifieke karakter daarbij, een uitzondering. Deze (nieuwe) algemene garantievoorwaarden zijn tot stand gekomen door middel van integratie van de bestaande voorwaarden c.q. richtlijnen, hetgeen impliceert dat ten aanzien van bepaalde bestaande voorwaarden aanvulling heeft plaatsgevonden omdat diverse bepalingen in de betreffende voorwaarden niet voorkomen. Bij hantering van sommige bepalingen zijn, voor zover mogelijk, de termen en termijnen uit de Verordening algemene subsidievoorwaarden 1994 (Gemeenteblad 1994, nr. 53) overgenomen. Overigens mag hierbij niet worden vergeten dat het garantiebeleid van de gemeente Rotterdam minder directe betrokkenheid vraagt dan het subsidiebeleid, hetgeen een meer afstandelijke benadering bij het opstellen van de bepalingen billijkt. Voorts zijn de bepalingen uit de bestaande voorwaarden c.q. richtlijnen aangepast aan het (nieuw) Burgerlijk Wetboek, dat met ingang van 1 januari 1992 in werking is getreden. De nieuwe verordening is voorts in overeenstemming gebracht met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.
Deze algemene garantievoorwaarden laten uiteraard onverlet dat per sector specifieke voorwaarden kunnen worden gesteld, doch deze voorwaarden dienen niet in strijd te zijn met het bepaalde in deze algemene garantievoorwaarden en kunnen derhalve alleen van aanvullende aard zijn.
De bevoegdheid tot het al dan niet verlenen van garanties ligt in handen van de gemeenteraad. De bevoegdheid tot het opstellen van nadere regels alsmede de controle op naleving van de gestelde criteria en overige voorwaarden en de eventuele te ondernemen stappen bij niet naleving daarvan is gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.
Deze opstelling van nieuwe algemene garantievoorwaarden houdt derhalve in grote lijnen in dat thans voor de gehele gemeente dus ook voor die sectoren waar voorheen geen (standaard)voorwaarden golden, uniforme voorwaarden, welke juridisch-technisch up to date zijn, gelden. Voor wat betreft de beleidsmatige voorwaarden hebben zich inhoudelijk geen wijzigingen voorgedaan en wordt het bijgestelde garantiebeleid uit 1990 voortgezet.
Overigens wordt hierbij opgemerkt dat de nieuwe voorgestelde algemene garantievoorwaarden gaan gelden voor de garanties, welke na de datum van inwerkingtreding van deze algemene garantievoorwaarden worden verstrekt. De lopende garanties. welke op basis van de huidige voorwaarden c.q. richtlijnen zijn verstrekt, blijven uiteraard vallen onder laatstgenoemde voorwaarden c.q. richtlijnen. Derhalve kunnen, bij inwerkingtreding van de nieuwe algemene garantievoorwaarden, de bestaande voorwaarden c.q. richtlijnen niet gelijktijdig worden ingetrokken.
Ten aanzien van de toepassing van de verordening zijn de volgende beleidskaders van belang. Het verlenen van een garantie op een aan te trekken lening van een niet-gemeentelijke organisatie is geen kerntaak van de gemeente. Het garantiebeleid is daarom aanvullend op ander beleid dat wel tot de kerntaken van de gemeente behoort, maar waarvoor een particuliere uitvoeringsvorm is gekozen. Indien sprake zou moeten zijn van garantieverlening moet, naar onze mening sprake zijn van een aanzienlijke gemeentelijke (beleids)invloed en moet sprake zijn van een Rotterdams belang
Hiermee wil niet gezegd zijn dat de gemeente vervolgens automatisch tot garantieverlening overgaat. Bij de uitvoering van het garantiebeleid staat een zakelijke benadering voorop.
Een beoordeling van het vermogen van de aanvragende organisatie zal bij de uitvoering niet mogen ontbreken. Zo ligt het niet in de rede een garantie te verschaffen aan organisaties die over een aanzienlijk eigen vermogen beschikken. Ook het omgekeerde kan moeilijk van een gemeente worden verwacht. Een garantie bij een groot negatief vermogen betekent alleen dat het risico van de bank naar de gemeente verschuift, zonder dat hiermee enig beleidsdoel wordt gediend.
Voorts zullen geen garanties meer verstrekt worden indien de geldgever hierom niet uitdrukkelijk verzoekt.
Ten slotte zullen geen garanties meer worden verleend waarbij de gemeente van alle voorrechten van een borg, zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek, afstand doet.
Samenvattend zijn de beleidsmatige voorwaarden als volgt te formuleren:
de financiële positie van de organisatie moet, zowel positief als negatief, garantieverlening billijken. Dat wil zeggen dat zowel garanties voor organisaties met een zeer groot eigen vermogen, als voor organisaties die op de rand van de afgrond balanceren, niet in de rede liggen. In het laatste geval is - desgewenst - subsidiëring een reëler optie.
Dit hoofdstuk bevat een aantal algemene bepalingen omtrent de reikwijdte van deze verordening, diverse voorwaarden en criteria waaraan een aanvrager dient te voldoen om in aanmerking te komen voor garantieverlening alsmede eventuele uitzonderingen daarop. Zo wordt alleen garantie verleent aan niet-natuurlijke personen, welke in de regel zonder winstoogmerk werkzaam zijn. Commercieel ingestelde organisaties worden geacht zelfstandig geldleningen (zonder gemeentelijke garantieverlening) te kunnen aantrekken (artikelen 1, tweede lid, en 3). Voorts houdt de bepaling dat alleen aan niet-natuurlijke personen garanties worden verleend in dat deze verordening niet van toepassing is op de zgn. gemeentegaranties, aan particulieren bij aankoop van een woning (artikel 1, lid 2).
Een van de belangrijkste criteria om in aanmerking te komen voor garantieverlening is overigens dat er sprake moet zijn van een aanzienlijke gemeentelijke (beleids)invloed dan wel dat de organisatie activiteiten dient te ontplooien die, naar het oordeel van de gemeente, in het belang zijn van de gehele of een deel van de plaatselijke gemeenschap of waarmede een Rotterdams belang is gediend. Laatstgenoemde schept een zgn. geografische band tussen de organisatie en de gemeente (artikel 7).
Bij het opstellen van algemene voorwaarden is overigens niet te voorzien of er eventueel gevallen in bepaalde sectoren optreden, welke om aanvullende en specifieke regels vragen. Derhalve is in de verordening een bepaling opgenomen die daartoe de mogelijkheid opent (artikel 6). Deze regels mogen uiteraard niet in strijd zijn met de algemene garantievoorwaarden.
Voorts hebben de in artikel 2 opgenomen begripsbepalingen vooral een redactionele vereenvoudiging ten doel.
Aanvragen tot garantieverlening (artikel 8)
In deze bepaling zijn de voorwaarden opgenomen waaraan een aanvraag tot garantieverlening dient te voldoen (artikel 8). Van geval tot geval zal overigens overwogen dienen te worden in hoeverre de gemeente een of meerdere voorwaarden in dit artikel ook daadwerkelijk dient toe te passen. Het is namelijk niet uitgesloten dat de geldgeefster in bepaalde gevallen het genoemde beding in artikel 8d zal weigeren op te nemen. Het niet voldoen aan deze bepaling geeft de gemeenteraad mede de bevoegdheid de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 5 lid 4).
Algemene verplichtingen van de organisatie (artikelen 9 t/m 18)
Het zich t.a.v. "derden, garant stellen door de gemeente brengt voor laatstgenoemde financiële risico's met zich mee, welke zoveel mogelijk beperkt dienen te worden. Deze risicobeperking is in het hoofdstuk "Algemene verplichtingen van de aanvrager" _terug te vinden .
Enerzijds dient de aanvrager alles in het werk te stellen om eventuele risico's c.q. waardeverminderingen van de objecten te beperken. E.e.a. kan worden gerealiseerd door de aanvrager te verplichten de objecten in voldoende mate te verzekeren (artikel 9), de objecten voortdurend in goede staat te houden (artikel 10, lid 1) alsmede al die maatregelen te nemen, die burgemeester en wethouders uit hoofde van de verleende garantie nodig acht (artikel 17, lid 3). Dit alles ter waarborging van de financiële belangen van de gemeente.
Anderzijds dient de aanvrager die handelingen na te laten, welke de zekerheid van de waarde van de objecten vermindert. Voor o.a. de volgende handelingen is dan ook toestemming van burgemeester en wethouders vereist:
Eveneens is de aanvrager verplicht aan de gemeente bepaalde rechten toe te kennen. Hierbij kan worden gedacht aan het verlenen van een eerste krediethypotheek op de betreffende objecten (artikel 11, lid 2) alsmede het op eerste aanvraag van de burgemeester en wethouders verstrekken van alle verlangde inlichtingen en inzage in de boeken en bescheiden, welke burgemeester en wethouders nodig achten ter beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager (artikel 17, lid 1).
Voorts dient de aanvrager jaarlijks aan burgemeester en wethouders een jaarrekening van het afgelopen boekjaar en een begroting voor het komende boekjaar toe te zenden. Aan de hand van deze stukken kan de gemeente o.a. de financiële positie van de aanvrager nagaan (artikel 12).
Het vereiste dat de jaarlijkse afschrijving op de objecten tenminste gelijk dient te zijn aan de op de betreffende geldlening per jaar te verrichten aflossing (artikel 13) strekt ertoe dat bij de jaarlijkse raming in voldoende mate rekening wordt gehouden met de aflossingsverplichtingen, waartoe de gemeente zich garant heeft gesteld.
Bepalingen omtrent het door de aanvrager voldoen aan de betalingsverplichtingen, welke voortvloeien uit de aangegane geldleningen en/of de terugbetaling van door de gemeente ingevolge de garantie betaalde bedragen alsmede de te vergoeden wettelijke rente over de gedane betalingen, zijn vermeld in artikel 14. Naast de gebruikelijke redenen, zoals faillissement, surséance van betaling en ontbinding van de aanvrager, worden burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend bij niet naleving van de gestelde voorwaarden terstond, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, na voldoening van de geldgeefster, van de aanvrager op te eisen al hetgeen de gemeente voor die voldoening of anderszins heeft betaald (artikel 18).