Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Reglement van het Parkeerfonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van het Parkeerfonds
CiteertitelReglement van het Parkeerfonds
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-1997art. 2, 4

27-03-1997

Gemeenteblad 1997-21

Voorstel van B&Wvan 18 maart 1997, verzameling 1997 volgnr. 50, SOB 97/832
25-03-1994nieuwe regeling

24-03-1994

Gemeenteblad 1994-61

Voorstel B&W van 22 februari 1994, verzameling 1994 volgnr. 78, dS+V/SOB-94/418

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van het Parkeerfonds

Gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 22 februari 1994 (Verzameling 1994, volgnr. 78) dS+V/SOB-94/418;

Besluit:

I. vast te stellen het hierna volgende reglement voor het Parkeerfonds van de gemeente Rotterdam:

Artikel 1. Algemeen

Door de directeur dienst Stedebouw + Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam wordt een afzonderlijke reserve geadministreerd onder de naam Parkeerfonds, hierna aan te duiden als het fonds.

Artikel 2. Beheer van het parkeerfonds

Het is de uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad te besluiten omtrent het doen van bestedingen uit het fonds, behoudens het hierna bepaalde in artikel 4, laatste alinea. De gemeenteraad stelt periodiek aan burgemeester en wethouders een bedrag ter beschikking ten behoeve van de uitgaven, hierna te noemen in artikel 4 sub a en sub d. De gemeenteraad neemt bij zijn beslissingen de hierna geformuleerde regels in acht.

Artikel 3. Inkomsten van het parkeerfonds

Het fonds kent de navolgende inkomsten:

  • a.

    Gelden, betaald op grond van een met de gemeente Rotterdam gesloten of te sluiten overeenkomst betreffende het voorzien in parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 2.5.30 van de Bouwverordening van de gemeente Rotterdam 1993;

  • b.

    Overige gelden die bij besluit van de gemeenteraad uitdrukkelijk worden bestemd voor storting in het fonds;

  • c.

    De rente die door belegging van de sub a. en b. bedoelde gelden wordt verkregen.

Artikel 4. Uitgaven ten laste van het parkeerfonds

In de onderstaande prioriteitsvolgorde zullen ten laste van het fonds de volgende uitgaven worden gedaan:

  • a.

    Uitgaven ten behoeve van de nakoming van de verplichtingen, voortvloeiende uit de onder artikel 3 sub a. bedoelde overeenkomsten.

  • b.

    Bijdragen ter afdekking van een gedeelte van de investeringskosten van nog te bouwen (multi-functionele) wijkparkeergarages in het kader van het Meerjarenbouwprogramma.

  • c.

    Bijdragen ter afdekking van het niet door subsidie van de minister van Verkeer en Waterstaat afgedekte aandeel van de stichtingskosten van zgn. ‘Park and Ride (Parkeer en Reis)’-voorzieningen/transferia.

  • d.

    Bijdragen in de investeringskosten van voorzieningen voor het parkeren of stallen van fietsen.

  • e.

    Bijdragen in de kosten van het voorzien in parkeergelegenheid anders dan bedoeld onder a, b en c, passende binnen het raam van het gemeentelijk verkeersbeleid, zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • f.

    Bijdragen aan onderzoek in het kader van de ontwikkeling van complexe parkeervoorzieningen en onderzoek op het gebied van strategisch beleid.

Te allen tijde dient een bedrag van ten minste f 1.000.000,- (één miljoen gulden) in het fonds behouden te blijven, waarover door de gemeenteraad niet anders beschikt kan worden dan ten behoeve van de uitgaven bedoeld onder a., dan wel waaruit door de directeur van de dienst Stedebouw + Volkshuisvesting ambtshalve terugbetaling wordt verricht van gelden, betaald vooruitlopend op het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 3 sub a. indien en voorzoveel deze overeenkomst niet tot stand mocht komen.

Artikel 5. Administratieve bepalingen

De directeur van de dienst Stedebouw + Volkshuisvesting van de Gemeente Rotterdam draagt zorg voor een zorgvuldige belegging der in het parkeerfonds gestorte gelden, voorzoveel deze betrekking hebben op daadwerkelijk tot stand gekomen overeenkomsten. Hij houdt een overzicht bij van alle ontvangsten en uitgaven van het fonds; hij stelt dit overzicht regelmatig ter beschikking van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Elke uitgave van het overzicht bevat de mutaties die hebben plaatsgevonden sinds het opmaken en verstrekken van het voorgaande overzicht.

Artikel 6 Opheffen van het parkeerfonds

De Gemeenteraad zal overgaan tot opheffing van het fonds, zodra hij mocht hebben besloten tot het niet langer aangaan van overeenkomsten als bedoeld in artikel 3 sub a. en alle uit die overeenkomsten voor de gemeente voortvloeiende verplichtingen zijn nagekomen.

De afwikkeling van hetgeen alsdan nog in het fonds resteert zal geschieden door het doen van uitgaven als bedoeld in artikel 4 sub b, c, d en e in die prioriteitsvolgorde, en met dien verstande dat generlei reserve meer in acht behoeft te worden genomen.

Zo alsdan nog enig batig saldo mocht resteren zal dit overgeboekt worden naar de algemene middelen.

In te trekken zijn besluit van 29 september 1983 tot vaststelling van het reglement voor het Parkeerfonds der gemeente Rotterdam.

Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 25 maart 1994.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 maart 1994.

 

De Secretaris

, N.van Eck

De Voorzitter

, A.Peper