Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit ter uitvoering van het ambtenarenreglement |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling 1993 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Ambtenarenreglement, art. 22, 27, 28, 29, 31, 32, 33, 35, 37 en 39
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-03-2009 | 03-03-2009 | 01-01-2020 | Art. 19 | 03-03-2009 Gemeenteblad 2009-29 | Voorstel wethouder van Verkeer, Vervoer en Organisatied.d. 3 maart 2009, kenmerk: 250448 |
21-02-2009 | 01-01-2009 | Art. 6 | 17-02-2009 Gemeenteblad 2009-20 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 17 februari 2009; kenmerk 250630 | |
10-04-2008 | Bijlage B1 en E, Art. 6 | 08-04-2008 Gemeenteblad 2008-42 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 8 april 2008; 109243 | ||
03-04-2008 | Art. 3, 9, 10 | 01-04-2008 Gemeenteblad 2008-38 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 1 april 2008; 102121 | ||
01-04-2008 | 01-01-2008 | Onderdeel D | 01-04-2008 Gemeenteblad 2008-36 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 1 april 2008; 102146 | |
01-01-2008 | art. 18, bijlage F | 18-12-2007 Gemeenteblad, 2007-222 | voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 18 december 2007, 07BSD66430 | ||
15-11-2007 | Art 1, lid 2, art 4a, 11, 14, lid 4, 5, 6, bijlage A | 13-11-2007 Gemeenteblad 2007-183 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 13 november 2007; 07BSD53979; | ||
18-10-2007 | 01-10-2007 | Paragraaf 1a | 16-10-2007 Gemeenteblad 2007-159 | Voorstel van de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie16 oktober 2007; 07BSD41827 | |
02-08-2007 | Art. 10 lid 3 | 31-07-2007 Gemeenteblad 2007-127 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 31 juli 2007, 07BSD15702 | ||
05-07-2007 | 01-01-2007 | Art. 8c | 03-07-2007 Gemeenteblad 2007-102 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 3 juli 2007, 07BSD17434 | |
14-04-2007 | Art. 19 lid 1b | 03-04-2007 Gemeenteblad 2007-53 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 3 april 2007, 07BSD02877 | ||
18-01-2007 | Art. 10 lid 3 | 09-01-2007 Gemeenteblad 2007-8 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 19 januari 2007, 06BSD14555 | ||
21-12-2006 | 01-02-2006 | Bijl. B en G, B1 en E, art. 6, lid 1 | 19-12-2006 Gemeenteblad 2006-206 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer & Organisatie 19 december 2006, 06BSD14218 | |
21-12-2006 | Art. 4a | 19-12-2006 Gemeenteblad 2006-204 | Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer & Organisatie 19 december 2006, kenmerk ubr901 | ||
21-10-2006 | Art. 3 | 17-10-2006 Gemeenteblad 2006-140 | Voorstel Verkeer, Vervoer & Organisatie 17 oktober 2006, 06BSD11226 | ||
12-07-2006 | 01-02-2006 | art. bijlage b, b1, e en g | 11-07-2006 Gemeenteblad 2006-100 | Voorstel wethouder Verkeer en vervoer en organisatie, 11 juli 2006, 06BSD07925 | |
14-04-2006 | 01-06-2005 | art. 6, bijlage b, b1, e, g | 21-03-2006 Gemeenteblad 2006-71 | Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 10 maart 2006, 06BSD03561 | |
09-03-2006 | 01-03-2006 | art. 19 | 07-03-2006 Gemeenteblad 2006-49 | Voorstel van de wethouder van Middelen en Sport, 28 februari 2006, 06BSD2717 | |
16-02-2006 | art. 8a, 8c | 14-02-2006 Gemeenteblad 2006-26 | Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 6 februari 2006, 06BSD01728 | ||
10-09-2005 | art. 1, 1a, 2, 2a, 3, 4a, 9, 9a, bijlage b, e, g(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende data van inwerkingtreding) | 06-09-2005 Gemeenteblad 2005-109 | Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 25 augustus 2005, 05BSD11597 | ||
16-10-2004 | 01-01-2003 | art. 8e | 05-10-2004 Gemeenteblad 2004-158 | Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 29 september 2004, 04BSD16936 | |
25-08-2003 | art. 15 | 09-08-2005 Gemeenteblad 2005-99 | Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 9 augustus 2005, BSD nr. 05/10646 | ||
15-03-2003 | 01-03-2003 | art. 19 | 11-03-2003 Gemeenteblad 2003-38 | Voorstel van de wethouder P&O, 5 maart, P&O nr. 03/1030 | |
15-03-2003 | art. 14, bijlage D, F | 11-03-2003 Gemeenteblad 2003-37 | Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 2003, P&O nr. 03/1315 | ||
21-09-2002 | art. 6, bijlage B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 17-09-2002 Gemeenteblad 2002-107 | Voorstel van de wethouder van P&O, 9 september 2002, P&O, nr. 02/3026 | ||
20-04-2002 | 01-03-2002 | art. 19 | 16-04-2002 Gemeenteblad 2002-49 | Voorstel van de wethouder van P&O, 10 april 2002, P&O nr. 02/1707 | |
01-01-2002 | art. 6, 11, 11a, 19, bijlage F | 13-11-2001 Gemeenteblad 2001-118 | Voorstel van de wethouder van P&O, 7 november 2001, P&O nr. 01/5083 | ||
01-01-2002 | bijlage B, B1, E, G | 20-11-2001 Gemeenteblad 2001-108 | Voorstel van de wethouder van P&O, 14 november 2001, P&O nr. 01/5083 | ||
13-12-2001 | 01-01-2001 | par. 1b, art. 8g | 07-12-2001 Gemeenteblad 2001-127 | Voorstel van de wethouder van P&O, 28 november 2001, P&O nr. 01/5510 | |
02-08-2001 | bijlage G | 31-07-2001 Gemeenteblad 2001-69 | Voorstel van de wethouder van P&O, 25 juli 2001, P&O nr. 00/5386 | ||
17-07-2001 | art. 6, bijlagen B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 15-07-2001 Gemeenteblad 2003-119 | Voorstel van de wethouder van Middelen, 9 juli 2003, P&O nr. 02/4590 | ||
20-04-2001 | art. 6, bijlage B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 17-04-2001 Gemeenteblad 2001-39 | Voorstel van de wethouder van P&O, 11 april 2001, P&O nr. 00/5386 | ||
15-03-2001 | 01-01-2002 | art. 6, 8c | 11-03-2003 Gemeenteblad 2003-36 | Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 2003, P&O nr. 03/1305 | |
10-03-2001 | art. 4a, 9, 11, 15, bijlage D(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 06-03-2001 Gemeenteblad 2001-15 | Voorstel van de wethouder van P&O, 28 februari 2001, P&O nr. 00/4326 | ||
01-03-2001 | art. 19 | 20-03-2001 Gemeenteblad 2001-25 | Voorstel van de wethouder van P&O, 14 maart 2001, P&O nr. 01/1243 | ||
03-08-2000 | bijlage B, B1, E, G | 25-07-2000 Gemeenteblad 2000-74 | Voorstel van de wethouder van P&O, 19 juli 2000, P&O/00/3779 | ||
29-04-2000 | art. 8a, bc, 8d, 8e, aanhef par. 1(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 25-04-2000 Gemeenteblad 2000-37 | Voorstel van de wethouder van P&O, 12 april 2000, P&O nr. 99/5316 | ||
01-03-2000 | art. 19 | 28-03-2000 Gemeenteblad 2000-21 | Voorstel van de wethouder van P&O, 22 maart 2000, P&O nr. 00/1619 | ||
12-02-2000 | art. 11, bijlage A(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 01-02-2000 Gemeenteblad 2000-6 | Voorstel van de wethouder van P&O, 26 januari 2000, P&O nr. 99/3298 | ||
29-04-1999 | art. 9, 10, 11 | 06-04-1999 Gemeenteblad 1999-28 | Voorstel van de wethouder van P&O, 31 maart 1999, P&O nr. 99/443 | ||
01-04-1999 | bijlage B, B1, E, G | 19-10-1999 Gemeenteblad 1999-83 | Voorstel van de wethouder van P&O, 13 oktober 1999, P&O nr. 99/4487 | ||
01-03-1999 | art. 19 | 09-03-1999 Gemeenteblad 1999-19 | Voorstel van de wethouder van P&O, 3 maart 1999, P&O nr. 99/1067 | ||
11-08-1998 | art. 8d, 11a, 15, aanhef par. 2(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 04-08-1998 Gemeenteblad 1998-98 | Voorstel van de wethouder van P&O, 4 augustus 1998, P&O nr. 98/342 | ||
07-05-1998 | art. 8a, 8c, 8d, aanhef par. 1a(met terugwerkende kracht tot 1-1-1998)Bijlage B, B1, E, G(met terugwerkende kracht tot 1-6-1997) | 28-04-1998 Gemeenteblad 1998-45 | Voorstel van de wethouder van P&O, 22 april 1998, P&O nr. 98/3026 | ||
23-04-1998 | 01-04-1998 | bijlage B, B1, E, G | 17-04-1998 Gemeenteblad 1998-34 | Voorstel van de wethouder van P&O, 8 april 1998, P&O nr. 98/2327 | |
01-03-1998 | art. 19 | 03-03-1998 Gemeenteblad 1998-9 | Voorstel van de wethouder van P&O, 25 februari 1998, P&O nr. 98/641 | ||
19-07-1997 | art. 1, 5, 6, 7, 8a, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 19, opschrift par. 1a, bijlage a, b, b1, c, e, g(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 15-07-1997 Gemeenteblad 1997-58 | Voorstel van de wethouder van P&O, 9 juli 1997, P&O nr. 97/4345 | ||
18-05-1997 | art. 2, 2a, 3, 6, 11a, bijlage B, B1(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht) | 07-05-1999 Gemeenteblad 1999-41 | Voorstel van de wethouder van P&O, 28 april 1999, P&O nr. 98/5946 | ||
01-03-1997 | art. 19, bijlage F | 11-03-1997 Gemeenteblad 1997-15 | Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 1997, P&O nr. 97/1895 | ||
01-01-1997 | art. 15, 18a | 26-11-1996 Gemeenteblad 1996-144 | Voorstel van de wethouder van P&O, 20 november 1996, P&O 96/70 | ||
01-07-1996 | art. 1, 1a, 2, 2a, 3, 8b, 9, 15, 16, 17, bijlage B, B1, D, G | 25-06-1996 Gemeenteblad 1996-87 | Voostel van de wethouder van P&O, 19 juni 1996, P&O nr. 96/2368 | ||
11-06-1996 | art. 1, bijlage B, Bz, C, E(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende data van inwerkingtreding met terugwerkende kracht. Bijlage Bz en de bijbehorende wijziging van art. 1 vervallen 1-1-1996) | 04-06-1996 Gemeenteblad 1996-74 | Voorstel van de wethouder van P&O, 29 mei 1996, P&O nr. 95/5837 | ||
11-01-1996 | 01-05-1995 | art. 2, 3, 5, 8a t/m 8e, 10, bijlage A | 05-01-1996 Gemeenteblad 1996-2 | Voorstel van de wethouder van P&O, 20 december 1995, P&O 95/6556 | |
01-01-1996 | art. 2, 16, 19, bijlage A, D | 12-12-1995 Gemeenteblad 1995-105 | Voorstel van de wethouder van P&O, 6 december 1995, P&O 95/4989 | ||
01-04-1995 | 01-01-1995 | Bijlage B, C, E, F | 28-03-1995 Gemeenteblad 1995-38 | Voorstel van de wethouder van P&O, 22 maart 1995, P&O nr, 94/5384 | |
01-03-1995 | art. 19 | 28-02-1995 Gemeenteblad 1995-32 | Voorstel van de wethoduer van P&O, 22 februari 1995, P&O nr. 94/3756 | ||
10-12-1994 | art. 19, (inwerkingtreding wijziging 1-1-1995)bijlage F(inwerkingtreding 10-12-1994, terugwerkend tot 1-1-1994) | 06-12-1994 Gemeenteblad 1994-162 | Voorstel van de wethouder van P&O, 30 november 1994, P&O nr, 94/3849 | ||
06-08-1994 | art. 18, 19, bijlage F | 02-08-1994 Gemeenteblad 1994-113 | Voostel van de wethouder van P&O, 27 juli 1994, P&O nr. 94/3616 | ||
09-06-1994 | 01-01-1994 | art. 11 | 24-05-1994 Gemeenteblad 1994-84 | Voorstel van de wethouder van P&O. 18 mei 1994, P&O nr. 93/5555 | |
05-03-1994 | 01-01-1994 | art. 1, 11, 19, bijlage A, B, C, D, E, F | 18-09-1994 Gemeenteblad 1994-45 | Voorstel van de wethouder van P&O, 16 februari 1994, P&O nr. 93/5876 | |
01-01-1994 | nieuwe regeling | 29-10-1993 Gemeenteblad 1993-80 | Voorstel van de wethouder van P&O, 26 oktober 1993, P&O nr. 93/4674 |
Paragraaf 1a. Bezoldiging personeel aangesteld in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris nog niet heeft bereikt, kan op grond van zeer goed functioneren of bij goed functioneren op grond van de onderlinge salarisverhoudingen een extra salarisverhoging tot een in de salarisklasse genoemd bedrag worden toegekend, voorzover daarmee het maximumsalaris niet wordt overschreden.
In afwijking van het derde lid kan het naasthogere bedrag in uitzonderlijke gevallen voor de eerste maal eerder, doch op zijn vroegst één jaar na het bereiken van het maximumsalaris worden toegekend, als de ambtenaar zijn betrekking blijkens een schriftelijke beoordeling op zeer goede wijze vervult.
In afwijking van artikel 3, eerste lid, wordt het salaris van de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, binnen de salarisklasse die voor hem geldt, verhoogd tot het naasthogere bedrag, als zijn functioneren aanleiding geeft tot de verwachting dat hij binnen redelijke termijn in staat zal zijn om zijn betrekking volledig en naar behoren te vervullen.
Indien de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, overgaat naar een hogere salarisklasse, kan het salaris worden verhoogd tot het naasthogere bedrag in die salarisklasse. Als die verhoging minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naasthogere salaris in dezelfde schaal, of -ingeval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet- 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naastlagere salaris in dezelfde schaal, dan vindt vermeerdering van salaris plaats tot het salaris dat direct volgt op het naasthogere salaris als bedoeld in het eerste lid.
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
Paragraaf 1b. Uitkering op grond van de Uitkeringsverordening functioneel leeftijdsontslag
Voor de berekening van de uitkering aan de voormalige medewerker die voor 1 januari 1999 met functioneel leeftijdsontslag is gegaan, wordt de bezoldiging waarover deze uitkering op grond van de verordening functioneel leeftijdsontslag wordt berekend, verhoogd met 3,631 % ( met een maximum van € 1.275,12 per jaar)
Paragraaf 2. Prestatiebeloning en toelagen
Om in aanmerking te kunnen komen voor een PPT dient de ambtenaar, met uitzondering van degenen die 55 jaar of ouder zijn, drie jaar het maximumsalaris van de functionele salarisklasse te hebben genoten. Voor degenen die 55 jaar of ouder zijn geldt dat het maximumsalaris van hun functionele salarisklasse één jaar moet zijn genoten.
Bij bevordering, waarbij sprake is van geven van salarisgarantie vanwege salarisachteruitgang en de bevordering met uitzondering van de PPT geen salarisperspectief meer biedt, kan de salarisgarantie worden verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de grootte van de laatst genoten periodiek in de oude, lagere functie. De salarisgarantie wordt verrekend met salarisverhogingen die niet het gevolg zijn van algemene salarisverhogingen.
In uitzonderlijke gevallen kan aan degenen die hun 55e levensjaar nog niet hebben bereikt eerder, doch op zijn vroegst één jaar na het bereiken van het maximumsalaris van de functionele salarisklasse, een PPT worden toegekend, als het functioneren dat volgens een schriftelijke beoordeling rechtvaardigt.
Aan de ambtenaar kan volgens door ons te stellen regels op grond va n arbeidsmarktoverwegingen een toelage op het salaris dat voor hem geldt, worden toegekend.
Aan de ambtenaar van wie voor enige tijd een extra inspanning wordt gevraagd in verband met het verrichten van tijdelijke extra werkzaamheden die het niveau of de omvang van de gebruikelijke werkzaamheden te boven gaan, kan volgens door ons te stellen regels een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend voor de duur van de werkzaamheden.
De ambtenaar die volgens een rooster in ploegendienst werkzaam is, geniet een vergoeding voor elk 's avonds, 's nachts, op zaterdag of zon- en feestdagen gewerkt uur. Deze vergoeding bedraagt voor ieder aldus gewerkt uur een percentage van het maximumsalaris van salarisklasse 5, genoemd in bijlage B.1, en wel:
De ambtenaar die, zonder in ploegendienst werkzaam te zijn, volgens een rooster geregeld of naar de aard van zijn betrekking vrij geregeld 's avonds, 's nachts, 's zaterdags of op zon- en feestdagen arbeid verricht, ontvangt een door ons vast te stellen vergoeding die in een redelijke verhouding staat tot de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, tenzij bij de vaststelling van de bezoldiging of overigens bij de regeling van zijn rechtstoestand met het bezwarende karakter van zijn arbeid rekening is gehouden.
Het verlof, bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, maar in de regel niet later dan dertien weken na de week waarin het overwerk is verricht, verleend. Op verzoek van de ambtenaar kan, als naar ons oordeel de belangen van de dienst en van de overige ambtenaren dat toelaten, van de vorige volzin worden afgeweken.
Vergoeding op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder b, vindt slechts plaats, als vergoeding op de wijze, bedoeld onder a, naar ons oordeel uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is. Vergoeding op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder c, vindt slechts plaats, als vergoeding op de wijze, bedoeld onder a en b, naar ons oordeel uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is.
Als de vergoeding voor overwerk plaatsvindt op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder b of c, wordt het bedrag van de vergoeding voor elk van de daarvoor in aanmerking komende uren berekend naar een percentage van het uurloon. Vindt vergoeding plaats op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder a, dan wordt de periode waarmee het verlof wordt vermeerderd, berekend naar een percentage van het aantal overuren van het overwerk. Deze percentages bedragen:
Aan de ambtenaar die is ingedeeld in één van de salarisklassen 11, 12 en 13, kan in bijzondere gevallen een vergoeding voor langdurig en aanzienlijk overwerk worden toegekend. De vergoeding wordt steeds toegekend, als hij gedurende acht aaneengesloten kalenderweken gedurende meer dan tien uren gemiddeld per week overwerk verricht. In dit geval heeft hij vanaf de eerste van die kalenderweken aanspraak op vergoeding van overwerk. De vergoeding vindt plaats op de voet van artikel 15, tweede tot en met zesde lid.
Aan de ambtenaar wiens functie is ingedeeld in één van de salarisklassen 11 tot en met 19, kan een vergoeding worden toegekend, voor zover hij ingevolge een schriftelijke opdracht buiten de feitelijke arbeidsduur per kwartaal meer dan vijf vergaderingen of bijeenkomsten van wijkraden, wijkopbouworganen, raadscommissies of projectgroepen bijwoont die een gemiddelde duur van tenminste twee uren hebben.
Als het verlenen van verlof uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is, wordt aan de ambtenaar een vergoeding toegekend van twee uurlonen, verhoogd met een toeslag van 50%, met dien verstande dat het uurloon niet meer bedraagt dan het uurloon van het maximumsalaris van salarisklasse 13 volgens bijlage B.1. bij dit besluit.
Aan de ambtenaar die ingevolge een hem daartoe verstrekte opdracht een andere betrekking volledig waarneemt, kan, als voor die betrekking een hogere salarisklasse geldt dan voor zijn betrekking, voor de duur van de waarneming een vergoeding worden toegekend. Deze vergoeding wordt naar rato van het aantal waargenomen uren berekend en komt overeen met het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naasthogere salaris in de salarislijn die gebruikelijk geldt voor de waar te nemen betrekking. Als het verschil minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naast hogere salaris in dezelfde schaal, of -in het geval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet- 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naast lagere salaris in dezelfde schaal, dan wordt het verschil genomen tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het salaris dat direct volgt op het naasthogere salaris in de salarislijn als bedoeld in het eerste lid.
Als een betrekking wordt waargenomen wegens ziekte van een ambtenaar en de waarneming wordt onderbroken door vakantie van de ambtenaar die waarneemt, of door herstel gedurende een tijdvak van ten hoogste veertien kalenderdagen van de ambtenaar wiens betrekking wordt waargenomen, wordt voor de toepassing van het tweede lid het tijdvak van de waarneming als aaneengesloten aangemerkt.
De ambtenaar die een andere betrekking volledig waarneemt waarvoor andere werktijden zijn vastgesteld dan voor zijn betrekking gelden, ontvangt - onverminderd het eerste lid - in zoverre op de waar te nemen betrekking artikel 14 van toepassing is, een vergoeding overeenkomstig dat artikel. Op de eerste twee dagen en op de eerste zaterdag en zondag van de waarneming ontvangt hij evenwel voor de uren die liggen buiten de voor zijn betrekking geldende werktijd, ten minste een bedrag gelijk aan de vergoeding, bedoeld in artikel 15, vijfde lid. Worden achtereenvolgens en zonder onderbreking twee of meer andere betrekkingen waargenomen, dan geldt dit als één geval van waarneming.
De ambtenaar die krachtens zijn aanstelling voor de waarneming van een betrekking waarvoor een hogere salarisklasse geldt, is aangewezen, kan aan dit artikel slechts aanspraak op vergoeding ontlenen, voor zover die waarneming langer dan drie maanden heeft geduurd of indien wij ook buiten dit geval vergoeding billijk achten.
De ambtenaar die het gehele jaar 2007 heeft deelgenomen aan bedrijfshulpverlening, EHBO of beiden, en in 2007 een vergoeding heeft ontvangen die hoger is dan die vermeld in het eerste lid, ontvangt een afbouwvergoeding.
Deze vergoeding bedraagt een percentage van het verschil tussen het bedrag uitgekeerd in 2007 en het bedrag dat uitgekeerd wordt in 2008.
Wanneer een gedeelte van het jaar 2007 is deelgenomen aan bedrijfshulpverlening dan wordt de afbouwvergoeding naar rato vastgesteld. Wanneer over de jaren 2005 t/m 2007 een verschillende vergoeding wegens bedrijfshulpverlening is toegekend wordt voor de vaststelling van de afbouwvergoeding van de hoogst toegekende vergoeding op jaarbasis uitgegaan.
Het Bezoldigingsbesluit (Gemeenteblad 1988 nr. 111, laatstelijk gewijzigd bij Gemeenteblad 1993 nr. 7) wordt ingetrokken.
Bijlage B (Oude Salarisstructuur - formeel vervallen per 01-01-2006)
Staat bevattende de betrekking, bedoeld in artikel 1, eerste lid van het Bezoldigingsbesluit 1993.percentage van het maximumsalaris van SK 5, genoemd in Bijlage B.1
1) Bedrag te berekenen volgens de vergoedingsregeling Wacht- en Waakdiensten.