Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Besluit ter uitvoering van het ambtenarenreglement

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit ter uitvoering van het ambtenarenreglement
CiteertitelBezoldigingsregeling 1993
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenreglement, art. 22, 27, 28, 29, 31, 32, 33, 35, 37 en 39

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-200903-03-200901-01-2020Art. 19

03-03-2009

Gemeenteblad 2009-29

Voorstel wethouder van Verkeer, Vervoer en Organisatied.d. 3 maart 2009, kenmerk: 250448
21-02-200901-01-2009Art. 6

17-02-2009

Gemeenteblad 2009-20

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 17 februari 2009; kenmerk 250630
10-04-2008Bijlage B1 en E, Art. 6

08-04-2008

Gemeenteblad 2008-42

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 8 april 2008; 109243
03-04-2008Art. 3, 9, 10

01-04-2008

Gemeenteblad 2008-38

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 1 april 2008; 102121
01-04-200801-01-2008Onderdeel D

01-04-2008

Gemeenteblad 2008-36

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 1 april 2008; 102146
01-01-2008art. 18, bijlage F

18-12-2007

Gemeenteblad, 2007-222

voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 18 december 2007, 07BSD66430
15-11-2007Art 1, lid 2, art 4a, 11, 14, lid 4, 5, 6, bijlage A

13-11-2007

Gemeenteblad 2007-183

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 13 november 2007; 07BSD53979;
18-10-200701-10-2007Paragraaf 1a

16-10-2007

Gemeenteblad 2007-159

Voorstel van de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie16 oktober 2007; 07BSD41827
02-08-2007Art. 10 lid 3

31-07-2007

Gemeenteblad 2007-127

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 31 juli 2007, 07BSD15702
05-07-200701-01-2007Art. 8c

03-07-2007

Gemeenteblad 2007-102

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 3 juli 2007, 07BSD17434
14-04-2007Art. 19 lid 1b

03-04-2007

Gemeenteblad 2007-53

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 3 april 2007, 07BSD02877
18-01-2007Art. 10 lid 3

09-01-2007

Gemeenteblad 2007-8

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie 19 januari 2007, 06BSD14555
21-12-200601-02-2006Bijl. B en G, B1 en E, art. 6, lid 1

19-12-2006

Gemeenteblad 2006-206

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer & Organisatie 19 december 2006, 06BSD14218
21-12-2006Art. 4a

19-12-2006

Gemeenteblad 2006-204

Voorstel wethouder Verkeer, Vervoer & Organisatie 19 december 2006, kenmerk ubr901
21-10-2006Art. 3

17-10-2006

Gemeenteblad 2006-140

Voorstel Verkeer, Vervoer & Organisatie 17 oktober 2006, 06BSD11226
12-07-200601-02-2006art. bijlage b, b1, e en g

11-07-2006

Gemeenteblad 2006-100

Voorstel wethouder Verkeer en vervoer en organisatie, 11 juli 2006, 06BSD07925
14-04-200601-06-2005art. 6, bijlage b, b1, e, g

21-03-2006

Gemeenteblad 2006-71

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 10 maart 2006, 06BSD03561
09-03-200601-03-2006art. 19

07-03-2006

Gemeenteblad 2006-49

Voorstel van de wethouder van Middelen en Sport, 28 februari 2006, 06BSD2717
16-02-2006art. 8a, 8c

14-02-2006

Gemeenteblad 2006-26

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 6 februari 2006, 06BSD01728
10-09-2005art. 1, 1a, 2, 2a, 3, 4a, 9, 9a, bijlage b, e, g(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende data van inwerkingtreding)

06-09-2005

Gemeenteblad 2005-109

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 25 augustus 2005, 05BSD11597
16-10-200401-01-2003art. 8e

05-10-2004

Gemeenteblad 2004-158

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 29 september 2004, 04BSD16936
25-08-2003art. 15

09-08-2005

Gemeenteblad 2005-99

Voorstel van de wethouder Middelen en Sport, 9 augustus 2005, BSD nr. 05/10646
15-03-200301-03-2003art. 19

11-03-2003

Gemeenteblad 2003-38

Voorstel van de wethouder P&O, 5 maart, P&O nr. 03/1030
15-03-2003art. 14, bijlage D, F

11-03-2003

Gemeenteblad 2003-37

Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 2003, P&O nr. 03/1315
21-09-2002art. 6, bijlage B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

17-09-2002

Gemeenteblad 2002-107

Voorstel van de wethouder van P&O, 9 september 2002, P&O, nr. 02/3026
20-04-200201-03-2002art. 19

16-04-2002

Gemeenteblad 2002-49

Voorstel van de wethouder van P&O, 10 april 2002, P&O nr. 02/1707
01-01-2002art. 6, 11, 11a, 19, bijlage F

13-11-2001

Gemeenteblad 2001-118

Voorstel van de wethouder van P&O, 7 november 2001, P&O nr. 01/5083
01-01-2002bijlage B, B1, E, G

20-11-2001

Gemeenteblad 2001-108

Voorstel van de wethouder van P&O, 14 november 2001, P&O nr. 01/5083
13-12-200101-01-2001par. 1b, art. 8g

07-12-2001

Gemeenteblad 2001-127

Voorstel van de wethouder van P&O, 28 november 2001, P&O nr. 01/5510
02-08-2001bijlage G

31-07-2001

Gemeenteblad 2001-69

Voorstel van de wethouder van P&O, 25 juli 2001, P&O nr. 00/5386
17-07-2001art. 6, bijlagen B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

15-07-2001

Gemeenteblad 2003-119

Voorstel van de wethouder van Middelen, 9 juli 2003, P&O nr. 02/4590
20-04-2001art. 6, bijlage B, B1, E, G(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

17-04-2001

Gemeenteblad 2001-39

Voorstel van de wethouder van P&O, 11 april 2001, P&O nr. 00/5386
15-03-200101-01-2002art. 6, 8c

11-03-2003

Gemeenteblad 2003-36

Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 2003, P&O nr. 03/1305
10-03-2001art. 4a, 9, 11, 15, bijlage D(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

06-03-2001

Gemeenteblad 2001-15

Voorstel van de wethouder van P&O, 28 februari 2001, P&O nr. 00/4326
01-03-2001art. 19

20-03-2001

Gemeenteblad 2001-25

Voorstel van de wethouder van P&O, 14 maart 2001, P&O nr. 01/1243
03-08-2000bijlage B, B1, E, G

25-07-2000

Gemeenteblad 2000-74

Voorstel van de wethouder van P&O, 19 juli 2000, P&O/00/3779
29-04-2000art. 8a, bc, 8d, 8e, aanhef par. 1(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

25-04-2000

Gemeenteblad 2000-37

Voorstel van de wethouder van P&O, 12 april 2000, P&O nr. 99/5316
01-03-2000art. 19

28-03-2000

Gemeenteblad 2000-21

Voorstel van de wethouder van P&O, 22 maart 2000, P&O nr. 00/1619
12-02-2000art. 11, bijlage A(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

01-02-2000

Gemeenteblad 2000-6

Voorstel van de wethouder van P&O, 26 januari 2000, P&O nr. 99/3298
29-04-1999art. 9, 10, 11

06-04-1999

Gemeenteblad 1999-28

Voorstel van de wethouder van P&O, 31 maart 1999, P&O nr. 99/443
01-04-1999bijlage B, B1, E, G

19-10-1999

Gemeenteblad 1999-83

Voorstel van de wethouder van P&O, 13 oktober 1999, P&O nr. 99/4487
01-03-1999art. 19

09-03-1999

Gemeenteblad 1999-19

Voorstel van de wethouder van P&O, 3 maart 1999, P&O nr. 99/1067
11-08-1998art. 8d, 11a, 15, aanhef par. 2(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

04-08-1998

Gemeenteblad 1998-98

Voorstel van de wethouder van P&O, 4 augustus 1998, P&O nr. 98/342
07-05-1998art. 8a, 8c, 8d, aanhef par. 1a(met terugwerkende kracht tot 1-1-1998)Bijlage B, B1, E, G(met terugwerkende kracht tot 1-6-1997)

28-04-1998

Gemeenteblad 1998-45

Voorstel van de wethouder van P&O, 22 april 1998, P&O nr. 98/3026
23-04-199801-04-1998bijlage B, B1, E, G

17-04-1998

Gemeenteblad 1998-34

Voorstel van de wethouder van P&O, 8 april 1998, P&O nr. 98/2327
01-03-1998art. 19

03-03-1998

Gemeenteblad 1998-9

Voorstel van de wethouder van P&O, 25 februari 1998, P&O nr. 98/641
19-07-1997art. 1, 5, 6, 7, 8a, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 19, opschrift par. 1a, bijlage a, b, b1, c, e, g(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

15-07-1997

Gemeenteblad 1997-58

Voorstel van de wethouder van P&O, 9 juli 1997, P&O nr. 97/4345
18-05-1997art. 2, 2a, 3, 6, 11a, bijlage B, B1(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende inwerkingtredingsdata met terugwerkende kracht)

07-05-1999

Gemeenteblad 1999-41

Voorstel van de wethouder van P&O, 28 april 1999, P&O nr. 98/5946
01-03-1997art. 19, bijlage F

11-03-1997

Gemeenteblad 1997-15

Voorstel van de wethouder van P&O, 5 maart 1997, P&O nr. 97/1895
01-01-1997art. 15, 18a

26-11-1996

Gemeenteblad 1996-144

Voorstel van de wethouder van P&O, 20 november 1996, P&O 96/70
01-07-1996art. 1, 1a, 2, 2a, 3, 8b, 9, 15, 16, 17, bijlage B, B1, D, G

25-06-1996

Gemeenteblad 1996-87

Voostel van de wethouder van P&O, 19 juni 1996, P&O nr. 96/2368
11-06-1996art. 1, bijlage B, Bz, C, E(de afzonderlijke wijzigingen hebben verschillende data van inwerkingtreding met terugwerkende kracht. Bijlage Bz en de bijbehorende wijziging van art. 1 vervallen 1-1-1996)

04-06-1996

Gemeenteblad 1996-74

Voorstel van de wethouder van P&O, 29 mei 1996, P&O nr. 95/5837
11-01-199601-05-1995art. 2, 3, 5, 8a t/m 8e, 10, bijlage A

05-01-1996

Gemeenteblad 1996-2

Voorstel van de wethouder van P&O, 20 december 1995, P&O 95/6556
01-01-1996art. 2, 16, 19, bijlage A, D

12-12-1995

Gemeenteblad 1995-105

Voorstel van de wethouder van P&O, 6 december 1995, P&O 95/4989
01-04-199501-01-1995Bijlage B, C, E, F

28-03-1995

Gemeenteblad 1995-38

Voorstel van de wethouder van P&O, 22 maart 1995, P&O nr, 94/5384
01-03-1995art. 19

28-02-1995

Gemeenteblad 1995-32

Voorstel van de wethoduer van P&O, 22 februari 1995, P&O nr. 94/3756
10-12-1994art. 19, (inwerkingtreding wijziging 1-1-1995)bijlage F(inwerkingtreding 10-12-1994, terugwerkend tot 1-1-1994)

06-12-1994

Gemeenteblad 1994-162

Voorstel van de wethouder van P&O, 30 november 1994, P&O nr, 94/3849
06-08-1994art. 18, 19, bijlage F

02-08-1994

Gemeenteblad 1994-113

Voostel van de wethouder van P&O, 27 juli 1994, P&O nr. 94/3616
09-06-199401-01-1994art. 11

24-05-1994

Gemeenteblad 1994-84

Voorstel van de wethouder van P&O. 18 mei 1994, P&O nr. 93/5555
05-03-199401-01-1994art. 1, 11, 19, bijlage A, B, C, D, E, F

18-09-1994

Gemeenteblad 1994-45

Voorstel van de wethouder van P&O, 16 februari 1994, P&O nr. 93/5876
01-01-1994nieuwe regeling

29-10-1993

Gemeenteblad 1993-80

Voorstel van de wethouder van P&O, 26 oktober 1993, P&O nr. 93/4674

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit ter uitvoering van het ambtenarenreglement

Burgemeester en wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder van Personeels- en Organisatiezaken d.d. 26 oktober 1993, P&O nr. 93/4674;

Gelet op de artikelen 22, 27, 28, 29, 31, 32, 35, 37 en 39 van het Ambtenarenreglement;

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende

Besluit ter uitvoering van het Ambtenarenreglement.

Paragraaf 1. Het salaris

Artikel 1
  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar wiens betrekking als een nevenfunctie moet worden beschouwd, wordt bepaald overeenkomstig bijlage D bij dit besluit.

  • 2.

    Het salaris van de ambtenaar die behoort tot het rijdend personeel van de voormalige dienst Rotterdamse Elektrische Tram, wordt bepaald overeenkomstig bijlage E bij dit besluit.

  • 3.

    Het salaris van de ambtenaar die niet behoort tot een van de personeelsgroepen, bedoeld in in de vorige leden, wordt bepaald overeenkomstig bijlage B.1 bij dit besluit

Paragraaf 1a. Bezoldiging personeel aangesteld in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen

[Vervallen]

Artikel 2
  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar bedoeld in artikel 1, lid 3, wordt bepaald op het minimumbedrag, anciënniteit 0 van de salarisklasse, waarnaar zijn betrekking is gewaardeerd.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid kan aan de ambtenaar die zijn functie nog niet volledig en naar behoren vervult, een salaris worden toegekend dat is vermeld achter een lagere salarisklasse dan waarnaar zijn betrekking is gewaardeerd.

  • 3.

    Van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken door het toekennen van een salaris met een hogere anciënniteit.

Artikel 2a

[Vervallen]

Artikel 3
  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar wordt jaarlijks binnen de salarisklasse die voor hem geldt, verhoogd tot het naasthogere bedrag, als hij zijn betrekking voldoende vervult.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris nog niet heeft bereikt, kan op grond van zeer goed functioneren of bij goed functioneren op grond van de onderlinge salarisverhoudingen een extra salarisverhoging tot een in de salarisklasse genoemd bedrag worden toegekend, voorzover daarmee het maximumsalaris niet wordt overschreden.

  • 3.

    Als aan de voorwaarde, gesteld in het eerste lid, niet wordt voldaan, blijft salarisverhoging achterwege, totdat aan die voorwaarde is voldaan.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan het naasthogere bedrag in uitzonderlijke gevallen voor de eerste maal eerder, doch op zijn vroegst één jaar na het bereiken van het maximumsalaris worden toegekend, als de ambtenaar zijn betrekking blijkens een schriftelijke beoordeling op zeer goede wijze vervult.

Artikel 4

In afwijking van artikel 3, eerste lid, wordt het salaris van de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, binnen de salarisklasse die voor hem geldt, verhoogd tot het naasthogere bedrag, als zijn functioneren aanleiding geeft tot de verwachting dat hij binnen redelijke termijn in staat zal zijn om zijn betrekking volledig en naar behoren te vervullen.

Artikel 4a

[vervallen]

Artikel 5

Indien de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, overgaat naar een hogere salarisklasse, kan het salaris worden verhoogd tot het naasthogere bedrag in die salarisklasse. Als die verhoging minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naasthogere salaris in dezelfde schaal, of -ingeval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet- 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naastlagere salaris in dezelfde schaal, dan vindt vermeerdering van salaris plaats tot het salaris dat direct volgt op het naasthogere salaris als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6
  • 1.

    De minimumvakantietoelage, bedoeld in artikel 33, vierde lid, van het Ambtenarenreglement, bedraagt € 145,92

  • 2.

    De eindejaarstoelage, bedoeld in artikel 36a van het Ambtenarenreglement, bedraagt per kalendermaand 5% van het salaris en de garantietoelage die voor hem in die maand gelden. De eindejaarstoelage bedraagt bij een volledige betrekking ten minste € 836,-- per jaar.

  • 3.

    De Rotterdamse eindejaarstoelage, bedoeld in artikel 36a van het Ambtenarenreglement, bedraagt € 150,- per jaar bij een volledige betrekking.

  • 4.

    Bij een onvolledige betrekking worden de in het tweede en derde lid genoemde bedragen naar evenredigheid van de formele arbeidsduur vastgesteld.

Artikel 7

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 8
  • 1.

    De bezoldiging wordt maandelijks uitbetaald op de 25e dag van de maand of, wanneer deze dag op een zaterdag, zondag of feestdag valt, op de laatste daaraan voorafgaande werkdag.

  • 2.

    Als het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

  • 3.

    De uitbetaling van bezoldiging vindt plaats door overmaking op een post- of bankrekening die door de ambtenaar wordt aangewezen.

  • 4.

    Van het derde lid kan worden afgeweken, als daartoe naar ons oordeel op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Paragraaf 1b. Uitkering op grond van de Uitkeringsverordening functioneel leeftijdsontslag

Artikel 8g

Voor de berekening van de uitkering aan de voormalige medewerker die voor 1 januari 1999 met functioneel leeftijdsontslag is gegaan, wordt de bezoldiging waarover deze uitkering op grond van de verordening functioneel leeftijdsontslag wordt berekend, verhoogd met 3,631 % ( met een maximum van € 1.275,12 per jaar)

Paragraaf 2. Prestatiebeloning en toelagen

Artikel 9
  • 1.

    Aan de ambtenaar kan onder voorwaarden een persoonlijke prestatietoelage (PPT) worden toegekend, bestaande uit een percentage van het maximumsalaris van de functionele salarisklasse. Dit percentage bedraagt achtereenvolgens 4%, 8% of 12%.

  • 2.

    Tussen de wijzigingen van de in het vorige lid genoemde percentages ligt minimaal één en maximaal drie jaar.

  • 3.

    Om in aanmerking te kunnen komen voor een PPT dient de ambtenaar, met uitzondering van degenen die 55 jaar of ouder zijn, drie jaar het maximumsalaris van de functionele salarisklasse te hebben genoten. Voor degenen die 55 jaar of ouder zijn geldt dat het maximumsalaris van hun functionele salarisklasse één jaar moet zijn genoten.

  • 4.

    Naast het bepaalde in lid drie, dient de ambtenaar ingedeeld in de functionele salarisklasse 1 t/m 6 goed te hebben gefunctioneerd. Goed functioneren wil zeggen dat het functioneren volledig beantwoordt aan de redelijkerwijs te stellen eisen.

  • 5.

    Naast het bepaalde in lid drie, dient de ambtenaar ingedeeld in de functionele salarisklasse 7 t/m 11 naast goed functioneren tevens op twee aspecten van zijn functioneren boven goed uit te stijgen (uitstekend).

  • 6.

    Aan het toekennen van een PPT, intrekken of wijzigen van het percentage dient een schriftelijke beoordeling ten grondslag te liggen.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan, indien sprake is van volledige afwezigheid van lange duur of volledige ziekte van lange duur, het PPT-percentage worden gehandhaafd zonder dat hier een schriftelijke beoordeling aan ten grondslag ligt.

  • 8.

    Als het functioneren van de ambtenaar volgens een schriftelijke beoordeling niet meer voldoet aan de voorwaarden vermeld in het vierde en vijfde lid kan de PPT gedeeltelijk of geheel worden ingetrokken.

  • 9.

    Bij bevordering, waarbij sprake is van geven van salarisgarantie vanwege salarisachteruitgang en de bevordering met uitzondering van de PPT geen salarisperspectief meer biedt, kan de salarisgarantie worden verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de grootte van de laatst genoten periodiek in de oude, lagere functie. De salarisgarantie wordt verrekend met salarisverhogingen die niet het gevolg zijn van algemene salarisverhogingen.

  • 10.

    In uitzonderlijke gevallen kan aan degenen die hun 55e levensjaar nog niet hebben bereikt eerder, doch op zijn vroegst één jaar na het bereiken van het maximumsalaris van de functionele salarisklasse, een PPT worden toegekend, als het functioneren dat volgens een schriftelijke beoordeling rechtvaardigt.

  • 11.

    Wanneer een functie een indicatief functieniveau heeft en aan het wachttijdcriterium en het functioneringsvereiste wordt voldaan, kan een PPT worden toegekend. Na vaststelling van de functionele salarisklasse wordt de PPT hierop gebaseerd.

Artikel 9a
  • 1.

    De ambtenaren die een PPT genieten, of krijgen in het kader van omschaling naar de NS-schaal, maar niet voldoen aan het functioneringsvereiste van artikel 9 lid 4 en 5, krijgen onder behoud van de PPT, twee jaar de gelegenheid om hieraan te gaan voldoen.

  • 2.

    Indien na twee jaar blijkt dat er sprake is van dusdanige vooruitgang in functioneren dat verwacht wordt dat binnen één jaar aan het gestelde functioneringsvereiste wordt voldaan mag de in het eerste lid vermelde termijn van twee jaar met één jaar worden verlengd.

  • 3.

    Indien na de overgangsperiode sprake is van intrekking van de PPT dan geschiedt deze in beginsel met 4% per beoordelingsperiode.

Artikel 10
  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens functie is ingedeeld in één van de salarisklassen 12 tot en met 19, kan een persoonlijke prestatie-uitkering (PPU) worden toegekend, als hij:

    • a.

      gedurende twee jaren het maximumsalaris van de functionele salarisklasse heeft genoten;

    • b.

      zijn betrekking blijkens een schriftelijke beoordeling op uitstekende wijze vervult.

  • 2.

    De PPU is gelijk aan anderhalf maal het maximumsalaris van de functionele salarisklasse, behorend bij de maand december van het jaar waarin de aanspraak op de PPU ontstaat, met dien verstande dat het bedrag naar evenredigheid van de gemiddelde formele arbeidsduur in dat jaar wordt vastgesteld.

  • 3.

    De PPU kan één keer per kalenderjaar worden toegekend aan hen die aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden voldoen.

Artikel 11

[vervallen]

Artikel 11a
  • 1.

    Aan de ambtenaar kan een gratificatie worden toegekend als hij:

    • -

      een eenmalige bijzondere prestatie heeft verricht, of

    • -

      gedurende vele jaren zeer goede prestaties verricht en de waardering voor die prestaties niet door middel van een salarisverhoging tot uitdrukking kan worden gebracht.

  • 2.

    Een gratificatie wordt bruto toegekend en bedraagt tenminste € 70,- en ten hoogste € 4000,-.

Artikel 12

Aan de ambtenaar kan volgens door ons te stellen regels op grond va n arbeidsmarktoverwegingen een toelage op het salaris dat voor hem geldt, worden toegekend.

Artikel 13

Aan de ambtenaar van wie voor enige tijd een extra inspanning wordt gevraagd in verband met het verrichten van tijdelijke extra werkzaamheden die het niveau of de omvang van de gebruikelijke werkzaamheden te boven gaan, kan volgens door ons te stellen regels een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend voor de duur van de werkzaamheden. 

Paragraaf 3. Vergoedingen

Artikel 14
  • 1.

    De ambtenaar die volgens een rooster in ploegendienst werkzaam is, geniet een vergoeding voor elk 's avonds, 's nachts, op zaterdag of zon- en feestdagen gewerkt uur. Deze vergoeding bedraagt voor ieder aldus gewerkt uur een percentage van het maximumsalaris van salarisklasse 5, genoemd in bijlage B.1, en wel:

    • a.

      0,345% voor de uren op zaterdag tussen 22.00 en 24.00 uur, alle uren op zon- en feestdagen en op maandag tussen 00.00 en 06.00 uur;

    • b.

      0,235% voor de uren op zaterdag tussen 00.00 en 22.00 uur, op maandag tot en met vrijdag tussen 22.00 en 24.00 uur en op dinsdag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur;

    • c.

      0,178% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 en 22.00 uur.

  • 2.

    De ambtenaar die, zonder in ploegendienst werkzaam te zijn, volgens een rooster geregeld of naar de aard van zijn betrekking vrij geregeld 's avonds, 's nachts, 's zaterdags of op zon- en feestdagen arbeid verricht, ontvangt een door ons vast te stellen vergoeding die in een redelijke verhouding staat tot de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, tenzij bij de vaststelling van de bezoldiging of overigens bij de regeling van zijn rechtstoestand met het bezwarende karakter van zijn arbeid rekening is gehouden.

  • 3.

    De vergoeding, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt afhankelijk van de aard van het rooster uitgedrukt in een vaste of variabele maandelijkse toelage.

  • 4.

    [vervallen]

  • 5.

    [vervallen]

  • 6.

    [vervallen]

Artikel 15
  • 1.

    De ambtenaar die is ingedeeld in één van de salarisklassen 1 tot en met 10, die overwerk verricht, ontvangt daarvoor een vergoeding overeenkomstig de volgende leden.

  • 2.

    De vergoeding voor overwerk kan bestaan uit:

    • a.

      verlof gedurende een periode gelijk aan het aantal uren van het overwerk, vermeerderd met een periode berekend naar de percentages, genoemd in het vijfde lid, of

    • b.

      verlof gedurende een periode gelijk aan het aantal uren van het overwerk, onder toekenning van een bedrag dat over die uren wordt berekend overeenkomstig het vijfde lid, of

    • c.

      een bedrag dat wordt berekend overeenkomstig het vijfde lid, waarbij de in dat lid genoemde percentages worden vermeerderd met 100.

  • 3.

    Het verlof, bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, maar in de regel niet later dan dertien weken na de week waarin het overwerk is verricht, verleend. Op verzoek van de ambtenaar kan, als naar ons oordeel de belangen van de dienst en van de overige ambtenaren dat toelaten, van de vorige volzin worden afgeweken.

  • 4.

    Vergoeding op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder b, vindt slechts plaats, als vergoeding op de wijze, bedoeld onder a, naar ons oordeel uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is. Vergoeding op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder c, vindt slechts plaats, als vergoeding op de wijze, bedoeld onder a en b, naar ons oordeel uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is.

  • 5.
    • a.

      Als de vergoeding voor overwerk plaatsvindt op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder b of c, wordt het bedrag van de vergoeding voor elk van de daarvoor in aanmerking komende uren berekend naar een percentage van het uurloon. Vindt vergoeding plaats op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onder a, dan wordt de periode waarmee het verlof wordt vermeerderd, berekend naar een percentage van het aantal overuren van het overwerk. Deze percentages bedragen:

      • 1.

        100 voor overwerk op:

        • a.

          zaterdag tussen 14.00 en 24.00 uur;

        • b.

          een zon- of feestdag en - bij wisselende werktijden - op een dienstvrije dag die aangewezen is als vervangende zon- of feestdag;

      • 2.

        75 voor overwerk op:

        • a.

          zaterdag tussen 00.00 en 14.00 uur;

        • b.

          een vervangende zaterdag die - bij wisselende werktijden - als dienstvrije dag is aangewezen;

        • c.

          maandag en - bij wisselende werktijden - op een daarmee gelijk te stellen dag tussen 00.00 en 6.00 uur;

      • 3.

        50 voor overwerk op maandag tot en met vrijdag en op roostervrije tijd, behoudens het bepaalde onder 2 en 4;

      • 4.
        • a.

          25 voor overwerk in het eerste uur voorafgaande aan het begin of aansluitend aan het einde van de werktijd.

        • b.

          Is voor de ambtenaar volgens rooster een zaterdag, een zondag of een feestdag als dienstdag aangewezen, dan geldt voor overwerk op deze dagen het bepaalde onder a, onder 3 en 4.

  • 6.

    Wij kunnen voor gelijke werkzaamheden die door ambtenaren met een verschillende bezoldiging en eventueel verschillende betrekkingen de te zamen en gelijktijdig als overwerk moeten worden verricht, een gelijke naar ons oordeel redelijke vergoeding vaststellen.

  • 7.

    De voorgaande leden zijn niet van toepassing op overwerk dat voortvloeit uit één van de verplichtingen bedoeld in artikel 112 van het Ambtenarenreglement. Wij regelen afzonderlijk vergoeding voor zodanig overwerk.

  • 8.

    Dit artikel is niet van toepassing op het personeel van de Dienst Gemeentelijke Kunstgebouwen dat anders dan in volledige betrekking werkzaam is in een evenementsgebonden betrekking. Wij stellen nadere regels voor de vergoeding voor overwerk van dit personeel.

  • 9.

    Dit artikel is niet van toepassing op degenen die een wacht- en waakdienstwerktoelage of piketwerktoelage krijgen.

  • 10.

    Indien de betaling van overwerk 10% van de bezoldiging overschrijdt, dient voor het verrichten van overwerk toestemming te worden gevraagd aan burgemeester en wethouders.

Artikel 16
  • 1.

    Aan de ambtenaar die is ingedeeld in één van de salarisklassen 11, 12 en 13, kan in bijzondere gevallen een vergoeding voor langdurig en aanzienlijk overwerk worden toegekend. De vergoeding wordt steeds toegekend, als hij gedurende acht aaneengesloten kalenderweken gedurende meer dan tien uren gemiddeld per week overwerk verricht. In dit geval heeft hij vanaf de eerste van die kalenderweken aanspraak op vergoeding van overwerk. De vergoeding vindt plaats op de voet van artikel 15, tweede tot en met zesde lid.

  • 2.

    Aan de ambtenaar wiens functie is ingedeeld in één van de salarisklassen 11 tot en met 19, kan een vergoeding worden toegekend, voor zover hij ingevolge een schriftelijke opdracht buiten de feitelijke arbeidsduur per kwartaal meer dan vijf vergaderingen of bijeenkomsten van wijkraden, wijkopbouworganen, raadscommissies of projectgroepen bijwoont die een gemiddelde duur van tenminste twee uren hebben.

  • 3.

    De vergoeding bedraagt per vergadering of bijeenkomst van ten minste twee uren: vier uren verlof.

  • 4.

    Als het verlenen van verlof uit een oogpunt van dienstbelang ongewenst is, wordt aan de ambtenaar een vergoeding toegekend van twee uurlonen, verhoogd met een toeslag van 50%, met dien verstande dat het uurloon niet meer bedraagt dan het uurloon van het maximumsalaris van salarisklasse 13 volgens bijlage B.1. bij dit besluit.

  • 5.

    Het tweede tot en met het vierde lid zijn niet van toepassing, als de ambtenaar voor het bijwonen van vergaderingen of bijeenkomsten een vergoeding ontvangt op grond van het eerste lid.

Artikel 17
  • 1.

    Aan de ambtenaar die ingevolge een hem daartoe verstrekte opdracht een andere betrekking volledig waarneemt, kan, als voor die betrekking een hogere salarisklasse geldt dan voor zijn betrekking, voor de duur van de waarneming een vergoeding worden toegekend. Deze vergoeding wordt naar rato van het aantal waargenomen uren berekend en komt overeen met het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naasthogere salaris in de salarislijn die gebruikelijk geldt voor de waar te nemen betrekking. Als het verschil minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naast hogere salaris in dezelfde schaal, of -in het geval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet- 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naast lagere salaris in dezelfde schaal, dan wordt het verschil genomen tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het salaris dat direct volgt op het naasthogere salaris in de salarislijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 2.

    De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt eerst toegekend, nadat de waarneming ten minste een aaneengesloten tijdvak van dertig kalenderdagen heeft geduurd, te rekenen vanaf de eerste dienstdag van de waarneming.

  • 3.

    Als een betrekking wordt waargenomen wegens ziekte van een ambtenaar en de waarneming wordt onderbroken door vakantie van de ambtenaar die waarneemt, of door herstel gedurende een tijdvak van ten hoogste veertien kalenderdagen van de ambtenaar wiens betrekking wordt waargenomen, wordt voor de toepassing van het tweede lid het tijdvak van de waarneming als aaneengesloten aangemerkt.

  • 4.

    De ambtenaar die een andere betrekking volledig waarneemt waarvoor andere werktijden zijn vastgesteld dan voor zijn betrekking gelden, ontvangt - onverminderd het eerste lid - in zoverre op de waar te nemen betrekking artikel 14 van toepassing is, een vergoeding overeenkomstig dat artikel. Op de eerste twee dagen en op de eerste zaterdag en zondag van de waarneming ontvangt hij evenwel voor de uren die liggen buiten de voor zijn betrekking geldende werktijd, ten minste een bedrag gelijk aan de vergoeding, bedoeld in artikel 15, vijfde lid. Worden achtereenvolgens en zonder onderbreking twee of meer andere betrekkingen waargenomen, dan geldt dit als één geval van waarneming.

  • 5.

    Wij kunnen een uitkering-ineens toekennen aan de ambtenaar die een andere betrekking niet volledig waarneemt.

  • 6.

    De ambtenaar die krachtens zijn aanstelling voor de waarneming van een betrekking waarvoor een hogere salarisklasse geldt, is aangewezen, kan aan dit artikel slechts aanspraak op vergoeding ontlenen, voor zover die waarneming langer dan drie maanden heeft geduurd of indien wij ook buiten dit geval vergoeding billijk achten.

  • 7.

    Wij kunnen in gevallen van waarneming waarin dit artikel niet of niet voldoende voorziet, een naar ons oordeel billijke vergoeding toekennen.

Artikel 18
  • 1.

    Een ambtenaar die is aangewezen als bedrijfshulpverlener, EHBO-er of beiden, ontvangt op jaarbasis een vergoeding die 10% bedraagt van het maximum schaalbedrag van salarisklasse 6 opgenomen in bijlage B.1.

  • 2.

    Van het eerste lid is uitgesloten de ambtenaar:

    • a.

      in wiens functiebeschrijving wordt vermeld dat hij aangewezen is als bedrijfshulpverlener, EHBO-er of beiden;

    • b.

      die een publieksfunctie vervult.

  • 3.

    De ambtenaar vermeld in het eerste lid kan de opleiding tot bedrijfshulpverlener en EHBO-er, alsmede vervolgopleidingen, tijdens werktijd en op kosten van de gemeente volgen.

  • 4.

    De ambtenaar die het gehele jaar 2007 heeft deelgenomen aan bedrijfshulpverlening, EHBO of beiden, en in 2007 een vergoeding heeft ontvangen die hoger is dan die vermeld in het eerste lid, ontvangt een afbouwvergoeding.

    Deze vergoeding bedraagt een percentage van het verschil tussen het bedrag uitgekeerd in 2007 en het bedrag dat uitgekeerd wordt in 2008.

    Dit percentage bedraagt:

    • a.

      75% in het jaar 2008;

    • b.

      50% in het jaar 2009;

    • c.

      25% in het jaar 2010.

  • 5.

    Wanneer een gedeelte van het jaar 2007 is deelgenomen aan bedrijfshulpverlening dan wordt de afbouwvergoeding naar rato vastgesteld. Wanneer over de jaren 2005 t/m 2007 een verschillende vergoeding wegens bedrijfshulpverlening is toegekend wordt voor de vaststelling van de afbouwvergoeding van de hoogst toegekende vergoeding op jaarbasis uitgegaan.

  • 6.

    De afbouwvergoeding vervalt als de ambtenaar niet langer is aangewezen als bedrijfshulpverlener, EHBO-er of beiden.

Artikel 18a
  • 1.

    De ambtenaar wiens werktijd -anders dan op eigen verzoek- wordt verschoven, ontvangt daarvoor een vergoeding:

    • a.

      indien, zonder dat het dienstbelang dit vereist, binnen een maand voor de aanvang van de oorspronkelijke werktijd hem deze verschuiving van werktijd wordt aangezegd;

    • b.

      indien het dienstbelang dit vereist en binnen 72 uur voor de aanvang van de oorspronkelijke werktijd hem deze verschuiving van werktijd wordt aangezegd.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor elk uur dat verschoven wordt 25% van het uurloon.

Paragraaf 4. Kortingen

Artikel 19
  • 1.

    Op het salaris van de ambtenaar worden gekort:

    • a.

      voor een dienstwoning: 75% van de jaarlijks vast te stellen huurwaarde van de woning met een maximum van 13% van het salaris van de ambtenaar;

    • b.

      voor huisverwarming: ten hoogste 3,3% van het salaris met een maximum van € 108,99 (per 1 maart 2007) per maand.

  • 2.

    Onder salaris als bedoeld in het eerste lid wordt bij een onvolledige betrekking verstaan: het bij een volledige betrekking geldende salaris.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 20

Het Bezoldigingsbesluit (Gemeenteblad 1988 nr. 111, laatstelijk gewijzigd bij Gemeenteblad 1993 nr. 7) wordt ingetrokken.

Artikel 21

Dit besluit treedt in werking 1 januari 1994.

Artikel 22

Regels berustend op een of meer artikelen van het Bezoldigingsbesluit, genoemd in artikel 20, worden voor zoveel nodig geacht te zijn vastgesteld op grond van de overeenkomstige bepalingen van dit besluit.

Artikel 23

Dit besluit wordt aangehaald als: Bezoldigingsbesluit 1993.

Rotterdam, 29 oktober 1993.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De Secretaris

N.van Eck

De Burgemeester

P.O.Vermeulen, l.b.

Bijlage A

[vervallen]

Bijlage B (Oude Salarisstructuur - formeel vervallen per 01-01-2006)

Bevattende de salarisschalen voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1a,

eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit 1993.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL A

SCHAAL 1

SCHAAL 2

SCHAAL 3

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1283

0

1378

0

1408

0

1439

1

1330

1

1439

1

1471

1

1471

2

1378

2

1500

2

1528

2

1528

3

1439

3

1540

3

1594

3

1594

4

1500

U06

1561

4

1638

4

1688

5

1540

U08

1594

U07

1688

5

1747

 

 

U10

1638

U09

1747

6

1806

 

 

 

 

U11

1806

U09

1862

 

 

 

 

 

 

U11

1918

 

 

 

 

 

 

U13

1971

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 4

SCHAAL 5

SCHAAL 6

SCHAAL 7

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1471

0

1528

0

1638

0

1862

1

1500

1

1594

1

1688

1

1918

2

1561

2

1688

2

1806

2

2025

3

1638

3

1806

3

1918

3

2130

4

1747

4

1862

4

1971

4

2185

5

1806

5

1918

5

2025

5

2238

6

1862

6

1971

6

2078

6

2289

7

1918

7

2025

7

2130

7

2344

U10

1971

8

2078

8

2185

8

2400

U12

2025

U11

2130

9

2238

9

2459

U14

2078

U13

2185

10

2289

10

2525

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 8

SCHAAL 9

SCHAAL 10

SCHAAL 11

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

2130

0

2344

0

2238

0

3014

1

2238

1

2459

1

2344

1

3128

2

2344

2

2586

2

2459

2

3230

3

2459

3

2696

3

2586

3

3332

4

2525

4

2809

4

2696

4

3434

5

2586

5

2911

5

2809

5

3548

6

2638

6

3014

6

2911

6

3661

7

2696

7

3128

7

3014

7

3767

8

2754

8

3230

8

3128

8

3874

9

2809

 

 

9

3230

9

3980

10

2860

 

 

10

3332

10

4083

 

 

 

 

11

3434

11

4138

 

 

 

 

12

3548

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 12

SCHAAL 13

SCHAAL 14

SCHAAL 15

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

3661

0

4192

0

4401

0

4774

1

3767

1

4298

1

4508

1

4908

2

3874

2

4401

2

4641

2

5042

3

3980

3

4508

3

4774

3

5175

4

4083

4

4641

4

4908

4

5316

5

4192

5

4774

5

5042

5

5461

6

4298

6

4908

6

5175

6

5610

7

4401

7

5042

7

5316

7

5788

8

4508

8

5106

8

5461

8

5973

9

4641

 

 

9

5610

9

6164

10

4707

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 16

SCHAAL 17

SCHAAL 18

SCHAAL 19

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

5175

0

5610

0

6164

 

8719

5316

1

5788

1

6360

 

 

5461

2

5973

2

6563

 

 

5610

3

6164

3

6773

 

 

5788

4

6360

4

6989

 

 

5973

5

6563

5

7212

 

 

6164

6

6773

6

7443

 

 

6360

7

6989

7

7681

 

 

6563

8

7212

8

7926

 

 

6773

9

7443

9

8180

 

 

Bijlage B.1 (Nieuwe Salarisstructuur)

Bevattende de salarisschalen voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1a,

 

tweede lid, van het Bezoldigingsbesluit 1993.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2008)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pn

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

pn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1283

1314

1348

1388

1429

1527

1719

1974

2196

2372

0

1

1314

1359

1406

1452

1500

1599

1793

2056

2292

2485

1

2

1347

1405

1463

1516

1570

1671

1868

2138

2387

2597

2

3

1380

1451

1521

1579

1640

1742

1942

2220

2482

2710

3

4

1413

1496

1578

1643

1711

1814

2017

2302

2578

2822

4

5

1446

1542

1636

1707

1781

1886

2091

2383

2673

2935

5

6

1480

1587

1693

1771

1851

1957

2166

2466

2769

3047

6

7

1513

1633

1751

1835

1921

2029

2240

2548

2865

3160

7

8

1546

1678

1808

1900

1992

2101

2315

2630

2960

3272

8

9

1579

1724

1866

1963

2063

2172

2389

2711

3056

3385

9

10

1612

1770

1923

2027

2133

2244

2463

2793

3151

3497

10

11

1646

1815

1981

2091

2203

2316

2538

2875

3247

3610

11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2008)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pn

11

12

13

14

15

16

17

18

19

 

pn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

2851

3434

3840

4082

4392

4707

5213

5783

8762

 

0

1

2971

3554

3957

4224

4557

4898

5419

6005

 

 

1

2

3090

3673

4075

4366

4721

5089

5625

6226

 

 

2

3

3210

3790

4192

4507

4884

5280

5831

6448

 

 

3

4

3330

3908

4309

4649

5048

5471

6037

6669

 

 

4

5

3450

4025

4427

4791

5212

5662

6243

6891

 

 

5

6

3570

4142

4544

4933

5377

5853

6449

7112

 

 

6

7

3688

4260

4662

5075

5541

6044

6655

7334

 

 

7

8

3806

4377

4780

5217

5705

6234

6861

7555

 

 

8

9

3923

4495

4896

5359

5868

6426

7067

7777

 

 

9

10

4041

4612

5014

5501

6033

6617

7273

7998

 

 

10

11

4159

4730

5132

5643

6197

6808

7479

8220

 

 

11

Bijlage C.

(vervallen)

Bijlage D.

Staat bevattende de betrekking, bedoeld in artikel 1, eerste lid van het Bezoldigingsbesluit 1993.percentage van het maximumsalaris van SK 5, genoemd in Bijlage B.1

  • a.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen door verenigingen enz.   12.194

  • b.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen in resp. Hoek van Holland en Pernis door verenigingen enz.     6.099

  • c.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het gebruik van gemeentelijke sportterreinen en recreatieobjecten       7.732

  • d.

    Beiaardier, per bespeling       5.347

  • e.

    Gemeente-arts, te Hoek van Holland    10.098

  • f.

    Organist Raadhuis (150 bespelingen per jaar)  35.112

  • g.

    Vervallen.

  • h.

    Vervallen.

1) Bedrag te berekenen volgens de vergoedingsregeling Wacht- en Waakdiensten.

Bijlage F.

[vervallen]

Bijlage G. (formeel vervallen per 01-01-2006)

Bevattende de inschalingsregels, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van het

Bezoldigingsbesluit 1993.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het salaris en de salarisontwikkeling van de ambtenaar die op 1 juli 1996

ingeschaald is als hierna is aangegeven met *, luidt als volgt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL A

 

 

SCHAAL 2

 

 

* J15 t/m J21

 

 

* J15 t/m J21

 

 

* PN 0

 

 

 

* PN 0

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1283

0

 

0

1408

1

SCHAAL

1/0

1378

1

 

1

1471

2

SCHAAL

1/1

1439

2

 

2

1528

3

SCHAAL

1/2

1500

3

 

3

1594

4

SCHAAL

1/3

1540

4

 

4

1638

5

 

-

 

5

 

-

 

6

 

-

 

6

 

U07

1688

7

SCHAAL

1/U06

1561

7

 

-

 

8

 

-

 

8

 

U09

1747

9

SCHAAL

1/U08

1594

9

 

-

 

10

SCHAAL

1/U10

1638

10

 

U11

1806

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 3

 

 

SCHAAL 3

 

 

* J16 t/m J21

 

 

 

 

 

 

* PN 0

 

 

 

* PN 1

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1439

 

 

 

 

1

 

1

1471

1

 

1

1471

2

 

2

1528

2

 

2

1528

3

 

3

1594

3

 

3

1594

4

 

4

1688

4

 

4

1688

5

 

5

1747

5

 

5

1747

6

 

6

1806

6

 

6

1806

7

 

-

 

7

 

-

 

8

 

U09

1862

8

 

U09

1862

9

 

U11

1918

9

 

-

 

10

 

U13

1971

10

 

U11

1918

 

 

 

 

11

 

U13

1971

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 3

 

 

SCHAAL 4

 

 

 

 

 

 

* J16 t/m J21

 

 

* PN 2

 

 

 

* PN 0

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1471

 

 

 

 

1

 

1

1500

2

 

2

1528

2

 

2

1561

3

 

3

1594

3

 

3

1638

4

 

4

1688

4

 

4

1747

5

 

5

1747

5

 

5

1806

6

 

6

1806

6

 

6

1862

7

 

-

 

7

 

7

1918

8

 

U09

1862

8

 

U10

1971

9

 

-

 

9

 

U12

2025

10

 

U11

1918

10

 

U14

2078

11

 

-

 

 

 

 

 

12

 

U13

1971

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 4

 

 

SCHAAL 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* PN 1

 

 

 

* PN 2

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

1

1500

 

 

 

 

2

 

2

1561

2

 

2

1561

3

 

3

1638

3

 

3

1638

4

 

4

1747

4

 

4

1747

5

 

5

1806

5

 

5

1806

6

 

6

1862

6

 

6

1862

7

 

7

1918

7

 

7

1918

8

 

-

 

8

 

-

 

9

 

U10

1971

9

 

U10

1971

10

 

U12

2025

10

 

-

 

11

 

U14

2078

11

 

U12

2025

 

 

 

 

12

 

U14

2078

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 4

 

 

SCHAAL 5

 

 

 

 

 

 

* J17 t/m J21

 

 

* PN 3

 

 

 

* PN 0

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1528

 

 

 

 

1

 

1

1594

 

 

 

 

2

 

2

1688

3

 

3

1638

3

 

3

1806

4

 

4

1747

4

 

4

1862

5

 

5

1806

5

 

5

1918

6

 

6

1862

6

 

6

1971

7

 

7

1918

7

 

7

2025

8

 

-

 

8

 

8

2078

9

 

U10

1971

9

 

U11

2130

10

 

-

 

10

 

U13

2185

11

 

U12

2025

 

 

 

 

12

 

-

 

 

 

 

 

13

 

U14

2078

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 februari 2006)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 5

 

 

SCHAAL 5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* PN 1

 

 

 

* PN 2

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

1

1594

 

 

 

 

2

 

2

1688

2

 

2

1688

3

 

3

1806

3

 

3

1806

4

 

4

1862

4

 

4

1862

5

 

5

1918

5

 

5

1918

6

 

6

1971

6

 

6

1971

7

 

7

2025

7

 

7

2025

8

 

8

2078

8

 

8

2078

9

 

-

 

9

 

-

 

10

 

U11

2130

10

 

U11

2130

11

 

U13

2185

11

 

-

 

 

 

 

 

12

 

U13

2185

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2005)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 3

 

 

SCHAAL 4

 

 

 

 

 

 

* J16 t/m J21

 

 

* PN 2

 

 

 

* PN 0

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1447

 

 

 

 

1

 

1

1476

2

 

2

1504

2

 

2

1536

3

 

3

1569

3

 

3

1612

4

 

4

1661

4

 

4

1720

5

 

5

1720

5

 

5

1777

6

 

6

1777

6

 

6

1832

7

 

-

 

7

 

7

1887

8

 

U09

1832

8

 

U10

1940

9

 

-

 

9

 

U12

1993

10

 

U11

1887

10

 

U14

2045

11

 

-

 

 

 

 

 

12

 

U13

1940

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2005)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 4

 

 

SCHAAL 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* PN 1

 

 

 

* PN 2

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

1

1476

 

 

 

 

2

 

2

1536

2

 

2

1536

3

 

3

1612

3

 

3

1612

4

 

4

1720

4

 

4

1720

5

 

5

1777

5

 

5

1777

6

 

6

1832

6

 

6

1832

7

 

7

1887

7

 

7

1887

8

 

-

 

8

 

-

 

9

 

U10

1940

9

 

U10

1940

10

 

U12

1993

10

 

-

 

11

 

U14

2045

11

 

U12

1993

 

 

 

 

12

 

U14

2045

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2005)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 4

 

 

SCHAAL 5

 

 

 

 

 

 

* J17 t/m J21

 

 

* PN 3

 

 

 

* PN 0

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

0

1504

 

 

 

 

1

 

1

1569

 

 

 

 

2

 

2

1661

3

 

3

1612

3

 

3

1777

4

 

4

1720

4

 

4

1832

5

 

5

1777

5

 

5

1887

6

 

6

1832

6

 

6

1940

7

 

7

1887

7

 

7

1993

8

 

-

 

8

 

8

2045

9

 

U10

1940

9

 

U11

2096

10

 

-

 

10

 

U13

2150

11

 

U12

1993

 

 

 

 

12

 

-

 

 

 

 

 

13

 

U14

2045

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 juni 2005)

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHAAL 5

 

 

SCHAAL 5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* PN 1

 

 

 

* PN 2

 

 

 

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

LOOPTIJD

PN

BEDRAG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

1

1569

 

 

 

 

2

 

2

1661

2

 

2

1661

3

 

3

1777

3

 

3

1777

4

 

4

1832

4

 

4

1832

5

 

5

1887

5

 

5

1887

6

 

6

1940

6

 

6

1940

7

 

7

1993

7

 

7

1993

8

 

8

2045

8

 

8

2045

9

 

-

 

9

 

-

 

10

 

U11

2096

10

 

U11

2096

11

 

U13

2150

11

 

-

 

 

 

 

 

12

 

U13

2150