Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bijzondere dienstvoorschriften |
Citeertitel | Bijzondere Dienstvoorschriften |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2015, nummer 206 |
Geen
Ambtenarenreglement, art. 5
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2020 | Artikel 14 | 16-12-2015 Onbekend | Gemeenteblad 2015, nummer 206 | |
01-06-2012 | 01-01-2016 | 2012-50 wijz. 8 | 29-05-2012 Gemeenteblad 2012-50 | Voorstel van de wethouder Financiën, Bestuur, Organisatie en Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987 | |
16-10-2004 | art. 11,19, 21 | 05-10-2004 gemeenteblad, 2004-159 | Voorstel wethouder Middelen en Sport, 29 september 2004, 04BSD16936 | ||
05-06-2003 | art. 6 | 27-05-2003 gemeenteblad, 2003-85 | Voorstel wethouder Middelen en Sport, 21 mei 2003, P&O nr. 03/2130 | ||
01-01-2002 | art. 6 | 13-11-2001 gemeenteblad, 2001-115 | Voorstel wethouder van Personeels- en Organisatiezaken, 7 november 2001, P&O nr. 01/5083 | ||
29-04-1999 | art. 4, 5, 10 | 06-04-1999 gemeenteblad, 1999-30 | Voorstel wethouder van Personeel en Organisatie, 31 maart 1999, P&O nr. 99/443 | ||
01-01-1996 | art. 15 | 12-12-1995 gemeenteblad, 1995-106 | Voorstel wethouder van Personeel en Organisatie, 6 december 1995, P&O 95/4989 | ||
01-01-1994 | art. 8, 9 | 29-10-1993 gemeenteblad, 1993-77 | - | ||
01-05-1954 | nieuwe regeling | 07-04-1954 - | - |
Voor de toepassing van deze voorschriften wordt als concerndirecteur beschouwd degene, die als zodanig door het college of de raad is aangewezen. In die gevallen, waarin een meerhoofdige leiding bestaat, wordt voor “concerndirecteur” gelezen “de Directie”.
Artikel 2. Verdere superieuren
Het personeel is, behalve aan de Algemeen Directeur en de concerndirecteur, ondergeschikt aan alle ambtenaren, onder wier leiding het voortdurend of tijdelijk is tewerkgesteld.
Voor het personeel bestemde mededelingen of instructies van algemene aard worden door of namens de concerndirecteur zoveel mogelijk schriftelijk ter kennis gebracht. Dit kan geschieden door uitreiking van een circulaire aan ieder lid van het personeel en/of door de circulaire te bevestigen op de daarvoor bestemde aanplakborden.
Artikel 4. Verbetering van onvoldoend werk
Indien het aan de ambtenaar opgedragen werk, naar het oordeel van degene, die over het werk is gesteld, niet volgens de gegeven instructies is uitgevoerd, of niet voldoet aan de eisen van goed werk, van laatstgenoemde vorderen, dat het werk door de ambtenaar zelf, zo nodig buiten de gewone werktijd en zonder vergoeding, zal worden verbeterd of overgemaakt.
Artikel 7. Extra-betaling voor tijdelijk toezicht
De ambtenaar op weekloon, aan wie tijdelijk toezicht over andere ambtenaren wordt opgedragen, ontvangt darvoor boven zijn gewone loon een toeslag van f 0,80 per dag.
Artikel 14. Gevolgen van te laat komen
Indien een ambtenaar zonder geldige redenen – ter beoordeling van de concerndirecteur – te laat komt, wordt hem, onverminderd de hem eventueel op te leggen straf, het salaris en de toegekende salaristoelage(n) over de verzuimde tijd ingehouden, waarbij elk gedeelte van een half uur zal worden berekend voor een half uur.
Artikel 15. Afwijken van bevelen
Waneer de ambtenaar door onvoorziene omstandigheden genoodzaakt is af te wijken van de hem gegeven bevelen, is hij verplicht van deze afwijking zo spoedig als de goede gang der werkzaamheden en de veiligheid gedogen, doch in elk geval onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of van de arbeidstijd, mededeling te doen aan degene, die het bevel gaf, of, zo deze niet bereikbaar mocht zijn, aan enige andere superieur, in spoedeisende gevallen per telefoon aan het bureau van de dienst of het bedrijf.
Artikel 16. Plotseling opgekomen redenen voor verzuim, anders dan wegens ziekte of ongeval
Is die reden, waarom de ambtenaar genoodzaakt is, zijn arbeid te staken en te vertrekken, zo plotseling opgekomen en zo dringend, dat hij het verkrijgen van verlof daartoe niet kan afwachten, dan kan hij volstaan met een mededeling van zijn vertrek en van de redenen,die er toe hebben geleid, aan een zijner mede-ambtenaren; deze is in dat geval verplicht, de mededeling zo spoedig mogelijk over te brengen aan de chef of diens plaatsvervanger, in het eerste lid bedoeld.
De ambtenaar, die wegens onvoorziene omstandigheden anders dan ziekte of ongeval, verhinderd is zijn werkzaamheden te beginnen, is verplicht hiervan, met opgaaf der redenen, kennis te geven of door een ander te doen geven aan zijn onmiddellijke chef of aan een andere boven hem geplaatste ambtenaar dan wel op een andere, door de concerndirecteur te bepalen wijze hiervan mededeling te doen.
Artikel 17. Schaftgelegenheden voor ambtenaren op weekloon, die in de open lucht moeten arbeiden
Indien schaftgelegenheden,als in het vorige lid bedoeld, worden beschikbaar gesteld, gelden daarvoor de volgende regelen:
het is de ambtenaren, tenzij met vergunning van de onmiddellijke chef, verboden zich anders dan gedurende de schaft- of rusttijden in de schaftgelegenheden op te houden. Zij zijn gehouden zich gedurende het verblijf in de schaftgelegenheden ordelijk te gedragen en de grootst mogelijke zindelijkheid te betrachten.
Artikel 19. Openbaar-vervoerbewijzen
Het is verboden om door de dienst voor rekening van de gemeente verstrekte openbaar-vervoerbewijzen anders dan voor dienstdoeleinden te gebruiken.
[artikel 19 treedt met terugwerkende kracht in werking op 15 april 1996]