Overheidsorganisatie | Gemeente Heerde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2014 |
Citeertitel | Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2014 | 28-03-2018 | nieuwe regeling | 28-01-2014 GVOP, 01-04-2014 Schaapskooi, 01-04-2014 | Onbekend. | |
01-04-2010 | 31-03-2014 | nieuwe regeling | 15-02-2010 Schaapskooi, 15-02-2010 | Onbekend. |
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Heerde;
gelezen het voorstel van het college d.d. 28 januari 2014;
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 Gemeentewet;
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
besluit:
de Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2010 in te trekken;
de verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2014 vast te stellen;
Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2014.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb 244;
regeling rechtspositie wethouders: de ministeriele regeling van 20 februari 2004, Stcr. 41 als bedoeld in artikel 23 van het rechtspositiebesluit wethouders;
verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6UDGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB03/U280, Stcrt. 56;
reisregeling Buitenland: het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vastgestelde maximum.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt artikel 16 sub b van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toegepast.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest, ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
De betaling van vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt maandelijks.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in bij het seniorenconvent. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Het college stelt aan alle raadsleden ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tablet in bruikleen ter beschikking.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing vanwege de ter beschikking gestelde tablet neemt de gemeente deze belasting voor zijn rekening.
Vervallen.
Op aanvraag stelt het college voor het raadslid een vergoeding beschikbaar voor de aanleg en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld op advies van de afdeling Bedrijfsvoering en maandelijks uitbetaald. De hoogte van de vergoeding bedraagt € 180,- per jaar op het moment van vaststelling.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat de tablet voor 90% wordt gebruikt voor het raadswerk.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van de bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
De tegemoetkoming in de ziektekosten van een ziektekostenverzekering is gelijk aan het bedrag in artikel 11 van het Rechtspositie Raads- en Commissieleden.
In het geval een raadslid gedurende een deel van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vermeld in artikel 25 met toepassing van de formule genoemd in artikel 29b, onder b, van het Rechtspositiebesluit Wethouders.
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de reiskosten;
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
Aan de wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfskosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 16, volledig vergoed.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig artikel 4a van de reisregeling Binnenland, artikel 2a van de Reisregeling Buitenland en artikel 13a van de Verplaatsingskostenregeling 1989.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfskosten vergoed.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
De wethouder krijgt voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon met abonnement in bruikleen gesteld door de gemeente Heerde. Hierop zijn de fiscale regels van toepassing.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de onkostenvergoeding dan wel de eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
Reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
Verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vastgestelde maximum.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet ontvangt.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie:
als raadslid of wethouder;
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn/haar lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
De in het eerste lid bedoeld excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfskosten komen voor rekening van de gemeente.
De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in bij het seniorenconvent. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Ten laste van de gemeente wordt aan een commissielid en plaatsvervangend commissielid (tot een max. van 1 per fractie) voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tablet met vergaderapplicatie in bruikleen ter beschikking gesteld.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing vanwege de ter beschikking gestelde tablet neemt de gemeente deze belasting voor zijn rekening.
Op aanvraag stelt het college voor het een commissielid en plaatsvervangend commissielid een vergoeding beschikbaar voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld op advies van de afdeling Bedrijfsvoering en maandelijks uitbetaald. De hoogte van de vergoeding bedraagt € 180,- per jaar op het moment van de vaststelling.
Het commissielid en plaatsvervangend commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat de tablet voor 90% gebruikt wordt voor het werk als commissielid of plaatsvervangend commissielid.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Voor de vergoeding van onkosten wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het commissielid, onderscheidenlijk de wethouder, dient het declaratieformulier binnen 1 maand in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
De vergoeding van onkosten kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder, dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking vanaf 1 april 2014, onder intrekking van de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2010.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2014.