Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heerde

Verordening Rechtspositie Wethouder, Raads- en Commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heerde
Officiële naam regelingVerordening Rechtspositie Wethouder, Raads- en Commissieleden
CiteertitelVerordening Rechtspositie Wethouder, Raads- en Commissieleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 44, lid 2
  2. Gemeentewet, art. 44, lid 3
  3. Gemeentewet, art. 95
  4. Gemeentewet, art. 96
  5. Gemeentewet, art. 97
  6. Gemeentewet, art. 98
  7. Gemeentewet, art. 99
  8. Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201031-03-2014nieuwe regeling

15-02-2010

Schaapskooi, 15-02-2010

Onbekend.

Tekst van de regeling

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 12 januari 2010;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

besluit de volgende verordening vast te stellen per 1 april 2010:

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden

Gemeente Heerde 2010

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 15 februari 2010.

griffier, voorzitter,

Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden Gemeente Heerde 2010

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b

    rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243

  • c

    rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994. Stb 244;

  • d

    regeling rechtspositie wethouders: de ministeriele regeling van 20 februari 2001, Stcr. 41 als bedoeld in artikel 23 van het rechtspositiebesluit wethouders;

  • e

    Verplaatsingskostenregeling 1989:het besluit van de Minister van Binnenlandse zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f

    reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB03/U280, Stcrt. 56

  • g

    Reisregeling Buitenland: het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • h

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • i

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

  • k

    gemeenteklasse: de gemeenteklasse op basis van inwoneraantal waarin de gemeente Heerde valt, zoals vermeld in tabel III van het Rechtspostiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebe-sluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vermeld in tabel II van het Rechts-positiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vermeld in tabel III van het Rechtspositie-besluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt maandelijks.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1

    Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in bij het seniorenconvent. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1

    Op aanvraag wordt ten laste van de gemeente aan het raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2

    Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming van € 750,- voor:

    • a

      Aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software of

    • b

      Gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 3

    Voor zover er sprake is van een belastingheffing als gevolg van lid 1 en 2, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke door het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.

  • 4

    Op aanvraag stelt het college voor het raadslid een vergoeding beschikbaar voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld op advies van de afdeling Bedrijfsvoering en maandelijks uitbetaald. De hoogte van de vergoeding bedraagt € 180,- per jaar op het moment van vaststelling.

  • 5

    Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Vervallen: kinderopvang

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de Loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10a Fietsregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van de bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1.

    De tegemoetkoming in de ziektekosten van een ziektekostenverzekering is gelijk aan het bedrag in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit Raads- en Commissieleden.

  • 2.

    In het geval een raadslid gedurende een deel van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3.

    De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    De artikelen 2 t/m 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft van het bedrag bedraagt dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2.

    De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft gekregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit Wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1

    Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

    • a

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c

      Aan de wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfskosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 16, volledig vergoed.

  • 2

    Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig artikel 4a van de reisregeling Binnenland, artikel 2a van de Reisregeling Buitenland en artikel 13a van de Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 17 (dienstauto) en 18 (verblijfkosten): vervallen

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfskosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21: nvt (PC op gemeentehuis, dus niet in bruikleen)

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1.

    De wethouder krijgt voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon met abonnement in bruikleen gesteld door de gemeente Heerde. Hierop zijn de fiscale regels van toepassing.

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 2.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling

  • 3.

    De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Fietsregeling

  • 1.

    De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de onkostenvergoeding dan wel de eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a

    Reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b

    Verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Art. 25 (kinderopvang) vervalt

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1

    De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse waarin Heerde valt, vastgestelde maximum.

  • 2

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a

      als raadslid of wethouder

    • b

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd

    • c

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn/haar lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

Art. 27: reis en verblijfkosten: nvt

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een (gemotiveerde) aanvraag in bij het seniorenconvent. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Art 30: nvt (geen PC in bruikleen)

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

  • 1

    Voor de vergoeding van onkosten wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het commissielied, onderscheidenlijk de wethouder dient het declaratieformulier binnen 1 maand in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 32 Rechtstreekse facturering bij de Gemeente Heerde

  • 1.

    De vergoeding van onkosten kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking vanaf 1 april 2010.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heerde 2010.