Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Statuten 'Stichting algemeen internaat voor schipperskinderen te Rotterdam, Robbenoord' |
Citeertitel | Statuten 'Stichting algemeen internaat voor schipperskinderen te Rotterdam, Robbenoord' |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-1984 | nieuwe regeling | 19-01-1984 Gemeenteblad, 1984-253 | Voorstel B&W, verzameling gedrukte stukken 1983, volgnummer 405, O.J.V., O.J.V. nr. 82.1275-02 |
De Raad der gemeente Rotterdam,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (verzameling gedrukte stukken 1983, volgnummer 405, O.J.V. nr. 82.1275-02);
gelet op de gemeentewet, de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet, alsmede op het Burgerlijk Wetboek;
statuten van de ‘Stichting algemeen internaat voor schipperskinderen te Rotterdam, Robbenoord’
VI. Bevoegdheden van het bestuur
Voor het beschikken over gelden en kwiteren is de handtekening van de penningmeester of bij ontstentenis die van zijn plaatsvervanger voldoende. Aan de hand van de krachtens artikel 15 vastgestelde begroting stelt het bestuur de maximumbedragen vast die zonder voorafgaande bestuursgoedkeuring door de penningmeester of een door deze gemachtigde per geval kunnen worden uitgegeven.
De personeelsformatie, de op taakomschrijving steunende functie-indeling van het personeel, de aan het personeel te stellen bekwaamheids- en geschiktheidseisen zomede zijn bezoldiging worden door het bestuur van de stichting onder de goedkeuring van burgemeester en wethouders van Rotterdam vastgesteld overeenkomstig de bij de gemeente Rotterdam geldende maatstaven. Overigens is de rechtspositieregeling van het personeel der gemeente Rotterdam voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het personeel.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht, doch ten minste vier maal per jaar en voorts wanneer ten minste vier bestuursleden daarom schriftelijk onder opgaaf van redenen verzoeken. In dat laatste geval wordt een vergadering gehouden binnen een maand, nadat het daartoe strekkende verzoek bij de voorzitter is ingediend.
De secretaris roept de vergadering bijeen. Dit gebeurt schriftelijk behoudens het bepaalde in het tweede lid van artikel 11 met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag der vergadering en die der oproeping niet meegerekend. De oproeping bevat een agenda en de bijbehorende stukken.
Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel kunnen besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen indien ten minste de helft van het getal zitting hebbende leden is opgekomen. Wanneer het vereiste getal leden niet is opgekomen, wordt binnen 10 dagen een nieuwe vergadering belegd op de in het derde lid van artikel 10 voorgeschreven wijze. In dat geval kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
en andere besluiten die het bestuur daartoe aanwijst, kunnen slechts worden genomen in een vier weken tevoren speciaal daartoe bijeen te roepen vergadering met een meerderheid van tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen, indien ten minste tweederde van het getal zitting hebbende leden is opgekomen. Wanneer het vereiste getal leden niet is opgekomen, wordt binnen twee weken op de in het derde lid van artikel 10 voorgeschreven wijze een nieuwe vergadering belegd. Hierop zijn de bepalingen van het eerste lid van dit artikel van toepassing.
XI. Wijziging der statuten en ontbinding der stichting
Wijziging van deze statuten heeft plaats bij notariële akte krachtens besluit van de Raad der gemeente Rotterdam op voorstel van het bestuur of het bestuur gehoord.
Het besluit tot ontbinding regelt tevens de vereffening door het bestuur, dan wel andere daartoe door de Raad van de gemeente Rotterdam aangewezenen, met dien verstande dat een mogelijk batig saldo zal worden afgedragen aan de gemeente Rotterdam met het verzoek daaraan een bestemming te geven in overeenstemming met het doel der stichting, zoals in artikel 2 dezer statuten vermeld.