Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling inzake dienstwoningen |
Citeertitel | Dienstwoningbesluit |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 1975-44 gecons |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2012 | 01-01-2020 | 2012-50 wijz. 7 | 29-05-2012 Gemeenteblad 2012-50 | Voorstel van de wethouder Financiën, Bestuur, Organisatie en Volksgezondheid van 29 mei 2012, kenmerk: 953987 | |
01-01-1994 | art. 1, 2, 7, 8, 9, 11, 12, 14 t/m 20, 25, 26 | 29-10-1993 Gemeenteblad 1993-73 | Voorstel van de wethouder van Personeels- en Organisatiezaken, 26 oktober 1993, P&O nr. 93/4674 | ||
01-06-1988 | art. 12 | 10-06-1988 Gemeenteblad 1988-82 | Voorstel van de wethouder van Algemene Personeels- en Organisatiezaken, 8 juni 1988, APO nr. 88/945 | ||
01-06-1988 | art. 1 t/m 12, 18 t/m 20 | 22-04-1988 Gemeenteblad 1988-32 | Voorstel van de wethouder van Algemene Personeels- en Organisatiezaken, 2- april 1988, APO nr. 87/8300 | ||
01-02-1984 | art. 23 | 20-01-1984 Gemeenteblad 1984-28 | Voorstel van de wethouder van Algemene Personeels- en Organisatiezaken, 18 januari 1984, APO nr. 83-7713 | ||
01-01-1984 | aanhef / grondslagen, art. 9, 10 | 21-09-1984 Gemeenteblad 1984-171 | Voorstel van de wethouder van Algemene Personeels- en Organisatiezaken, 19 september 1984, APO nr. 84/1 | ||
01-04-1975 | nieuwe regeling | 14-03-1975 Gemeenteblad 1975-44 | - |
HOOFDSTUK II Beheer en beleid inzake dienstwoningen
Aanwijzing van een woning als dienstwoning en intrekking van de aanwijzing van een woning als dienstwoning geschieden door burgemeester en wethouders.
Toewijzing van een dienstwoning aan een ambtenaar geschiedt door burgemeester en wethouders.
De directeur van het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam stelt bij nieuwe verhuring of wijziging in accommodatie de huurwaarde van de dienstwoning vast met inachtneming van de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu jaarlijks vast te stellen richtlijnen.
Hij dient hiertoe tijdig te worden ingelicht door burgemeester en wethouders over wijzigingen in het gebruik van dienstwoningen, verbeteringen in de accommodatie en daarnaast primair over een aantal bouwkundige gegevens, bepalend voor het zgn. puntenaantal van de woning.
HOOFDSTUK III Bewonen en gebruik van dienstwoningen
De bewoner moet de woning aanvaarden in de toestand, waarin zij wordt opgeleverd. Hij is verplicht haar ordelijk te bewonen en het bij de woning behorende terrein, resp. de nabij de woning gelegen sloten in goede staat te houden. In de aanleg van geboomte en heesters mag hij geen verandering aanbrengen dan met toestemming van burgemeester en wethouders, onverminderd het hieromtrent bepaalde in publiekrechtelijke voorschriften.
De bewoner mag zonder toestemming van burgemeester en wethouders in de woning geen werkzaamheden verrichten en doen verrichten, strekkende tot verandering van de bepaalde toestand.
Indien door het houden van een huisdier hinder wordt ondervonden dan wel dreigt te gaan worden ondervonden op het aangrenzende bedrijfsterrein dan wel in de hierop gelegen bedrijfsgebouwen, kunnen burgemeester en wethouders aan het houden van dit huisdier voorwaarden verbinden dan wel zulks voor het vervolg verbieden.
Voor het verschaffen van inwoning tegen vergoeding aan andere personen dan gezinsleden behoeft de bewoner schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
De bewoner mag de woning geheel noch gedeeltelijk, op welke wijze dan ook, in gebruik geven aan derden, tenzij met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
In de woning mag geen winkel worden gehouden of een bedrijf worden uitgeoefend zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK V Slot- en overgangsbepalingen
Bij het betrekken van een dienstwoning wordt een afschrift van de hoofdstukken III, IV en V van deze regeling aan de bewoner ter hand gesteld tegen inlevering van een door deze ondertekende verklaring van ontvangst en kennisneming bij burgemeester en wethouders.
Wijzigingen in de hoofstukken III, IV en V van deze regeling worden zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de bewoners der dienstwoningen op de wijze, aangegeven in het vorige artikel.
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere regelen of voorschriften vaststellen.
Deze regeling, welke kan worden aangehaald als 'Dienstwoningbesluit', treedt in werking op 1 april 1975. Op deze datum vervalt de 'Regeling betreffende het bewonen, het gebruik en het onderhoud van dienstwoningen' (Gemeenteblad 1955, nr. 20). Voorts worden de ter uitvoering van de laatst genoemde regeling gestelde nadere voorschriften voor zoveel deze niet in strijd zijn met deze regeling dan wel geacht kunnen worden niet reeds in deze regeling te zijn opgenomen, geacht krachtens deze regeling te zijn vastgesteld.