Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | verordening parkeerbelastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 225
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 31-12-2019 | wijziging | 20-12-2018 | ||
01-01-2018 | 01-01-2019 | 9e wijziging | 21-12-2017 | ||
01-01-2016 | 01-01-2018 | 6e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2012 | 17-12-2015 | Onbekend | |
25-06-2015 | 24-02-2016 | 5e wijziging tarieventabel Verordening parkeerbelastingen 2012 | 28-05-2015 | Onbekend | |
01-07-2014 | 24-02-2016 | 4e wijziging tarieventabel Verordening parkeerbelastingen 2012 | 25-06-2014 | Onbekend | |
21-05-2014 | 01-07-2014 | tarieventabel wordt vervangen | 24-04-2014 | Onbekend | |
01-07-2013 | 21-05-2014 | Onbekend | 20-06-2013 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 26 juni 2013 | Onbekend | |
01-05-2013 | 01-07-2013 | Onbekend | 18-04-2013 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 24 april 2013 | Onbekend | |
01-07-2012 | 01-05-2013 | Onbekend | 31-05-2012 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 27 juni 2012 | Onbekend |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar vervoer openstaande terreinen of weggedeelten;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,70.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening parkeerbelastingen 2008’, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2007 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel vervalt en wordt vervangen door de bij deze 5e wijziging van de verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel III Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze 5e wijziging en de Verordening parkeerbelasting 2012 treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;
2. De datum van ingang van de heffing is gelijk aan de datum van inwerkingtreding.
3. Deze verordening wordt aangehaald als de 5e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2012.
Het individueel vergund parkeren met ingang van 2016 mogelijk te maken waarbij nu reeds gestart kan worden met een inventarisatie van belangstellenden. Bewoners van appartementen waarbij parkeerplaatsen zijn gerealiseerd uit te sluiten tot aanvraag van een vergunning (o.a. Residence, Deurlo en Duinhof)
De in artikel 9 genoemde kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden gewijzigd van €54 in €57.
Artikel III Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze 6e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2012 treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
2. De datum van ingang van de heffing is gelijk aan de datum van inwerkingtreding.
3. Deze verordening wordt aangehaald als de 6e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2012.
voor het parkeerterrein aan de Nieuwstraat/Burgemeester Aernoudtsweg te Sluis met een onbeperkte parkeerduur € 0,20 per 12 minuten met een maximum van € 3 per 24 aaneengesloten uren, met dien verstande dat, indien het parkeerterrein verlaten wordt binnen 24 minuten na aankomst, er geen parkeerbelasting verschuldigd is;
voor de parkeerplaatsen, gelegen aan het Walplein, de Kaai, de Hoogstraat, de Smeestraat, de Oude Kerkstraat, de Plompe Toren, de Nieuwstraat m.u.v. de vakken ter hoogte van huisnummer 49 en 51, de Geldeloozestraat, de Lange Wolstraat, waarbij een beperkte parkeerduur van 2 uur geldt € 0,30 per 12 minuten;
voor de parkeerterreinen en de parkeerplaatsen aan de Gerrit van Hoekestraat te Retranchement (bij bezoekerscentrum het Zwin), aan de Zeedijk te Nieuwvliet-Bad Oost (tussen Baanstpoldersedijk en Zouterik), de Kanaalweg te Cadzand-Bad (tussen Noordzeestraat en Sincfal), de Duinweg te Retranchement (toegangsweg naar de Zwinhoeve), aan de Groedse Duintjes aan de Zeeweg te Groede (kad. aand. OBGOO S 1174 GO en OBGOO S 860 ged.), aan Tankval aan de Zeeweg te Groede (achter en naast restaurant de Deining; kad. aand. OBGOO S1230 GO), aan de Zeeweg te Groede bij strandpaviljoen Matour (kad. aand. OOBGOO S1174 GO), aan het rioolgemaal aan de Dwarsdijk (Zwartepolder) te Nieuwvliet (kad. aand. OBGOO V587 GO), aan de Radartoren aan de Zwartepolderweg te Cadzand (kad. aand. OBG00 V587 GO), aan de Zwartepolderweg te Cadzand (plaatselijk bekend als van Grol); kad. aand. OBGOO W3 GO), aan de Vlamingpolderweg te Cadzand-Bad (kad. aand. OBGOO EC1716 DI), aan de Walendijk te Groede, kad. aand. OBG S 1550 G en een terrein gelegen tussen de de Nieuwesluisweg (noordelijk gelegen) en de Langeweg (zuidelijk gelegen) te Breskens met de kad. aand. OBG EL 1366 G.
waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt € 0,20 per 12 minuten met een maximum van € 4 per 24 achtereenvolgende uren.
Indien een vergunning, als bedoeld in onderdeel II van deze tarieventabel, m.u.v. de bezoekersvergunning (onderdeel II.d) voor een deel van een kalenderjaar wordt verleend, wordt de belasting geheven naar rato van het aantal kwartalen dat er in dat kalenderjaar, na het verlenen van de vergunning, nog overblijven.
Indien de aanvrager van een verleende parkeervergunning, als bedoeld in onderdeel II.a. en II.d van deze tarieventabel, gedurende het jaar waarvoor een vergunning is verleend, verhuist en daardoor niet meer woonachtig dan wel gevestigd is binnen het gebied waarvoor de vergunning is afgegeven, wordt de belasting op verzoek van de belastingplichtige teruggegeven voor zoveel kwartaalgedeelten van de voor dat jaar verschuldigde parkeerbelasting als er in dat kalenderjaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven.