Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de straatnamen en de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen |
Citeertitel | Verordening op de straatnamen en de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet
1.Voorschriften, modellen en nadere eisen met betrekking tot het aanbrengen van nummers en letters aan gebouwen en bij onbebouwde terreinen, als bedoeld in artikel 6 van de verordening.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1994 | art. 1,2,5,12,15 | 16-12-1993 Gemeenteblad 1994-35 | Voorstel B&W 3 december 1993, verzameling gedrukte stukken 1993, volgnr. 269, dS+V/SOB-93/4167 | ||
01-07-1991 | art. 15 | 22-08-1991 Gemeenteblad 1991-76 | Voorstel B&W 26 juli 1991, verzameling gedrukte stukken 1991, volgnr. 128, dS+V nr. 91/0486 | ||
28-11-1977 | art. 5,6,8-10,15 | 03-02-1977 Gemeenteblad 1977-147 | Voorstel B&W 21 januari 1977, Verzameling gedrukte stukken 1977, volgnr. 35, RoSV nr. 72145 | ||
06-10-1958 | nieuwe regeling | 05-06-1958 Gemeenteblad 1958-57 | Verzameling gedrukte stukken 1958, volgnr. 131 |
Burgemeester en wethouders verdelen de gemeente in wijken en duiden deze aan met nummers.
Zij geven, indien zij zulks nodig oordelen, aan de straten namen en zorgen, dat deze op zichtbare wijze en in voldoende mate ter plaatse worden aangeduid.
Zij zijn bevoegd wijziging te brengen in de begrenzing, de nummers van de wijken en in de namen van de straten.
De eigenaar is verplicht toe te laten, dat vanwege burgemeester en wethouders het nummer van de wijk en de naam van een straat op een door hen te bepalen wijze en plaats op zijn onroerende zaak wordt aangebracht.
Het is een ieder, die daartoe niet krachtens zijn ambt bevoegd is, verboden aan een straat een naam te geven door die op zichtbare wijze ter plaatse aan te brengen. Het is een ieder verboden enige handeling te verrichten, waardoor de leesbaarheid van de wijk- en straataanduidingen wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders geven ter plaatselijke aanduiding daarvan, aan elk gebouw, alsmede aan onbebouwde terreinen, voor zover deze naar hun oordeel door ligging of gebruik daarvoor in aanmerking komen, een nummer.
Indien een gebouw uit twee of meer zelfstandige delen bestaat en de aanduiding van het gebouw met één nummer door burgemeester en wethouders onvoldoende wordt geacht, kunnen zij aan elk van die zelfstandige delen een nummer geven.
In afwijking van het bepaalde in de vorige alinea kunnen burgemeester en wethouders de zelfstandige delen in een gebouw aanduiden door het nummer van het gebouw, gevolgd door een voor elk zelfstandig deel verschillende letter.
De in artikel 3 bedoelde nummers worden gegeven straatsgewijze, van het noorden naar het zuiden, of van het oosten naar het westen, de oneven nummers ter rechter- en de even nummers ter linkerzijde, tenzij burgemeester en wethouders om doelmatigheidsredenen bepalen, dat voor een straat de nummering op afwijkende wijze zal plaats hebben.
Als een straat aan één zijde onbebouwd zal blijven, wordt aan de bebouwde zijde een doorlopende nummering gegeven.
De eigenaar van een gebouw of gedeelte van een gebouw of van een onbebouwd terrein, is verplicht te zorgen, dat het nummer of de nummers en letters, in artikel 3 bedoeld, worden aangebracht op de plaatsen en op de wijze, als bij deze verordening is voorgeschreven.
Het aanbrengen van dit nummer of deze nummers en letters moet geschieden binnen vier weken na ontvangst van de desbetreffende kennisgeving van of vanwege burgemeester en wethouders of, indien het gebouw of de terreinafscheiding, waarop deze aanduidingen zullen worden geplaatst, op het tijdstip van die ontvangst nog niet is voltooid, binnen vier weken na de voltooiing daarvan.
Het is verboden een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een onbebouwd terrein, te merken of gemerkt te houden met een ander nummer of een andere letter dan door burgemeester en wethouders krachtens deze verordening is gegeven.
De in artikel 3 bedoelde nummers, c.q. de nummers en letters, moeten worden aangebracht:
voor het geval de ingang van een gebouw of van een zelfstandig deel daarvan zich niet onmiddellijk aan de straat bevindt: naast die ingang en bovendien naast de aan de straat gelegen toegang, zodanig, dat zij van de straat af duidelijk leesbaar zijn; leidt deze toegang naar meer gebouwen of zelfstandige delen daarvan, dan worden, overeenkomstig aanwijzingen van burgemeester en wethouders, naast die toegang in beknopte vorm de nummers, c.q. de nummers en letters, die bij de ingangen van die gebouwen of zelfstandige delen daarvan zijn aangebracht, herhaald;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde sub b, voor zover het betreft het aanbrengen van een nummeraanduiding naast de aan de straat gelegen toegang.
Elk nummer en elke letter, die ingevolge deze verordening aan de straat moeten worden geplaatst, behoren zodanig te worden aangebracht, dat de bovenkant van de nummers en letters komt op tenminste 2.10 m en ten hoogste 2.30 m boven het peil der straat of, indien de hoogte der terreinafscheiding minder bedraagt dan 2.10 m, zoveel mogelijk nabij de bovenkant van die afscheiding.
Indien burgemeester en wethouders zulks nodig oordelen, moeten het nummer, c.q. het nummer en de letter, bedoeld in artikel 3, eveneens worden aangebracht bij de voor elk zelfstandig deel van een gebouw bestemde brievenbus, op de plaats, die door of vanwege burgemeester en wethouders wordt aangewezen. Het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing.
De eigenaar van een gebouw, een gedeelte van een gebouw of van een onbebouwd terrein, is verplicht te zorgen, dat de nummers en letters blijven voldoen aan de eisen, die in de voorgaande artikelen voor de inrichting, de wijze en de plaatsen van het aanbrengen, zijn gesteld.
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 is het een ieder verboden een handeling te verrichten, waardoor de leesbaarheid van de huisnummeraanduidingen wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd wijziging te brengen in de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen.
De eigenaar van een gebouw, gedeelte van een gebouw of onbebouwd terrein is - wanneer zulks door burgemeester en wethouders nodig wordt geoordeeld - gehouden te gedogen, dat vanwege de gemeente en te haren koste daarop een wijziging in de nummering (nummers en/of letters) wordt aangebracht.
Ten minste een week vóór het aanbrengen van de nieuwe nummeraanduiding wordt hiervan kennis gegeven aan de eigenaren en gebruikers van het betrokken onroerende zaak.
De eigenaar van een gebouw, van een gedeelte van een gebouw of van een onbebouwd terrein, waarop een of meer nummers en letters zijn aangebracht vóór het van kracht worden van deze verordening, is, voor het geval zulks door burgemeester en wethouders nodig wordt geoordeeld, verplicht te zorgen, dat deze binnen een door hen te bepalen aan de eigenaar schriftelijk mede te delen termijn vervangen zijn door nummers en letters, die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
Indien burgemeester en wethouders van de in de vorige alinea gegeven bevoegdheid geen gebruik maken, moet de eigenaar zorg dragen, dat de nummers en letters, welke in overeenstemming met een vóór het van kracht worden van deze verordening genomen besluit van burgemeester en wethouders zijn aangebracht, blijven voldoen aan de bepalingen, voorschriften en modellen, welke ten tijde van bedoeld besluit golden.
Overtreding van de artikelen 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste ƒ 300,–.