Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel 20 : Kleding |
Citeertitel | Beleidsregel 20 : Kleding |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 610 bijstandsverlening |
410B
Deze regeling is ingetrokken bij vaststelling van de beleidsregel Verwervingskosten.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2005 | 27-07-2004 | 01-07-2009 | nieuwe regeling | 02-11-2004 Gemeenteblad 2005=08a | 2004 04.20197 |
het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Hoorn;
overwegende dat het op basis van de evaluatie 2004 van het Sport- en Cultuurfonds wenselijk is de vergoeding van sportkleding als verwoord in beleidsregel 20 te actualiseren;
gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de haar toekomende bevoegdheid krachtens artikel 7 van de Wet werk en bijstand
De kosten van kleding behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan en dienen normaliter uit het reguliere inkomen bestreden te worden. Er zijn echter situaties denkbaar dat er toch bijzondere bijstand voor kleding verstrekt kan worden.
Werkzaamheden met gehandicapten, extra wassen/snellere slijtage Bij mensen die werkzaamheden verrichten met of voor gehandicapten kan het nodig zijn dat kleding vaker gewassen moet worden en dus korter meegaat. Hiervoor kan sinds 1 januari 1998 bijzondere bijstand worden verstrekt. De tegemoetkoming is € 227,00 per jaar en wordt verstrekt onder aftrek van het bedrag dat de werkgever jaarlijks aan de werknemer betaalt voor het vaker moeten wassen van kleding. Door een aantal instellingen wordt namelijk al een vergoeding verstrekt. Verstrekt de werkgever geen vergoeding, dan moet nog onderzocht worden of de aanvrager op enige andere manier een bijdrage kan krijgen voor verwervingskosten. In dat geval is namelijk sprake van een voorliggende voorziening en wordt geen bijzondere bijstand verstrekt. Cliënten hoeven geen nota's te overleggen.
Mensen aan het einde van een reïntegratietraject, sollicitatiekleding/kapper. Wanneer men in het kader van een reïntegratietraject wordt voorgesteld aan een potentiële werkgever is het van belang een nette en verzorgde indruk te maken. De aanschaf van nieuwe kleding of een bezoek aan de kapper kan hiervoor noodzakelijk zijn.
Sinds 4 juni 2002 is hiervoor bijzondere bijstand mogelijk (bron: evaluatie bijzondere bijstand 1998 - 2001, mei 2002 als volgt:
Een eenmalige vergoeding voor de aanschaf van kleding, schoeisel en een bezoek aan de kapper, met een maximum van € 125,00. De bijstand wordt verleend wanneer iemand in het kader van een traject voor een sollicitatiegesprek wordt uitgenodigd. De cliënt dient de kosten aan de hand van nota's aan te tonen.
In beide gevallen moet, indien mogelijk, de uitnodigingsbrief voor een sollicitatie worden getoond.
NB: de mogelijkheid voor bijstand voor sollicitatiekleding bestaat naast de mogelijkheid van bijstand voor overige sollicitatiekosten als bedoeld in beleidsregel 21.
Via het Sport- en Cultuurfonds kunnen minima in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van culturele bezigheden en sport, teneinde een sociaal isolement te voorkomen c.q. tegen te gaan. Gelet op het feit dat niet alleen de kosten van het lidmaatschap van een sportclub, maar ook de kosten van benodigde sportoutfit, zwaar op het besteedbaar inkomen van een bijstandscliënt kunnen drukken is besloten dat met ingang van 27 juli 2004 de vergoeding voor sportkleding over te hevelen van het budget voor Bijzondere bijstand naar het Sport- en Cultuurfonds:
De aanvraagprocedure is als volgt:
Als inkomensgrens geldt met ingang van 27 juli 2004 de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet werk en bijstand, waarbij voor alleenstaanden 85% van de norm wordt gehanteerd en voor alleenstaande ouders, alsmede gehuwden/samenwonenden 115% van de norm.
De kosten van positiekleding worden in beginsel gerekend tot de algemene kosten van bestaan. Slechts in bijzondere omstandigheden kan bijzondere bijstand worden verleend.