Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Beveland

Nadere regels voor het verbranden van afvalstoffen en het stoken van kampvuren c.q. vreugdevuren Noord-Beveland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Beveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor het verbranden van afvalstoffen en het stoken van kampvuren c.q. vreugdevuren Noord-Beveland 2010
CiteertitelNadere regels voor het verbranden van afvalstoffen en het stoken van kampvuren c.q. vreugdevuren 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV 2009, art. 5:34, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-03-201530-03-2015intrekking

03-03-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 2015, 26206

20150303/5
25-06-201230-03-2015Nieuwe regeling

24-01-2012

Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 25

2012.354.12

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor het verbranden van afvalstoffen en het stoken van kampvuren c.q. vreugdevuren Noord-Beveland 2010

 

 

Artikel 1 Vereiste toestemmingen

Bij mist, vrij krachtige wind, (5 Beaufort > 8 meter/seconde) en/of kritische droogte van de ter plaatse aanwezige begroeiing mag niet worden gestookt (e.e.a. ter beoordeling van de lokale commandant van de brandweer).

Artikel 2 Opstelplaats en stoken van een kampvuur/vreugdevuur

  • 1

    Het aanleggen, stoken of hebben van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur mag geen gevaar of schade opleveren voor derden.

  • 2

    Het aanleggen, stoken of hebben van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur moet plaatsvinden op een grotere afstand dan:

    - altijd minimaal 15 m van een bouwwerk en een opstapeling van oogstproducten,

    - hoogte van brandstapel * factor 6= de minimale afstand.

  • 3

    De stookplaats dient zodanig te worden gekozen dat de afstand van de rand van de stookplaats tot de volgende objecten ten minste bedraagt:

    a  7 meter tot een oppervlaktewater;

    b  10 meter van houtopstanden;

    c  50 meter in een andere richting dan de windrichting tot een houtwal, een opslag van brandbare stoffen, een openbare weg of een bos of beplantingsstrook;

    d  100 meter in de windrichting tot gebouw, opstal of ander bouwwerk;

    e  100 meter in de windrichting tot een houtwal, een opslag van brandbare stoffen, een openbare weg of een bos of beplantingsstrook.

     

  • 4

    De stookplaats moet over een afstand van 2 m rond het vuur zijn ontdaan van brandbare begroeiing.

  • 5

    Het stoken mag alleen buiten de bebouwde kom plaatsvinden.

  • 6

    De stookplaats mag niet eerder dan 10 dagen voor het stoken worden opgebouwd.

  • 7

    Het aanleggen, stoken of hebben van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur mag uitsluitend plaatsvinden onder voortdurend toezicht van een meerderjarige persoon.

  • 8

    Er dient op zodanige afstand van het talud gestookt te worden dat het talud zelf geen vlam vat of kan vatten.

    Bij het aanleggen van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur mag geen gebruik worden gemaakt van milieu belastende vloeistoffen als benzine en dergelijke.

  • 9

    Per verbranding mag er maximaal 50 m³ hout worden verbrand.

  • 10

    Er mag uitsluitend schoon hout worden verbrand. Het verbranden van andere soorten hout en/of afval is niet toegestaan.

  • 11

    Het aanleggen, stoken of hebben van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur is verboden, als de rook in de richting van een weg of een spoorweg gaat.

  • 12

    Na afloop van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur moet het vuur volledig worden gedoofd en de resten worden opgeruimd. De verbrandingsresten moeten naar een milieustraat worden afgevoerd.

Artikel 3 Blusmiddelen

  • 1

    In de directe nabijheid van een verbranding van afvalstoffen of een kampvuur/vreugdevuur moet minstens een draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een inhoud van ten minste 6 kg bluspoeder of een gelijkwaardig ander blusmiddel dat geschikt is voor het blussen van klasse A-branden (vaste stoffen), B-branden (vloeistoffen) en C-branden (gassen).

  • 2

    Een draagbaar blustoestel moet:

    - voor iedereen duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht;

    - voor direct gebruik gereed zijn;

    - in goede staat van onderhoud verkeren;

    - zijn voorzien van een geldig Rijkskeurmerk met rangnummer;

    - ten minste eenmaal per twee jaar overeenkomstig de norm NEN 2559:2001 zijn onderhouden en zijn voorzien van een label of sticker waarop de laatste controledatum is vermeld.

Artikel 4 Kennisgeving en dagen van begin van stoken van een kampvuur/vreugdevuur

  • 1

    Het exacte tijdstip van begin van de verbranding van afvalstoffen of van het kampvuur/vreugdevuur moet 1 uur van tevoren worden gemeld aan de politie, brandweer en de gemeente. Het telefoonnummer voor de politie en brandweer is: 0118-41 23 23 en voor de gemeente is: 0113 – 377 377

  • 2

    Het stoken dient op werkdagen tussen 06.00 uur en zonsondergang plaats te vinden.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2

    Deze nadere regels wordt aangehaald als "Nadere regels voor het verbranden van afvalstoffen en het stoken van kampvuren c.q. vreugdevuren 2010".