Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels "Meedoen In Sport" |
Citeertitel | Beleidsregels "Meedoen In Sport" |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Met uitzondering van paragraaf 2 treden de beleidsregels in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad. Paragraaf 2 van de beleidsregels treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2003. Paragraaf 2 van de beleidsregels geldt tot en met 31 december 2014.
artikel 14 tot en met 16 zijn ingevoegd per 28 december 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2010 | 20-07-2015 | invoeging artikel 14 tot en met 16 | 16-12-2010 Gemeenteblad 2009 nummer 62, Gemeenteblad 2010 nr. 77 | Z/2009/28593, z/2010/394571 | |
07-05-2009 | 01-01-2003 | Onbekend | 28-04-2009 Gemeenteblad 2009 nummer 62 | Z/2009/28593 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
sportorganisatie: een organisatie met volledige rechtsbevoegdheid en statutairgevestigd in Zaanstad, die als voornaamste activiteit, at dan niet incompetitieverband, gelegenheid biedt sport te beoefenen, die isaangesloten bij een of meer door het NOC*NSF erkende
overkoepelende sportorganisaties en die geen mensen bij voorbaat
uitsluit van een lidmaatschap, en stichtingen die, vanuit een
Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels
Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies ten behoeve van sportactiviteiten, zoalsbeschreven in de beleidsnota sport "Zaankanters in beweging" 2008-2014 en tevens in deuitgangspunten "subsidieregeling sportaccommodaties".
Hoofdstuk 2 Subsidiabele activiteiten
Paragraaf 1 Onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie
Artikel 4 Te subsidieren activiteiten
Een onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie kan worden toegekend ten behoeve van:
De extra activiteiten van een organisatie die niet regulier gebruik maakt van de sportveldenwaarvoor een aanvraag is gedaan, worden alleen meegerekend als bij de betreffende organisaties sprake is van een aantoonbaar capaciteitstekort op de sportvelden waar deze organisatie regulier gebruik van maakt.
Voor het onderhoud en de renovatie van de restruimte op de buitensportaccommodatie wordt ten hoogste een subsidie toegekend, die als volgt wordt berekend: de oppervlaktegroen op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 50% plus de oppervlakte grijs op de buitensportaccommodatie x het normbedrag x 50%.
Paragraaf 2 Kleedkamersubsidie buitensportaccommodatie
Artikel 9 Te subsidiëren activiteiten
Een kleedkamersubsidie buitensportaccommodatie kan per buitensportaccommodatie eenmalig worden toegekend ten behoeve van:
Artikel 10 Aanvraag kleedkamersubsidie buitensportaccommodatie
de sportorganisatie is in staat om minimaal het subsidiebedrag als berekend op basis van artikel 12, lid 2 respectievelijk lid 3 zelf te investeren en, indien van toepassing, te voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit een benodigde geldlening ter hoogte van maximaal het bedrag als bedoeld in artikel 12, lid 4.
Indien de nieuwbouw of renovatie van de kleedkamers voor sporters en scheidrechters vande buitensportaccommodatie heeft plaatsgevonden in de periode van 1 januari 2003 tot de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregels, moet een aanvraag voor een kleedkamersubsidie buitensportaccommodatie worden ingediend voor 1 juli 2011.
Artikel 13 Aanvullende verplichting ontvanger subsidie
In aanvulling op het bepaalde in artikel 19 van de verordening geldt de volgende verplichting:
Artikel 14 Te subsidiëren activiteiten
Een huursubsidie buitensportaccommodatie kan worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van een buitensportaccommodatie.
Artikel 15 Aanvraag huursubsidie buitensportaccommodatie
Een huursubsidie buitensportaccommodatie kan aangevraagd worden door een sportorganisatie die voldoet aan de onderstaande vereisten:
a. de sportorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
b. de sportorganisatie betaalt huur aan de gemeente Zaanstad voor het gebruik van de sportvelden bij de buitensportaccommodatie;
c. de sportorganisatie voldoet aan de eisen van het Sportbesluit met kenmerk CPP2007/536m.
Paragraaf 3 Subsidie voor aanpassingen aan accommodatie ten behoeve van aangepast sporten
Artikel 17 Te subsidieren activiteiten
Ten behoeve van het aanpassen van een accommodatie met als doel het verbeteren van de toegankelijkheid van de accommodatie voor mensen met een beperking kan een subsidie als bedoeld in deze paragraaf aangevraagd worden.
In aanvulling op artikel 9 van de verordening kan het toekennen van een subsidie vooraanpassingen aan de accommodatie ten behoeve van aangepast sporten geweigerd worden indien de aanpassingen waarvoor een subsidie aangevraagd wordt door andere subsidieregelingen gesubsidieerd kunnen worden.
Paragraaf 4 Sportstimuleringssubsidie
Artikel 21 Te subsidiëren activiteiten
Een Sportstimuleringssubsidie kan worden toegekend ten behoeve van wijkse en stadsesportactiviteiten die voldoen aan de onderstaande vereisten:
Artikel 22 Aanvraag Sportstimuleringssubsidie
Voor het aanvragen van een Sportstimuleringssubsidie moet een daartoe vastgesteld formulier gebruikt worden.
Daarnaast wordt een subsidieverzoek afgewezen wanneer met de subsidie beoogd wordtde volgende zaken te financieren: consumpties, prijzen, aanschaf van materiaal, opleidingen- en kadersubsidie en de vervoerskosten van sporters met een beperking en vervoerskosten van begeleiders van sporters met een beperking.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 27 Inherente afwijkingsbevoegdheid
Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meerdere organisaties gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.
Artikel 28 Overgangsbepalingen
In deze toelichting wordt per artikel en waar nodig een uitleg en verdieping gegeven van het in dat artikel gestelde. Deze beleidsregels "Meedoen in sport" zijn gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening (ASV) van de gemeente Zaanstad.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Het verschil tussen een stadse activiteit en een evenement. Met stadse activiteit wordt bedoeld:
WK, NK, Europacup, Zaanstad Cup, Zaanse of regionale sportactiviteiten, maar geenevenementen zoals die in de nota evenementenbeleid "Zaanse Smaakmakers" zijn gedefinieerd. Een evenement dient volgens deze nota de volgende doelstellingen te hebben: profilerend,economische spin-off en het stimuleren van "sense of belonging", het belang voor ontmoetingen en sociale binding.
Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels
Artikel 3 Doelstellingen van de subsidie
Ad 1. Onder het versterken van de sociale samenhang wordt verstaan: het creeren vanontmoetingen, het aangaan van nieuwe relaties en het in contact komen met mensen buiten deeigen groep.
Ad. 2. Multifunctionaliteit is een uitgangspunt bij het realiseren van accommodaties. Wanneeraantoonbaar is dat het multifunctioneel gebruik van een accommodatie tot onoverkomelijkeproblemen leidt kan worden besloten af te wijken van dit uitgangspunt.
Artikel 4 Te subsidieren activiteiten
Er kan een subsidie worden verleend voor het onderhoud van de omgeving van de sportvelden. Deze "restruimte" behelst afrastering, verlichting, verharding en beplanting. Er wordt onderscheid gemaakt in groene(gras, bomen en beplanting) en grijze (bestrating, verharding) restruimte.
Artikel 5 Aanvraag onderhoudssubsidie buitensportaccommodatie
Het normbedrag voor onderhoud wordt gebaseerd op de aard van het veld (natuur- of kunstgras). Uitgangspunt is dat alleen daar waar aantoonbaar is dat het onderhouden van eenbuitensportaccommodatie voor de sportbeoefening van de eigen leden niet op eigen kracht kan worden gerealiseerd, door de gemeente een accommodatiesubsidie wordt verstrekt (lid c).
Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd:
1.Is het landelijk gangbaar dat er een accommodatiesubsidie wordt verstrekt voorde betreffende sport?
2.Wat is de gemiddelde contributie (landelijk) voor de betreffende sport, en hoeverhoudt de gemiddelde contributie voor die sport in Zaanstad zich tot hetlandelijke gemiddelde?
Indien het antwoord op vraag 1 positief is kan een subsidie worden verleend op basis van het in lid c gestelde.
Indien op basis van vraag 2 gesteld kan worden dat het contributie-niveau voor de betreffendesport boven het landelijke gemiddelde ligt kan een subsidie worden verleend op basis van het in lid c gestelde.
De onderhoudssubsidie voor sportvelden wordt berekend op basis van de bespelinggraad van develden.
De bespelinggraad wordt als volgt berekend:
Voor het bepalen van de maximale bespeling geldt het volgende:
De begrippen normteams en bespelinggraad (planningsnorm) worden in het "HandbookSportaccommodaties" van ISA Sport verder toegelicht. De reden dat de normen van ISA Sport worden gehanteerd is ofnadat zij door het NOC*NSF worden onderschreven.
Als een veld maar gedeeltelijk bezet is (de bespelinggraad is lager dan de maximale bespeling), wordt er slechts voor dat deel van het veld een subsidie toegekend. Hierdoor worden de verenigingen gestimuleerd om voor hun velden een optimale bezetting te realiseren. Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld een groei van het ledenaantal, het organiseren van activiteiten voor andere doelgroepen dan de eigen leden, of net samenwerken met andere verenigingen.
Voor de organisatie van extra activiteiten wordt het aantal uren per jaar dat de velden hiervoorworden gebruikt omgerekend naar normteams, om zo de bespelinggraad te kunnen verhogen.
Hiervoor is per sportsoort bepaald hoeveel uren gebruik wordt gemaakt van een veld door eennormteam. Dat aantal uren maal het maximale aantal normteams voor een veld geeft een aantal uren dat een veld maximaal bespeeld kan worden. Dat aantal uren gedeeld door 10 is het aantal uren dat georganiseerd moet worden voor het ophogen van de bespelinggraad met 0,1. Daarbij is een stimuleringsregeling van kracht die aangeeft dat maar 60% van het aantal extra uren nodig is voor ophoging met 0,1 bespelinggraad.
Voor kunstgrasvelden die door een andere organisatie dan de gemeente Zaanstad zelf wordenaangelegd en waar de gemeente Zaanstad geen goedkeuring aan heeft gegeven (lid 8) geldt dat de renovatie niet door de gemeente Zaanstad wordt gedaan. Voor die velden geldt dat deaanvrager een onderhoudssubsidie kan aanvragen, waarbij het onderhouds- en renovatienormbedrag voor een natuurgrasveld wordt gebruikt.
De berekende bespelinggraad (inclusief de extra activiteiten) wordt vermenigvuldigd met denormbedragen voor onderhoud (kunst en natuurgras) en renovatie (natuurgras) per jaar. Van dat bedrag wordt de helft (50%) verleend als subsidie.
De bespelinggraad wordt voor het berekenen van de subsidie maximaal gesteld aan de maximale bespeling. Overbespeling of organisatie van extra activiteiten bovenop de maximale bespeling zijn dus niet van invloed op het subsidiebedrag.
Voor de berekening van de subsidie voor het onderhoud aan de restruimte wordt het aantal m2 restruimte, onderverdeeld naar groen en grijze restruimte, per sportpark bepaald aan de hand van het gemeentelijke GEO-systeem. Deze bepaling wordt op de volgende manier gedaan:
Het aantal m2 maal het vastgestelde normbedrag, maal 50% is het bedrag dat als subsidie wordt verleend.
Het aantal m2 wordt op sportparken waar verenigingen afzonderlijk subsidie aanvragen verdeeld over de diverse verenigingen op basis van het aantal velden dat de verenigingen gebruiken.
De normbedragen die bij de berekening van de subsidie worden gehanteerd, zijn vastgesteld op basis van informatie van ISA Sport en andere adviserende instanties (bonden,ingenieursbureaus). Er worden uniforme normbedragen gehanteerd voor elk soort veld en erwordt geen onderscheid gemaakt per accommodatie/ sportpark.
De diverse normbedragen worden door het college vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd.
De gemeente Zaanstad heeft het genoemde bedrag beschikbaar voor het toekennen van subsidies voor het verbouwen en nieuwbouwen van kleedkamers. Dit bedrag is beschikbaar totdat het budget is uitgeput, of tot 31 december 2014, zoals gesteld in artikel 25, lid 3.
Artikel 9 Te subsidieren activiteit
Burgemeester en wethouders kunnen een incidentele subsidie verstrekken voor nieuwbouw of renovatie van kleedkamers van buitensportaccommodaties met als doel dat de kleedkamers duurzaam worden verbeterd.
Artikel 10 Aanvraag kleedkamersubsidie buitensportaccommodatie
Met het plan waaruit blijkt dat de kleedkamers duurzaam worden verbeterd (lid 4) wordt bedoeld dat een investering een langdurig effect moet hebben. Investeringen waarvan in redelijkheid kan worden aangenomen dat die de levensduur van de kleedkamers met ten minste 10 jaar verlengen worden aangemerkt als duurzaam. De toets op duurzaamheid die door de gemeente Zaanstad wordt gedaan is bedoeld om zorg te dragen voor kwalitatief goede accommodaties, zoals bedoeld in artikel 3. De toets wordt in eerste instantie gedaan door de behandelend ambtenaar. Daarnaast zal steeksproefgewijs en bij twijfel een 'second opinion' worden aangevraagd bij de Dienst Stadbedrijven, afdeling Bouwkunde. Kosten voor de toets worden betaald door de subsidieverstrekker.
De norm voor het aantal kleedkamers (sporters en scheidsrechters) en het aantal m2 per kleedkamer is, analoog aan de bespelingnorm, afkomstig van ISA Sport. Gezien het feit dat er per sport een rekenmethode is voor bepaling van het aantal kleedkamers wordt voor die rekenmethode verwezen naar het 'handbook sportaccommodaties' van ISA Sport.
Het totaal aantal m2 kleedkamers waar een aanvrager volgens de ISA norm recht op heeft komt in aanmerking voor subsidie. Die subsidie kan uit twee delen bestaan:
Voor zowel nieuwbouw als renovatie geldt dat er een garantstelling kan worden verleend terhoogte van het verleende subsidiebedrag. Deze garantstelling wordt samen met StichtingWaarborgfonds Sport afgegeven. Met de garantstelling is het voor de aanvrager mogelijk omtegen een gunstiger tarief een lening af te sluiten.
Het normbedrag voor nieuwbouw van kleedkamers per m2 is voor het subsidietijdvak 2010gesteld op € 1.300,-
Het deel van het investeringsbedrag dat door de organisaties zelf moet worden bijgedragen, mag ook uit zelfwerkzaamheid (vrijwilligerswerk) bestaan. Wanneer een vereniging zelfwerkzaamheden wil uitvoeren wordt bij de Subsidieberekening uitgegaan van het normbedrag (bij nieuwbouw) of van een offerte van een erkende aannemer (renovatie). De zelfwerkzaamheid resulteert zo direct in vermindering van kosten voor de aanvrager.
In de ASV is vastgelegd dat een achteraf vast te stellen subsidiebedrag nooit hoger kan zijn dan een vooraf te verlenen subsidiebedrag. Eventuele meerkosten die tijdens de uitvoer van dewerkzaamheden naar voren komen, komen dus niet in aanmerking voor subsidie.
Voor de kleedkamersubsidie is een subsidieplafond vastgesteld. Dat betekent dat er een maximaal bedrag kan worden verleend aan subsidie voor nieuwbouw of renovatie van kleedkamers. Wanneer het maximale bedrag overvraagd wordt geldt dat de subsidieaanvragen in volgorde van binnenkomst worden behandeld.
Artikel 13 Aanvullende verplichting subsidieontvanger
Geen nadere toelichting nodig.
Artikel 14 Te subsidieren activiteiten
Er kan een subsidie worden aangevraagd ter dekking van (een deel van) de huisvestingskosten van een buitensportaccomodatie.
Deze subsidie kan alleen worden aangevraagd door een beheerstichting die ten doel heeft 'gelegenheid geven tot sportbeoefening' en daarmee voldoet aan het Sportbesluit (kenmerk CPP2007/536m).
Dit betekent o.a. dat de stichting zich hiermee verplicht jegens de gebruiker en/o0f haar verenigingsleden de volgende dienstverlening te verrichten:
- er moeten (sport)velden ter beschikking worden gesteld;
- die velden moeten door de beheerstichting onderhouden worden;
- er moeten kleedruimten ter beschikking worden gesteld;
- er moeten sanitaire voorzieningen ter beschikking worden gesteld;
- de kleedruimten en sanitaire voorzieningen moeten schoongemaakt worden;
- er moet beheer geregeld zijn op het sportpark;
- er moeten materialen, nodig zijn voor de betreffende sport, ter beschikking worden gesteld.
Deze dienstverlening wordt door de beheerstichting tegen een gebruikersvergoeding (belast met een verlaagd BTW-tarief) ter beschikking gesteld aan de gebruiker en/of haar verenigingsleden. Het aanvraagformulier staat op het digitale loket van de gemeentelijke website.
Artikel 16 Subsidie berekening
De subsidie is maximaal gelijk aan de door de gemeente Zaanstad in rekening gebrachte huurkosten, exclusief BTW voor de sportvelden bij de sportaccommodatie. De huurprijs van de sportvelden wordt als volgt berekend: er wordt 1% van de totale investingskosten van het sportveld als huurprijs doorberekend. Dit bedrag wordt belast met het algemene BTW-tarief, deze kosten zijn niet subsidiabel bij de buitensportaccommodatie.
Artikel 17 Te subsidieren activiteiten
Deze subsidie kan alleen aangevraagd worden voor aanpassingen aan een sportvereniging voor (een) sporter(s) met een beperking. Hieronder vallen bijvoorbeeld het aanpassen van een toilet, verbreden van deuren, realiseren van uitgankelijkheid (vluchtwegen voor gehandicapten), het wegnemen van drempels of het aanbrengen van een traplift. Dit zijn aanpassingen aan een accommodatie van de sportvereniging waar meerdere personen gebruik van kunnen maken.
Uitgesloten van deze regeling zijn individuele voorzieningen. De verordening individuele voorzieningen (deze verordening valt onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)) is van toepassing voor die voorzieningen. Voorbeelden zijn een sportrolstoel of een aangepast paardrijdzadel.
Voor nieuwbouw geldt het nieuwe Bouwbesluit (juli 2005). Hierin staan toegankelijkheidseisen (prestatie-eisen) waaraan o.a. nieuwbouw moet voldoen.
Het aanvraagformulier staat op het digitale loket van de gemeentelijke website. Voor het insturen van het aanvraagformulier wordt de indieningstermijn van de ASV wordt gevolgd (ASV art. 16 lid 1).
Subsidie wordt niet verleend indien de aanpassingen van een accommodatie aangepast kunnen worden door gebruik te maken van andere subsidieregelingen zoals de Verordening individuele voorzieningen of landelijke regelingen.
Het bedrag van € 10.000,- is gebaseerd op de totaalkosten van de meest voorkomendebouwkundige aanpassingen.
Artikel 21 Te subsidieren activiteiten
Lid 1. Een Sportstimuleringssubsidieis een subsidie die beoogt het opzetten vansportontwikkelingen te stimuleren waarmee het sportaanbod wordt verbreed of wordt geprofessionaliseerd of die een continuering van ontwikkelingen nodig maakt.
Artikel 22 Aanvraag Sportstimuleringssubsidie
Ad 1. Het gaat hier om de niet reguliere activiteiten van sportverenigingen. Dit in tegenstelling tot reguliere sportactiviteiten, die door de sportverenigingen op reguliere basis worden aanboden, zoals de competitie, trainingen en jaarlijks terugkerende toernooien.
Ad 2. Het aanvraagformulier staat op het digitale loket van de gemeentelijke website. Voor het insturen van het aanvraagformulier wordt de indieningstermijn van de ASV wordt gevolgd (ASV art. 16 lid1).
Activiteiten die niet worden gesubsidieerd zijn: consumpties, prijzen, aanschaf van materiaal,opleiding- en kadersubsidie en de vervoerskosten van sporters met een beperking en vervoerskosten van begeleiders van sporters met een beperking. Voor vervoerskosten van sporters met een beperking en begeleiding bestaat een regionale regeling, de Valys-pas.
Het maximum van het totale subsidiebedrag aan andere organisaties en informele verenigingen en natuurlijke personen is € 2.000,-. Het maximale subsidiebedrag voor (sport) verenigingen en (sport) organisaties is
Artikel 25 Schaatsorganisaties
Lid 1 Het gaat hier alleen om structurele subsidies voor de jeugdleden zolang binnen de gemeente Zaanstad geen ijsbaan aanwezig is.
Lid 3. Er wordt een normbedrag per jeugdschaatser vastgesteld. Het totale subsidiebedrag bedraagt maximaal € 10.000,- per jaar per organisatie.
Artikel 26 Organisaties gericht op mensen met een beperking
Lid 3. Het aanvraagformulier staat op het digitale loket van de gemeentelijke website. Voor het insturen van het aanvraagformulier wordt de indieningstermijn van de ASV wordt gevolgd (ASV art. 7).
Artikel 27 Inherente afwijkingsbevoegdheid
In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de beleidsregels conform Awb: art. 4.48
Artikel 28 Overgangsbepalingen
Voor aanvragers die niet meer of voor minder subsidie in aanmerking komen door deze nieuwe beleidsregels is de overgangsregeling van kracht. De regeling voorziet in een afbouw van het oude subsidieniveau naar het nieuwe niveau. Daarbij wordt uitgegaan van het verschil tussen beide niveaus. Dat verschil wordt in 2010 als extra subsidie toegekend, waarbij in de volgende jaren (2011 en 2012) telkens 33% van het verschil wordt afgetrokken. In 2013 wordt dan geen subsidie of alleen het nieuwe subsidiebedrag verleend.
In de onderhoudssubsidie is een deel van het bedrag gebaseerd op het aantal uren extra activiteiten dat de aanvrager in het jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag heeft georganiseerd. Voor het jaar 2010 kan dat aantal uren niet bekend zijn bij de aanvrager. Daarom wordt voor 2010 afgeweken van de regel, en mag de aanvrager het begrote aantal uren extra activiteiten opvoeren.
Aangezien er in de afgelopen jaren door een aantal sportorganisaties zelfstandig is geïnvesteerd in kleedkamers, en de gemeente die sportorganisaties ook wil belonen voor haar initiatief is de regeling zoals in paragraaf 2 beschreven van toepassing verklaard voor investeringen door die sportorganisaties vanaf 2003 tot en met 2009 (zie lid 2). Daarbij kan aanspraak worden gemaakt op het subsidiebedrag zoals omschreven in artikel 12, lid 2. De garantstelling zoals bedoeld in artikel 12, lid 3 is daarbij niet van toepassing.
Deze regeling geldt, zoals gesteld in lid 3, tot en met 31 december 2014.